REGLE M E N T
Bijt •oegsel tot de Leydsche Courant van Maandag 26 Maart J849-
Op het Slagten en Verkoopen van Vleesch en op die Vleeschhal binnen
de Stad Leijden.
BURGEMEESTER es WETHOUDERS der STAD LEYDEN brengen ter
kennis van de Ingezetenen dat door den Stedelijken Raad is vastgesteld
de navolgende Plaatselijke Verordening of Reglementwaarvan afschrift
aan Gedeputeerde Staten dezer Provincie is ingezonden
REGLEMENT op het Slagten en Verkoopen van Vleesch
en op de Vleeschhalbinnen de Stad Leijden.
Art. 1. Geen verscli geslagt vleesch van runderen kalveren schapen
of lammeren zal noch geheel noch gedeeltelijk mogen worden verkocht
dan in de openbare vleeschhaltenzij geheel aan den balk en voorts alles
niet dan met inachtneming der bepalingen zoo van dit Reglement als van
het Reglement op de Stedelijke verhooging der Rijksaccijns op het geslagt
zoodanig als hetzelve thans is gearresteerd of nader mogt worden veranderd,
gewijzigd of vernieuwd waarop zoowel door de Stedelijke Ambtenaren
als door Commissarissen der Vleeschhal en Keurmeesters van het Vleesch,
toezigt zal worden gehouden.
2. Geen handel in Varkensvleesch zal in de Hal worden toegelaten.
3. Ieder Slagter zoo binnen als buiten deze Stad die eene plaats in
dezer Stads Vleeschhal wenscht te bezitten zal zich daartoe bij behoorlijk
verzoekschrift wenden tot II. H. Burgemeester en Wethouders: zullende
door hem voor hel bekomen dezer plaatsin eens worden betaald de
som van honderd gulden ten behoeve der gezamentlijke Vleeschhouwers
en alzoo gestort worden in de bij art. 7 vermelde kas.
4. Jaarlijks zal door de gezamentlijke Vleeschhouwers voor het gebruik
der Vleeschhal ten behoeve der Stadten kantore van den Stedelijken
Ontvanger worden betaald een huur van vier honderd gulden verschij
nende met Paaschen van ieder jaar.
5. De Vleeschhouwers zullen gehouden zijn het tweemaal vier en twin
tig uren nadat hetzelve zal zijn geslagtover te brengen in de Vleeschhal
door geene andere deur dan de voordeur onder de buitentrap of het Bordes
van het Raadhuis om aldaar te worden verkochten zal deze overbrenging
niet anders mogen plaats hebben dan bij vierde deelen van runderen en
geheele kalverenscbapen of lammeren alles op eene boete van vijf en
twintig gulden.
6. Tot betaling der huur bij art. 4 vermeld alsmede ter herziening in
de verdere noodzakelijke kosten van bestuur en beheer der Vleeschhalzal
door ieder der Vleeschhouwers worden betaald het navolgende
Voor elk geslagt rund zestig cents.
kalftwintig cents.
schaap tien cents.
7. Tot den ontvangst en het beheer der bij de artikels 3, 4 en 6 vermelde
gelden alsmede tot de behartiging der belangen van de gezamentlijke
Vleeschhouwers en de handhaving van dit Reglementzullen uit eene no
minatie van zes personen door de gezamentlijke Vleeschhouwers op te
maken telken jare in de maand Januarij drie Commissarissen door H. II.
Burgemeester en Wethouders worden gekozen in plaats van de drie aftre
dendenwelke met de beide Vinders het huishoudelijk bestuur der
Vleeschhal zullen blijven uitmaken.
