BUITEiNLAiNDSCHE BERIGTEN. Belangwekkend is de in het vorige jaar or.tioken handel op de kcst van Goinea; twee schepen zeilden van Rotterdam uit met ladingen van Nedcr- Jandsche fabriekwarcnéén daarvan kwam terug met eene volle lading palm-olie en verfhout; het andere vertrok naar Java. Men stelde zich voor, nog een derde schip in die vaart te brengen. Ook met Mogador en Marocco zijn voor het eerst sedert eene halve eeuw regtstreeksche handelsbetrekkingen aangeknooptzijnde in December jl. de eerste bodemmet voortbrengselen van Nederland of Koloniën beladen derwaarts vertrokken. De handel op Nedcrlandsch Guyana bleef kwijnend hoezeer de hoeveelheid goederen, van daar aangebragtiets grooter is geweest dan in 1846. Met genoegen merkt men echter op, dat de hooge regering door onderscheidene maatregelen den bloei dier Kolonie tracht te herstellen. Met onze West-Indische eilanden waren de betrekkingen als vroeger onbe langrijk. Slechts een paar schepen vertrokken naar Curasao, hoofdzakelijk met kaas en jenever beladen, om elders eene retourlading te gaan innemen. De handel in Braziliaansche producten heeft zich eenigzins uitgebreid; zes vreemde schepen kwamen uit Brazilië te Rotterdam met koffij en suiker aan. De aanvoeren van Noord-Amerika waren wel niet zeer belangrijk,, maar toch heeft veel meer dan vroeger de Nederlandsclie vlag in de vaart op de Vcreenigde Staten gedeeld. Nopens de fabrieken te Leyden wordt medegedeeld dat de lakenfabrieken in eenen hoogst rnoeijelijken toestand blijven verkecrcn, voornamelijk naar het oordeel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar, doordien de Handelmaatschappij voor de uitvoering barer geringe orders bet systcma van aanbesteding blijft volhouden. De grijn- en dulï'elfabrieken zijn achteruitge gaan. De drkentabrieken blijven haren ouden roem handhaven. De saai- en wollengarenfabrieken hebben, hoewel tegen verlaagde prijzen, eenen duur- zamen aftrek gehad. De zcemlecrtabrieken alleen zijn vooruitgegaan; daar entegen is de wolhandel in eenen zeer kwijnenden toestand geweest. De katoentabriek te Leyden is vooral door eene Commissie der Handelmaatscb. in October 1847 in staat gesteld, 400 werklieden zoowel in als buiten de fabriek werk te verschaffen. Bij de steeds toenemende bevolking, en den druk der tijdsomstandigheden, is bet gelukkig, dat de grofsmederij, alsmede de ijzer gieterij van de Ileeren Scbretlen en Comp.kunnen blijven voortwerken met meer dan 200 arbeiders; terwijl de fabriek van behangselpapier meer en meer uitbreiding verkrijgt. De fabriek van machines voor stoombooten op Feijenoord heeft in bet nf- geloopen jaar veel werk gehad. Opmerkelijk zijn vooral de groote bestellin gen, voor eene Russische stoomsleepmaatsohappij op de Wolga. Reeds zijn door de Ncderl. stoombootmaatschappij tc Rotterdam stoomwerktuigen van een gezamenlijk vermogen van 1250 paardenkrachtwaarvan niet minder dan 1000 in 1847, tot dat doel naar de Wolga geleverd. Op 12den April werd de bestelling ontvangen van een ijzeren stoomschip van 460 paardenkracht, voor den 15den Ang. af te zenden, op eene boete van ƒ50,000. De bestelling werd aangenomen en vóór den 31sten Julij was alles geleverd. Gedurende 1847 ■werden gemiddeld 900 werklieden gebruiktdie eene som van ƒ360,000 aan arbeidsloonen ontvingen, en ook in den vorigen winter is gemiddeld eene som van 6500weeks aan arbeidsloonen betaald. Volgens latere herig tenzal deze fabriek, alwaar nog voor korten tijd on geveer 1,000 werklieden in dienst waren, bij gebrek aan bestellingen, wel- ligt het grootste gedeelte daarvan moeten afdanken. Om de nitgebreidheid