Belangrijke prijzen moeten er zijn uitgeloofd voor onderscheiden voorwerpen zoowel door hooggeplaatste personen door die Maatschappij als door bijzon dere afdeelingen of leden derzelve. Aan de VJasbouwers meenen wij geene ondienst te doen door hun reeds nu mede te deelendat er in het belang van dien tak van veldbouw ook vele prijzen zijn uitgeloofd. Een prijs van honderd gulden is onder anderen uit geloofd door gezamentlijkc Vlashandelaars, leden der afdeelingen Rotterdam en Dordrechtvoor den inzender op die Tentoonstelling van de best geslaagde proevenom hier te lande het vlas te verbouwen en te behandelen op de zelfde wijze als in de omstreken van Korlrijk in België, waaruit dan genoeg zaam zou kunnen blijken of die wijze van behandeling boven de Hollandsche te verkiezen is. Volgens berigt behoort deze proef te worden genomen op minstens een kwart bunder lands, en wordt er bij de inzending der monsters verlangd cene uitvoerige en duidelijke opgave van de geaardheid des bodems, van de zaaijing, het roten en de verdere bewerking, alsmede van de zoo juist mogelijke berekening der kosten. Indien aan deze uitnoodiging der Holland sche Maatschappij van Landbouw wordt beantwoord, en dat deze Tentoonstel ling naar het daarvoor opgemaakte Programma tot stand moge komen, zal deze voorzeker de belangrijkste wezen, die er tot nu toe van dien aard in Ne derland heeft plaats gehad. RotiCour.) AMSTERDAM, 11 April. De Opperkamerheer heeft bekend gemaakt, dat Z. M. de Koning, op Vrij dag den 13den dezer, ten 10 ure in het Paleis alhier, gehoor zal verleenen eerst aan de Officieren van de Marine, de Schutterij en het Leger, daarna aan de Burgerlijke en Kerkelijke Collegiën. Zoo men verneemt zal dit gehoor gevolgd worden door cene wapenschouw over de schutterij en het garnizoen. Door hel bestuur der Nieuwe kerk is reeds het aanzoek toegestaan, om dit gebonw wederom tot de plegtigc inhuldiging beschikbaar te stellen. De beschikbaarstelling is reeds door onverwijlde staking der gewone kerkdienst gevolgd. Hel gebouw zal even luisterrijk en op dezelfde wijze als bij de hul diging van Koning Willem II, naar het plan en onder toevoorzigt van den lieer J. Boon, bouwmeester van 's Konings paleizen, betimmerd worden door den bouwmeester, den Heer G. Moele, aan welke beide Ueeren het alzoo te hcurt zal vallen zich voor de tweede maal van die taak te kwijten. Het behangselwcrk is opgedragen aan den heer J. Spijker, De Derde Klasse van het Koninklijk Nederlandsche Instituut hield gis teren hare 17de Openbare Zitting, welke door een aantal aanzienlijke perso nen, Commissiën uit onderscheidene Maatschappijen en vrij talrijk publiek werd bijgewoond. De Voorzitter, de Hoogleeraar J. Bosscha, herdacht terstond na het openen der vergadering, in zijne sierlijke voorafspraak het groot verlies, geleden door geheel het vaderland in den dood van zijnen beminden Koning, en door het Instituut in zijn Koninklijken Beschermheer, wiens warme belangstelling in wetenschappen, letteren en kunsten, door zijne herhaalde tegenwoordigheid in openbare zittingen van het Instituut, met name ook in die van de Derde Klasse, met regt geroemd werd. Vervolgens herinnerde de Heer Bosscha op eene waardige wijze aan de verdiensten van het afgestorven lid, P. van Lim burg Brouwer, en van eenige buitenlandsche geassocieerden en correspondenten. De Hoogleeraar Mp. C. A. den Tex, Secretaris der Klasse, las vervolgens het verslag harcr