si uur, wat men er ook van roggegeheel vreemd is gebleven aan de misda
dige poging der democraten tegen liet Belgisch grondgebied. Het bewind van
Frankrijk heeft niets tegen België willen ondernemen, ouidat men niet zon
hebben geweten, welke houding, hij een' ommekeer van zaken aldaar, aan
te nemen. Er zouden in dat land twee partijen opgestaan zijn: de eene,
welke onafhankelijk zou hebben willen blijven; de andere welke zich met
Frankrijk zou hebben willen vereenigen. Had Frankrijk dit laatste geweigerd,
dan zou het hij de Fransche republikeinen het verwijt van lafheid of van
verraad aan het democratisch beginsel heloopen hebben. Had het België in-
gelijldmen zou het van heersch- en veroveringszucht beschuldigd hebben,
en men zou dadelijk in oorlog geraakt zijn met Holland, Engeland en Pruis-
sen, en door beide eerstgenoemde landen in oorlog met Rusland, met het
geheele vaste land. Ook nopens Spanje en Italië liet zich de Heer Larnartine
in denzelfden geest uit, en hij zeide ten slotte, dat de Republiek van den
2i*ten Februarij dit hij de Conventie en het Keizerrijk voor had, dat men
door hare staatkunde geene Europesche coalitie tegen zich had gevormd.
Uit het halfjarig overzigt der Rijks inkomsten, blijkt dat dit halfjaar
eene vermindering van 67 millioen heeft ondergaan, in vergelijking met 1846,
en van 6t millioen vergeleken bij 1847.
ITALIË.
NAPELS, 4 Jul ij.
Er worden voortdurend troepen naar Calabrië gezonden. De Koning spant
alle krachten in om meester van den opstand te worden. De bjzonderheden
van hetgeen in Calabrië gebeurt, worden hier zorgvuldig geheim gehouden;
zelfs zijn eenigc officieren van het fregat Roberto, welke na hunne terug
komst van daar het een en ander verhaald hadden in verzekerde bewaring
gesteld. De vloot onder de la Cosaligt voor Reggio ten ankermen ver
moe It dat zij zich niet aan het vuur der Siciliaansche kustbatterijen en
kanonnrerbooten wil blootstellen. Mogten de Koninklijke wapenen tegen ver
wachting in Calabrië de bovenhand behouden, dan verwacht men dat het
zegevierende leger onmiddelijk naar Sicilië zal worden gezonden van daar
ook de ijver waarmede de Sicilianen de Calabriërs ondersteunen.
FIHIISSËN.
BERLIJN, 17 Julij.
In de zitting der staatsregelende vergadering van den 12tlen dezer heeft de
Minister van finantiën Ilanscinannonderscheidene wets-ontwerpen voorge
steld strekkende: 1°. tot hel uitschrijven cener gedwongene geldieening,
voor het geval dat de onlangs geopende vrijwillige leening vóór den 10den
Augustus aanstaande de som van 15 millioen daalders niet mogt hebben
opgchragt; 2°. tot verhooging der belasting op den brandewijn en de beet-
worlcl-suikcr3°. tot afschaffing der tot dusverre bestaan hebbende vrijdom
men van de belasting, bekend onder den naam van Klassensteueren 4".
tot vermindering van het zegelregt voor dagbladengeregtelijke beschei
den enz.
Men meldt dal de belijders van de Israëlitische godsdienst voortaan het
Hoogleeraars-ambt zullen kunnen bekleeden.
LUXEMBURG.
15 Julij.
De Commissie tot het overbrengen en het doen beëedigen der Luxemburg-
sche Constitutie door Z. M. den Koning-Groothertog, is uit 's Gravenhage
teruggekeerd. Zij is op eene plegligc wijs ten liove ontvangen. De troepen
bij die gelegenheid aan het paleis in het Noordeinde geplaatstpresenteerden
het geweer. Z. M., voor den Troon gezetenhad Z. K. II. Prins Hendrik
naast zich, en was van een groot aantal officieren van 'sKonings Huis om
ringd. Door den Graaf Beniinck en den Baron Snouckaert van Scbauburg,
Kamerheeren des Konings, binnengeleid, bood de Commissie den Koning de
constitutie aan waarop Z. M. die plegtig beëedigde. De Voorzitter der com
missie deed .daarop eene aanspraakwelke door Z. M. aldus beantwoord werd
Mijne Heeren
Sedert in de laatste maanden staatkundige stormen over de meeste Staten
van Europa gewoed en anderen bedreigd hebbenheb ik bel Mij ten heiligen
pligt voorgeschreven, van alle ter Mijner beschikking zijnde middelen gebruik
te maken, ten einde de aan Mijne zorgen toebetrouwde volkeren voor derge
lijke schokken te beveiligen.
