KENNISGEVING.
dien dag 's morgens fan zeven tot acht ure vleesch te mogen inbrengen
mits daarvoor vijf cents aan de Vinders betalende.
Eindelijkop Zaturdag van 's morgens zes tot 's avonds lialf elf ure
edoch de kleine deur tot kwartier voor elf ureen van primo October tot
ultimo Maart van 's morgens zes ure tot 's avonds ten tien ureeen kwartier
uurs onbegrepen, mits ieder der Vleeschhouwersdie zich vóór zeven ure
in de Hal 's morgens van primo October tot ultimo Maart laat vindenaan
de Vinders voor hunne moeite betale vijf cents.
Bovendien zal op Hemelvaart-, tweede Paasch-, Nieuwejaars- en tweede
Kersdag, mits niet op Zondag invallende, alsmede op de Feest-, Dank-
of Bededagen die niet op Zondag gehouden worden, de Hal geopend zijn
van 's morgens zeven tot negen ure en op den tweeden Pinksterdag van
's morgens zes tot negen ure, mits ieder der Vleeschhouwers, die zich op
voormelde buitengewone dagen en uren in de Hal laat vinden telken reize
aan de Vinders betalen vijf centsals eene tegemoetkoming voor de buiten
gewone diensten.
Boven en behalven deze bepaalde tijden zal de Halten gerieve van
elk en een iegelijk door de Vinders tegen betaling van vijf cents moe
ten geopend worden op zoodanige buitengewone tijden als dezelvevolgens
het bepaalde bij dit art. behoort gesloten te zijn mits niet vroeger dan
's morgens ten zes ure en niet later dan 's avonds elf ure zich daartoe bij
hun aanmeldende.
24. Geen vleesch zal binnen deze stad worden ingevoerddan nadat
hetzelve aan het kantoor van aangifte door de ambtenaren der Stedelijke
belastingen zal zijn onderzocht en gezond bevonden en zal de invoer
daarvan in geval van twijfel kunnen worden belettot dat door de Vinders
of Keurmeesters daaromtrent zal zijn beslistalles onder hooger beroep op
II. II. Burgemeester en Wethouders die zulks noodig oordeelende andere
deskundigen zullen kunnen hooren.
25. Commissarissen en Vinders dezer Stads Vleeschhal zijn zoo geza-
mentlijk als ieder afzonderlijk bevoegd en geregtigdom het vleesch
't welk binnen het gebied der Stad in manden wagens of eenige andere
wijze wordt vervoerd aan te houden en te onderzoeken of hetzelve voor
de gezondheid schadelijk moet worden geacht, in welk geval hetzelve, op
gelijke wijze als bij art. 13 is bepaaldzal worden afgekeurd en be
graven.
Alle weigering of tegenstand om zoodanig onderzoek toe te latenof
zich aan de uitspraak der genoemde Commissarissen en Vinders te onder
werpen zal als overtreding van dit Reglement worden gestraft.
- '."1
26. Alle overtredingen van dit Reglementwaarop geene bepaalde
boete hetzij bij eeriig artikel of bij de algemeene wetten en verordeningen
is gesteld zullen worden gestraft met eene boete van vijf tot tien gulden
en bij herhaling met eene boete van tien tot twintig gulden terwijl bij
onvermogen van den bekeurde de boete zal vervangen worden door eene
gevangenisstraf van één tot drie dagen. De Vinders der Hal worden in het
bijzonder belastom van de overtreding dezer verordeningenbij behoor
lijk Proces-Verbaal te doen blijkenter vervolging voor den bevoegden
regteren zullen de boeten aan de overtreders op te leggen in de Ste
delijke kas worden gestort.
27. Afschrift dezer zalingevolge art. 70 van het Reglement voor het
bestuur dezer Stad worden gezonden aan de Edel Gr. Achtb. H. II. Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland.
Aldus vastgesteld door den Raad der Stad Leyden op den 23.
October 1847.
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve
v. PUTTKAMMER.
Zullende het bovenstaande Pieglement van den 16, April aanstaande ter
executie worden gelegd.
En ten einde niemand hiervan onwetend zij zal deze worden gepubli
ceerd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is.
Aldus gedaan te Leydenden 15. Maart 1849.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden,
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
Algekondigd ten overstaan van II. H. Burgemeester en Wethouders der
Stad Leyden op heden den 15. Maart 1849.
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
BURGEMEESTER eir WETHOUDERS der STAD LEYDEN, brengen
bij deze ter kennisse van de Miliciens der ligting van den jare 1844, voor
deze Stad in dienst gesteld dat derzelver Paspoorten dagelijks uitgezon
derd de Zondagen des voormiddags tusschen 10 en 1 ure verkrijgbaar zul
len zijn ter Secretarie dezer Stad mits zich daartoe in persoon aanmel
dende.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leyden22 Maart 1849. DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve
v. PUTTKAMMER.
Tweede zitting van den Militierradover het Kanton LeydenN15.
BURGEMEESTER er WETHOUDERS der STAD LEYDEN, geven bij
deze kennis aan de Lotelingeu dezer Stad, behoorende tot de ligting van
het jaar 1849, dat de Tweede Zitting van den Militieraad voor deze Stad
zal plaats hebben, op het Raadhuis alhier, op Donderdag en Vrijdag den
29sten en 30sten Maart aanstaande's morgens ten 9 ure; om op die
dagen en ure voor bovengemelden Raad te verschijnenten einde hunne
vrijstelling op hunne ingediende reclames, of wegens personele ongeschikt
heid te vernementerwijl zij bij gebreke hiervan (al ware het dat het
biljet tot oproeping van ieder derzelven in 't bijzonderniet behoorlijk aan
hen mogt zijn bezorgd) ingevolge art. 38 der wet, van den 27 April 1820,
zullen geacht worden geenerhande reden tot vrijstelling te hebben, en voor
de dienst fioaal worden gedesigneerd.
Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders
der Stad Leydenop den 22sten Maart 1849.
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.