werkzaamheden gedurende de laatstveiloopen jaren, waarvan het grootste gedeelte, door middel van de Staats-Courant en andere weten schappelijke tijdschriften is bekend geworden, [en ook in ons blad is inede- deeld.] Na de voorlezing van dit overzigt deelde de Heer Mr. D. J. van Lennep, den nitslag mede van de prijsuitschrijving voor Latijnsche poezij, die jaarlijks, over eenkomstig de vermaking van wijlen den Heer Mr. J. H. IloeufFt plaats heeft. Na dankzegging aan den Heer van Lenneplas de Secretaris de Heer den Tex het nieuw vastgestelde programma voor van de prijsuitschrijving der klasse, welke beide later in zijn geheel zullen worden medegedeeld. Ten slotte las de Hoogleeraar P. J. Veth welke op zich had genomen te dezer gelegenheid de spreekbeurt te vervullen, eene verhandeling voor: Over de noodzakelijkheid der Uitbreiding van het hooger onderwijs in de Oos- tersche talen. De Spreker wil in den kring van ons hooger onderwijs zien opgenomen, de talen van den Indischen Archipel, de Chineesche, Japanscheen deSanskritiscbe. Na dankzegging aan den Heer Veth voor zijne belangrijke voordragt, en aan de tegenwoordige genoodigden en bet uitgelezen publiek, werd deze Vergade ring door den Voorzitter gesloten. UTRECHT, 10 April. Wij herhalen het berigt, dat Z. M. Koning Willem II, den Amsterdam sehen Hoogleeraar J. Bosscha het vervaardigen van een Gedenkschrift ter eere van Zijnen Vader heeft opgedragen. Dat gedenkschrift moet niet verward worden met de levensbeschrijving van den ontslapen Vorst, door den Deven- terschcn Hoogleeraar Mr. P. Bosscha toegezegd. De wijze, waarop laatstge noemde onderneming door sommigen wordt aangekondigd geeft ons aanlei ding lot deze aanteekening. Nederlander Men heeft de opmerking gemaakt dat niet al de ordes, waarmede wijlen Z. M. Koning Willem II versierd was, bij Zijne begrafenis zijn ver toond geworden, en dat daaraan zelfs zeer uitstekende ontbraken. Van goe derhand wordt ons verzekerd, dat het stijl is bij zoodanige plegtige gelegen heden, alleen die decoraties te vertoonen, welke ten gevolge van eenen gele- verden veldslag verkregen of door een aanverwant Vorstelijk huis zijn ge schonken. Nederlander Uit Harderwijk zal naar het Nieuwe Diep vertrekken een detachement bestaande uit 1 sergeant, 1 corporaal en 18 manschappen, om den 15<ler> aan boord van 's Lands brik Amphitrite naar West-lDdië te worden over gevoerd. Utr. Cour.) MIDDELBURG, 9 April. De regterlijke magt heeft alhier weder een verlies geleden door het over lijden, op 11. Donderdag, van den Heer Mr. P. Herklots, Raadsheer in het geregtshof dezer provincie, Ridder der orde van den Nederlandschen Leenw een man die deze en onderscheidene andere betrekkingen met bekwaamheid eer en regtschapenhcid heeft vervuld, en wiens gemis zeer wordt betreurd. BÜITEJNLANDSCilE BERIGTEIN. ENGELAND. LONDEN, 8 April. De inkomsten van het Rijk hebben in het vierendeeljaarsgeëindigd den 5den dezer, 261,093 minder bedragen, dan in hetzelfde tijdvak van 1848. Over het geheele jaar echter was eene vermeerdering van 867,289 BELC1E. BRUSSEL, 10 April. Eergisteren heeft de Koning den Graaf van Randwijck, door Z. M. den Koning der Nederlanden belastom den dood van Z. M. Willem II mede te deelen, in een plegtig gehoor ontvangen, waarbij de Minister van Buiten landsche Zaken tegenwoordig was. De Graaf is iri een hofrijtuig afgehaald en teruggebragten was des avonds tegenwoordig bij een groot diner door den Koning