LEYDSCHE
COURANT.
w
1849.
MAANDAG, 12 MAART.
N°. STÊMm
r
BINJNEJiLANDSCHE RERICTEJN.
De Courant wordt MaandagWoensdag cn
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag avond.
V"
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 10 Maart.
Gisteren is door den Brecden Kcrkeraad der Hervormde Gemeente alhier,
in de plaats van wijlen Ds. W. N. Munting, beroepen Ds. Jan Frederik Kuyper,
Predikant te Middelburg.
De Provinciale Commissie van Onderwijs in Zuid-Holland, zal van den
16'len tot den 19Jen April vergaderen om examen at' te nemen.
De Gouverneur van Zuid-Holland heeft bekend gemaakt, dat van den
isten April tot den 15deD Mei, de visscherij zal gpsloten wezen.
De Heer Jhr. F. YV. T. F. Baron van Pallandt van Keppelheeft de
som van ƒ1,000 als een gilt ten behoeve van de Maatschappij van Weldadig
heid geschonken.
De Staats-Courant van den 9lleD geeft opgaaf van sommige boedels, hij
de Weeskamer te Batavia berustende, waaronder ook die behoort van wijlen
den Heer Govert Johannis van den Berg in leven Officier van Gezondheid
3'le klasse, geboortig van Rhijnsburg, en overleden te Socrabaija 22 Novem
ber 1846, ter somma van 480.27j.
Ten vervolge van het verslag der Holl. Spoorweg-Maatschappij (zie ons
vorig nommer) deelcn wij hier nog het volgende mede, omtrent de oorzaken die
den uitslag tot dusverre niet voordeelig voor de Aandeelhouders hebben doen zijn.
De slappe gronden hebben vooral in de IV afdeeling vele kostbare voorzie
ningen en meer dan gewone heiwerken gevorderd als ook het stoomgemaal
der Cool- en Schoonderloo polders; terwijl de ongehoorde prijzen voor vele ont
eigeningen gevorderd en de onhandelbaarheid van sommige eigenaars, getuige
het bekende kromme spoor, tot vele groote uitgaven hebben gedrongen,
waarop niet gerekend was; hoewel bij vergelijking van de kosten van andere
spoorwegen, waar men zelfs mindere zwarigheden ontmoette, de uitkomst
niet ten nadeele van dezen weg uitvalt.
Er ontbreekt, zegt men verder, bij ons nog veel, om met naburige spoor
wegen in meer dan één opzigt te kunnen wedijveren, en daaronder bekleedt
het tweede spoor eene voorname plaats, door hel gemis waarvan het bezwaar
lijk is, de beweging over den weg beter naar de behoefte der steden te rege
len, en er meer partij van Ie trekken, terwijl ook de uitbreiding van den
goederen-vervoer door zoodanig gemis ondoenlijk wordt.
liet gebruik heelt in 1848 onder hijzonder ongunstige omstandigheden
plaats gehad. De staatkundige gebeurtenissen cholera en slechte weersge
steldheid hadden op het vertier allernadeeligsten invloed. Vroegere bere
keningen waren gegrond op de verwachting, dat die inkomsten minstens een
millioen gulden zouden hereiken, en zij hebben, volgens de overgelegde reke
ningen slechts 909,255.63 bedragen.
Bij alle afdeelingen is inert er we! op bedacht de meest mogelijke spaar
zaamheid in acht te nemen, en er zijn wederom bezuiningen ontworpen
maar op een spoorweg kan men die slechts met zeer groote omzigtigheid in
voerenomdat men aan de veiligheid nooit te kort mag doen.
Eindelijk wordt nog onder het cog gebragt, dat er nog eenige instellingen
bestaan die in het belang van den spoorweg noodzakelijk zullen moeten wor
den verbeterd, daarbij zal het stations-terrein te Rotterdam met aanhoorigheden
moeten worden afgemaakt en behoorlijk afgesloten. De kosten van dit een en
ander zijn op circa 60,000 geschal, waarvan een gedeelte, ter waarde van
circa ƒ32,000, hetwelk geen langer uitstel gedoogde, reeds onder handen is.
Ten slotte wordt de hoop geuit, dat het geduld der aandeelhouders niet
langer dan het ingetreden jaar zal behoeven op de proef gesteld te worden.
KATWIJK, aan ZEE, 8 Maart.
Heden is alhier de spiegel aangespoeld van het schip tbc Floridian, Kapitein
Wliilmorc, op welk wrak twee lijken van liet mannelijk geslacht zijn gevon
den en welk schip den 25slen Fcbruarij uit Antwerpen gezeild met bestem
ming naar New York op de zandbank Long-Sands onder de Engelsche kust
was vergaan. (Zie ons nommer van 5 Maart.)
Van dc lijken wordt nog nader berigt, dat het een ongeveer dertig- het an
dere ongeveer veertig-jarigen leeftijd scheen te hebben bereikt. Uit de klee
ding maakte men op dat zij lot de arbeidende klasse hadden behoord, heide
hadderi onderscheidene verwondingen, waarschijnlijk door pogingen tot zelfbe
houd bekomen.
