KENNISGEVING. SCHUTTERIJ. PUBLICATIE. SCHEIDING VAN TAFEL ÉN BED. ©EVEHTER KOEK. STA1»S IU:iUC!TKX. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, gezien hebbende de Wet van den ll<len April 1827, brengen bij deze Ier kennis van de belanghebbendendat, ter voldoening aan dezelve, weder een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Schutterlijke dienst van de genen welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1815 lot 1823 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met der woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrijving derzelver paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Stad sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen (waaronder verstaan wor den zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door bet werkelijk overbrengen van den zetel van hun bestaan, naar herwaarts, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerkin eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt), zullen worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren terwijl de geborenen in het jaar 1824zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1849; en het tiende of dat der geborenen in 1814 van het vorige jaar zal komen tc vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitge zonderd al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotcnen te behooren en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Maandag den 14den Meien op den lstcn Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den lsten Junij niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit'jaar zich alhier gevestigd hebbende, vreemdelingen, alsmede de militairen, welke tot de laatste ligting behoord hebbende, derzelver finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder in dienst zijn getreden,) bij ontdekking, alsnog achter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de hijvoeging van het woord: ambtshalve en dezelve volgens art. 9, door den Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zonder loting, bij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uilsluiting ten hunnen aanzien hestonden; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebragt te worden: alles onverminderd zoodanige strafbepa lingen als, uit kraclite der Wet van 31 December 1832, op hen raogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel hij van geen bewijs van zijnen doop of zijne geboorte voorzien is, voor die, welke alhier geboren zijn, hetzelve tc komen afhalen ter Secretarie dezer Stad, van heden af aan, '8 morgens van 10 tot 's namiddags 1 nur; terwijl diegenen welke elders ge boren zijn, zich hetzelve onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aan schaffen zullende een ieder verantwoordelijk zal zijn voor de gevolgenwan neer hij, bij gemis zijner doop- of geboorte aktedoor eene verkeerde opgave van het geboortejaar, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat de belanghebbenden bij deze nog worden herinnerd dat zij bij de in schrijving tevens zullen moeten opgeven hunne Woonplaats, benevens het Wijk en Nummer hunner huizen, derzelver beroep en dat van hunne Ou ders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van derzelver inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen Gehuwd of Ongehuwd zijn en in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoe veel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaandom zich van een extract uit het huwe lijks-register te voorzien, om daarop door den Heer der Gebuurte, waarin zij wonen, het getal hunner kinderen te doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks- extracten worden gevaceerd ter Stads Secretarie, van heden af, des voormid dags van 10 tot des namiddags ten 1 ure. Dat eindelijk Studenten, Geëmployeerden in huizen van negotie, bedienden en werklieden, moeten ingeschreven worden in de Gemeenten, waar zij hunne studiën of werkzaamheden uitoefenen, of dienstbaar zijnzoo als zulks ook het geval is van Klerken van Advokaten en Notarissen dat Ambtenaren en Geëmployeerden (al wonen zij elders) zich moeten laten inschrijven in de plaats, alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen uitoefenen; dat zij, welke huiten 's lands werkzaam zijn, of zich aldaar op de studiën toeleggen, in de Gemeente hunner vorige woonplaats, en laatstelijk Schippers, ter plaatse waar zij het laatst gewoond hebben of de belasting voor hun vaartuig betaleninge schreven moeten worden. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een iegelijk in de termen van dezelve vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuis, en wel: Op Woensdag den 23sten Mei 1849. 'sVoormiddags van '10 tot 1 uur, de bewoners van Wijk I, II en III. Op Donderdag den 24s,cn Mei 1849. 'sVoormiddags van 10 tot 1 uur, de bewoners van Wijk IV, V en Y I. Op Vrijdag den 25stcn Mei 1849. 