8. Commissarissen zullen met de perceptie der bij art. 6 omschreven
gelden dadelijk ophouden zoodra ter bestrijding der behoeften de noodige
gelden in kas zullen zijnterwijl zij voorts van hunne administratie bij de
overgifte der bij art. 7 vermelde nominatie aan H. H. Burgemeester en
Wethouders behoorlijk verantwoording zullen doen, nadat dezelve gedu
rende acht dagen ter inzage van de Vleeschhouwers zal hebben voorgelegen
9. Niemand zal vermogen eenig beest, hetzij os, koe, stier, vaars,
kalf of schaap te slagtenom in de openbare Hal of aan den balk te ver-
koopen tenzij dezelve alvorens bij de gezworen Vinders en Keurmeesters
door II. H. Burgemeester en Wethouders daartoe benoemd en aangesteld
zullen zijn gekeurd en door deze schriftelijk consent zal zijn verleend om
dezelve te mogen slagten. Bijaldien de Vinder of Keurmeester mogt twij -
felen of het beest kalf droeg zal de Slagter een der Vinders bij het slag
ten moeten roepen om daarover eene tweede keuring te doen.
De Vinders zullen voor deze keuringen genieten voor de eerste twintig
cents en voor de tweede veertig cents van ieder runden vijf cents voor
ieder kalf of schaap 't zij hetzelve dood of levend gekeurd wordt.
10. Wanneer de Vinders het noodig oordeelen dat een beest na de
slagting andermaal gekeurd wordt, zullen zij aan hetzelve een bijzonder
merk geven en den Vleeschhouwer daarvan verwittigen deze zal alvo
rens de buik en borst worden opengemaaktdie Vinders ter nadere keu
ring ontbieden. In dit geval zal de huid inmiddels niet van den voorknok
mogen worden losgemaakt.
11. Bijaldien de Vleeschhouwers bij het slagten van een beest mogten
bevinden dat hetzelve ofschoon gekeurd zijnde eenig gebrek had hetzij
van aanwas, pokken, zweeren aanbeijen ruigkalf, geelwaterlong
ziekte tongblaar of welk gebrek ookzullen dezelve dadelijk met het
slagten ophouden en onverwijld daarvan moeten kennis geven aan de ge
zworen Vinders of Keurmeesters en bijaldien dezelve na gedaan onderzoek
mogten oordeelen dat zoodanig gebrek of ziekte van eenen meerder of min
der besmettelijken aard was zullen dezelve daarvan onverwijld kennis ge
ven aan II. II. Burgemeester en Wethouders die alsdan daaromtrent zoo
danige bevelen zullen geven als dezelve in het belang eener goede Policie
zullen nuttig en noodzakelijk oordeelen waaraan de Vleeschhouwers zich
behooren te onderwerpen.
12. Alle rund-, kalfs-schapen- en lamsvleesch dat, ofschoon niet
schadelijk, echter door Vinders geoordeeld wordt van geene in allen deele
behoorlijk voldoende hoedanigheid te zijn om ter Halle te worden verkocht,
zal nergens anders dan op de Hooglandsche Kerkgracht voor het Weeshuis
mogen verkocht worden. De Vinders zorgen dat hetzelve oogenblikkelijk
daarheen worde gebragten geven daarvan zonder verwijl kennis aan II. H.
Burgemeester en Wethouders.
13. Het is aan de Vleeschhouwers ten strengste verboden zieke beesten
te slagten en ongezond of bedorven vleesch te verknopen. Het vleesch
hetwelk door de Vinders als schadelijk wordt afgekeurd zal door de tus-
schenkomst der Policie dadelijk begraven worden.
14. De Vinders bij de eerste schouwing of keuring van levende beesten
oordeelende dat dezelve niet goed of bekwaam zijn om geslagt te worden
zullen dezelve zoodanig beest als schadelijk voedsel afkeuren en de slagting
daarvan verbieden; zullende zij van deze afkeuring bij behoorlijk Proces-
Verbaal doen blijken, ten einde, ingevalle van overtreding, zulks te kun
nen doen achtervolgen.
15. De plaatsen in dezer Stads Vleeschhal zullen door II. II. Burge
meester en Wethouders ingevolge art. 3 van dit Reglement, worden aan
wezen. De Vleeschhouwers zullen verpligt zijn de benoodigde bank of
blokken voor eigen rekening aan te schaffen terwijl wekelijks eene alge-
meene opschuiving van alle de plaatsen onder toezigt van Commissarissen
en Vinders zal moeten plaats hebben en daardoor eene jaarlijksche loting
zal vervallen.
