LEYDSCHE COURANT. *'3. 1849. NV 71.X l)e Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zuturdag avond. WOENSDAG, 13 JTJNIJ. fn^ M ö-HO: De Prijs der Courant is f 12 liet jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven BIJNJNENLANDSCHE BERJGTEJN. I.EYOEN, 12 Junij. Gisteren morgen ten 8 nreheeft H. 51. de Koninginop Ilarcn doortogt naar het Loo, de Evang.-Eulhersehe Kerk alhier bczigtigd. De minzaamheid door H. 51., bij dat bezoek aan den dag gelegd, zal voortdurend bij den Ker- kcraad in een levendig aandenken blijven. Uit een bijzonder ons geworden berigt, neinen wij nog het volgende over: Reeds waren er alle toebereidselen gemaakt, door den Kcrkcraad der voornoemde gemeente, uit wien cene Commissie was benoemd; waaronder D3. H. J. 5Iatthcs, om H. 51. naar cisch te ontvangen. Naauwelijks was H. 51. gezeten, of de Luthersche weezen hieven de zoo merkwaarJige als be kende dichtregelen van den groolen Hervormer: Een vaste burg is onze God!" aan. Hierna bragt Ds. Inckel, als President van den Kerkeraad, de welkomst- en dankgroet toe aan H. M. voor deze buitengewone onderschei- ding, gepaard met heilbeden voor het Vaderland, en voor Hare kinderen, die alhier tegenwoordig waren. Vergelijkende Staat van de opbrengst der opcenten en eigene middelen ten behoeve dezer stad geheven over de maand 5!ei 1848 en 1849. 1848. 1849. iopcenten. .ƒ1,500.94 ƒ1,585.00 eigen middel - 371.52} - 459.18 ƒ1,872.46} 2,044.24 opcenten 9,469.85} ƒ9,208.94 eigen middel - 252 24 - 315.13} 9,722.09}9,524.07} Wijn- 1,300.90 - 1,601.40 Binnen!, f opcenten. ƒ2,710.55 ƒ2,846.16 Gedistil- eigen middel - 928.80 -1,024.62} leerd. 3,639.35 3,870.78} Builenl. ('opcenten. 132.26 81.14 Gedistil- j eigen middel - 76.25 .- 253.87} leerd. 208.51 335.01} ƒ16,743.32 ƒ17,375.51} 5Ieerdcr in Mei 1849 ƒ632.19}. De Heer G. L. C. H. Graaf van Ranzow heeft in de dagbladen de vol gende verklaring doen opnemen Madrid25 Mei 1849. Met den Heer Louis Drucker te Madrid aangekomen zijnde, en voorzien van cene algebecle volmagt der huitenlandsche schuldeischers van Spanje, acht ik mij verpligt openlijk te verklaren, dat ik het onwrikbaar besluit heb opgevat, om, voor zoo ver dit van mij afhangen zal, alles te vermijden, wat aanleiding zoude kunnen geven tot een beursspel, hetwelk noodlottige gevolgen zoude kunnen hebbeu voor de solide schuldeischers van Spanje, over welker belangen ik steeds met den meesten ijver zal waken. Ik geloof dus bij het publiek te moeten aandringen, om aan geen enkel gerucht, aan welke bron het ook zijnen oorsprong te danken hebbe, geloof te hechten, voor dat het op cene formele wijze zal zijn erkend en bevestigd door cene officiële kennisgeving van de zijde mijner committenten, de Heerenuit makende het committé uit de houders van Spaansche schuldbrieven te Am sterdam. Op de mcest gunstige wijze ontvangen zijnde door het Gouvernement van H. 51. de Koningin van Spanje, ben ik aan het publiek vorenstaande verkla ring verschuldigd, ten einde men niet, evenmin als ik dit doen zal, mis bruik make van dit gunstig voorteeken ten nadeele van de schuldeischers en van cene achtenswaardige regering, welke, door de ongelukkige gevolgen der omwenteling, van den binnenlandschen oorlog en der inwendige verdeeld heden, tot dusverre niet zoo naauwkeurig als zij het had gewild, aan hare verpligtingen jegens die schuldeischers heeft kunnen voldoen, welke ik de eer heb te vertegenwoordigen en wier regten ik inet moed, vastberadenheid, opregtheid en als man van eer, zal verdedigen. (IV. R. C.) 's GRAVENHAGK, 12 Junij. Z. M. heeft benoemd tot Commandeur der Orde van de Eikenkroon, den Heer J. \V. L. van Oordt, eerste Ingenieur der 51arine. Z. 51. de Koning is Zondag en H. 51. de Koningin gisteren, Slaandag, met de jonge Prinsen naar het Loo vertrokken. De Hooge Raad van Adel heeft dezer dagenop last van Z. 51.aan onderscheiden autoriteiten exemplaren doen uitreiken in zilver en brons, der penningen, welke ter gelegenheid van 's Konings inhuldiging te Amsterdam zijn gestrooid. 11. 51. 