LEYDSCHE COURANT.,^ 1849. N°. 59. I Na het houden dezer rede verhief zich de Koning, en sprak I met luider stem den bij de Grondwet voorgeschreven eed uit: De Courant wordt Maandag, Woensdag cn Vrijdag uitgegeven, J)ie van Maandag komt uit Zaturdag avond. WOEJNSDAG, 16 MEI. t K w De Prijs der Courant s f 13 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. Tan wege «le menigvuldige belangrijke berlgten hebben wij daar de Vrijdagsche Courant ter oor- zake van den 1IE5IEEVA ARTS B AG Woensdag zou uitkomendeze Woensdagsche Courant reeds heden Maandag Avond uitgegeven. BIJNJVEjSLAi>ÜSCHE BEKIGTEJ* ROTTERDAM, 13 Mei. Een ontzettende ramp trof lieden onze stad. Van den vroegen morgen I liccft een lirand gewoed, die een gedeelte van onze sclioonste havens vernield I en schrikkelijke verwoestingen aangerigt heeft. Doer den wind sloegen de I vlammen van het ecne geitouw tot het andere over, zonder ze in hare vaart I te kunnen stuiten. Aan het eind der Leuvehaven, stond de gioote suikerraffinaderij van de I lleeren P. II. Tromp cn Comp. De Directeur, de lieer Eyhenbegat zich i| vroegtijdig naar 's llagemaar naauwelijks was hij vertrokken of er brak in I de beenzwart-branderijbehoorende hij de suikerraffinaderij een brand uit, I die zoo geweldig in omvang toenam dat het geheele kolossale gebouw wel- I dra iri lichte laaijc vlam stond. Niels was in staat den brand te beteugelen, die in den grooten voorraad suiker der raffinaderij een geschikt voedsel vond. Weldra deelden de vlammen zich mede aan het toevallig onbewoonde huis, I loebehoorende aan den lieer P. II. Tromp, die mede afwezig was, cn nu zette de wind plotseling met toenemende kracht op; de vlammen namen eene andere rigting, en ook het pand van den Heer Schuurman, bewoond door den Heer Schntze van Houten, was weldra zoo geweldig aangetast, dat het op zijne beurt het huis van den Heer Boogaard bewoond door den Heer Meinsma alsmede dat van den lieer van Dorpen het kantoor van de Hoe ren Duiken van Dorp cn Comp. begon aan te steken. Intussehen redde men uit het prachtige gebouw van den Heer Rochussen het kabinet van schilderijende prachtigste meubelen en de incest kostbare goederen. Ook dat schoone huis stortte iaéén. Hel huis van den Heer Lamme, bewoond door den Heer Dekker, staande aan de linker zijde van den brand, had eerst nog al geleden, doch werd later door den wind beschermd, zoodat het staande bleef. Aan de regterzijde tot aan de Nicuwsteeg bleef toen niets meer over dan het pand van den Heer Kingrose, gedeeltelijk beschermd door den dikken cn hoogen muur van bet huis van den lieer Rochussen. De brand nam nu toe naar achteren. De suikerraffinaderij, bet pand des Hoeren Boogaard cn dat van den lieer Schuurman verbrandden ook tot aan den grond. Regts van den brand werd het kolossale pakhuis Rusland, met al de kostbare koopwaren, en aan de linkerzijde de pakhuizen van den Heer Ringrose in de aseh gelegd. In de Herderinnenstraat kon een buis aan de overzijde naauwelijks gebluscht worden. Zeer veel leed ook de rij gebouwen in de Nicuwsteeg, maar vooral de panden aan den hoek dier sloeg en de Leuvehaven. Het terrein waar de brand op dat oogenblik het hevigst woedde, was toen meer beperkt, waardoor men eindelijk ten 7 ure den biand meester werd. Bij al de schade verdient echter de ijver van de brandweer, die al wat mogelijk was aanwendde om den brand te blusschen, hoogen lof. Ongeveer 40 brandspuiten waren tegenwoordig, waaronder 2 van Delftshaven en 1 van Hillegersberg. Het aantal der door het vuur vernielde panden bedraagtin zoo verre dit thans hekend is, minstens een 20-tal. De aangerigte schade is nog ni't op te geven. Men heeft geen verlies van menschenlevens vernomen. AMSTERDAM, 13 Mei. Gisteren beeft in de Nieuwe Kerk alhier de plcgtige Inhuldiging van Koning Willem III plaats gehad. Reeds vroegtijdig waren de verschillende tribunes in bet statige, en