Byvoegsel tot de Leydsche Courant van Woensdag 4 October J848,
vierhonderd leden van alle partijen verzamelen zich onder aan de trappen
terwijl eenige Bergmannen den spreker van het gestoelte wilden sleuren. De
Voorzitter laat door vier deurwaarders het gestoelte verdedigen vele gema
tigde leden ondersteunen hen en na tien minuten hevigen strijd, gelukte hel
de deurwaarders de leden naar hunne plaatsen te doen terugkeeren.
De Heer Denjoy zette nu zijne rede voort, maar telkens viel men hem in
de rede. Hij gaf een verslag van het banket te Bourgesdat ook door den
Prefect en den Procureur-Generaal der Republiek was bijgewoond, waar men
den gegoeden burgerstand in een hatelijk daglicht heeft pogen te stellen en
tot de werklieden gezegd, dat men hun een hemel op aarde zou kunnen ge
ven, maar dat men dit niet wil doen. Daar dus, zoo wel te Toulouse als
te Bourges, de arbeiders tegen den burgerstand waren opgezet, en zulks in
het bijzijn van aanzienlijke ambtenaren, verlangde hij te weten, wat de Mi
nisters gedaan hebben bij het vernemen van het gebeurde.
De Heer SénardMinister van Binnenl. Zakenantwoordde dat de Rege
ring onderzoek liet doen, en mogten die feiten bewaarheid worden, dan zou
afzetting der ambtenaren, die zoo iels rustig hadden aangezien, te geringe
straf zijn, en de Regering zal haren pligt weten te volbrengen. De Minister
van Oorlog sprak in denzclfden geest.
De Republikeinsche feestmalen zijn aan de orde van den dag. Meden
is er nog een gehouden van meer dan duizend werklieden aan de barrière de
Sèvres. Er werden vele republikeinsche toasten ingesteld en de lucht weer
galmde van: l.cve Raispailleve de Martelaars van Junij die in de gevange
nissen zuchten 1 Te negen ure zijn de gasten uiteen gegaande straten van
hun rcpublikeinsch gezang doende weergalmen, in het gezigt van sterke af-
deelingcn troepen die tegen uitbarstingen bij de hand waren.
Ook te Lyon is zulk een banket gehouden. De redacteur van een verboden
blad le Peuple Souverein heeft van de hnrgerij gezegd, dat haar rijk uit
was, en dat de republikeinen al liet verledene van hunne vaderen aannamen
en geenerlei daden der oude roemrijke omwenteling zouden verloochenen.
Te midden dier klinkende feesten achter dien schijnglans van vrolijkheid
en welvaart, ontwaart men de akeligste schrikbeelden van jammer en el
lende. De bandelooze vrijheidszucht houdt de maatschappij in dreigende on
rust, verlamt alle gezag, doet allerlei bedrijf kwijnen, doet alles aan een
uitputtenden staat van oorlog opofferen en voert algemeene verarming in
haai oniniddelijk gevolg. Zoo zal het Departement van de Seine cene geld-
leening openen van zes millioen franken om dezen winter aan noodlijdende
burgers uit te ileelenen daartoe cene verhooging van belasting van 5 cen
times gedurende zes jaren uitschrijven, terwijl het daarenboven nog op eene
ondersteuning van negen millioen door den Staat rekent.
FRIJISSEN.
KEULEN 29 September.
Onder de alhier gevangen genomencn, ten gevolge van het laatste oproer,
bevinden zich eenige groote Hoerendie getracht hadden de soldaten tot
ongehoorzaamheid aan te sporen. Er zijn ook onder die gevangenen, wier
getal 36 bedraagtonderscheiden vreemdelingen.
OOSTENRIJK.
AP EEN EN 27 September.
Z. M. heeft den Graaf van Lamberg benoemd tot gcvolmagtigd Koninklijk
Hongaarsch militair Commissaris, met het opperbevel belast over al de troe
pen, ook de Croatischc, die zich thans in Hongarije bevinden. Z. M. ver
trouwt dat de burgeroorlog weldra in Hongarije zal geëindigd zijn.
De reden waarom de Palatijn Stephanus herwaarts is gekomen is om
zijne waardigheid in banden van den Keizer neder te leggen.