's Voormiddags van 10 tot 1 uur, de bewoners van Wijk VII en VIII met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich stiptelijk, ter aangeduidcr plaatse aan tc melden, ten einde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter bezigtiging zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de Wetvóór 1 Julij aanstaande, geheel zal moeten zijn afgeloopcn, nader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms. besluit, van 7 September 1828 Staatsblad n". 55), roepen bij deze op alle personenwelke als ge huwd of als weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloopcn jaar, in ƒ10 termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de alge- meene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van derzelver vrouwen of kinderende bevoegdheid hebben verlo ren, om in die klasse le verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar daar te stellen algemecne Schuttcrs-rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis aan Hun Ed. Achtb. te geven, ot zich daartoe ter Stads Secretarie aan tc melden, des morgens tusschen 10 en 1 ure, vóór de aan te vangen inschrijving, en dus uiterlijk tot 22 Mei aanstaande; zullende, wanneer deze Kennisgeving door de belanghebbenden mogt zijn verzuimd, en hij dus, dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders prcces-verbaal tegen hem moet worden opgemaakt en aan de Rogtbanls toe gezondenten einde op de nalatigcn toe te passen de strafbepaling van art. 1 der Wet, van 6 Maart 1818 (Staatsblad nff. 12), houdende eene geldboete van ten hoogste ƒ50, en eene gevangenis uiterlijk van drie dagen, hetzij afzonderlijk of wel beide de straffen te zamen genomen. En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, ter plaatse waar zulks ge bruikelijk is. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij IIII. Burgemeester en Wet houders der Stad Leyden op den 14llcn :\Iei 1849. DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, waarschuwen bij dezen een' ieder, wien het zoude mogen aangaan, dat ingevolge de be staande wetten, op de aanstaande Kermis, geene UoroskooptrekkersPla neetlezers, DobbelaarsRijfelaarsDraaibordenof diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelaten, en dat onder voorwendsel of schijn van iets te vertoonen als anderzins, geene bedelaarsverminkte of gebrekkige per sonen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der Po- licie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden gehandeld. Terwijl wijders aan allen, die in de termen der wet op hel Patent-regt vallen, hij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelaten, ten zij van een behoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijkt, dat het diensvolgens door hen verschuldigde regt is betaald. Dat eindelijk niemand, gedurende deze Kermis, met iets zal mogen Voor staan, op de straten vertoonen, of daarmede rondgaan, zonder daartoe niet alleen het vereisehte consent verkregen te hebben maar ook hel deswegens verschuldigde maiktgeld aan den Marktmeester te hebben betaald, YVor- dende de Heer Directeur en Commissarissen van Policic bij deze gequalificeerd om voor de executie dezer tc zorgen. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij II. H. Burgemeester en Wet houders der Stad Leyden, op den 15dcn Mei 1849. DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve, V. PÜTTKAMMER. AaVEllTENTIEN. Voor de vele bewijzen van belangstelling, bij gelegenheid van ons Huwe lijk ontvangen, betuigen wij, ook namens onze wederzijdache betrekkingen, onzen opregten dank. J. F. SANDIFORT, Leyden, C. P. SANDIFORT, 21 Mei 1849. Le PüOLE. UAlt Tj T.SSKM KMT. Bij Vonnis van de Arrondissements-Regtbank te Leydenin dato 229,en Mei j!., is WILLEM CORNEL1SSE ALKEMADE, Timmermanwonende le Noordioijk-Binnenverklaard in staat van Faillissementaanvang genomen hebbende op heden. Tot Regter- Commissaris is benoemd de Edel-Achtb. Heer Mr. JOH AN van OUTEREN, en tot Curator Mp» A. YV. van der HOOP, Advocaat te Leyden. De Cüralor voornoemd, Mr. A. W. van der HOOP. Bij Vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leydenvan den Derliendeh February 1800 Negen en Veertig, zijnde behoorlijk op de Expeditie gere gistreerd, is verklaard, dat HANS FREDERIK REYMERS, Mr. Verloer, wonende te Leydenen diens Huisvrouw MARIJTJE GROOTEGOED, thans zich bevindende onder Hof van Delftnd gemeente Vrijenban, vrijwillig van elkander zijn (Kesclieiilen van l'afel en Bed. Geschiedende hiervan door deze de bekendmaking ter voldoening aan art. 300 van bet Burgerlijk Wetboekin verband met art. 828 van bet Wet boek van Burgerlijke RegtsvOrdering. De Procureur voor de beide vérzoeker» Kosteloos. geoccupeerd hebbende, A. A. DILLIÉ. In een groot Huisgezin, dat Zomer en Winter Buiten woont, wordt tegeh 1». Augustus gevraagd eene lAEMAENUIIEII#van de Protcslantscbc Godsdienst, die goed kan Koken en geschikt is om Huiswerk tc doen, voorzien van getuigschriften van goedzedelijk gedraggoed humeur en zindelijkheid. Men vervoege zich liefst in persoon bij den Boekhandelaar C. C. van der HOEK Breedcstraat tc Leyden. De Wed. KSSOJS berigtcn aan hunne geëerde Begun stigers, dat hunne Standplaats met deze Kermis is, op den Nieuwen Rijn, tusschen de Botcrwaag cn Vischbrug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3