voor deze gelegenheid met vorstelijke pracht ingerigte tempelgebouw door eene talrijke cn aanzienlijke schare vervuld. Nadat al lengs ook de verschillende autoriteiten verschenen waren en het Coijis Diplo matique de voor hetzelve bestemde plaats hal ingenomen, werden de Leden der Staten-Generaal in de Kerk binnengeleid en hielden onder het voorzit terschap van den Heer L. G. A. Graaf van Limburg Stirum President der Eierste Kamer, eene kortstondige zitting, tot het benoemen cener Commissie, belast om den Koning hij het binnentreden der Kerk te ontvangen en Z. M. daarna uitgeleide te doen. Omstreeks één urn verscheen II. M. de Koningin, met HH. KK. HU. den Prins van Oranje en Prins Maurils der Nederlanden, en vergezeld van 1111. KK. IIM. de Prinsessen, en plaatste zich in de Koninklijke tribune naast den troon. Koit daarna trad Z. M. de Koning, omhangen met den Ko ninklijken mantel, en voorafgegaan door de teekenen der Koninklijke waar digheid, hij het Programma vermeld, met IIM. KK. HH. de Prinsen, en vergezeld van een schitterend gevolg, het g.-bnuvv binnen cn beklom den troon. Aldaar nedergezelcn zijnde, riglte Z. M. zich tot de Staten-Generaal en sprak de volgende rede uit Mijne II eer en! Lr,den der Staten-Generaal! Door Mijne geboorte en de Grondwet, na het afsterven van Mijnen onvergetelijken Vader, tot den Koninklijken Troon der Ne derlanden geroepen, heb Ik onmiddelijk de Regering aanvaard en dit plegtig aan alle Mjne beminde onderdanen bekendgemaakt. Thans is het oogenblik daar, dat Ik, voor het oog van den Almagtige, die het lot van Kortingen en Volken in handen heeft, Mij, onder inroeping van Zijnen Heiligen Naam, aan Mijn edel, trouw en ordelievend Volk zal verhinden. Hoog is de betrekking waarin lk geplaatst ben. Zwaar zijn de pligten die op Mij rusten. Ook den Koningen kleven mensche- lijke zwakheden aanen daarom behoeven zij instellingen en zelfstandige voorlichting, opdat de Kroon een brandpunt blijve dat weldadigen gloed verspreidt. Dit Volk, dat een der eerste is geweest om uit de duisternis, het geweld en de verdrukking der middeleeuwen orde en vrij heid en waarborgen voor het behoud van beide te voorschijn te roepen, heeft ook thans weder, naar de behoefte des tijds, zijne instellingen herzien en bevestigd. Koning en Volk, Oranje en Nederland hebben met kalmte dit gewigtig werk volbragt, en de onberekenbare voorregten van rust en vrede zijn het deel van den dierbaren Nederlandschen grond gebleven. Indien wij het oog slaan op de beroeringendie een groot deel van Europa teislerenop de vernietiging der bronnen van bestaan en welvaart, die zulke treffende lessen geven, laat ons dan Gode dankbaar zijn, die het dierbaar Vaderland heeft be hoed, en sluiten wij ons naauwer en naauwer aaneen, opdat wij Zjnen zegen mogen waardig blijven. Laten wij ons dageljks afvragen, of wij onze pligten als Ne derlanders jegens het Vaderland, lk als Koning, Gij, Mijne llee ren! als Vertegenwoordigers des Volks, allen hebben vervuld, en die Regter, die in ons binnenste is, dien niemand verlooche nen kan, zal ons den weg wijzen tot handhaving der eer, lot bevordering van het belang des Lands. Onze rustige houding in deze bewogene tijden heeft ons niet slechts behoed voor groote rampen zij heeft ook het aanzien des Rijks vermeerderd; want zij heeft de bewondering van alle be- I schaafde volken tot zich getrokken. I lk verbind Mij aan een Volk, grooler in deugden dan in het I bezit van een uitgestrekt grondgebiedkrachtiger door eensge- I zindheid dan door zielental. Het is ecne grootsehe roeping, Ko- I ning van zulk een Volk te zijn nik zweer aan liet Nederlandsche Volk, dat lk de Grond wet van het Rijk steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweerdat lk de onafhankelijkheid en hel grondge bied des Rijks niet al Mijn vermogen zal verdedigen en he-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1