LEYDSGHE i COURANT. 1849. VRIJDAG, 20 APRIL. N\ 48. V''2 W$i V ris\enla.nrsche berigtein. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zaturdag avond. I 'uvr De Prijs der Courant is f 12 in Act jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 19 April. Dc Paas heeft dezer dagen aan de Vicarissen en Aartspriesters in Nederland een eigenhandigen brief doen toekomen, op hel adres door deze kerkvoogden ook namens hunne onderhoorigen in Januarij gezonden, in welken brief Z. 11. zich met weemoed beklaagt over de aanrandingen door de godsdienstschenners gepleegd; doch zijn vertrouwen stelt op onzen Heer Christus, en de geestelijk heid vermaant Hem om uitredding te bidden, die Zijne Kerk niet begeven zal; haar de zorg voor de haar toevertrouwde zielen op het harte drukt, zijnen dank betuigt en zijnen zegen geeft. Door het Prov. Geregtsliof in Zuid-Holland is bekend gemaakt, dat zij, die genegen inogten zijn, zich het examen voor het notariaat te doen afnemen zich tot dat einde kunnen aanmelden aan eene Commissie uit het Hof, welke zamengesteld is uit de Radende Heeren Elout en dc Bordesen die hare zitting houden zal den 24slen Mei 1849, in een der localen van gemeld Geregtshof. Het Luxemburgsche dagblad Echo verzekert, dat het aandeel krijgsvolk dat Luxemburg aan het Duilsche Staten-verbond moet leverenorde heeft bekomenom naar de Deensche grenzen te trekken. De beroemde vette koe, oud 5 jaren en 11 dagen, te Obergum in Groningerland, heeft op den 7den dezer levend gewogen 1956 halve Ned. pon den, is den 9dcn dito geslagt en heeft gewogen aan vlecsch 1164 en aan smeer 195, te zamen 1359 halve Ned. 'ffi. Den 8sten dezer gemeten door J. D. Kammenga, Veeschatter te Groningen, heeft deze gezegd, dat de koe, naar zijne berekening zou kunnen wegen aan vleesch en vet 1382 halve Ned. ffi; vele menschen verwonderen er zich over, dat het door de meetkunst zoo naauwkeurig kan berekend worden. De Landhuishoudkundige Courant berigt, dat een Landbouwer te Tieldie de longziekte op zijn stal hadaan een os en eenige pinken door de ziekte aangetast, Haarlemmer olie ingaf; hij behield hierdoor zijn vee en merkte opdal het veel gezonder en welgedaner was dan te voren. De wijze, waarop dat middel werd toegediend, was deze: men geeft een seharigcr of jongen os om de 2 dagen 1 fleschje Haarlemmer olie van 21 j cents, eene pink een 4 fl. en een kalf een 4 fl-j en boude dat 10 dagen vol. Niemand meenc nu echter, zegt de inzender van dit berigt, dat hierdoor het onfeilbare middel tegen de longziekte is gevonden; maar zeker is het, dat de Haarlemmer olie als voorbehoedmiddel in bovengenoemd gevalde heil zaamste uitwerking heeft gehad. 'S GRAVENHAGE18 April. Z. M. heeft benoemd lot Commandeur der Orde van den Nederl. Leenw den Pruissischcn Luitenant-Generaal Groeben, en tot Ridders dier Orde de Heeren Franciscus Kommer, Koninklijk Pruissisch Muziek-Directeur en Lid der Kuninkl. Academie van Kunsten en Wetenschappen te Berlijn, A. Greve, Ingenieur van den Waterstaat in Zuid-ÏIolland, en Jhr. A. van der Goes, Referendaris bij den Raad van State en Majoor der Schutterij alhier. Tot Ridder-Grootkruis der Orde van de Eikenkroon, den Heer Dumon- Dumortier, belast geweest met de overbrenging namens den Koning der Bel gen aan Z. M. Koning Willem 111 van de betuigingen van rouwbeklag en gelukwensching en tot Commandeur met de Ster dier Ordeden Heer A. van Iioboken van Rhoon en Pendrecht en Cortgenc, Commandeur der Orde van den Nederl. Leeuw. Bij Zr. Ms. besluit van den 14dcD dezer is benoemd tot Notaris te Noord-Waddinxveen A. N. Molenaar, Candidaat-Notaris te Soelermeer. Heden morgen ten elf ure is de bezending uit de Kamer van het Groot hertogdom Luxemburg belast met het aanbieden van een adres van rouw beklag en gelukwensching aan den Koning Groothertog, bij Z. M. ten gehoore ontvangen. Alhier is aangekomen Graaf Groeben, Luitenant-Generaal en Aide de Camp, met gevolg, om namens Z. M. den Koning van Pruissen, brieven van rouwbeklag en gelukwensching aan den Koning over te brengen. Ook is aangekomen de Marquis de Frazegnies, komende van Brussel. Heden middag ten half drie ure heeft de commissie der Kamer van het Groothertogdom Luxemburg hare opwachting gemaakt bij Z. K. 11. Prins Frederik