COURANT.
LEYDSCHE
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
N°. 1074.%
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nummers worden tegen 10
Centen afgegeven.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOENSDAG, 6 SEPTEMBER.
vit Zaturdag avond.
LEY DEN5 September.
Gisteren is alhier de 8ste verjaardag van Z. K. II. den Erfprins op de
gebruikelijke wijze gevierd.
'sGBAVENIlAGE, 4 September.
Z. M. beeft benoemd tot broeder der orde van den Ncderlandschen Leeuw,
den Adjudant-Onderofficier van bel corp Marechaussee met rang van Officier,
II. Smeda.
Z. M. beeft de besturen der verschillende kerkelijke gezindheden doen
nitnoodigen in hunne gebeden den Almagtige af te smeken de gelukkige
bevalling en verder herstel zijner beminde Dochter, II. K. 11. Mevrouw de
Krl'groothertogin van Sakscn-Weimar-Eisenachdie zich in gezegende om
standigheden bevindt.
Z. M. heeft magtiging verleend, dit jaar de gewone inspectie over de
verlofgangers der nationale militie, in October, niet te doen plaats hebben,
vermits die inspectie zich zou moeten bepalen lot miliciens der liglirig van
1844, die in hun laatste dienstjaar zijn.
Heden wordt in deze Residentie met de gebruikelijke plegtigheden ge
vierdde 8stc verjaardag van Z. K. 11. Prins Willem, Erfprins van Oranje.
In de zitting van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van heden,
heeft de centrale afdeeling haar verslag uitgebragt over de twaalf wetsont
werpen tot herziening der Grondweten zijn de beraadslagingen bepaald op
morgen ten half 2 ure.
Uit de thans gedrukte en ae.n de leden van de beide Kamers der Staten-
Generaal rondgedeelde processen-verbaal van het onderzoek in de afdeelingen,
over de twaalf wetsontwerpen, declcn wij hier bij wijze van kort uittreksel
bet volgende mede:
In de Eerste Afdeeling hebben zitting de HeerenBaron Huissen van Kat-
tendijke, van Nes, van der IlouvcnJhr. van Akerlaken, Graaf van der
Duyn van MaasdamBaron van Hecckeren van En^huizcn en Graaf Schim-
melpenninck President.
De leden oordeelden dat de doelmatige behandeling zal bevorderd worden
wanneer elk hunner in de eerste plaats zijn gevoelen doet kennen nopens het
geheel der twee wetsontwerpen in hunnen zamenhang.
De leden oordeelen dat het nuttig en noodig is de Grondwet te verbeteren.
Het oordeel over de ontwerpen loopt echter zoo verre uiteendal cenige
leden van meening zijn (zoo zij tussehen die twee uitersten zouden moeten
kiezen) dat het geluk en de voorspoed der natie meer zouden worden bevor
derd door Jict behoud der Grondwet met alle hare gebreken, dan door de in
voering der voorgedragen wijzigingen. Een lid meende dat de veranderingen
welke de oorspronkelijke ontwerpen der Staats-Commissie hebben ondergaan,
aan die ontwerpen veel van hunnen zamenhang en doelmatigheid hebben doen
verliezen. Een lid, dat te voren voor cene Grondwetsherziening heeft geijverd,
achtte het tegenwoordig oogenhlik minder geschikt. Hij zal zijne goedkeuring
niet onthouden, hoezeer hij zicli onder anderen bezwaard gevoelt, over:
bet regt van vereeniging, het niet invoeren van meerdere bezuinigingen
het behoud van den Raad van Statehet toelaten van openbare godsdienst
oefeningen ook builen de gebouwen en besloten plaatsen. Drie leden waren
getroffen door hel gevaarlijke regt van vereeniging en vergadering, vooral
bij directe verkiezing en hoogst zwakke en gebrekkige Eerste Kamer, waardoor
de kroon van vele belangrijke voorreglen en invloed verstoken, zonder steun
gelaten werd. Zij betreurden bijzonder het verminderen dier voorreglen in
bet beheer over de militaire magt. De bepalingen omtrent de promulgate der
kerkelijke voorschriften en de benoeming der leeraars van de Godsdienst, als
mede de bepalingen nopens het onderwijs in liet ontwerp voorkomende, le
verden hun nieuwe gronden van bezwaar op; cn zij zagen met groole bekoin
mcring het verdwijnen van veel bepalingen inct het monarchaal stelsel ver
bonden; doch met genoegen dat vele gebreken zijn verholpen, zoo dal, hoezeer
zij zich niet in alle opzigten met de ontwerpen kunnen vereenigen, zij echter
thans geenc reden meer vinden om de ontwerpen af te stemmen.
Eenigc punten van hezwaar zijn cr echter overgebleven het regt van ver
eeniging en vergadering, de inrigting der vertegenwoordiging in de Kamers.
