hiervan kan de Heer Minister overtuigd zijn langs den weg van bemidde
ling met de Duitsche regeringen, waaronder de Keizerlijke de eerste plaats
bekleedt, te verkrijgen zijn. Gaarne zijn wij bereid, hem bij den moerdij
ken arbeid de behulpzame hand te leenen. Van zijrie zijde verwachten wij
echter ook en zijne uitstekende eigenschappen als Staatsman regtvaardigen
die hoop die juiste waardering der onderlinge verhouding en dat bereid
willig te gemoet komen, hetwelk alleen tot eene bevredigende beslissing lei
den kan. Ontvangt, enz.
«(get.) SCHWARZENBERG."
Tot wederlegging dezer nota beeft de Minister von Gagern nu de volgende
memorie opgesteld en die, te gelijk met de nota, naar het Oostenrijksche
Comité verzonden
Frankfort5 Januarij.
«De President van den Raad van Ministers aan den Heer Afgevaardigde
Kirchgessner, Voorzitter van de Commissie tot het uitbrengen van verslag
op bet door het Rijksministerie gedane voorstel, omtrent de Ooslenrijkscbe
aangelegenheden.
Terwijl het Rijksministerie bij afschrift aan de Commissie kennis geeft
van eene medcdecling, die het van wege de KK. Oostenrijksche Regering,
door tussehenkonist van den Gevolmagtigde van deze bij bet Centraal Bestuur,
toegekomen is, vindt bet zich genoopt deze mededeeling van de volgende
opmerkingen te doen vergezeld gaan
»I. In de 1 van het voorstel van bet Rijksministerie van den I8(,en der
vorige maand, is het ministerie uitgegaan uit bet oogpunt van den op bet
Rijksbestuur berustenden pligt, om de bestaande Bondsbetrekking van Oos
tenrijk tot Duitscbland te behouden. Hel lieeft alzoo niet in twijfel getrok
ken, dat Oostenrijk een Bondstaat was, die geregtigd is in Bondsbetrekking
te verblijven.
«II. Het rnecrendcel van liet Daitsche volk wil onloochenbaar de vroegere
Bondsinstelling zoodanig zien veranderen dat de gezamentlijke belangen der
natie, door eene gezamentlijke Regering met volksvertegenwoordiging, onder
hehoud van de zelfstandigheid der afzonderlijke staten, voorzoo verre deze
daarmede bestaanbaar is, oppermagtig bestuurd worden. Het karakter van
den tockomstigen Bondstaat is voorloopig aangewezen in die gedeelten der
staatsregeling, in welke van het Rijk, van het rijksbestuur cn van den
Rijksdag gehandeld wordt, en waarvan eene eerste lezing bereids heeft plaats
gehad. Het is niet waarschijnlijk dat de constituerende Nationale Vergade
ring hij de tweede lezing zoodanige veranderingen zal maken als het karak
ter van den Bondstaat in het wezen veranderen zouden.
«III. Tot den aldus voorgenomen Bondstaaat toe te treden, zal geen zui
ver Duitsche staat kunnen weigeren maar voor zoo veel Oostenrijk betreft
was het Rijksministerie van gevoelen, en is het dit nog, dat dit bij den
aard zijner vermenging met niet Duitsche landenin eene afzonderlijke stel
ling verkeert en verkeeren moet.
IV. Ofschoon Oostenrijk vroeger niet uitdrukkelijk verklaard heeft tot
den Duitschen Bondstaat zoo als die overeenkomstig de bestaande besluiten
gevormd zal wordenniet te willen toetredenen ofschoon het zich eene na
dere verklaring daaromtrent voorbehoudt, zoo vermeent hel Rijksministerie
evenwel geregtigd te zijn, om uit het, door de openbare meening in Oosten
rijk bevestigd programma van Krernsier (van den 27slon jl.) en uit de hou
ding van de Oostenrijksche Regering, tegenover de aanschrijvingen van het
Centraal Bestuur en de besluiten van de Nationale Vergadering, eene zooda
nige bedoeling van de Oostenrijksche Regering van niet tot den Duitschen
Bondstaat te zullen toetreden, te moeten veronderstellen. In dit programma
wordt voornamelijk gezegd: liet voortdurend bestaat van Oostenrijk in een
heid van staat is eene behoefte voor Duitscbland, zoowel als voor Europa."
