BUITEJNLAJNDSCHE BEBIGTEIN.
AMSTERDAM, 1G J in,ij.
Naar men verneemt zullen er in den Hortus Botanicus alhier, eerlang twee
groote exemplaren der Amcrikaansche Agave (de zoogenaamde 100-jarige
Aloë) bloeijen. Reeds beginnen zij hunne bloemstengels te ontwikkelen, die,
zoo als vrij algemeen bekend is, binnen een kort tijdsbestek eene aanzienlijke
hoogte bereiken. Hoezeer het bloeijen eener Agave niet tot de buitengewone
verschijnsels behoort, zal men toch met belangstelling deze statige gewassen
bezigtigen.
De Eerste Klasse van het Kon. Ncderl. Institaut van Wetenschappen
Letterkunde en Schoone Kunsten heeftin hare vergadering van den 10deD
Junij j 1., baren gouden eereprijs, ter waarde van vijf honderd gulden, toege
kend aan den Heer F. BrunnowDoctor in de Wijsbegeerte te Berlijnvoor
zijne verhandeling, strekkende ter beantwoording van de prijsvraag, in het
programma van den jare 1845 voorgedragenen ter voldoening aan de voor
waardengesteld in het programma van den 6dcn April 1847.
GRONINGEN, 14 Junij.
Het derde Landhuishoudkundig Congres is heden hier vergaderd. Ruim
600 personen hebben daaraan deel genomenwaaronder de helit uit deze
stad, omstreeks 140 uit andere plaatsen van dit gewest, en de overige uit
schier alle andere provinciën van dit Rijk. Des voor- en namiddag hebben
de leden bijeenkomsten gehouden in welke belangrijke mededeelingende
landhuishoudkunde betreffende, gedaan zijn. Het volgende Congres zal te
Utrecht gehouden worden. Onze stad is met vlaggen versierd en heeft een
feestelijk aanzien. De mede alhier thans geopende tentoonstelling van voor
werpen van landbouw en veeteelt is zeer belangrijk.
•sHERTOGENBOSCH15 Junij.
Heden werd de gewone jaarlijksche vergadering van de alhier gevestigde ai-
deeling van het Nederlandsch Zendeling-Genootschap in de Nieuwe kerk der
Hervormde gemeente gehouden. De Wel-Eerw. Heer J. T. Endtz, Predikant
te Helmond, opende haar met eene feestelijke redevoering, terwijl zij door
een vierstemmig koorgezang, bestaande uit een veertigtal Heeren en Dames
werd afgewisseld. Zoowel de rede des sprekers als de keurige uitvoering van
het gezang droeg aller welgevallen weg. Handelsbl
eerstgenoemde de meerderheid der stemmen had verkregen.
Twee quaestien hadden zich voorgedaan, de eene betreffende den ouderdom,
de tweede betreffende de nationaliteit van den gekozene.
Het bureau heeft met algemeene stemmenop eene enkele na ter gunste
van de toelating beslist.
Uit eenige voorafgegane opmerkingen leidde de verslaggever af, dat de
Vergadering en de Regering het thans eens waren, dat dc wet van 1832 niet
meer bestond en dat er derhalve niets tegen kon zijn, om Lodewijk Bonaparte
even als ieder ander burger te verkiezen. Den 4deD Junij moesten de verkie
zingen plaats hebben. Intusschen werden Zondags te voren talrijke biljetten
aangeplakt, waarop Lodewijk Bonaparte als Candidaat vermeld stond. Had
toenmaals de Regering begrepen dat hij niet verkozen kon wordendan had
zij regt gehad de kiezers te waarschuwendat die verkiezing niet geldig zou
zijnen bovendien had zij ook aan Lodewijk Bonaparte zeiven zulks moeten
te kennen geven. Vijf dagen zijn er echter verloopen zonder dat de Rege
ring iets dergelijks heeft gedaan. Ieder dacht dus dat zij stilzwijgend die
caudidatuur goedkeurde.
