LEYBSCHE N°. 84. VRIJDAG, 14 JUI.Ij. BINNEN L AN DSC HE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag cn Vrijdag uit Zaturdag avond. Dio van Maandag komt De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke ttommcrs worden tegen 10 Centen afgegeven. LEY DEN13 Julij. Uit het vroeger vermelde drietal is door den Kerkcraad der Walsche gemeente alhier beroepen, de Wel Eerw. zeer geleerde Heer Cjjantefie de la Saüssaye Predikant te Leeuwarden. Wij laten thans hie» uit het overigens door ons vroeger medegedeelde verslag van do Prov. Staten dezer provincie, nog volgen dat gedeelte, hetwelk wij later zouden opnemen en uitsluitend den Landbouw betreft. De staat van den Landbouw is in allen dcele gunstig. De tarwe gaf over vloedig stroo en ruim beschot. Men schat onder anderen de opbrengst op de eilanden Overflakkee, Goedereede en Voorne, door een, van 25 tot 27 mudden per bunderterwijl men in de Beijerlanden op sommige stukken zelfs tot 36 mudden per bunder heeft verkregen. In sommige streken van de Beijerlandsche eiwlen lande van Strijen wordt veel Wittingstonsche tarwe gezaaid, welk een voordeeliger beschot oplevert dan de inlandsche, terwijl de door cenen landbouwer genomene proeven hebben doen zien, dat de op brengst van de Canadasche tarwe zelfs nog ruimer is dan die van de Wittings tonsche aan welke ook door de bakkers in de steden de voorkeur wordt ge geven. De rogge is mede bij uitnemendheid gunstig uitgevallenzoowel in hoeveelheid als in hoedanigheid. Men berekent over het algemeen het beschot van 30 tot 40 mudden. De gerst en haver hebben insgelijks een buitenge woon gunstig beschot opgeleverdde laatste zelfs lot 80 mudden per bunder in de nieuwe droogmakerij van Berkel. De boekweit gaf een tamelijk goed gewas van goede qualiteit. De ver schillende boonensoorten, welke men, sedert het mislukken der aardappelen teelt meer dan ooit gezaaid had, hebben minder gunstig aan de verwachting beantwoord, ten gevolge van de op het gewas gevallen roest en luis, of schoon over het algemeen de qualiteit zeer goed was. In de meeste dis tricten was de opbrengst van het vlasgewas overvloedig en de qualiteit vol doende. De uitkomst van het winterkoolzaad was over het algemeen vrij voldoende. De teelt der meekrap heeft eencn minder gunstigen uitslag dan in het vorige jaar opgeleverd. De vroege aardappelenteclt heeft bijkans overal vele cn goede aardappelen voortgebragt, en zij zijn voor goede prijzen ver kocht. De tweede soorten of zomer-aardappelen, waarvan het loof veel vroeger stierf dan gewoonlijk, zijn anders over het algemeen ook vrij wel uitge vallen, zoo in beschot als qualiteit, zijnde het drooge zomerweder zeer gun stig voor dat gewas geweest. Maar de late of zoogenaamde winter-aardappe- len zijn op de meeste plaatsen weder bijna geheel misluktcn hebben slechts weinig en van zeer middelmatige qualiteit opgebragt. Gelukkig dat de vroege zomersoorten zich. vrij goed gehouden hebben, waardoor het nadeel bij lange na zoo erg niet is geweest als de beide voorgaande jaren. De uitkomsten van de in 1847 gelegde poters, gelrokken van door tusschenkomst van het departement van binnenlandsche zaken van elders ontbodene poot-aardappe len en zaden, zijn zeer verschillend, zoo met betrekking tot de bekende ziekte als de opbrengst en hoedanigheid. Over het algemeen schijnen echter de nieuwe soorten voor alsnog gecne voorkeur te verdienen boven de vroeger hier bestaandeterwijl de ziekte be trekkelijk de oude en nieuwe gelijkelijk werkt. De prijzen van het hooi waren hoog14 de 500 N. 8. Zie hier een beknopt overzigt van den staat der granen enz.welke de provincie gedurende 1847 heeft opgeleverd: tarwe 318,508, rogge 102,831 gerst 235,361 haver 317,874, boekweit 1394 Ned. mudden; erwten: groene 10274, graauwe 1023, witte 4630, gele 3512, blaauwe 2857, capucijncn 23, booneuwitte 653, graauwe 390, duiven 25,525, paarden 61,398, schapen 130, bruine 198 N. Mudd.aardappelen: 801,690 N. Mudd. zijnde 735,277 minder dan in 1844, 615,725 meerder dan in 1845 cn 453,793 meerder dan in 1846; koolzaad 76260 cn graansoorten, onder de vorige niet begrepen, 41,315 Ned. mudden; meekrap 1,023,111 vlas per steen, de steen berekend op 3 N. 8 726,101 beetwortel 1,370,306; ta bak 400 cn hennep 1,138,394 N. 8. Verschillende graansoorteri hebben sedert het begin van den oogst eene merkelijke daling ondergaan. Het rundvee is over het algemeen zeer gezond gebleven, cn hoezeer de long ziekte steeds hier en daar blijft heerschen, heeft zij toch veel van hare hevigheid verloren. Door de ziekte zijn aangetast: in 1844. 