Hun de door hen verlangde en door den tijd waarin wij levengevor
derde vrijheden toestaande, na daarover op vrije wijs te hebben laten beraad
slagen door de wettige organen, de vertegenwoordigers der volkerenwaarover
Ik geroepen hen te regeren, is het Mij tot heden gelukt, orde, kalmte en
vooral de wettigheid Ie handhaven; maar lk ben deze voor ons allen zoo ge
lukkige uitkomst, en waarvoor ik hun opregtelijk erkentelijk ben, voorname
lijk verschuldigd aan de wijsheid dier volkeren, welke Mij begrepen en ge
trouwelijk ondersteund hebben.
De eed, welken lk zoo even afgelegd heb, legt de laatste hand aan het
werk, dat gij in last heht Mij te onderwerpen. Ik vorm de vurigste wen-
schen, dat de nieuwe constitutie van Luxemburg, in hare toepassing, aan
aller wenschen beantwoorden en het geluk des volks ten gevolge hebben zal.
De gehechtheid der Luxemburgers jegens hunnen Souvereinwaarvan
zij in den laatsten tijd het bewijs hebben gegeven en waar/an gij Mij de
hernieuwde getuigenis overbrengt, zal nimmer uit Mijn geheugen gewischt
worden, en lk geef u in last, Mijne Heeren, bij uwen terugkeer in uwe
haardsteden, van Mijnentwege aan uwe landgenooten te beluigen, hoezeer
Mijne genegenheid voor hen aan hunne gevoelens Mijwaarts beantwoordtdal
van verre of nabij, hun Groothertog hen niet vergeet; dal Hij opregt aandeel
in hun lot neemtdat Hij zich steeds gelukkig zal gevoelen mede te kun
nen werken tot den algemeenen voorspoed des lands en van zijne inwoners,
en dat liet voor Hem een gelukkige dag zal zijn, waarop het Hern, vrij van
andere pligten, mogelijk zal zijn, zich op nieuw te bevinden te midden der
getrouwe Luxemhurgsclie bevolking."
OOSTENRIJK.
TRIEST, 10 Julij.
De Admiraal Alhini, bevelhebber der Sardinische vloot voor deze stad,
heeft den 6den dezer aan den Gouverneur geschreven, dat hij aan alle han
delsschepen ook aan die onder Oostenrijkschc vlag, het in- en uitvaren der
haven van Triëst zal toestaan, mits zij geene troepen, wapenen of eenigen
krijgsvoorraad aan boord hebbendat zij uit dien hoofde aan een onder
zoek zullen worden onderworpen; en voorts, dat het aan geen handelsvaar
tuig zal vrijstaan de linie der Italiaansche oorlogsschepen, die de blokkade
van Triëst moeten handhaven, te passeren, zullende op de zoodanige die
zulks mogten heproevengevuurd worden.
Tevens heeft hij den Gouverneur verwittigt, dat de Italiaansche vloot niet
voornemens is om, gelijk tot dnsverre, lijdelijk te blijven, ingeval zij bij
hel aan wal zenden van manschappen de minste reden mogt hehben om zich
over de plaatselijke overheden te beklagen.
