BUITEN LA NDSCHE BEBIGTEN. scliats aan de Handcl-Maatschappij. De Maatschappij heeft de fabrieken in Overijssel en Zeeland willen be voordedenvrijwillig heeft zij zich daarvoor groote opofferingen getroost. In de jaren der duurte van levensmiddelen, ■werd daardoor in de nooddruft van vele huisgezinnen voorzien die anders zonder werk en brood zouden zijn geweest. Spreker komt nu tot het consignatie-contract met de Handelmaatschappij. Hij is niet overtuigd dat daartoe de tusschenkomst der wetgevende magt noodig is. Hij acht het een zuiver uitvloeisel van het Koninklijk opper bestuur. Overigens ziet Spreker niet in welke waarborg er gelegen is in de mede werking der wetgevende magt. Waarborg tegen misbruik is alleen gelegen in den persoon des Ministersalles moet immers verantwoord worden bij de Staals-Commissie. En nu Spreker bij de Grondwet nog meerdere waarborgen nopens het finantiëel beheer der koloniën ziet gegeven vindt hij daarin vol doende bevrediging, en geeft hij daaraan de voorkeur boven het indringen in de eigenlijke huishouding der koloniën. De onkosten aan de H.-Maatsch. betaald, zijn geene geschenken; de Maat schappij als getrouwe agent berekent niets anders of meer dan wat werkelijk is uitgegeven. Men heeft de vrachtloonen vergeleken met de bruto-opbrengst van het product: en gezegd: nu is de vracht zooveel pCt. Maar als de koffij 30 cents opbrengt, is de vracht niet meer dan als ze 20 cents geldt, en Spreker acht dat men wel concurrentie kan invoeren, doch dan langza merhand, orndat men zonder onbillijkheid nu niet eens al de sehepen die onder deze orde van zaken zijn gebouwd, aan hun lot mag overlaten. Spreker wijst voorts op het gevaarlijke van het denkbeeld om niet te assu reren vermits er in de laatste 12 maanden twee totale schaden zijn geweest, eenc in de Europesche zee, de andere in den lndischen archipel. Buitendien, daargelaten dat de assurantie garantie geeft door goed toezigt, zoo zou het onverantwoordelijk zijnzoo vele rnillioenen schats ongeassureerd te laten voor zoo betrekkelijk geringe offers. Spreker doelt hier op oorlogsgevaar of cm bargo. Spreker behandelt vervolgens het vraagpunt van den geheelen of gedeel telijken verkoop van producten op Java, en of men dan in het geheel niet moet letten op het belang van zoo vele duizende ingezetenenbij den ver koop hier te lande. Hij vraagt of de uitbetaling door de Handelmaatschappij van 10 a 11 milliocn jaarlijks aan de reeders, of de vestiging eener hoofd markt voor onze Overzecsehe producten, eene onverschillige zaak kan genoemd wordenèn voor ons land èn voor onzen handelèn voor de scheepvaart. Spreker gelooft dus dat het sluiten van een nieuw consignatie-contract met de Handelmaatschappij niet alleen wenschelijk, maar in 's lands alge meen belang noodzakelijk isdat men bij de beoordeeling der Handelmaat schappij niet uit het oog mag verliezen de opofferingen door haar gedaan, en die zij nog steeds doet in het belang der Red. nijverheid en van den lijnwaad- handel. De Heer van Twist acht zich verpligt ccnige gezegden van den vorigen Spreker te rectificeren, cn blijft beweren dat aan de Handelmaatschappij te groote voordeelen worden gegeven. De Heer Poortman acht de aanneming van dit ontwerp zeer natuurlijk maar hoopt dat er spoedig een andere staat van zaken zal worden geboren. Wat aangaat de contracten met de II. M., deelt hij in het gevoelen, dat het van hoog belang is, dat ook zij aan de wetgevende magt worden onderworpen cn zegt dat art. GO der Grwt. dit duidelijk voorschrijft. De Heer Thorbeckc houdt de wetgevende magt niet alleen bevoegd maar zelfs verpligt om mede te werken tot de vaststelling der grondslagen van overeenkomsten met de H.