BUITELLAflDSEHE BERIGTEi*. ENGELAND, LONDEN, 28 Febrnarij. Eergisteren is in (le zitting van het Hoogerhuis het wetsontwerp waarbij aan den Lord-Luitenant van Ierland nog tot September aanst. eenc buitenge wone magt wordt toegekend ter beteugeling van woelingen in genoemd ge west, voor de derde maal gelezen en aangenomen, zoodat die maatregel, reeds door het Lagerhuis goedgekeurd, thans zijn beslag heelt gekregen. In de zitting van het Lagerhuis van dien dag heeft de Heer Cobden zijn reeds voor cenigen tijd aangekondigd voorstel gedaan om de staats-uit- gaven die in het vorige jaar tot ruim 54 mill. geklommen waren, terug te brengen tot het beloop van 1835, als wanneer zij niet meer dan ruim 44 millioen hadden bedragen. Bij de ontwikkeling van zijn voorstel bestreed hij de sedert 1835 plaats gehad hebbende vermeerdering der uitgaven, in het algemeen en met name die voor de land- en zeemagtals noodeloos of buitensporig, en ontwikkelde voorts zijn gevoelen, dat thans de tijd gekomen was om daarin vermindering te brengen, vermits de betrekkingen van Enge land met de vreemde Mogendheden thans veel gunstiger waren dan in de laatste tijden, en hetzelve, behoorlijk partij trekkende van zijne geographische ligging en zich niet in de aangelegenheden van andere Staten mengende, voor geencn aanval behoefde te vreezen. Ilij betoogde voorts dat ook in het binnenland, en zelfs in Ierland, gcene buitengewone krijgsmagt vereischt wordt, dat, buiten het krijgswezen, ook nog in andere takken van bestuur aanmerkelijke bezuinigingen konden worden ingevoerd, en dat de verminde- i ring der belastingen die uit de voorgestelde bekrimping der uitgaven zou voortvloeijen niet dan gunstig kon werken op de ontwikkeling van de alge- j mcene welvaart. Het voorstel van den Heer Cobden werd door onderscheiden ledenvoorna melijk door den Kanselier der schatkist, bestreden, die breedvoerige inlich tingen gaf aangaande do vermeerdering van uitgaven, en deed opmerken dat de meerdere kosten van het krijgswezen niet enkel aan de uitbreiding daar van, maar ook aan de verbetering van vele inrigtingen besteed zijn; maar dat het verderfelijk zou zijn voor de belangen van den Staat de strijdkrachten zoozeer in te krimpen, als de Heer Cobden dit verlangde. Het bedoelde voorstel werd eindelijk met 275 tegen 78 stemmen verworpen. De voorstanders der bezuiniging laten echter hunne denkbeelden niet varen; zij hebben eene talrijke vergadering gehouden, waarbij ook Leden van het Parlement het woord hebben gevoerd. Er is besloten tot de oprigting van eene vereenigingmet het doel om door uitbreiding van het kiesregt, ver mindering in de Staats-uitgaven en verandering in het belastingstelsel te verkrijgen. FRANKRIJK. PARIJS, 1 Maart. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft heden avond en nacht ver scheidene renboden naar Italië en Spanje algezonden. De Nationale Vergadering zal heden de derde beraadslaging over de wet op den Staatsraad, welks getal nu op 40 bepaald is, ten einde brengen. De kiesvereeniging in de straat van Poitiers heeft zich gevestigd zij 1 telt vele leden der Bonapartische partijook van de behoudende en oude Ko ningsgezinde. Men telt er geen een republikein onder, noch van gisteren j noch van morgenzoo als deze zich onderscheiden. De Hoogleeraar Michel Chevalier heeft heden weder zijne eerste les ge geven bij het Collége de France. Een talrijk en deelnemend gehoor is bij deze les van den Hoogleeraar, die onlangs zoo onbeschoft door het socialis- raus was uitgezettegenwoordig geweest. De Heer Lamartine, die