LEYDSCHE VRIJDAG, 4 MEI. RINJNEINLANDSCHE BERIGTEN. l)e Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag avond De Prijs der Courant s f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 3 Mei. Wij vernemen van goeder hand dat de zaak van de ontvreemde bankbil- letlen niet zoo gunstig is gesteld als het Handelsbl. van den 30ste" April, waaruit wij het berigt in onze vorige geplaatst ontleenden, heeft gemeld daar men wel den bezitter heeft opgespoord doelt de billetten zelve nog niet in handen heeft. Den 14llcn zal aan het Ministerie van Binnen]. Zaken worden aanbesteed het optrekken der binnenmuren, en het inrigtcn der afzonderlijke woningen van de reeds gemaakte gebouwen ter huisvesting van het personeel voor de dienst der stoomwerktuigen de Cruquius en de Lijnden. Nadere inlichtin gen zijn onder anderen te bekomen hij den Heer J. A. Beijerinck alhier. De Commissie voor de Tentoonstelling van voortbrengselen van nijver heid voor de provinciën Zuid- cri Noord-Holland, te Delftin do maand Julij aanstaande te houden heeft aan de belanghebbenden herinnerddat naar aanleiding van art. 11 van het programma voor deze tentoonstelling, de genen, welke voorwerpen willen inzenden, gehouden zijn daarvan vóór den 15den Mei 1849 aan de Commissie vrachtvrij berigt te geven, met vermel ding van den aard en de soort der voorwerpen, alsmede van de ruimte, welke deze ten naaste hij zullen innemen. Indien men de loopende gernchten mag geloovenzou de jaarlijksche toelage van ƒ1,800, welke Dr. Wap, gewezen redacteur van den Noord- Bral anderen de ƒ1,000, welke de Componist Verhulst van wijlen Z. M. Willem II genotendezer dagen zijn ingetrokken. Men verwacht nog meer bezuinigingen van dien aard. [Toekomst.) Uit eene goede hron vernemen wij, dat de Koning het voornemen heeft om, op het voorbeeld van wijlen zijn Grootvader, publieke audientiën te geven. Dit zou zeker zijne populariteit sterk vermeerderenwant men beeft liet altijd bejammerd dat Willem II zoo weinig toegankelijk was voor zijne onderdanen. Zondagsbl De Staats-Courant bevat eene oproeping van den Thesaurier van wijlen Z. M. Koning Willem II, den Heer D. Ragay, aan degenen die iets verschul digd zijn aan of te vorderen hebben van de nalatenschap van Z. M., om betaling of opgave bij hem te doen vóór 15 Junij. Uit Breda verneemt men, dat de Generaal Baron Chassó in cencn be- denkelijken toestand verkeert, zoodat men voor zijn leven vreest. Hij lijdt aan verzwakking wegens hoogen ouderdom; hij is 84 jaren oud. Op den Rhijnspoorwcg zijn in April vervoerd 28.957 reizigers en is ontvangen 32,484. De ontvangst sedert Jannarij is ƒ150,279. 's GR A VEN H AGE, 3 Mei. Z. M. heeft benoemd tot zijne buitengewone Kamerheerenden Kapitein F. F. J. H. Baron van Hceekeren; zijne Adjudanten, de Bidmeeslers Jhr, C. H. F. van Capellen en J. M. Graaf van Lijnden, den Kapitein T. G. T. V. Baron Constant Rebecque en Jhr. Mr. W. F. van Doorn van Nieuwerve; den gepensioneerden Majoor van Alderwerclt Hauluyn, en den Majoor J. M. Graaf van der Goltz. Z. M. heeft benoemd tot Dame van het paleis te AmsterdamMevr Deutz Willinktot Commandeur van de Orde der Eikenkroon den Heer Pineman (de vader) te Amsterdam, en tot Ridders dier Orde, de Heer J. C. Valois, Miniatuur-Schilder alhierH. Harden berg, Kapitein Kwartiermeester, Schönstedtlstc Luitenant-Adjudant, beiden van het Regement Grenadiers en Jagers, en Jhr. van Goedecker, 2de Luitenant van de Rijdende Artillerie, Adjudant van Z. M. den Koning. Z. M. heeft benoemd tot Lid der Commissie van Landbouw in Zuid Holland Jhr. Mr. D. R. Gevers Deynool, in plaats van wijlen Jhr. J. Quarles van Ufford. Bij Koninklijk besluit van 30 April jl.is, met uitbreiding van het besluit van 23 November 1848, hepaald, dat de OfficierenOnderofficieren, eorporaals en manschappen der ruiterij, die tot 1 Mei jl. als hulp-maré- chaussóe in dienst zouden treden, als zoodanig dienst zullen blijven doen tot den eersten Junij aanstaande. Heden morgen ten G ure stond het regiment Grenadiers en Jagers op bet Alexanders-veld in slagorde. Eenige oogenhlikken daarna verscheen Z. M. de Koning, vergezeld van twee adjudanten, op hel veld. De troepen hebben alstoen verschillende manoeuvres voor Z. M. uitgevoerd, welke exercitiën