-Maatsch.; art. 60 der Grondw. komt hem beslis send voor en hij ziet niet in, om welke redenen men die noodige tusschen komst der wetgeving betwijfelt. Wat aangaat al het aangevoerde nopens het standpunt dier maatschappij Spr. zal ook hierover niet beslissen, vooral ook niet, omdat zijn plan is, om aan den Minister eenige meerdere inlichtingen te vragen, omtrent do uit komsten der proeven van kolonisatie in Suriname. Vóór eenigen tijd zijn dienaangaande stukken publiek gewordendie de algemeene belangstelling hebben opgewekt, als van den Heer I.isman, Secretaris van het Gouverne ment, benevens brieven van kolonisten aan Ds. van den Brandhof. Nu heeft het Gouvernement gezegd dat de tot nu toe verkregene uitkom sten van dien aard zijn, dat eene uitbreiding derzelve doelmatig voorkomt. In dien stand van zaken is het niet alleen van wege de deelneming in het lot der kolonisten, maar van wege het gezegde door de Hegering, dat uit breiding der kolonisatie doelmatig is, dat Spr. wenscht te weten, waarin de redenen gelegen zijn, dat de genomene proeven, zoo niet mislukt, dan toch geheel kwijnende zijn; en de Minister zal den Spr. dienst doen met te dien opzigte door nadere inlichtingen aan te vullen hetgeen bij bet antwoord op het verslag, door Z. Exc. is meegedeeld. De Heer Storm van 'sGravesande wenscht een paar vragen aan Z. Exc. te doen: 1°. daar het blijkt, dat onderscheidene bezittingen in West-Indië steeds gesubsidieerd moeten worden, zoo wenscht hij te weten, met welk doel rnen die bezittingen behoudt, en of er geen middel was, om zich daar van te ontdoen, vermits het inderdaad lastposten zijn. 2°. In hoeverre men middelen beraamt in de West-Indiën, om de emancipatie der slaven voor te bereiden cn hun lot te verbeteren. In de Zitting van de Tweede Kamer van heden is ontvangen eene Ko ninklijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, nopens de wijze van verkiezing van Leden der Eerste en Tweede Kamer. Verzending aan de afdeelingen. Bij hetzelve wordt het stelsel behouden van eene vrije stemming cn, in geval daarbij geene volstrekte meerderheid is verkregen, van eene herstem ming tusschen de twee personen, welke de meeste stemmen hebben erlangd. Het bedrag der Directe Belastingen, de Rijks opcenten daaronder begrepen, 't welk icgt geeft tot het kiezerschap, wordt verschillend voorgedragen, naar gelang der plaatsen en gemeenten, in welke de stemgeregtigden gehuisvest zijn. Amsterdam is daaibij het hoogst aangeslagen te weten ƒ120; de gemeenten ten platten lande in Limburg het laagst, namelijk ƒ22. Voor Zuid Holland is de bedoelde census aldus voorgedragen: 'sGravenhage ƒ100; Rotterdam ƒ110; Dordrecht ƒ80 Schiedam ƒ80 Delft ƒ70 Go- rinchem ƒ60; Woerden ƒ60; Lcyden jf^OO; Brielle ƒ50; Gouda ƒ40; Vlaardihgen ƒ40; in de overige gemeenten 36. Daarna zijn de beraadslagingen over het ontwerp van wet nopens het Kolo niaal batig slot over 1847, voortgezet. Nadat nog de Heer Dirks het woord had gevoerd, heeft de Minister van Koloniën in eene uitgebreide en doorwrochte redevoering, tot welker mede- dceling ons zelfs bij uittreksel hier de plaats ontbreekt, de punten van be zwaar door de vorige sprekers opgesomd, in zoo verre ze op het wetsontwerp betrekking hebben toegelicht of wederlegd. Nadat de beraadslagingen nog eenigen tijd waren voortgezet, stelt de Heer de Man de volgende motie van orde voor: De Kamer verklarende van oordeel te zijn dat de voorgenomene overeen komsten met de Handelmaatschappij niet zonder medewerking der wetge vende magt kunnen worden tot stand gebragt, sluit de algemeene beraad slagingen. Nadat eerst met 40 tegen 19 stemmen beslist was dat dit voorstel aan de Vergadering zal worden onderworpen wordt de motie zelf met 31 tegen 27 stemmen afgestemd. Vervolgens is het ontwerp van wet zelf aangenomen met algemeene stemmen, met uitzondering van die van den Heer Rijckevorsel, waarna de behandeling van het wetsontwerp over de ministeriëele verant woordelijkheid bepaald is op Dingsdag morgenen de Zitting opgeheven. In de Zitting der Eerste Kamer van heden heeft de Voorzitter kennis gegeven, dat door de afdeelingen zijn benoemd tot hare Presidenten en Vice- Presidenten, de volgende Heeren Afd. President. Vice-President. 