Het leger van den Banus van Croatië is tot aan Stuhlweissenburg
voortgerukt. Het volk en de nationale garde hadden hem overal als hunnen
bevrijder begroet. Na het vertrek van den Aartshertog Palatijn herwaarts
was de burgerwacht uiteen geraakt. De Hongaarsche Rijksdag zounaar
men vernomen had, zijne zittingen schorsen.
De vesting Arad, cene der sterkste van Hongarijë, was in de handen der
Keizerlijke troepen gevallen.
FRANKFORT.
30 September.
Het Rijks-Ministerie heeft, in overweging nemende zijne verpligting, om
zorg te dragen dal het gezag der wetten in Duitschland niet ongestraft mis
kend worde, van de regeringen van I'ruissen en YVnrtemberg een spoedig
rapport verzocht tot opheldering, waarom de laatste te Heilbron, Coblcnlz en
Keulen plaats gehad hebbende rustverstoringen niet hebben kunnen worden
voorgekomen, en tot opgave der maatregelen, tot het te keer gaan en straffen
daarvan zijn genomen. Te Berlijn is deze aanschrijving van regeringswege
publiek gemaakt, met cene scherpe vermaning tot rust en orde.
In de Rijksvergadering is den 28stCD op nieuw door een' der afgevaar
digden eene poging gedaan om de opheffing van den staat van beleg te
verkrijgenmaar ook wederom vruchteloos.
In de Zitting van den 28slc<> werd door het Comité voor defensie het
thans voltooide ontwerp van eene wet op het Duitsche defensie wezen mede
gedeeld. Dit ontwerp bestaat uit XVII hoofdstukken en 86 paragrafen en
berust op de vrijzinnigste grondslagen. De geheele krijgsmagt staat onder het
opperbestuur van de centrale inagtover de afzonderlijke leger-afdeelingen
voeren, in tijde van vrede, de des betreffende Lands Regeringen het hevel.
Het leger zal slechts uit Duitschors bestaan en slechts Duitschers kui
daarin bevelhebberspostcn bekleeden. De dienstpligtigheid begint bij de vi
tooijing van het 20sle levensjaar en is algemeen; remplacering is verboden
De Duitsche legermagt bestaat 1°. uit de eerste ban (actief leger, 2125
jaar); 2". uit de tweede ban (landweer eerste ban, van 26 tot 32 jaar)
3°. uit de derde ban (landweer tweede ban, van 33 tot 39 jaar); 4°. uit-de
vierde ban (burgerwacht en landstorm); de geheele overige bevolking tot'50
jaren oud. De diensttijd, in tijden van vrede, is bij de lstc ban ,jaarv
bij de ruiterij 2 jaar, bij de genie 2£ jaar. Voor de gezamentlijke Duitsche)
troepen zijn dezelfde exercitie- en dienstreglementen toepasbaar. Als beginsel
voor alle bevordering tot den rang van bevelhebber der compagnie of van heWvV
escadronwordt de keuze door de manschappen zelf aangenomen. Voor de
hoogere graden worden nominatien voorgesteldwaaruit door de belangheb
bende mogendheden, bekrachtigd door het centraal bestuur, gekozen wordt.
Alle militaire inrigtingen worden opgeheven; bij alle corpsen worden inrig-
tingen van onderwijs voor alle wapenen opgerigt.
Uit Freiburg wordt van den 28sten gemeld dat Strove door den krijgs
raad ter dood was veroordeeld en dien morgen zijn vonnis zou ondergaan
doch dat het Hofgericht in genoemde plaats daartegen geprotesteerd had, om
dat Struve niet op heeter daad was betrapt. Er zou nu eene geregelde in
structie tegen hem aanvangen en hij voor de Jury worden gesteld.
TURK YE.
CONSTANTINOPEL13 September.
Er heeft hier wederom een zware brand gewoed, die in de stad zelve bijna
1000 en in Pera 200 huizen in de asch heeft gelegd. De brand was in de
paardestallen uitgebarsten en heeft 6 uren voortgewoed. Men berekent de
schade op 50 millioen piasters,
OOST-INDIE.
BATAVIA, 26 Julij.
