De Voorzitter der Kamer doet een afschrift van het besluit aan den Minister van Justitie toekomen, die hunne dagvaarding beveelt. Art. 6—12 handelt over de vereisclvten en verpligtingen van dergelijke ge tuigen en deskundigen, en het 13dc artikel bepaalt dat de Commissie van on derzoek proces-verbaal houdt van de verhooren, en dit ter Griffie van de Tweede Kamer overbrengt, welk stuk alleen op haren last wordt openbaar gemaakt. Art. 14 en 15 bevatten eenige ondergeschikte bepalingen. Nog is ingekomen een Koninklijk besluit betrekkelijk de plegtige inhuldi ging van Z. M. op Zaturdag den 12<!en Mei. Wijders is ingekomen eene missive van den Minister van Binnenlandschc Zaken, waarbij wordt ingezonden de rekening van ontvangsten en uitgaven van het bijzonder fonds van de Maatschappij van Weldadigheid over 1847, met daarbij behoorende toelichtingen welke stukken gelijkelijk zijn ingezon den. Drukken en ronddcelen en gesteld in handen eerier commissie van vijf leden, ten line van rapport, bestaande uit de lleereride Moncbv, Hengst, Slicher, Ter Bruggen Ilugenholtz en Zijlker. Onderscheidene ingekomen verzoekschriften sedert de laatste zitting der Ka mer worden naar de daartoe bestemde commissie verzonden en eenige aan de Kamer aangeboden boekwerken in de boekerij geplaatst. De beraadslagingen over het ontwerp van het reglement van orde worden na eenige beraadslaging bepaald op aanstaanden Donderdag morgen. De Heer van Naamcn heeft verslag gedaan namens de commissie, in wier handen gesteld zijn eenige ter Algemeene Rekenkamer opgenomen en gesloten rekeningen van ontvang en uitgaaf; wordt besloten, het verslag te doen drukken en voor kennisgeving aan te nemen. Daarna wordt de zitting opgeheven. 19 April. Z. M. heeft aan den Colonel der Lanciers te Breda, J. Habets, ccne fraai bewerkte Ecre-sabel geschonken. De Afgevaardigden van het Hertogdom Luxemburgdie gisteren bij Z. M. zijn ontvangen, moeien ter dier gelegenheid van den Groothertog den gevorderden eed afgenomen hebben. Sommige dier ileeren zijn reeds ver- trokken; de overige zullen heden nacht vertrekken. Heden morgen ten 10 ure is de Luitenant-Generaal Groeben die van wege Z. M. den Koning van Pruissen betuiging van rouwbeklag en gelukwen- sching aan Z. M. den Koning had over te brengen, bij Z. M. met de gewone plegtigheid ontvangen. In deze residentie is aangekomen en in het hotel de l'Enrope afgestapt de Heer Gouverneur der provincie Drenthe, de Vos van Steenwijk en de Graaf de Sombaril de Lyval, gedeputeerde te Parijs, komende van daar. In liet hotel het Heeren-Logement zijn aangekomen de Heeren Paspoort van Grijpskerke, Burgemeester van Middelburg en Jhr. P. D. van Citters, lid van de Gedep. Staten van Zeeland, om zich hij Z. M. op audiëntie te begeven op Zaturdag aanstaande, wanneer er aan verschillende com missiën gehoor zal worden verleend. In het liötel de Marechal de 'I'urenne is afgestapt de Heer Felix Ver- deyen, Kabiriets-Sccretaris van den Minister van Buitcnl. Zaken, belast met cene diplomatique zendingkomende van Brussel. ROTTERDAM, 16 April. Verschillende commanderende Officieren der dienstdoende schutterijen, wien de eer vergund werd liet lijk van hunnen geliefden Koning en Chef tot de laatste rustplaats te volgen, hebben hun verlangen kenbaar gemaakt, om ook getuigen te kunnen zijn der inhuldiging van orizen nieuwen Koning Willem lil, aan wien zij zich ook reeds door een hernieuwden eed verbon den hebben. (IV. R. C.) Men zal zich herinneren hoe, eenigen tijd geleden, door sommige dag