5151 cn in 1846, 5779 runderen; dus minder in het eerste jaar 628 runderen. Van de aangetasten zijn gestorven: in 1847, 3103 en in 1846, 4335 runderen. Aan de ziekte waren nog lijdende, op 31 December 1847, 141 runderen. Het melkvee heeft over het algemeen minder zuivel opgebragt dan in het vorige jaar. Het vette vee is tot zeer hooge prijzen afgezetvooral ten gevolge van belangrijken uitvoer. Door de schaarschle van gras is er vooral in den voorzomerminder boter cn kaas dan gewoonlijk gemaakt. De prijzen van de eerste waren steeds hoog, die van de laatste zeer voldoende. De paarden fokkerij is naar. wensch geslaagd. Door goedgekeurde hengsten zijn er in 1847, 7314 merrien gedekt. Verblijdend is het vooruitzigt op den oogst van dit jaar. De berigtcn om trent al de te veld staande granen en andere gewassen zijn allergunstigst. Niettemin is bet te vreezen, dat men van de ziekte onder de aardappelen dit jaar niet geheel vrij zal blijven. Immers, volgens een ingekomen verslag, heeft zich op onderscheidene velden in de gemeente 's Gravesande eene ver sterving van bet loof der aardappelen geopenbaardcn zijn zelfs hier en daar rotte aardappelen gedolven. De kaas- en botermarkten in de steden Leyden cn Delft hebben geen min der vertier opgeleverd dan in 1846; zijnde volgens die berigten gewogen: te Leyden 268,840 N. 8 boter cn 46,484 N. 8 kaas, te Delft 526,900 N.8 boter en 18,944 N. 8 kaas. Sedert 1°. October 1847 verschijnt er te Arnhem bij den Boekhandelaar J. G. Meijer, a ƒ1.50 per drie maanden, wekelijks eene Algemeene Land huishoudelijke Courantonder de Redactie van J. Wl te waalDoctor in de Natuurlijke Wijsbegeerte, Lid der Commissie van Landbouw in Gelderland, enz., Boomkweeker te Voorst bij Zutphen. Zij omvat de verschillende takken van den Landbouw, en wel voornamelijk Akkerbouw, Veeteelt, Tuinbouw, Houtteelt en Boomkweekerij, oin daarvan den toestand te doen kennenen de proefnemingen hier en elders in ons land ge nomen bij een te zamelenmet aanwijzing van bestaande gebreken of wen- schelijke verbeteringen. In vele streken van ons land heeft de landbouw vrij groote ontwikkeling erlangd ja wij zijn in sommige opzigten onze naburen vooruitdoch aan den anderen kant zijn vele goede praktijken te plaatselijken verdienen meerdere verspreiding, terwijl ook het goede, bij den voorluitgang der wetenschap, steeds voor verbeteringen vatbaar blijft. Ook in andere landen staat de Landbouwkundige wetenschap niet stilen het is van belang, dat wij van de vorderingen onzer naburen partij trekken. De Reductie met het oog op ons kli maat en op onzen bodemzal voortgaandatgene uit buitenlandsche ge schriften over te nemen, hetwelk zij meent, dat op onzen landbouw van toepassing zoude kunnen zijn. De Redactie neemt zeer gaarne mededeelingen op door deskundige lieden toegezondenonder voorwaarde dat zij door den Inzender onderteekend zijn. Zij is overtuigddat een der meest nadcelig werkende vooroordeelen bij onze Landbouwers ook voornamelijk hierin bestaat, dat men nog te schroomvallig is, om voor zijne genomene proeven en daarbij verkregene uit komsten opentlijk uit te komen terwijl onze Landbouw dan eerst met ras- sche schreden voorwaarts zal gaan wanneer op het voetspoor van Engeland de meeste lieden die zich met den Landbouw bezig houden, hunne verkre gene ondervindingen aan het lezende publiek zullen mededcclen. Dat wij echter ook hierin reeds vooruitgaan, blijkt uil de vele stukken aan de Redactie ter plaatsing toegezonden en met dankbaarheid jegens de Heeren Inzenders, kan zij vermelden, dat er zelden een Nornmer wordt uitgegeven, waarin zij niet een of ander artikelvan eene bekwame hand aan het Landbouw kundige publiek kan medcdeelen. 'sGRAVENHAGE, 12 Julij. Z. M. heeft aan den gewezen Minister van Justitie Jhr. Mp. M. W. de Jonge van Campens Nieuwlandeen pensioen verleend van 4541. In de Zitting der Kamer van den 10deo, waarvan wij reeds in ons vorig nommer gemeld hebben, is de wet op de afschaffing van gecseling en brand merk inet 30 tegen 21 stemmen aangenomen. De zitting is daarna opgehe ven tot heden. Men zal zich herinneren, dat wij ccnigcn tijd geleden berigt gaven, dat het bestuur van de Ilollandschc ijzeren Spoor weg-Maat schappij gehoor ge vende aan het schriftelijk uitgedrukt verlangen van een groot aantal inwoners

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 1