op het eind dezer week een reis naar België en Nederland zou hebben ondernomenheeft die reis tot bet laatst van April uitgesteldomdat hij te Bourges in de regtzaak der in Mei 11. van oproer be schuldigden als getuige moet optreden. Men is aan 't opmaken van een platten grond van het onderaardschen Parijs, dat zoo als men weet, vele gewelven van verlatene steengroeven be vat die tot berging van doodsbeenderen dienenin 45 kaartenwaarvan er reeds 30 voltooid zijn. Eergisteren zijn er in verscheidene kosthuizen in de straat St. Margue rite Saint-Antoine vele verdachte lieden, die gcene behoorlijke papieren had den, in hechtenis genomen. SPANJE. MADRID, 23 Fcbruarij. De Minister van Finantien Mon heeft de begrooting voor 1849 aangeboden. ZÜ is nagenoeg 35 millioen guldens lager dan het vorige jaar. De uitgaven I zijn geraamd op 1,220 millioen realen, (152 millioen gulden) en de ont vangsten op 1226 millioen (153 millioen gulden). Ilij heeft veranderingen in het tarief der in- en uitgaande regten aangekondigd, waarvan de opbreng sten in 1848 onbeduidend is geweest. SARDINIË. TURYN24 Februarij. De volkspartij had eene bezending afgevaardigd om den Koning tot de te rugroeping van den Minister Gioberti te bewegen. Z. M. heeft die eerst ge hoor geweigerddoch nader toegelaten. Zij is echter, hoezeer de Koning haar minzaam ontvangen heeft, niet in haar doel geslaagd, daar Z. M. het ver zoek stellig van dc hand heeft gewezen. Terwijl de volkspartij alhier liet herstel van Giobeiii verlangde, heeft dezelfde partij te Genua zich tegea hem verklaard en hem een Jesuit genoemdschoon hij zich vroeger als een vinnig tegenstander dier orde had doen kennen. Thans is de Generaal Chiodo voor zittend Minister. ITALIË, ROME, 25 Februarij. Dc Constituerende Vergadering heeft besloten om gcene burgerlijke ambte naren af te zettenmaar van hen de verklaring le vragen dat zij de Repu- blikeinsche Regering erkennen en zullen gehoorzamende krijgslieden zullen worden beëedigd. De Gazette de Génes meldtdat de Generaal Laugier, die eene reactie had willen beproeven ten voordeele van den Groot-Hertog van Toscane terug is moeten trekken voor de gewapende burgermagt van Apice en Guer- razzihij is eerst op Camajore en daarna op Pietra Santa teruggetrokken. In den omtrek van Florence had men in den nacht van den 2Isten ook eenige reactionnaire pogingen aangewend die echter geen gevolg hebben gehad. Men verneemt dat de burgers van Ferrara de 200,000 kroonen aan dc Oostenrijkers hebben betaald 70.000 in gereed geld en het overige in wis sels op Triest en Milaan, en dat zij zes gijzelaars hebben gegeven, waar onder de Aartsbisschop die in bet kasteel zallen blijven, zoo lang de Oosten rijkers niet afgetrokken zijn. Het YVeener regeringsblad van den 25sten Februarij behelst het volgende berigt aangaande den togt der Oostenrijksche troepen naar Ferrara, waaruit blijkt dat men bij deze beweging niet aan eene eigenlijke interventie ten be hoeve van den Paus te denken heeft, en dat de Oostenrijksche troepen, nadat het doel van den togt bereikt was, onverwijld over den Po naar hunne vroe gere standplaatsen teruggekeerd zijn. Den 6,len dezer werden gelijk reeds door de dagbladen vermeld isver scheidene tot de Oostenrijksche bezetting der citadel van Ferrara behoorendc Officieren, die vreedzaam door de stad gingen, door volkshoopen vervolgd, nilgejouwd en met steenen geworpen. Den volgenden dag herhaalde zich dat schandelijk tooneelzoodat het nog stouter geworden gewapende gemeen slechts met moeite teruggedrongen kon worden. Bij