De voortduring eener Staats-eenheid der Oostenrijksche monarchie is onver-
eenighaar met de onderwerping van een gedeelte aan eenen van de geza
mentlijke monarchie onafhankclijken sterken, op gelijke wijze geregeerden
kortom, met den wil der natie overeenkomstigen Duitschen Bondstaat. Thans
verklaart de nieuwe Oostenrijksche gevolmagtigde bij het centraal bestuur,
dat bet Oostenrijksche Ministerie de staalkundige bedoeding die aan bet pro
gramma van Krernsier ten grondslag lag, inderdaad gewijzigd beeft. De
regering van den Keizerstaat behoudt zich baar antwoord op de door liet
Duitsche ontwerp van Staatsregeling aan Oostenrijk gestelde vraag nog voor.
Haar die vrijheid te betwisten, is niet de zaak van liet Rijksbestuur. Maar
ook na de ophelderingen, door den gevolmagtigde van Oostenrijk omtrent de
nota van 28 Dee. gegeven, gelooft het Rijksministerie dat de toekomst zijne
inzigten zal regtvaardigen.
«V. Het Rijksministerie ging in de vijfde paragraaf zijner voordragt van
18 Dcc. van de onderstelling uitdat de staatsregeling van den Bondstaat
geen onderwerp van onderhandeling konde zijn. In de nota van 28 Dec.
wordt wel daarop doelende aangemerktdat de beslechting der groole vraag
slechts langs deri weg der bemiddeling met de Duitsche regeringen, waaronder
de Keizerlijke de eerste plaats bekleedt, te bereiken is.
«Even zoo weinig als de weg van bemiddeling daar uit hel oog verloren
mag worden, waar hij tot bet bereiken van een doel kan leiden, even zoo
krachtig moct'het algemeene stelsel van overeenkomst, betrekkelijk bet werk
der staatsregeling, als onvereenigbaar met de door de nationale vergadering
ingenomene stelling, teruggewezen worden. De hoop, waar die ook mogt
ontstaan, dat de tijd gekomen is, om den sterken Bondstaat met een duur
zaam en gelijkvormig oppergezag in de geboorte te verstikken cn door een
dergelijke inrigting te vervangen, die meer of minder met den ouden Bonds
dag overeenkomt, die hoop zal te schande gemaakt worden.
«VI. Maar ook afgezien van liet werk der staatsregelingde nota van
28 December en de opheldering van den nieuwen Oostenrijkschen gcvolmag-
iigde, blijft eene onderhandeling met Oostenrijk noodzakelijk zoowel om het
in het leven brengen der Duitsche staatsregeling daardoor te verhaasten, dat
eene wederzijdschc verklaring over de betrekkingen van Duitsch Oostenrijk tot
het gezamentlijk Duitscbland oi eene mogelijke vereeniging van het geza-
rnentlijk Oostenrijk met het overige Duilschland voorbereid worde; alsook om
het onmiddelijk regeringsdoel van liet centraal bestuur te bereiken en zijnen
pligt te vervullen waardoor hel noodzakelijk wordt cenen gevolmagtigde te
hebben op de plaats, waarover, de nieuwe inrigting van een rijk beslist
wordt, dat voor een groot gedeelte tot Duitscbland behoort, en waar zich de
middenpunten bevinden van groote Europesche belangen.
«Op welke wijze de onderhandeling gevoerd wordt, is eene bijzaak. Toen
het rijks-ministerie verzocht om gemagligd te worden, met het Oostenrijksche
Keizerrijk gezantschapsverkecr aan te knoopen, werd dit daarom gedaan,
omdat het zenden van rijks Commissarissen door het centraal bestuur oji ceri
uitvoerend gezag berust, dat Oostenrijk het niet toekent.
«VII. Het rijksminislerie herhaalt daarom zijn in de voordragt van 18
Dee. gedaan verzoekoin gemagligd te wordenten gelegener tijde en op
geschikte wijze met de regering van het Oostenrijksche keizerrijknamens
het centraal bestuur, over de verhouding van Oostenrijk tot Duitscbland iu
onderhandeling te treden. (Gel.) von Gagern."