Den 9den dezer heeft de Gouverneur, Graaf von Sal in geantwoord, dat
hij tegen de voortdurende handhaving der blokkade van Triëst plegtig pro
testeert, als lijnregt strijdig met de officiële verklaring der Sardinische Rege
ring, welke verzekerd had, reeds den 22slen Junij aan den Admiraal het
uitdrukkelijke bevel gezonden te hebben om de naar Triëst bestemde of van
daar uitlooprnde handelsvaartuigen niet in het minst en op geenerlei wijze te
beinocijclijken. Doch dat vermits de Koning van Sardinië nog altijd tegen
den Keizer oorlog voert, elke landing van manschappen van een vijandelijk
oorlogschip door de Ojstcnrijkschc bezettingen zal moeten tegengegaan worden.
INNSBRUK, 3 Julij.
De Tyrulers hebben de volgende gelukwensching aan den nieuw benoem
den Rijksvoogd van Duitsehland gezonden.
dAIs een bliksemstraal van hemelsche vrengde verspreidde zich over het
gansche land van Tyrol de mare, dat de mannen, die in den lem|icl Gods
te Frankfort, voor het heil van het Dtiitsche Vaderland waken, Uwe Keiz. II.
als Rijksvoogd hebben uitgeroepen, en ieder van ons, die dit vernam, ver
hief met vollen harte het oog tot God en van inond tot mond hoorde men
klinken HeilHeilHeil aan Duitsehland door Johan van Oostenrijk
»Uwe Keiz. H., er is eene breede mannenborst toe noodig, om de geheele,
de groote, verhevene gedachte te bevatten, dat in onze onweervolle dagen
die als eene bezoeking Gods over Europa hangen, het aan uwe edelaardig
heid, uwe menschenliefdeuwe achting voor alle regten van den mensch
uwen hoogen zin voor alles, wat de aarde voortreffelijks bevat, voorbehou
den is, den storm van den geestenwereld, door wijsheid, goedheid en liefde
te bezweren, en de brandingen van den tijdstroom door verstandige klaarheid
allengs in te dammen in zachte oevers, aan welke de korenhalmen, de wijn
gaardranken, de kunsten en wetenschappen, het welzijn en de vreugde,
maar bovenal de menschen zeiven zich broederlijk omslingeren. Dit doel,
het is voorwaar eene grootsche gedachte en het zweet des edelen waard
dit doel zijn bloemkruin reikt tot aan den hemel en zijn wortel hecht
zich in de moederlijke aarde dit doel is door liefde en vertrouwen te
bereiken.
»Om Frankrijk te beteugelen, toen bet in de barensweeën der omwenteling
verkeerde, zond God eenen Napoleon; om Duitsehland in zijne barens
weeën der omwenteling te verzoenen, zendt God Johann van Oostenrijk, den
man der liefde en des vertrouwens, den brenger des vredesden verzoener,
den bemiddelaar der tweedragtden verspreider van blijde zegeningen die
uit de diepte van zijn doorzigt, uit den wil van zijn hart voortspruiten,
rijk genoeg voor geheel het groote vaderland. IVij buigen onze knieën voor
Goden uit innige liefde voor Duitsehland alsmede uit innige liefde voor
Uwe Keiz. Hoogheid, smeken wij hem uit volle horst, dat hij het gewigtig
uur der verkiezing in den tempel Gods te Frankfort maken moge tot een blad
in de geschiedenis van het Duitsche volkuit het welk onze kinderen en
kleinkinderen zullen verinogen te leeren waarom de liefde van Tyrol voor
Johann van Oostenrijk onvergankelijk is.
iiUwe Keizerl. Hoogheid gelieve dezen groet uit Tyrol aan te nemen met
de overtuiging dat hij ontsproten is uit eene behoefte van ons hartom
Hoogstdenzelven op de baan des roems even zoo blij en gemoedelijk als op de
bergen onzer Alpen toe te roepen: Leveduizendmaal, leve Johann van
Oostenrijk
FRANKFORT.
17 Julij.
Het Duitsch Parlement heeft met 303 tegen 419 stemmen besloten, hel
centraal bestuur te magtigen om de strijdkrachten van Duitsehland te ver
meerderen tot een bedrag van 2 ten 100 van de bevolking, of eene sterkte
van 900,000 man.
ZWITSERLAND.
BERN, 13 Julij.
De Duitsche Bondsdag beeft aan den Landdag eene nota doen indienen
waarbij zij zich beklaagt, dat eenige Dnitsche volksmengers niet alleen in