deze gelegenheid werd een Officier door een geweerschot gekwetst; gelijktijdig werden in een ander gedeelte der stad drie uit het hospitaal naar de citadel lerugkcerendc Oosten rijksche soldaten zoo erg door het gepeupel mishandelddat alle drie kort daarop overleden. Denzelfden dag werden drie cavallerie-ordonnancen, die door den Bevelhebber der citadel met brieven naar S. Maria Magdalena gezon den waren, aan bet veer over den Po door de Romeinsche militie aangehou den ontwapend en mishandeld. Zoo werd ook een uit Ferrara komend Offi cier van den trein met zijne drie wagens aangehouden en hem de overvaart over den Po geweigerd, zoodat door deze gewelddadigheden de gemeenschap der Oostenrijksche bezetting van Ferrara met den linker Po-oever afgesneden was. Al deze schandelijke handelingen waren even zoo vele inbreuken op do eerst in Julij 11. tusschen den Generaal Vorst Liechtenstein en den prolegaat van Ferrara gesloten overeenkomst. Dit is echter niet de eenige trouwbreuk waaraan de stad Ferrara zich schul dig gemaakt had. Reeds voor eenige maanden was van de woning van den Oostenrijkschen Consul Bcrtuzzi het Keizerlijke wapen afgerukt en beschimpt en de Consul zelf mishandeld gewordenzoodat hij slechts met levensgevaar uit zijne woning kon ontsnappen. Bij deze gelegenheid werd onder de oogen der overheden van Ferrara het huis des Consuls aan algchcele plundering en vernieling prijs gegeven. Daar het niet mogelijk was voor deze reeks, van met het regt der volken strijdige misdaden, van de Romeinsche overheden de vereisebte voldoening te erlangen, zoo heeft de Veldmaarschalk Radetzky gemeend, dat de mate van hetonregt thans vol, en het noodzakelijk was, door eene excmplare tuchtiging der stad Ferrara, aan de verdragen en het regt der volken weder den noodi- gen eerbied en aan onze bezetting nieuwe waarborgen vcor hare veiligheid te verschaffen. Tot dat einde trok eene brigade Keizerlijke troepen onder den Generaal Majoor C'oronini, den 18deD dezer over den Po, rukte ten 1 ure na den mid dag, zonder eenigen tegenstand te ontmoeten, in Ferrara binnen en betrok een leger op het glacis van het kasteel. Aan eene deputatie der staddie zich bij den Bevelhebber van het tweede reserve-corps, den Veldmaarschalk-Luite nant von Haynau vervoegdelegde deze de aanleiding en het doel zijner komst bloot, en gaf haar eenc bekendmaking over, waarin onze grieven uit eengezet en de' door de stad te geven voldoening naauwkeurig aangegeven waren. De hoofdpunten der gedane vorderingen waren de volgende: [Deze zijn gelijkluidend met dc in ons vorig Nominer medegedeelde.] Aan al deze vorderingen moest binnen 24 uren voldaan zijn, bij gebreke waarvan de stad zou gebombardeerd worden. Nog vóór den afloop van den gestelden termijn keerde de deputatie terug, vergezeld van den Kardinaal-Aarthisschop en den Britschen Consul, en ver zocht om verlenging van den termijn voor het bijeen brengen der verlangde schatting, waarop een uitstel tot den 19dcD des namiddags ten 4 ure werd toegestaan. Op dat tijdstip werd het geld uitbetaald. Nadat de Generaal Haynau zich in den morgen van den 25slcn overtuigd had dat de versperringen weggpruimd en de pauselijke wapens hersteld waren, en nadat de verlangde gijzelaars waren geleverd, sloot hij, bij ontstentenis van eenig ander wettig gezag, met het gemeentebestuur eene overeenkomst, waarvan de bepalingen ten doel hebben aan de Keizerlijke bezetting de ver- eischte veiligheid en vrijheid van beweging te waarborgenen hel vervorr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2