gegeven. Gisteren is hij naar Parijs vertrokkenom er dezelfde zending te vervullen. FRANKRIJK. PARIJS, 10 April. In de zitting van de Nationale Vergadering van den is de begrooting van het Openbaar onderwijs, nadat er in sommige posten eenige vermindering gebragt was, met 619 tegen 1 stern aangenomen. Veriolgcns is beraadslaagd over de begrooting van eeredienstook deze werd met eenige sommen ver minderd als 500,000 fr. voor het onderhoud van kerken en pastorijen en 100,000 fr. voor het herstel der hootilkerk te Parijs. Daarna is nog een ont werp van wet aangenomen, waarbij aan den Vice-President der Republiek den lieer Boulay cene bezoldiging van 48,000 fr. wordt toegekend. Deze heeft echter eenen brief in de vergadering ingezonden waarbij hij voor die bezol diging bedankt en verklaart dat hij zijn ampt zonder eenige vergelding zal waarnemen. De wet op de regterlijke voorstellingen is bij de derde lezing niet 545 te gen 88 stemmen verworpen. SARDINIË. De Koning heeft cene Commissie benoemdom de oorzaken op te sporen van de nederlaag, welke het leger heeft geleden. Omtrent Genua wordt nog niets zekers medegedeeld dan dat de l'ie- monlesclie Generaal La Marmora, den 4den met weinig troepen, twee forten en de batterij Saint-Benigno genomen en vele krijgsgevangenen gemaakt had. Volgens een telegraphisch berigt te Parijs ontvangen, zou de stad reeds ge heel in zijne magt zijn. De Bank van Genua met eene waarde van 5 mill, was voor de roofzucht der opstandelingen gered en op eene Engelsche brik in veiligheid gebragt. De stad Genua is eene der beste vestingen, misschien de grootste van ge heel Europa. Zij beeft eenen buitensten ringmuur van vier uren gaans in den omtrek, die met forten geflankeerd is, en vervolgens een' tweeden bin nenwal mede door verscheiden forten geflankeerd, waarvan sommige te gelijk de stadhet land daarbuiten en de haven bestrijken. Met een garnizoen van 25,600 inan, en wanneer zij de zee open heeft, kan deze stad het tegen een leger van 80,600 man zeer lang, bijna onhepaaldcn tijd uithouden, uithoofde van de steilte barer wallen en den uitmuntenden houw barer forten, die meestal op vaste rots gevestigd zijn. ITALIË, De Oostenrijkers hebben zich den lsteD April meester gemaakt van de tweede stad van Lombardijë het sterke Brescia met 35,000 inwoners, na eene wanhopige verdediging van acht dagen. Sedert den jare 1512 toen de stad door de Franschen stormenderhand was veroverdhad zij zoo niet geleden. De Generaal llaynau die den 30s,en Maart van Padua was gekomengaf twee uren beraad, waarna het bombardement uit het kasteel twee uren de stad hevig teisterde. Men had tallooze versperringen gemaakt tot aan de tweede verdieping der huizen. lederen duim gronds werd, zoo als de Oostenrijkers zelve getuigen, met een woede verdedigd, die eene hetere zaak waardig was. Het moorden is van heide kanten ontzettend geweest. De inwoners die zich in hunne huizen hadden verscholen, zijn door denbrand die men stichtte, omgekomen. Daarna hebben de overwinnaars zich door plundering en allerlei gruwelen bezoedeld. Aan de stad, nu niet meer dan een puinhoop, is eene schatting van zes milliocnen opgelegd. Verscheidene Oosten rij ksche Staf- Officieren zijn gekwetst. OOSTENRIJK. WEENEN, 7 April. Het bevestigt zich dat de Generaal der opstandelingen in Hongarije, Bern, de vesting Kroonstadt den 20s,cn Maart heeft bezet. De stad had zich we-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2