Uit liet algemeen verslag van de commissie van rapporteurs, betreffende
de voordragt wegens de te verlccnen schadevergoeding en wachtgelden aan
buiten betrekking gerakende ambtenaren, geteekend door den lleercn Smit,
v. d. Linden, Dirks, v. Hall en Verwey Mejan, blijkt, dat de Regering
heeft toegegeven aan het verlangenoin van de schadevergoeding aan de
voor hun leven benoemde ambtenaren in deze verordening geene melding te
maken. Vrij algemeen wa3 men van gevoelen, dat de helft van de bezoldi
ging als maximum en geenszins als minimum behoorde te worden gesteld;
sommige leden verlangdendat het toekennen van wachtgelden en de duur
daarvan aan bij de wet zelve bepaalde voorwaarden zouden worden verhonden;
terwijl enkele leden het brginsel van het verleenen van wachtgeld hebben be
streden, en de voorkeur zouden geven aan het uitkoopen van de buiten be
trekking gerakende ambtenaren, of aan het verleenen van eenigen onderstand
aan dezelve, gedurende een korten tijdten einde hen daardoor aan te sporen.
Bij de beantwoording der bedenkingen door den tijdelijk voorzittenden Mi
nister, den Heer Donker Curtius, heeft de Regering opgegeven hetgeen zij
reeds had gedaan, ter uitvoering barer ontwerpen, zoodanig als die in het
verslag van den Raad der Ministers van 13 November zijn geschetst, en van
hetgeen zij nog voornemens is te doen hij het goedkeuren van hel onrlerwer-
pelijke voorstel. Zij heelt het tevens niet ongepast geachthet denkbeeld te
bestrijden't welk meermalen is geopperd alsof de huishouding van dezen
Staat zoo veel kostbarcr was dan elders, en heeft bijzonder België tot punt
va» vergelijking aangenomen. Zij heeft in de eerste plaats doen opmerken,
dat de uitgaven in België in het algemeen minder bedragen, dan die in Ne-
d'rland, ter zake van het minder beloop der renten van de openbare schuld,
doch dat, na aftrek daarvan de Belgische begrooting bedraagt 39 millioenen,
en de Nederlandschc daarentegen niet meer dan 35 millioenen guldens. Om
echter nog een juister punt van vergelijking te vinden, zoude men van deze
som nog moeten altrekken de pensioenen, welke in België 1,111,730in
Nederland ƒ3,332,062 beloopcn waardoor de begrooting in België zoude be
dragen ƒ38,000,000 en in Nederland ƒ31,500,000. Ten einde echter dever-
gelijking zoo juist mogelijk te maken, zoude men van de Belgische begrooting
moeten aftrekken de kosten der ijzerbanen, die in Nederland niet ten laste
van den Staat komenen van de Nedcrlandsche begrooting de kosten der zee-
magt, welke in België slechts een half millioen bedragen, en dan erlangt
men voor de kosten van het beheer van den Staat in België 35 millioenen
guldens, en in Nederland 26; weshalve die kosten, in verhouding tot de
bevolking, tamelijk gelijk staan, behalve dat men in Nederland nog in veel
grootere uitgaven voor waterkceringen moet voorzien dan in België.
Tot ecnige bijzonderheden overgaande betoogt de Regering dat de kosten
van de heffing der hoofdmiddelen, als directe en indirecte belastingen, inko
mende regten en accijnscn in België 11 ten honderd, in Nederland 7j ten
honderd bedragendat bij de directie belastingeninkomende regten en
accijnsen in België 5105 ambtenaren zijn geplaatst, genietende ƒ1,985,900,
in Nederland 2711 ambtenaren, genietende/T,098,975.
Voorts heeft de Regering het bedrag der besparingen opgegeven, welke alsnu
reeds bij de onderscheidene minisleriën verkregen zijn. Deze beloopen ƒ786,900;
waarvan alleen bij hel Ministerie van Oorlog 600,000. Zij meent, bij de
vermelding daarvan te hebben aangetoonddat zij daarbij geenszins in het
blinde rondtast, maar stelselmatig te werk gaat. Zij verzekert verder, dat
de wet op de burgerlijke pensioenen thans een onderwerp van beraadslaging
uitmaakt, en dat zij zich vleit, nog in deze zitting cene voordragt deswegens
te zullen kunnen indienen.