Rij het eene lijk vond men ccnc lederen portefeuille met vergulde uitmonste
ringen, bevattende: een brief in bet Hoogdaitsch geschreven met het op
schrift: «Joseph Debetz te New-York,'' in welken nog ccn in dezelfde taal
geschreven brief, gedateerd Frankfort. Voorts een Hebreeuwse!) hoekje, ver
moedelijk een almanak, een Duitsche miniatuur-almanak, een mede in bet
Duitsch geschreven inladingsliilletdato zeventien Fcbruarij achttienhonderd
negen en veertig, bevattende der. naam van den passagier, bet schip en van
den Kapitein alsmede een Duitsch gedrukt Contract voor passagiers en vier
Duitsche adreskaartjes. Bij het andere een knipmes cn een beursje, waarin
twee zilveren een francs muntstukken.
Dc Engelsche bladen geven van deze noodlottige schipbreuk nog bel vol
gende berigt
Er waren bij dc 200 menscben aan boord, zoo equipage als landverhuizers,
waaronder meer dan 50 vrouwen en een 30 tal kinderen. Zondag 25 Fcbr.
hadden zij Antwerpen verlaten, en waren Dingsdag avond in zee gestoken. In
het kanaal door den storm van 28 Fcbr. overvallen, waren zij naar 'I noord
westen gedreven en in den namiddag van Woensdag stootte het schip op den
zandbank cn wel met zulk eene kracht, dat een gedeelte der kiel werd ver
brijzeld. Het water stroomde nu met geweld naar binnenwaardoor ver
scheidene personen in bun bed verdronken.
De Kapitein, die al dadelijk geen redding meer zag, liet eene boot in zee
brengen, docli zij werd onmiddelijk, met de twee menscben die cr in waren
door de zee verzwolgen.
De Kapitein, zijne vronw en 30 pasasgiers gingen in de sloep, doch deze
strandde terstonden al degenen die er in waren verdronken.
De overige passagiers bleven nu boven op het dek, terwijl de equipage in
het touwwerk was geklommen. Na omtrent een uur in dien toestand te heb
ben doorgebragt, werd bet schip plotseling in tweeën geslagen. De groote
mast stortte neder en 't achterste gedeelte van liet schip werd met al de zich
daarop bevindende personen in den afgrond geslingerd. Toen het nacht werd,
waren cr slechts 12 mcnschcn overig, die zich aan liet touwwerk der voor
mast vasthielden.
Den volgenden morgen, nadat de storm dien nacht verschrikkelijk gewoed
had, waren zes der schipbreukelingen door de koude omgekomen.
Eindelijk te zeven ure, zagen zij een kotter der Koninklijke Marine, de
Petrel, die naar hen toekwam., en de nu nog overgeblevene 4 personen met
groote moeite redde, waarna zij naar Harwich werden gebragt, waar zij alle
noodigc luilp ontvingen. Twee hunner hebben bijna geheel hunne zielsver
mogens verloren, en hun aller handen en voeten zijn bevroren.
's GRAVEN HAG F,10 Maart.
Bij beslnit van den 13<len Febrnarij jIheeft Z. M. eene rangregeling
der ambtenaren voor den dienst der directe belastingen in- en uitgaande
regten en accijnsen, vastgesteld, alsmede de regelen, welke voortaan in acht
genomen moeten worden bij de bevordering van die ambtenaren. De be
doelde beambten zijn bij dit besluit verdeeld in 13 rangen, cn de kantoren
der ontvangers in 9 klassen. Ten aanzien van de surnumerairs is bepaald,
dat zij, die minstens gedurende driejaren, als zoodanig ten genoegen der ad
ministratie werkzaam geweest zijn en den ouderdom van 23 jaren bereikt heb
benaanspraak hebben op plaatsing, hetzij als controleur der 3dc klasse,
hetzij als ontvanger van een kantoor, bclioorendc tot de 7Jc klasse, onder
bepaling nogtans: a. dat zij bewijzen, in hunnen dienstijd als surnumerair
ten minsie gedurende een jaar op een of meer ontvangers-kantoren met ge-
noegzamen ijver werkzaam te zijn geweest, en de noodige kundigheden ver
kregen te hebben, om een kantoor der directe belastingen en accijnsen te
kunnen waarnemen; b. dat dienovereenkomstig de surnumerairs, die eene
plaatsing als controleur verlangen, bewijzen, niet alleen, dat zij ten minsie
één jaar bij eenen controleur werkzaam zijn geweest en genoegzame kunde in
het beheer eener controle verworven hebben, maar qoIc, dat zij mede liet be
wijs overleggen eene grondige en wetenschappelijke kennis te bezitten van
de roei- en scheepsmeetkunde en in meer dan ééne taal ervaren zijn. Ten
aanzien van de thans in dienst zijnde surnumerairs zullen echter de onder
a en b vermelde bewijzen niet dan na verloop van twee jaren voor liendie
eene ontvangst, en van drie jaren voor dezulken, die eene controle verlan
gen, gevorderd worden. Voorts is daaibij nog bepaald, dat, in elk geval,
kunde eri geschiktheid, gepaard met ccn onberispelijk burgerlijk gedrag, een
eerste vcreisehte tot bevordering zullen zijn.