Men gclooit dat de meerderheid in de rijksvergadering, de in de nota
van Sch warzon berg ontwikkelde stelsels niet zal erkennen.
Men verneemt dat de Heer von Gagern met den genezen Minister van
Binncnlandschc Zaken te Munchen, Vrijheer Lerclienfoldin onderhandeling
is omtrent bet overnemen der rijksportelëuille van Binncnlaridsche Zaken.
De toestand tnsschen Oostenrijk cn Sardinië dreigt al meer ten oorlog.
Op bevel van Maarschalk Radelzky is de toegang tot Lombardijs strengelijk
gesloten geene reizigers of dagbladen worden over de grenzen gelaten. Al
leen de posten, mits niemand dan den conducteur voerende, de couriers
der diplomatie, vrachtwagens, uitsluitend met goederen beladen, en perso
nen in eigen rijtuig reizende, mits van volkomen in orde zijnde passen voor
zien, zijn van het verbod uitgezonderd.
De Raad der vrije slad Lubeck beeft de Israëliten met de Christenen
ten aanzien der burgerlijke regten gelijk gesteld.
RÜSLAIB.
Sedert bet begin van den winter zou in de oostelijke en zuid-oostelijke
Gouvernementen een staat van zaken heerschendie voor de Regering zeer
gevaarlijk kon worden. Gewapende troepen van 5 a 6000 man trokken het
land door, overal brandstichtende, plunderende en moordende. Zelfs in de
stad Kasandie 60.000 zielen bevat, pleegden zij die buitensporigheden.
Men meent echter dat deze geruchten allezins nadere bevestiging behoeven.
¥BBEEOTGBE STATEN.
De Senaat van Washington heeft eene memorie ontvangen van de Heercn
Aspinwall en Comp, die aanbieden, om voor hunne kosten cenen weg over
de landengte van Panama te maken, rnits zij gedurende 20 jaren de brie
venposten, troepen enz. der Vcreenigde Staten vervoeren. Het werk zou den
lstCD Junij beginnen en in 3 jaren gereed zijn. Het Huis Manning cn Mac
kintosh te .Mexico moet echter het plan hebben de landengte door te graven;
reeds zou het daarmede eenen aanvang hebben gemaakt cn liet kanaal in 8
maanden gereed zijn.
STAISS BERIGTEN.
NOTIFICATIE
tot Oproeping van Vrijwilligers voor de dienst der Nationale Militie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, gezien hebbende
Art. 30 der Wet, van den 8sLeo Januarij 1817, Staatsblad n°. 1 waarbij
aan elke stad of plaats de vrijheid verleend wordt, oin derzelver contingent
in de Nationale Militie, geheel of gedeeltelijk, in vrijwilligers te leveren, -
geven hij deze aan de belanghebbenden kennis, dat het daartoe bestemde
Register, gedurende de maand Januarij 1849, (except Zon- cn Feestdagen)
ter Secretarie dezer Stad, van 's morgens ten tien tot 's namiddag ten een
ure, zal openliggen, en noodigen mitsdien uit alle ongehuwde manspersonen,
welke op den lsten Januarij 1849 hun 19de jaar zijn ingetreden, cn hun 30sle
nog niet hebben volbragtten ware zij reeds in dienst der Nederlandsche
armee of Nationale Militie hadden gestaan, in welk geval zij ook tot den ou
derdom van 35 jaren zullen worden toegelaten de lengte hebbende van een
el, vijf palmen, zeven duimen, voorzien van derzelver geboorte-acte en bewijs
van goed gedrag en inwoning van ten minste 15 maanden binnen deze Stad,
getcekend door den Heer der Gebuurte, waarin zij woonachtig zijn, om zich
tot den dienst der voornoemde Nationale Militie, vrijwillig te verbinden, en
daartoe in voormeld Regisser te doen inschrijven. Zullende aan ben wor
den uitgereikt een handgeld van DERTIG guldens, zoodra zij lot de dienst,
door de Militie-Raad, zijn goedgekeurd.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. 11. Burgemeester en Wethouders
der Stad Lcyden op den 29s!cn December 1848.
DU R 1 EU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUT'J'KAMMER.