De Regering verklaart zich tegen dc meening dergenendie het lot der
ambtenaren geheel in 'tonzekere willen laten, en hen blootstellen aan eene
algcheclc weigering van ondersteuning. Zij meent, dat dit voor meer bejaar
den van welke bijdragen zijn gevorderd voor een eventueel pensioen niet te
regtvaardigen zoude zijn. Zij draagt voor, om aan ambtenaren, die buiten
betrekking geraken gedurende 1849 en 1850, en den ouderdom van 40 jaren
hebben bereikt, een wachtgeld te verleenen van ten minste de helft van hun
tracteraentaan hendie den ouderdom van 40 jaren nog niet hebben
bereikt, gedurende 5 jaren, een wachtgeld van twee derden van hunne be
zoldiging; dat geen wachtgeld meer dan 3,000 zal mogen bedragen;
dat een op wachtgeld gestelde ambtenaar, die weigeren mogt cene hem aan
gebodene betrekking te aanvaarden, zijne aanspraak op wachtgeld verliest,
en dat deze bepalingen in geen geval aanleiding zullen kunnen geven tot cene
verhooging der Staatsbcgrooting.
Het algemeen verslag betreffende de reis- en verblijfkosten van dc leden
der Eerste en de reiskosten van de leden der Tweede Kamer, is geteekend
door de Heeren Smit v. d. Linden, Dirks, v. Hall en Vcrwey-Mejan. De Mi
nister van Bosse heeft aangemerkt, dat sommige leden ten onregte bij deze
gelegenheid de voordragt hebben verlangd van een geheel nieuw tariel van
reis- en verblijfkosten voor alle ambtenaren. Dc Regering meentdat der
gelijk tarief door den Koning moet worden vastgesteld en niet tot de werk
zaamheden der Kamers behoort; maar verklaart tevens, dat deze kosten, die
reeds in 1840 tot op de helft zijn verminderd nog cene aanzienlijke ver
mindering zullen kunnen en moeten ondergaan. Zij draagt de reiskosten
voor tegen ƒ1.50 voor elk uur afstands, zoo wel voor elke heenreis, als voor
elke terugreis. Zij wil niet tegenspreken dat daardoor in vele gevallen de
te docne uitschotten overtroffen kunnen worden; maar in den winter, en
voor de leden, welke uit Groningen, Vriesland en Zeeland moeten komen,
kan dit anders zijn. Aan de leden der Tweede Kamer wordt deze vergoeding
gedurende elke zitting slechts eenmaal voor de heen- en voor de terugreis toe
gelegd; aan de leden der Eerste Kamer zoo dikwerf deze tot het houden>
barer bijeenkomsten wordt opgeroepen. De verblijfkosten voor de leden der
Eerste Kamer, ƒ8 voor eiken dag, worden verleend van den dag der bijeen-
rocping der vergadering, tot dien, op welken zij tot nadere bijeenroeping uit
eengaat, of tot den dag der sluiting van de zitting; doch geenszins aan
de leden, welke met ter woon in dc stad gevestigd zijn, alwaar de Stalcn-
Gencraal vergaderen.
Uit het algemeen verslag, betreffende de regeling van het fonds der
koopprijzen van domeinen, opgemaakt door de Commissie van Rapporteurs,
bestaande uit de lleercn Heemskerk, Poortman, Fokker, v. Hall en Storm,
blijkt, dat men in de afdeclingen met leedwezen heeft gezien, dat een kapi
taal ter vermindering en delging van schuld bestemdis aangewend om te
voorzien in buitengewone behoeften. Men heeft verlangd te vernemen, welk
het oogmerk der Regering was met de aanwending der verdere baten van dit
fonds, en den wensch te kennen gegeven, dat deze baten mogten strekken
tot aflossing van schuld.
Van regeringswege is door den Minister van Bosse daarop geantwoord, dat
toen de toestand van de zilver-circulatie dringend verbetering behoefde, de
baten van het domein-fonds bij de wet daartoe zijn aangewezen; dat dan
eerst eene verdere bestemming aan deze baten zal kunnen worden gegeven,
wanneer het werk der nermunting, waarvan het einde met rassche schreden
nadert, zal zijn algeloopen dat de Regering instemt met het gevoelen,
dat deze baten tot delging van schuld moeten gebezigd wordenen inmiddels
doorgaans met goed gevolg voortgaat met den verkoop der domeinen.