Die leden somden de bezwaren daartegen op. Hunne bezorgdheid nopens het
regt van vereeniging in verband met de regtslreeksche verkiezingen klimt
hooger, bij de allerongelukkigste inrigting der Eerste Kamer. Zonder meer
dere waarborgen en inet de zaden van onrust cn beroering welke de bepaling
art. 15 Ontwerp I (regt van vereeniging) aankweekt, verwachten de
voormelde leden dat het democratisch beginsel spoedig geheel de overhand in
ons Vaderland zal nemen en dat de Monarchie met het regerend Huis daarbij
zal verdwijnen, cn rekenen bet pligthunne medewerking daartoe niet te
verleenen. Een dezer leden drukte nog bijzonder op de omstandigheid dat
de ontwerpen veel te veel overlaten aan volgende wetsbepalingen, waarvan
de inhoud cn strekking noodwendig onbekend zijn, op het ondoelmatige in
zijn oog van de regtslreeksche verkiezingenop de nietigheid der bezuinigin
gen op het gevaar, aan de afkondiging van kerkelijke voorschriften buiten
hemoeijing der Regering. Twee leden zijn van oordeeldat zij in verschil
lende bepalingen niet kunnen instemmen, als: de erkenning van het regt van
vereeniging en vergadering, de regtstreeksche verkiezingen, de zamenstelling
van de Eerste Kamer cn de voorgestelde bepalingen nopens de koloniale aan
gelegenheden. Zij achten bel naar aanleiding der Kon. boodschap pligt iets
van eigen denkwijze ten olfer te brengen, erkennen de onmogelijkheid om
alle meeningen te vcreenigen daaromofschoon zij er het heil niet van ver
wachten, dat velen er zich voorspiegelen, en gelooven, dat de wijzigingen
veel verder worden uitgebreid, dan de meerderheid van dat gedeelte der natie
verlangt, dal geacht kan worden bevoegd bcoordeelaar te zijn; zullen zij zich
voor de aanneming verklaren en zich onderwerpen aan de minderheid der be
volking, dewijl die minderheid, naar den ongelukkigen geest des tijds, de
verwerping aan een stelsel van behoud ter kwader trouw, in stede van aan
ecnen geest van behoud ter goeder trouw, zou toeschrijven. Beide leden vin
den zich dus genoopt om hunne meening aan de omstandigheden ten offer te
brengen, achtende daardoor in het tegenwoordig tijdsgewricht, het meest
overeenkomstig hunnen pligt te handelen.
Een lid verklaart, dat hij de wetsontwerpen, als een geheel beschouwd,
kan goedkeuren. In alle bijzonderheden kan hij niet instemmen inaar ziet
geen gevaar in het regt van vereeniging of in de bepalingen tot de vertegen
woordiging evenmin als omtrent de overige punten van bezwaar bij andere
leden.
Veel is aan nadere wetsbepalingen overgelaten, doch juist daarbij kan veel
gedaan worden tot stuiting van de schadelijke gevolgen, welke sommigen
vreezen. Door de aanneming zal men tevredenheid stichten, door weige
ring de rust verstooren en de kroonen het gansche land aan groote on
heilen bloot stellen.
Vervolgens is deze afdeeling overgegaan tot de behandeling van do afzon
derlijke ontwerpen.
fn de Tweede Afdeeling waren al de acht leden tegenwoordigals: de
Heeren: Verhcijen, Graaf van Limburg Stirum Noordwijk, Brugmans, van
Hall, llinlopen Baron van Weideren Bengers, Graaf van Limburg Stirum
cn Baron van Biienen van de groole Lindtde laatste als President.
De meerderheid heeft, met den wenscli van toenadering bezield, gemeend
vele bijzondere mecningen tc moeten ten offer brengenterwijl de noodzake
lijkheid van eene herziening door de afdeeling algemeen is erkend. Wat
aangaat liet regt van vereeniging, zijn de bij sommige leden opgekomen be
denkingen met treffende voorbeelden gestaafd. Deze leden beweren dat die
vcrcenigingen waarvan bet regt in de Grondwet opgenomen zoude worden,
meestal en wel bijzonder van politieken aard zullen zijn, cn zich bier even
als elders, tussehen het volk cn het bestuur plaatsende, den geregeldcn gang
der Regering ten eenenmale zullen belemmeren, cn evenzeer de gemoederen
in eencn staat van spanning bonden die voor orde en rust gevaarlijk is en
tot beroerten aanleiding geven kan. De leden wezen op Engeland en Frank
rijk cn vertrouwden dat de wet een voldoenden waarborg zou daarstcllen
om het kwaad der vcrcenigingen te beteugelen. Van de regtstreeksche
verkiezingen verwachten de leden weinig voldoende gevolgen cn verklaarden
zicli legen bet wetsontwerp, en konden in de zamenstelling cn benoeming
der Eerste Kamer volgens dit ontwerp, geen voldoenden waarborg voor bet
monarchaal beginsel aantreffen.Nopens de vrijheid van godsdienst, bestond
bij de meerderheid geen bezwaar. De bepaling in het ontwerp, dat liet on
derwijs voortdurend een voorwerp van de zorg der Regering blijft, bevredigt
de leden, die daardoor de gegronde hoop verkrijgen dat de verdienstelijke