Ten slotte verklaarde de spreker dat de verkiezing het gevolg is der door
de Regering en de vergadering zelve begane misslagen; dat de Regering en de
vergadering daarvan de gevolgen moesten dragen. «De burger Lodewijk Bo
naparte" zeide hij verder, «is vertegenwoordiger des volks; zijne plaats is
onder ons, en het zoude eene goede staatkunde van uwen kant zijn, hem
zelf naar het spreekgestoelte te geleiden. Indien hij dwaas genoeg was om
aan eene herhaling te denken van hetgeen hij in 1840 gedaan beeft, dan
zou hij verloren zijn. En vreest niet dat er gevaar in zou gelegen zijn, in
dien hij dit spreekgestoelte beklom. Hij zou, dat doende, wel gedrongen
zijn om zelf zijne vroegere gedragingen af te keuren."
Deze redevoering, die een diepen indruk maakte, werd door den Heer
Buchez, uit naarn van het 10'1'' Bureau in tegenovergestelden zin beantwoord.
De verslaggever van bet 6de Bureau sprak ook in dien geest. Daarna traden
nog op de Heeren VieillardMarchalClement Thomas en Blanc tot voor
spraak van Lodewijk Bonaparte waarna de Heer Ledru-Rollin de denkbeel
den der Regering deed kennen. Hij meende dat de wet van 1832 niet facto
was afgeschaft door de toelating van drie leden der familie Bonaparte en dat
het hier een geheel ander geval gold dan met hen zij toch hadden niet za-
mengezworen en zij hadden zich gehaast van hunne toetreding tot de repu
bliek te doen blijken. Maar met Lodewijk Napoleon was het geheel anders
gesteld; er was zamengezworen en geld uitgedeeld en eene Keizerlijke garde
gevormd in zijnen naam en nog pas waren vier bladen opgerigt die hem tot
President der republiek verlangen. Men zegt dat Lodewijk Napoleon vreemd
is aan alles, wat er in zijnen naam geschiedt; iedereen verklaart zulks, be
halve juist bij zelf.
«Heeft hij bij het vernemen zijner verkiezing gezegd, zoo eindigde de spre
ker: »»ik blijf naauwgezet de herinnering van den roem mijns ooms bewa
ren, maar ik zweer alles af wat in de erfenis zijns naams vijandig is tegen de
vrijheid en de republiek!"" «welnu, dat hij het dan hier kome verklaren,
en alsdan, daar gij slechts voorloopig tegen hem de handhaving der wet van
1832 zult hebben ingeroepen, zult gij hem den toegang tot Frankrijk kunnen
openstellen."
Deze rede werd met veel warmte uitgesproken en maakte een diepen in
druk na eene verwarde voortzetting der beraadslaging, werd beslist dat Lo
dewijk Bonaparte als vertegenwoordiger zou worden toegelaten, behoudens een
nader onderzoek betrekkelijk zijn ouderdom en nationaliteit.
Bij voortduring hcerscht er sterke gisting in Parijshet is mogelijk en zelfs
waarschijnlijk, dat de naam van Lodewijk Bonaparte slechts een voorwendsel
is, eene vlag, rondom welke zich alle ontevredenen, en die naar verande
ring haken, scharen. Maar niettemin geeft hij aSnleiding tol eene groote gis
ting en onrust.
Bij het einde der zitting die Zaturdag avond in de oude zaal van de Kamer
der Gedeputeerden heeft plaats gehadheeft een aanzienlijk deel der vergade
ring, bestaande uit al de gematigde republikeinen en de geheele oude oppo
sitie, besloten de regering omver te werpen. Hun getal bedroeg meer dan
500, De Heer Dupont (de l'Eure), die onder den last der jaren gebukt gaat,
was bestemd tot President.
Gepolst zijnde of hij die benoeming aan zou nemen, heeft hij toestemmend
geantwoord. Onmiddclijk daarop hield men zich bezig met het zamenstellen
van een ministerie, deels uit de leden der oude oppositie, deels uit de gema
tigde republikeinen in de vergadering. De Heer Trouvé Chauveltegenwoor
dig prefect van politie, werd voor hel Ministerie van Binnenlandsche Zaken,
de Heer Lacrosse voor dat van Marine, de Heer Vivien voor dat van Justitie,
de Heer Dufaure voor dat van Openbare Werken de Heer Goudchaux voor
dat van Finantien bestemd.