bladen als stellig werd berigt dat II. K. H. Mevr. de Prinses Albert van Pruissen Voorburg zou verlaten en zich naar Italië hegeien enz., terwijl wij (daartoe nil zekere bronnen in staat gesteld) de verzekering mededeelden dat dit alles slechts een uit de lucht gegrepen verzinsel was; iriaar thans, nu H. K. II. zich reeds sedert de vorige week naar Engeland heeft begeven moet liet verwondering baren nog geen enkel woord daarvan in de dagbladen gelezen te hebben. Wij kunnen er nogtans bijvoegen, dat het verblijf aldaar slechts zeer kortstondig zal zijn. RottCour.) In den avond van den 16,len brak te Oosterdam, onder Hendrik-Ido-Ain- bacht, een hevige brand uit. Gcene middelen baatten ora het woedende ele ment te keer te gaan; de vlammen verspreidden zich van het eene huis naar het andere en niettegenstaande al hetgeen er tegen werd aangewendstonden weldra 6 iiuizen in lichte laaije vlam. Het was toen een even droevend als vreeselijk schouwspel. De 6 gebouwen werden door het vuur vernield en nog meer schade door vonken en vlammen aangerigt, en eerst daarna gelukte liet den verderen voortgang van den brand te stuiten. (/V. R. C.) AMSTERDAM, 18 April. Zoo wij vernemen, zal het Hof bij gelegenheid der huldiging van Z. M., slechts drie dagen in deze hoofdstad verblijven en schijnt het dat er uit hoofde van den rouw, geene schouwburg-festiviteiten of dergelijke zullen plaats heb ben; doch de rouw zal voor den dag der inhuldiging zeiven worden geschorst; immers dit schijnt men hieruit te mogen afleiden, dat het toilet voorde Hofdames bestaan zal nit een wit kleedje, met den hofmantel en juweelen in liet kapsel. AmstCour.) Wij waren gisteren niet juist geïnformeerd, toen wij zeiden, dat Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden alhier verwacht werd tot liet bij wonen eener aan de nagedachtenis van Koning Willem II door de vrijmet selarij, in het Odéon te wijden plegtigheid; wij vernemen tevens, dat de plegtigheid niet van wege de groote loge, maar van wege de vijf zich daartoe vereenigd hebbende loges plaats zal hebben. {Amst. Cour.) STEENWIJK, 15 April. De 76-jarige Ds. Jcntink, Leeraar bij de Hervormde Gemeente te Sleenwij- kerwold, heeft Zondag 11., zijne vijftigjarige Evangeliedienst gevierd. Door een val, sints geruimeri tijd, verhinderd het predikwerk waar te nemen, begaf hij zich op krukken tempelwaarls; gevolgd door een zestal zonen, allen door hem zeiven voor de tloogeschool opgeleid en waarvan er vijf op onder scheidene plaatsen, de heilige bediening waarnemen. Met behulp van een zijner vrienden, op den kansel gekomen, predikte hij op eene treffende wijze, naar aanleiding van Ps. LXXI 79. Zijn oudste zoon Ds. M. A. Jcntink, Pred. te Harlingen, hield ten slotte eene hartelijke toespraak. GRONINGEN, 17 April. Door het Provinciaal Geregtshof alhier is opgemaakt de volgende aanbe velingslijst van Candidaten, ter vervulling van de, door het overlijden van den lieer Mr. H. O. Feith opengevallen plaats van Raadsheer in dat Hof Mr, J. Woldringh, Regter in de Arrondissemeuts-Rcgtbank Jhr, Mr. M. A. de Savornin Lobman, Griffier dier RegtbankMr. C. C. Geertsema, Kanton- Ilegtcr; Mr. J. E. Paehlig, Advocaat; Mr. L. Bolhenius Lobman, Procureur, allen alhier, en Mr. J. Gockinga, Kanton-Begier te Zuidbroek. Donderdag avond den 12Jen dezer is op de Leek weder verschenen een zekere Brink, in de wandeling genaamd Boeit' Biesjager, die vóór 35 jaren van daar in Fransche militaire dienst vertrokken is, zonder dat zijne vrouw, die voor 4 a 5 jaren overleden