51evrauw de Koningin-5Ioeder heeft cene som van 250 toege kend ten behoeve der noodlijdenden te Grafhorst. Gisteren zijn nog twee afdeelingen van de Tweede Kamer der Stalen- Generaal vergaderd geweest, tot voortzetting der overwegingen over het ont werp der kieswet; terwijl al de afdeelingen zijn bijeengekomen, om het onder zoek aan te vangen over het ontwerp van wet nopens het inkomen der kroon. In de zitting van gisteren is ingekomen een ontwerp van wet, om trent bet hetFen van buitengewone opcenten in de provincie Noord-Brabant. Verzending naar de afdeelingen. Is ontvangen eene missive van den lloogen Raad der Nederlanden, waarbij kennis gegeven wordt van bel overlijden van den Raadsheer 5Ir. A. L. Hanlo, en waarbij tevens eene lijst van zes Kandidaten wordt medegedeeldten einde daarop zoodanig acht te slaan, als de Kamer dienstig mogt oordeelen. Op die lijst zijn geplaatst de navolgende Heeren: 1°. Jhr. Mr. G. A. Meloit, Raads heer in het Prov. Hof van Zuid-Holland; 2°. Mr. P. G. Sevenstern, Procu reur-Generaal bij het Hof van Groningen3°. Mr. van SonOud-51inistcr voor de Zaken der R. Katb. Eerediensl4°. Mr. H. II. Geradts, Vice President van het Hof in Limburg; 5°. Mr. J. N. J. Ileerkens, Kantonregtcr te Zwolle; en 6°. Mr. J. 5Y. van Romunde, Raadsheer in het Hof van Noord-Holland. Wordt besloten deze lijst te doen drukken en ronddeelen en in ccne volgende zitting den dag te bepalen, waarop de lijst van vijf Kandidaten, tot aanvul ling der vacature, zal worden opgemaakt. Zijn ingekomen onderscheidene verzoekschriftenten aanzien van het inko men der kroon en betrekkelijk de kieswet. Verzending naar de Commissie ad lioc. Is ontvangen, van wege het Hoofdbestuur der 51aatschappij tot Nut van 't Algemeen, een exemplaar van een door hetzelve uitgegeven werk, getiteld: Geschiedkundig overzigt van het lager onderwijs in Nederland. Plaatsing in de boekerij. De Voorzitter geeft kennis, dat door dc afdeelingen tot Rapporteurs voor het ontwerp, nopens het inkomen der kroon, zijn benoemd, dc Heeren: Wichers, Donker Curtiusvan Doorn, Dommer van Poldersveldt en Nedermeijer van Piosenthal. In die zitting heeft de Heer van Eek, naar aanleiding van een stuk in de N. Rott. Cour. van den 8stc" dezer, verzocht dat de Vergadering op nader te bepalen dag aan dc Ministers van Oor og en 51arine de volgende vragen zou doen: of het waar is, dat een algemeen geacht officier niet gedecoreerd is geworden, omdat hij eene beschouwing in een tijdschrift beeft geleverd in strijd met de zienswijze der Regering; dat andere officieren, die wegens lang durige en getrouwe diensten, bet eerst in aanmerking schenen te moeten ko men, doch wier nainen in bet verleden jaar gevonden worden op een adres, waarbij de Koning werd verzocht, den toenmaligen Minister van Justitie bet door dezen verlangde ontslag niet te verleenen, om die reden niet zijn gede coreerd en evenmin de zoodanige, die dat gedrag hebben goedgekeurd; of bet 't voornemen is van de Ministers van Oorlog en 5Iarine, om tegen te gaan door onthouding van eerbetoon of promotie, of op eenigc andere wijze te beletten, de uiting der gevoelens omtrent politieke of krijgskundige onderwerpen door officieren van het Nederlandsche leger, wanneer die gevoelens in slrijd zijn met de denkwijze van het Gouvernement De Heer Sloet tot Oldhuis gelooft dat de vragen hierop ncderkomen: waar om de decoratie door Z. 51. niet is verleend aan eenen officier? Het komt hem voor, zegt spr,, dat in den regel de decoratiën door den Koning naar zijn welbehagen worden geschonken, en dai dit regt behoort tot het Koninklijke prerogatief. Indien we aan het Ministerie de redenen zouden vragen waarom velen in den lande wel of niet gedecoreerd zijn het zou eene bespottelijke zijde hebben en wij zouden daardoor in de regten der Kroon treden. Ik wensch alzoo, dat de Vergadering moge besluiten, dat er geene vragen no pens dit onderwerp aan dc Ministers worden gerigt. Dc Heer van Eek zegt dat hij niet van cene enkele docaratie had gesproken;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1