Uit een overgelegden staat is gebleken, dat tot en inet den 31stcn December
des jaars 1818 een nominaal bedrag van ƒ82,980,178 aan oude zilveren geld
speciën is vernietigd. De Regering heeft op nieuw verzekerddat door
minder monfverlies dan waarop was gerekendde aanzienlijke som van
ƒ1,131,196 in uitgave is bepaard.
26 April.
In de zitting van heden zijn de beraadslagingen over het Reglement van
Orde voortgezet. Allereerst zijn, na cenige kleine wijzigingen van redactie de
artikelen 63 tot en met 77 aangenomen. Vervolgens zijn in beraadslaging
gekomen de art. 78 cn 79 van het bestaande reglement en zulks ter vervan
ging van het op gisteren afgewezen stelsel van zelfstandige rapporteurs.
Over beide artikelen is langdurig beraadslaagd cn beiden zijn geamendeerd
aangenomen. Morgen voortzetting der beraadslagingen.
In deze residentie is aangekomen en in het hötel de Bellevue afgestapt,
de Divisie-Generaal Baron Achard, vergezeld van twee attachés, belast met
het overhandigen van brieven van rouwbeklag en gelukwensching van den
President der Franschc Republiek aan Z. M. Koning Willem III. Hij is lieden
middag bij Z. M. den Koning ontvangen cn werd met dc gewone plegtigbeid
naar 's Konings paleis geleid. Heden middag zal de Generaal ten hove dineren.
AMSTERDAM, 24 April.
Naar wij vernemen zullen HH. MM. ter gelegenheid der aanstaande Inhul
diging alhier, vergezeld worden door de volgende leden van het Vorstelijk
Huis: hnnnen Zoon, den 8-jarigen Prins van Oranje; 'sKonings broeder en
zuster, Prins Hendrik en Prinses Sophia, Erfgrootherlogin van Saksen-Weimar-
Eisenaehbenevens Prins en Prinses Frederik der Nederlanden en hunne
dochter Prinses Louisa.
Op het voorbeeld van hetgeen in andere provinciën reeds vóór een jaar
heeft plaats gehad, heeft zich onlangs nu ook, na vroegere vergeefscbe po
ging, in deze hoofdstad, voor de provincie Noord-Holland, cene Predikanten-
Vereeniging gevormd. De leden dezer verceniging behooren tot al de onder
scheidene Protestanlsche kei-kgenootschappcn in de provinciën. Hare eerste
gewone bijeenkomst is bepaald op den 3Jen Mei aanstaande, in het kerkge
bouw der Doopsgezinden. Uit de deswege den leden toegezonden circulaire,
die ons welwillend werd medegedeeld, ontleenen wij de volgende viet pun
ten welke bij de vergadering ter sprake zullen komen
1°. In welken zin mag aan dc Protestantsche kerk cene wezentlijke één
heid toegekend worden waardoor zij als eene afdeeling der algemecne Chris
telijke kerk, een welverbonden geheel uitmaakt? Wat is vroeger beproefd,
cn zou nog kunnen beproefd worden, om die éénheid der Protestantsche kerk
meer algemeen cn voor allen openbaar te doen zijn? In hoeverre is meerdere
uitwendige éénheid mogelijk, wcnschelijknoodzakelijk? En welke middelen
zijn incest doelmatig te achtenom haar voor te bereiden
2°. Wat kan er gedaan worden ter bevordering van dc godsdienstige inze
gening des huwelijks?
3°. Is er behoefte aan eene meer pleglige viering van den Goeden Vrijdag
en wat zou daartoe zijn aan te raden
4". Welke doeltreffende wijzigingen zouden er in de openbare eeredienst
der Protestanten zijn aan te brengen AmstCour.)
Door sommige bladen is medegedeeld dat het Limburgsche contingent,
daartoe opgeroepenzich naar Slceswijk-Holstein op marsch had begevenwij
vernemen dit ten volste te mogen tegensprekenzoo wij vernemen was de
oproeping wel is waar gebeurd maar van wege onze Regering zijn bezwaren
daartpgen in het midden gebragt, ten gevolge waarvan het contingent niet
is vertrokketien alzoo de Regering alle aanleiding tot misverstand met
Denemarken wenscht te vermijden, zon zij ook niet voornemens zijn dit
contingent ter dispositie van den Duitsclien Bond te stellen. (A. C.)
Het aanbrcnggeld voor landverhuizers, hetgeen thans per kop wordt
uitbetaald, is voor den weg over Londen naar Amerika ƒ3, over Havre
1 cn direct 2.