tot ruim 9 ure hebben geduurd. - In deze residentie is aangekomen, en in het liötel de Bellevue afgestapt, de Graaf Francesco Verasis di Castigliolo en de Ridder Clement Verasis di Castigliolo, komende van Turin. De Minister van Marine zal den 4(Icn dezer geen gehoor verleenen. In de zitting der Tweede Kamer van gisteren is ingekomen een ontwerp van wet en memorie van toelichting, tot regeling van eenige uitgaven uit de fondsen welke voor verstrekkingen uit 's Rijks magazijnen bij de depar tementen van Marine en Oorlog worden ontvangen. Drukken en ronddeelen, en verzending aan de afdeelingen. Is ingekomen een verzoekschrift van Jhr. Mr. H. J. van der Heim, Advo- kaat bij den Hoogen Raad der Nederlanden, daarbij verzoekende, otn bij de verkiezing van cenen Com mies-Griffier der Kamer in aanmerking te komen. Door de Heeren Noman en Zoon is ingezonden een exemplaar van liet Staats blad voor de Ned.-Indiè'jaargang 1348. Dit boekwerk zal in de Biblio theek der Kamer worden geplaatst. Aan de orde zijn de algemeene beraadslagingen over het wetsontwerp strek kende tot het verleenen van dispensatie van art. 11 der wet van den lGlIci1 November 1814, tot het vergroolen van een gebouw te Ooltgensplaat. De Heeren Anemaet, van Hasselt, Wynaends, Storm, Schoonveld, de Lom de Berg en Boxman voeren deswegens achtereenvolgens het woord. Z. Exc. de Minister van Oorlog beantwooidt de gemaakte bedenkingen. Hierna wordt het ontwerp van wet, uit een eenig artikel bestaande, aan- genomen met 52 tegen 3 stemmen. Tegen hebben gestemd de Heeren Storm, de Lom de Berg en Verwey-Mejan. Het zal aan de Eerste Kamer worden verzonden, en luidt aldus: Eenig artikel. Aan den eigenaar van het huis, kadastraal bekend: ge meente Ooltgensplaat, sectie A, n°. 843 en 844, wordt verleend dispensatie van artikel 11 der wet van den 16l,cn November 1814, n°. 55 Staatsblad n°. 106), en vergund dat huis te vergrooten. In de Zitting van heden is door den Voorzitter kennis gegeven, dat de Commissie, belast met de herziening voor de instructie van den Griffier en den Commies-Griffier, met haren arbeid gereed is, en haar verslag ter tafel gebragt. Drukken ronddeelen en verzenden naar de afdeelingen. Ook wordt kennis gegeven dat in de afdeelingen tot rapporteurs benoemd zijn voor het ontwerp van wet, betreffende het regt van enquête, de Heeren: de Man, BorretHeemskerk, Dullert en van Rosenthal. Aan de orde van den dag zijn de beraadslagingen over het ontwerp van wettot regeling van het fonds van koopprijzen van domeinen. Nu vraagt de lieer van Dam van Isselt het woord. Hij zegt nagenoeg woordelijk Mijne Heeren! Ik heb voor eenige oogenblikken het woord gevraagd, niet om te spreken over de wet welke thans in beraadslaging is, maar om, bij deze gelegenheid, aanleiding te vinden een enkel woord te rigtcn tot deze vergadering. Voor mij is dit een ernstig en plegtig oogenblikomdat het de laatste maal'zal zijn dat ik tot u het woord zal voeren. (Spieker wordt hier in zijne rede afgebroken door overstelping van gevoel. Hij is zoo sterk aangedaan dat hij beuitelings het woord opvat om het even daarna weder af te breken. Eindelijk zich vermannende vervolgt hij) Zoo als ik zeide, het zal heden dc laatste maal zijn dat ik tot deze ver gadering spreek. Ik verzoek dan ook den Heer Voorzitter, dat hij mij niet tot de orde onzer beraadslagingen terug roepe. Ilet is nu ongeveer 20 jaren geleden, dat ik voor het eerst zitting in deze Kamer nam. Ik kan met gerustheid terugzien op mijne afgelegde baan als Volksvertegenwoordiger. Ik draag het bewustzijn in mij omdat ik steeds met alle inijne krachten ge tracht heb het welzijn van het volk, dat inij zoo dierbaar is, en van het Stamhuis van Oranje, waaraan ik steeds met trouw verbonden was, te bevorderen, ik heb steeds mijne beste pogingen aangewend om aan dc Natie die regten en vrijheden te bezorgen waarop zij billijke aanspraak hadik heb met vele van mijne geachte ambtgenoolcn steeds geijverd om te geraken tot die herziening der Grondwetwelke strekken moest om der Natie die regten en vrijheden te verzekeren. Dat is gelukt, en wij verheugen ons thans in eene gewijzigde Grondwet, die, mijns erachtcns niets meer vordert

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1