is, zijne achtcrgelatene kinderen, nooh iemand anders eenig narigt van hem heeft gehad. Gedurende zijne afwezigheid moet hij verschillende Rijken van Duilschland, als ook Oostenrijk, Rusland, Zwit serland, Italië, Frankrijk enz. bezocht, en de laatste jaren in Parijs gewoond lubben, waar hij een koffijhuis had, dat hij den jongstcn opstand afgebrand moet zijn. Opmerkelijk is het, dat deze persoon, die reeds ver over de 60 jaren oud is, er zoo wèl uitziet en weinig van zijne houding, sedert zijn vertrek van de Leek verloren heeft. BU1TEJNLAJNUSCHE BERJtiTEJN. IS EL«I E. Z. M. de Koning heeft Z. M. den Koning der Nederlanden benoemd tot Commandeur van de Leopolds-Orde. Het volgende aan het dagblad le Hainnut ontleende artikel wordt uit Gilly geschreven Eenigen lijd geleden heeft een der mijnwerkers in onze gemeente zijne doch ter uitgehuwelijkt en haar bij acte voor den Notaris Vaudame van Charleroi een huwelijks goed van fr. 20,000 toegekend en comptarit uitgekeerd. Een ieder verwonderde zich over dez.e mildheid, maar de verbazing werd nog groo- ter, toen men vernam, dat deze arheider, aan wien toch gecne erfenis was te beurt gevallen, eene aanzienlijke soin bij de Heeren Gebroeders Biclion ge plaatst bad en voornemens was de labrick van de naamlooze maatschappij van Convin over le nemen. Men verdiepte zich in allerlei gissingen. De arbei ders met welken hij werkte, maakten vele aanmerkingen omtrent dit plotse ling fortuin. Men volgde hem, men bespiedde zijne gangen; hij werkte steeds in de mijnen der Ardinoiser en zonderde zich, onder voorwendsel van eene pijp in een hoek te gaan rookenvan zijne medearbeiders af. Nu eenige dagen geleden betrapten zijne bespieders hem, dat hij met zijnen hamer een brok van de rots afsloeg en in zijnen boezem verstopte. Men volgde dit zijn voorbeeld en den volgenden dag kwamen onderscheiden arbeiders terug met brokken erts, uit welke een chimist 20 p. c. goud, 15 p. c. zil ver en lip. c. platina heeft uitgehaald. Er worden thans nadere onderzoe ken in het werk gesteld naar den kant waar deze vondst, die geheel Charleroi in opschudding brengt, gedaan is, FRAKlI&yK. PARIJS, 17 April. Gisteren is in de Nationale Vergadering een wetsontwerp ingediend tot het vcrlcenen van een crediet van 1,200,000 fr. voor het onderhoud op den voet vau oorlog gedurende drie maanden van het zoogenaamde expeditie-leger van de Middellandsche zee, met bepaling dat die gelden uit de middelen voor de dienst van 1849 gevonden zullen worden. De voorzittende Minister, de lieer Odilon-Barrot, heeft bij de indiening van dat ontwerp hoofdzakelijk het vol gende gezegd: Bij de laatste gebeurtenissen in Italiëheeft de vergadering gevoeld dat Frankrijk in de noodzakelijkheid zou kunnen komen, om tijdelijk eeri deel van dat grondgebied te bezetten. Van u is het denkbeeld om de regering daartoe te magtigen. »Eene crisis in den Romeinschen Staat schijnt onvermijdelijk. Frankrijk kan daarbij niet onverschillig blijven. Het zou ons onmogelijk zijn om in bijzonderheden le tredenzonder de bereiking van het doel dat wij bcoogen in gevaar te brengen; onder zoodanige omstandigheden moet altijd iets aan den loop der gebeurtenissen overgelaten wojden maar hetgeen wij u reeds heden kunnen verzekeren, is dit, dat uit onze tasschenkomst krachtige waar borgen zullen voortspruiten, zoowel voor de belangen van ons land als voor de zaak der ware vrijheid. »De Regering acht het noodig om den aard en de strekking van het be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2