16. De Vinders Commissarissen zullen wel toezien dat ieder Vleesch
houwer zijn eigen hem toegewezen stal zelfs in persoon gebruikt en alzoo
geene andere plaats beslaatten ware er twee onder eene compagnieschap
of firma mogten verbonden zijnalsmede dat bij het verkoopen van
vleesch niemand anders dan de eigenaar der bank of iemand van zijnent
wege en bij Commissaren der Hal als zoodanig bekend aan of achter
dezelve zal mogen staan.
17. Evenzeer is het verboden dat twee Vleeschhouwers hnnne waren
op eene en dezelfde bank of stal voorleggen of verkoopen maar zal ieder
Vleeschhouwer aan zijne eigen bank of plaats moeten staan ten ware er
twee onder eene compagnieschap of firma mogten verbonden zijn.
18. Commissarissen zullen moeten zorgen datten dienste der Vleesch
houwers de noodige schalen met juiste balansen en behoorlijke geijkte ge-
wigten als één van drie ponden twee van twee ponden twee van één
pond aanwezig zijn voor de twee Vleeschhouwers een zoodanig volledig
stelwelke tusschen beide de twee naast elkander staande banken zullen
hangen. De aanschaffing zal zijn voor rekening der gezamentlijke Vleesch
houwers en zal mitsdien door eiken nieuw aankomenden Vleeschhouwer
daarvoor aan Commissarissen ten behoeve van de kas eene som van negen
gulden vijftig cents worden betaald.
19. De Vinders en Commissarissen zullen belast zijn met de handhaving
der goede orde in de Hal en tot dat einde een behoorlijk toezigt hebben
over alle de Vleeschhouwers en hunne bedienden. Alle ongeregeldheden
zullen gestraft worden met eene boete van drie guldensen bij herhaling
met eene boete van zes tot vijf en twintig guldens.
20. Het wordt ten ernstigste verboden om voor de Hal of aan de beide
zijden van den grooten trap voor het Raadhuis, wagens, sleden enz. zooda
nig te plaatsen dat daardoor de toegang tot het Raadhuis eenigzins kan
worden belemmerd.
Evenzeer is het verbodenom in de Hal tabak te rooken of sterken
drank te drinken alsmede om te spelen of te dobbelen, en zullen voor zoo
veel de knechts aangaat, bij herhaling de Vleeschhouwers elk voor de hunne
verantwoordelijk zijn.
21. De Vleeschhouwers zullen almede onder elkander geene vaste bepa
lingen mogen makendirect of indirect omtrent de prijzen van het
vleesch.
22. Het is volstrekt verboden, om in de Hal te mogen brengen of ver
koopen nuchter kalfsvleesch koppen of pooten van runderenkalveren
schapen enz. of eenig afval, als darmen hart, lever, pens en wat dies
meer zij maar zal de verkoop daarvan mogen plaats hebben door de daartoe
bevoegde versche Spijsverkoopsters hetzij aan derzelver huizen dagelijks
hetzij in dezer Stads Penshal welke des Zatudags den geheelen dag op
dezelfde uren met de groote Halzal worden geopend en gesloten. Voor
het gebruik van elke plaats in voornoemde Penshal zal wekelijks in han
den van het bij art. 7 ingesteld huishoudelijk bestuur der Vleeschhal, en
als bijdrage tot de volgens art. 4 verschuldigde huurmoeten worden be
taald tien cents.
23. De Hal zal geopend zijn op Maandag, DingsdagWoensdag en Don
derdag van 's morgens ten acht ure tot 's namiddags ten één ure en
's namiddags van drie tot vijf uremet uitzondering nogtansdat voor
de maanden December en Januarij de opening des morgens op half negen
ure, cn voor de maanden November, December, Januarij en Februarij de
sluiting 's namiddags op vier ure bepaald is. Voorts op Vrijdag van 's mor
gens tot 's namiddags ten één ureevenwel zal het veroorloofd zijn op