De Strait-Times van den 19,ien Julij deelt het volgend verhaal mede,
van het in den Archipel van Solo met de Amerikaansche brik Manilla voor
gevallene
Genoemde brik was den 3den Julij 1847 van Hongkong naar den Solo-
Archipel gestevend. Het schip, behalve den Kapitein Jones, bemand met 36
man, bekwam den 10,len Augustus een zoo erge lek, dat men het den IS*16"
aan de noord-westpunt van Sallibobo, een van de meest zuidelijke eilan
den van de Solo-groep, op het droog deed loopen. De inboorlingen kwamen
ruilhandel drijven, en poogden de manschap over le balen oin aan land te
komen; de Kapitein en eerste stuurman zagen dit wel ongaarne, maar de
nood drong er toe, te meer daar de goederen gelost en op het strand opge
slagen moesten wordendeze verzoeking schijnt te sterk voor de inboorlingen
geweest te zijn; den 28 Aug. verschenen zij met speren en krissen gewapend.
De in twee hoopen gestapelde goederen werden door de in twee deelen
verdeelde manschap bewaard; op een punt werd de aanval afgeslagen, maar
het tweede overmeesterd en de goederen door de inboorlingen verdeeld de
tijdmeter, waarvan zij het tikken niet konden begrijpen, sloegen zij, om
hem van binnen te zien, op de wijze der kinderen, aan stukken, die brokjes
onder zich verdeelendeen trokken toen af. Kapitein Jones liet eene soort
van houten fort bouwenvan geschut voorzien en de goederen er binnen
bergen. Een paar weken later kwamen ongeveer 500 inboorlingen op het
fort aanrukken; het geschut, dat hunne rangen niet weinig dunde, joeg
hen op de vlugtgedurig echter voeren zij naar de omliggende eilandjes om
versterkingen te halen. Vier dagen later hernieuwden zij den aanvalen
naderden digt op het punt zijnde een storm te wagen; in dezen dringen
den nood lieten de verdedigers dus eindelijk hun grof geschut eens weder
spelen waarop zij uiteen stoven. De verdedigers, van welke er drie speer-
wonden ontvangen hadden en een met eene kris doorstoken was, bleven nu
eenige maanden in dezen benaauwden toestand, schaars van levensmiddelen
voorzienterwijl troepjes inboorlingen hen gedurig kwamen verontrusten
allengs begonnen deze zich minder vijandig te bctooncn, en door tusschen-
komst van enkele Manilla-eilanders onder de manschap, begon men zelfs
gesprekken te houden. Een paar malen begaf zich zelfs een hoofdop het
woord van Kapitein Jones betrouwende, binnen het gebouw, waar hij gast
vrij onthaald en met geschenken beladen werd. Van zijnen kant beloofde hij
dan ookdat zijne landgenooten zich van verdere vijandelijkheden zouden
onthouden; een aanval werd echter twee dagen na zijn bezoek herhaald, door
omstreeks 150 man. De vermelde rajah werd niet onder hen gezien, maar
de man die hen aanvoerde was een stout krijgsman, die zijn volk, wanneer
zij op de vlugt wilden gaan, herhaaldelijk weder bijeen bragt, en de onwil-
ligen met zijnen kris velde. Eindelijk werd hij in de vlugt zijns volks me-
degesleept. Er verliepen eenige dagen, en de rajah, die het gebouw bezocht
had, liet zich op nieuw zien, maar zonder te willen binnen komen; het had
hem zeide hijniet mogen gelukken den laatsten aanvaller terug te hou
den. Nu verliep er nogmaals eene week of drie in tamelijke rust, na welke
het woeste krijgshoofd eenen vijfden aanval, met 250 man, kwam wagen,
maar ten slotte al wederom de vlugt moest nemensedert hadden er geene
zware aanvallen meer plaats, en werd, ofschoon door kleine vcrontrustingen
afgebrokeneene soort van ruilhandel begonnendie de belegerden gele
genheid gaf zich van levensmiddelen te voorzien. Zich overigens deze meer
dere rust ten nutte makende, timmerde de manschap uit hel wrak van het
schip eene praanw met welke de Kapitein zich met 6 man naar Menado,