van dit verslag, zullen wij hel daarin uitvoerige be- rigt omtrent den Landbouw later afzonderlijk mededeelcn. Ten slotte van het verslag geven Ged. St. de hoop te kennen, dat II. E. G. A. zich over het geheel in deze oogenblikken met ben dubbel mogen verbeu gen over het vele goede dat behouden is gebleven en den goeden geest die de ingezetenen bezielt. Moge het der Goddelijke Voorzienigheid behagen ons dierbaar Vaderland voortdurend rust en vrede te schenkenonze gemeenschappelijke pogingen tot bevordering van de welvaart dezer belangrijke provincie in eene ruime mate te zegenenen daartoe ook de beraadslagingen van UEd. G. A. in Uwe te genwoordige bijeenkomst te doen strekken. BELGIË. BRUSSEL, 2 Julij. De Senaat heeft zijn antwoord op de troonrede gisteren aan Z. M. aangebo den. In de Kamer van Afgevaardigden wordt daarover nog beraadslaagd. Er zijn door de Regering maatregelen genomen om de zuidelijke gren zen te beschermen tegen de Fransche oproerlingen, die, na uit Parijs te zijn verdreven, het platteland verontrusten, en noordwaarts trekkende, ons land met eenen inval bedreigen, en wel tusschen Rocroy en Avesneswaar het land op eene uitgestrektheid van 7 a 8 mijlen openligt. Eenige escadrons ruiterij zijn van hier naar de grenzen gezondenen de bezettingen van Na menPhilippeville, Charleroi en andere grenssteden zijn gelast, zich gereed te houden, ten einde op het eerste hevel te kunnen marcheren. FRANKRIJK. PARIJS, 2 Julij. Baar de Heer SénardVoorzitter der Nationale Vergadering, door den Ge neraal Cavaignac, als Voorzitter van het uitvoerend bewind, tot Minister ran Bir.r.enlsndsche Zaten is benoemdbeeft de Vergadering in r-ijne pfaaU den Heer Marie tot haren Voorzitter gekozen, die gisteren deze betrekking heeft aanvaard met eene aanspraak, waarin bij dankt voor het bewijs van achting, en zegt hoe na de zegepraal, die op de barbaarschheid behaald is, de behoorlijke regeling der republiek hare edele, moeijelijke maar met moed en goeden wil uitvoerbare taak isen verzoekt hare welwillende medewer king. In de zitting der Nationale Vergadering van gisteren is niets bijzonders voorgevallen. De nationale garden teekenen petitiën aan de Vergadering, waarbij zij vragen, dat vooral scherp onderzoek naar de aanleggers van den opstand wordt gedaan oru onverwijld cn volledig de nationale garde te reorganiseren en zware straffen bepaald worden tegen elk barer leden, die, zonder wettige redenen, bij bet slaan van appèl, niet terstond onder de wapenen verschijnt. In den afgeloopen nacht is een roode Jakobijner muts op den vrijheids boom gezet, die aan den vijver in den Tuileriën-tuin slaat; een Commissaris van policie is gelast geworden het oproer-teeken weg te nemen. Dienze'fden nacht is op eene patrouille der nationale garde geschoten, en de lading van bet geweer beeft den korporaal de band verbrijzeld. Even zoo is er gisteren, op klaar lichten dag, in de straat S'. Jaques, op eene estafette geschoten; de kogel ging hem door de schako. In den nacht van den 28slcn op den 29slen Junij is een schildwacht op zijn post door een schot gekwetst, cn den 30slf", midden op den dag, op liet Eendraglsplein een jager-officier met een pistoolschot gedoodde moordenaar, die op heeter daad gegrepen iszeide gezworen te hebben, twee officieren te zullen doodschieten; hij is terstond gefusilleerd. Evenwel de ontwapening gaat voort, en het Bewind is reeds in het bezit van 100,000 geweren. Men meent dat de Generaal Cavaignac thans voorloopig in het hótel van het Ministerie van oorlog gevestigd, zijnen zetel naar het voormalig Palais Royal, als 'l best gelegene, zal