der Nederlanden. Gisteren is de onlzegeling en inventarisatie van den boedel van Wijlen Z. M. aangevangen. Naar men verneemt hebben de Erfgenamen gebruik ge maakt van het regt, dat art. 1070 Burgerlijk Wetboek verleent, om zich over de aanvaarding te beraden, waartoe art. 1071 eenen tijd van 4 maanden vergunt, waarvan de verklaring volgens de wet bij de Arrondissements- Regthank alhier is afgelegd en ingeschreven. Men verneemt dat aan de commissie, vroeger benoemd, om de afdoe ning der zaken, tot den boedel betrekking hebbende, te regelen, toegevoegd zijn de Heeren: Faber van Riemsdijk en Delprat, Advocaten, EyssellNota ris, en A. P. T. Eyssell, Procureur. De toespraak, door den Raad van Toezigt over de Orde van Advokaten bij den Hoogen Raad bij monde van den Heer Faber van Riemsdijk Deken der Ordeaan Z. M. bij gelegenheid van het pleglig gehoor gehouden luidt als volgt »Sire! Met diepen weemoed nadert de Raad van Toezigt over de Orde van Advo katen bij den Hoogen Raad tot den Troon. Hij stelt er hoogen prijs op, Uwe Majesteit de verzekering te mogen aan bieden van dc innigste deelneming in de grievende smart, die Uwe Majesteit en het geheele Koninklijke Huis getroffen beeft. Met geheel Nederland betreuren wij bet verlies van den Vorst, wiens moed en beleid de eer en de onafhankelijkheid van bet Vaderland in de bangste oogenblikken handhaafde, wiens streven, om het goede te stichten, onvermoeid was, wiens weldadigheid gecne grenzen kende, en die geene opofferingen te groot achtte, wanneer het heil van Nederland daardoor bevorderd koude worden. Zijne asch ruste zacht: zijne nagedachtenis zal in de dankbare harten van alle Nederlanders blijven leven. Onze droefheidSire vindt echter verligting in het denkbeelddat Uwe Majesteit aan den geëerbicdigden en beminden ontslapene is opgevolgd; want wij houden ons overtuigd, dat ook de zorg van Uwe Majesteit met niet minder warmte aan het welzijn van Nederland zal gewijd zijnen dat al wat goed wat edel, wat weldadig en wat nuttig is, ondersteuning en bescherming hij Uwe Majesteit zal vinden. Zal de orde, die wij hier vertegenwoordigen, en waarvan ik de eer heb Do ken te zijn, geplaatst naast de regterlijke magt, aan hare bestemming beant woorden, dan moet zij aan waarheidsliefde en gepaste vrijheid hooge waarde hechtenmaar zij moet tevens het voorbeeld geven van eerbiedonderwer ping en gehoorzaamheid aan Grondwet en wetten en van getrouwheid aan den Koning. Die gevoelens, Sire! bezielen ons, en wij vertrouwen, dat zij door alle dc leden der orde gedeeld worden. Uit naam der orde, brengen wij hulde aan Uwe Majesteit, en smeeken den Hemelde Regering van Uwe Majesteit te zegenen." Z. M. heeft daarop hoofdzakelijk geantwoorddat hij gevoelig was voor de door den Heer Deken namens den Raad en de Orde genite gevoelens; dat hij de voetstappen van zijnen voorganger zoude drukken en het roemrijk voor beeld zijns vaders, zoo de gelegenheid zich mogt voordoen, zooveel mogelijk zoude volgen, en zijne beste pogingen wilde aanwenden, om den band, die Nederland aan Oranje en Oranje aan Nederland bindt, nog naauwer toe te halen, terwijl hij zijnen dank betuigde voor de hem betoonde deelneming en aangeboden hulde. In de zitting der Tweede Kamer van gisteren is ingekomen eene Ko ninklijke boodschap, dd. 13 April, ten geleide van een wets-ontwerprege lende het regt van onderzoek ol enquête, met de daarbij behoorendc memorie van toelichting. Drukken en ronddeelen en verzending naar de afdeelingen. Dit ontwerp naar aanleiding van art. 90 der Grondwet: De Tweede Kamer heeft het regt van onderzoek enquêtete regelen door de wet," bevat 15 artikelen. In artt. 1—6 wordt hoofdzakelijk het volgende bepaald: Dat elk voorstel tot het instellen van zulk een onderzoek, om van elders door getuigen of deskundigen een onderwerp toe te lichten, door den voorstel ler aan den Voorzitter van de Tweede Kamer schriftelijk wordt medegedeeld. Na dat de Kamer verklaard heeft het in overweging te nemen komt het in de afdeelingen, en aangenomen wordende, benoemt de Kamer eene Com missie voor dat onderzoek, die den tijd bepaalt waarop de getuigen of des kundigen, tot wier verhoor besloten is, verschijnen zullen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1