1. Van Beeck Vollenhoven. Van Aylva van Pallandt. 2. Cost Jordens. Martens van Sevenhoven. 3. Van Wclderen Rengers. Van Sasse van Ysselt. 4. Gevers van Endegeest. Philipse. Voorts heeft de Voorzitter berigt de benoeming van Rapporteurs over de ingekomene wetsontwerpenen is er eene Commissie benoemd voor de herzie ning der instructie van den Griffier en Commies-Griffier. De Zitting is daarna opgeheven. FRANKRIJK. PARIJS, 20 Mei. De uitslag der verkiezingen baart groote bekommering terwijl in de te genwoordige Vergadering slechts 80 socialisten werden geteld, telt men er nu onder de 706 bekende gekozenen reeds 211. Het goud rijst dan ook in prijs, hetgeen het vertrek van vreemdelingen aanduidt. Onderwijl heeft de Vergadering in weerwil van den Minister Passy, de be lasting op de dranken die 100 mill. fr. opbragt, tegen 1850 afgeschaft, zonder er iets voor in plaats te stellen. Voorts besloot men met 293 tegen 210 stemmen, dat de Generaal Changarnier niet langer tevens aan het hoofd der troepen cn der burgerwacht mogt staan. Van Italië was geen nieuws van belang bekend. Op Sicilië was Palermo weder opgestaan. De Secretaris van het Gezantschap, Lamothe-Levayeris heden naar Berlijn vertrokkenzoo men verzekert met een verklaring dat zoo de be weging der Russische troepen aanhieldFrankrijk dit voor een oorlogsver klaring zou houden; terwijl men sedert eenige dagen van het zenden van een leger naar den Rijn spreekt. Omtrent de aftreding van het Ministerie, is nog niets stelligs bekend. FBMHFOEÏ. 19 Mei. In de zitting der Nat. Vergadering van den 17Jc" is een voorstel van het lid Welckers, dat de Vergadering zou besluiten, dat zij in het benoemde Ministerie geen vertrouwen kan hebben en die benoeming door den Rijksbe stuurder eene beleediging is der Vergadering aangedaan met 191 tegen 12 stemmen aangenomen. Den volgenden dag is echter de President-Minister in de Vergadering geko men cn heeft gezegd, dat niettegenstaande de stemming van gisteren, de Rijksbestuurder niet zou aftreden en hij het tegenwoordig Ministerie niet zou wegzenden. Het Ministerie zelf zou hem ook niet verlaten. In de Zitting van de Nat. Vergadering van heden is een voorstel aange nomen houdende de ontbinding van het centraal bestuur en de benoeming van een Stadhouder, gekozen uit een' der regerende Vorsten, welke die be trekking zal blijven waarnemen, tot de afkondiging van de Rijksconstitutie; de tegenwoordige Rijksbestuurder is dus door de Vergadering afgezet. Deze heeft ondertusschen verklaardzijne aanstelling slechts in handen der Rege ringen te zullen nederleggen die hem hebben benoemd. lUiiLAVB. De Keizer heeft den 8stcn dezer een manifest aan zijn Volk uitgevaardigd, ter kennisgeving dat hij Oostenrijk tegen de Hongaren zal ondersteunen welke beweging, volgens het Regeringsblad ten geheim doel heeft, om gansch oud Polen in opstand te brengen. KERKNIEUWS. Z. M. heeft goedgekeurd de door de Kerkeraden der Hervormde Gemeenten te Herwijnen cn Wijnjeterp uitgebragte beroepen op de Candidatcn H. C. N. van Amerom en B. F. Brugsma. Voor de gemeente Grafhorst is bij de Redactie ingekomen van H. J. ƒ6. Voor de brandwonden in Overijssel van A. Z. 7.42J. De Commissie voor de Tentoonstelling van Voortbrengselen van Nijverheid voor de Provinciën Zuid- en Noord-Holland, te Delft in de maand Junij aan staande te houden, geeft aan de belanghebbenden kennis, dat de termijn van 15 Mei, bij art. 11 van het Programma voor de Tentoonstelling bepaald tot het geven der berigten voor de inzending der voorwerpentot den 25slcn Mei aanslaande wordt verlengd. 's Gravenhageden ll'lcn Mei 1849. De Voorzitter der Commissie voornoemd A. L. VAN HETEREN GEVERS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2