verplaatsen. Het denkbeeld om hem voor 15 maanden tot Voorzitter te benoemen, vindt algemeen bijval. Voorts is er sprake van een voorstel dat al de vertegenwoordigers een deel van hun vermogen aan den Staat zouden ten offer brengen cn de burgers mede biertoe aansporen. Een der rijkste vertegenwoordigers, de Heer van Heckercn zou het voorstel ter tafel brengen. De staat van beleg zal ten minste nog tot den 6den duren, misschien nog wel tot den 12dcD of 14deD. Dat zou 14 dagen langer willekeur zijn, die niet eens overal gelijk drukt. Ten opzigtc der drukpers ziet inen eene stui tende ongelijkheid. De oude wet van borgstelling wordt op de een toegepast op de andere niet. Men zegt dat morgen de drukkerij der Presse zon vrijge geven worden, en de redacteur Girardin niet meer ontoegankelijk gevangen blijven. De Minister van oorlog Lamoricièrc heeft heden morgen in het 12de Arron dissement doen aanplakken dat wie voor beden avond 8 ure zijne wapenen niet had ingeleverd, cn bij wien men ze daarna vinden zou, volgens de streng heid der wet zou gestraft worden. Omtrent de gesteldheid van zaken in Parijs, leest men in bijzondere brieven van 1 Julij het volgende: Wat de zamenstelling van het nieuwe ministerie aangaat, deze is zoo goed gis de omstandigheden het veroorloven; men betreurt het ongetwijfeld, dat er geen namen in voorkomen van mannendie onder de vorige regeringen zoo groote bewijzen van politieke bekwaamheid hebben gegevenalzoo de vcr- c-eniging van alle groote talenten des lands niet te veel zou zijn, om over do verschrikkelijke moeijelijkhedcn van het oogenblik te zegevieren maar op dit oogenblik zou, indien een der beroemde mannen nit den tijd des koningschaps aan het bestuur ware gekomen, zulks ligtelijk tot voorwendsel van opstand kunnen strekken. Bovendien moet men in aanmerking nemen, dat het tegen woordig bestuur vijf met roem bekende mannen onder zijne leden teltdo Heeren Cavaignac, Lamoricièrc, Goudchaux, Bedeau, Tourret. De parlemen taire club uit de straat van Poitiers, die door den Heer Thiers vertegen woordigd wordt, heeft vast besloten de nieuwe regering openlijk te onder steunen maar om in het belang van het behoud der orde zijnen invloed op haar te laten gelden. Dat gedeelte der Kamer heeft reeds vijf maatregelen verzocht die bereids ten deele worden uitgevoerdte weten De voortdurende aanwezigheid cener magt van minstens 60,000 man en 200 stukken geschut te Parijs Dc ontwapening van iederen nationalen garde, die niet heeft medegewerkt tot de verdediging des lands in deze laatste dagen; De onrniddelijke sluiting der nationale werkplaatsen Dc sluiting van alle clubs tot dat de constitutie het regt van vereeniging zal geregeld hebben Eene lijdelijke beperking van de vrijheden der drukpers. Den 23sten heeft een der geloste kanonkogels den laatstcn vrijheidsboom, die van de in 1791 te Parijs geplante, nog over was, in de straat Montreuil verbrijzeld. De groote zaak, welke Lyon, sedert verscheidene dagen in angst deed verkeeren, was de ontwapening der voorstad Croix-Rousse. Men weet, dat het cenige stukken geschut gold. welke men het werkvolk wilde afnemen. Zij zijn zonder wederstand afgegeven. Het is waar, dat dc grootste voorzor gen waren genomen, om allen wederstand te bedwingen. Meer dan dertig duizend mannen omringden de gemelde voorstad cn de ruiterij bewaarde alle toegangen. Nu moeten nog de geweren uit de handen der werklieden geno men worden, die geene nationale garden zijn; dit zal moeijelijkcr wezen. Een der gewigtigstc personen in Algcrië na Abd-el-Kaderde gewezen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3