De Regering was in dit zoo groot gevaar, toen de leden der voormalige dy
nastieke oppositie een eisch deden, die alles deed mislukken. De Heer Thiers
eischte voor zijne medewerking eene portefeuille voor den Heer Billaultmet
wien hij verzoend is. De gematigden wilden van geene nieuwe toegefelijkheid
hooren. De Heer Thiers verklaarde daarop zich te onttrekken en voor de
Regering te zullen stemmen. Alles liep daardoor te niet. Daarbij kwamen
de zamenscholingen op de Place de la Concorde, waarvan de Heer Lamartine
zich inet veel bekwaamheid heeft bediend. Ten slotte had dc regering in
plaats van de minderheid, eene meerderheid van 500 stemmen. Maar het
gevaar is voor haar eenvoudig verdaagd.
Het feestmaal a 12^ cent, zou thans tegen den 14dcn Julij zijn vastge
steld.
Omtrent hetgeen gedurende de Zitting der Nationale vergadering eergis
teren is voorgevallen, verneemt men het volgende: Een zeker aantal nieuws
gierigen droegen op hun hoed of hunne pet een klein plaatje, voorstellende
een arend. Een paar pogingen, om versperringen op te rigten, hebben in de
straat Mont Thabor plaats gehad; charges in den stormpas, door een regiment
infanterie uitgevoerdhebben daarvan de voltooijing belet. De postwelke
zich aan het ministerie van finantiën bevond was gedwongen tot in het
hotel terug te trekken zijnde het hotel zelfs op het punt geweest van inge
nomen te worden. Een Parijsche wachtSavary geheetenwerd door eene
bende met messen en pistolen gewapend, aangevallen, en is slechts met moeite
uit hare hand gerukt kunnen worden. Men heeft talrijke arrestatiën bewerk
stelligd, de meeste personen die men gevangen genomen heeft, waren met
dolken en pistolen gewapend. De nacht is echter rustig voorbij gegaan.
In de zitting der Nationale Vergadering van heden heeft de uitvoerende
Commissie van de Regering te kennen gegevendat zij haar voornemen had
laten varenom af te treden. Eene menigte nieuwsgierigen in en om de
vergaderzaal is daardoor te leurgcsteld, daar zij gemeend hadden, dat die
aftreding tot eenige verandering in de regering zelve zou leiden.
De arbeiders in de nationale werkplaatsendie bij eene zamcnscholing
in hechtenis worden genomen, zullen dadelijk van de lijsten der werklieden
geschrapt worden.
De Zitting van de Nationale Vergadering van Donderdag den 15deD, is
hoofdzakelijk toegewijd aan de behandeling der vraag omtrent de geheele za-
mensmelting van Algiers met Frankrijk waarvan de Generaal Cavaignac het
BELGIS.
BRUSSEL, 15 Junij.
Thans is de uitslag der verkiezingen, zoowel hier als in andere plaatsen
bekend de voorstanders der constitutionnele Regering hebben overal gezege
vierd en die der republikeiosche partij de nederlaag ontvangen.
FRANKBIJK.
PARIJS, 15 Junij.
De Nationale Vergadering heeft aan het einde der Zitting van den 12dett
met eene overgroote meerderheid het voor de uitgaven der Commissie van het
uitvoerend Bewind gevraagde crediet toegestaan. Voorts heeft de vergadering
hare goedkeuring geweigerd aan het ontwerp-decreet tot uitsluiting van Lo
dewijk Napoleon. Integendeel is door haar, in dc zitting van den 13dcD, de
verkiezing van dien persoon tot lid der vergadering goedgekeurd en tot zijne
toelating besloten.
Een onstuimige menigte, die herhaaldelijk door de militaire magt uiteen
gedreven moest worden omringde wederom de vergaderzaal.
De Heer Favre, verslaggever van het 7de Bureau, las een verslag omtrent de
verkiezing van Lodewijk Bonaparte, waaruit bleek, dat tegen zijne verkiezing
geene bedenkingen waren in te brengen hij had 23,222 stemmen op zich
\ereenigd en de Heer Paillet, oud-Afgevaardigde, 21,740, en daar alles in
behoorlijke regelmaat was geschied, zoo viel er niet aan te twijfelen, dat