nirig, cn dat de Staten-Generaal daarmede dezelfde bcmoeijingen moeten lieb-
ben, als in art. 56 van bet ontwerp van Grondwet zijn vermeld of bedoeld.
Maar hetzelve moet onder den Koning niet worden uitgeoefend door één per
soon, maar door een ligchaam zamengesteld nit mannen, toegerust met de
vereischte kennis en ondervinding. In bet opgcmelde adres van de Tweede
Kamer der Staten-Gcneraalbeeft bij het vorenstaande uiteengezet, en eene
schets gegeven van hetgeen hij vermeent, dat, ten aanzien van de Overzcesche
bezittingen en koloniën van bet Rijk in andere werelddeclen in de Grondwet
behoort te worden opgenomen. Met dat adres maakt de Heer Kruseman het
publiek bekend, want hij beschouwt de zaak, die hij behandelt, als eene
levensquestie voor bet Vaderland. Dat een ieder die met hem daarvan over
tuigd is en zich bevoegd acht daarover zijne denkbeelden openhaar te maken
daarmede niet drale, want de dag is nabij, dat deze groote en gewigtige
zaak in 's lands vergadering zal worden behandeld.
Men verneemt dat het getal verzoekschriften, dat bij de Tweede Kamer
is ingekomen zeer aanzienlijk is. Dat getal zou in de twee laatste dagen
ruim honderd hebben bedragen. Alle deze requestcn zullen in de aanstaande
week, bij de hervatting der zittingen, ter tafel worden gebragt. Er wordt
een nog grooter getal petitiën te gemoet gezien.
Z. Exc. de Minister van Staat, Graaf van der Duyn van Maasdam,
blijft steeds in zorgwekkenden staat verkeeren.
AMSTERDAM, 14 Junij.
Den 7den dezer is alhier de achtste algemeene vergadering gehouden van de
Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Ster leen Drank. Het
door den Secretaris voorgelezen verslagofschoon de groote moeijelijkheden
waarmede de V'creaniging te worstelen heeft, niet ontveinzende, kon evenwel
met regt gunstig worden genoemd. De vereeniging toch gaatzij het dan
ook langzaam, op den ingeslagen weg vooruit. Hare beginselen vinden meer
en meer ingang, en zij oefent vaak cenen zijdclingschen invloed uit, die tot
veel aanleiding geeft, dat de zaak, welke zij voorstaat, krachtig in de hand
werkt. Opmerking verdienen de nuttige inrigtingen, welke door sommige
afdeclingen in bet belang barer leden worden tot stand gebragtwaaronder
de spaarkassen, te Haarlem en Utrecht opgerigten waartoe het plan ook
reeds op andere plaatsen gevormd is, vooral melding verdienen.
Het getal der leden (dat in Junij 1847 3,886 bedroeg) bedraagt thans
5,106; waarbij niet gerekend zijn de 1,500 leden van het Amslerdamscbc
matigheids-genootschap.
Het Hoofdbestuur bestaat thans uit de HH. Dr. W. Egeling, te Haarlem,
(President), Ds. T. C. R. Huydecoper, te 'sGravenhage, (Tresorier), Dr. D.
Lubachte Haarlem, (Secretaris), en Prof. J. L. C. Schroeder van der Kolk,
te Utrecht; zijnde in de plaats van den Heer J. Stuart, die bedankt heeft,
verkozen de Heer Mr. C. C. E. d'Engelbronner, te 's Gravenhage. {II. Cour.)
MAASTRICHT, 13 Junij.
Volgens het Journal du Limbourg is in de Vergadering der Staten van
die provincie, overeenkomstig het rapport der Commissie, heslist, dat Lim
burg aan Duitschland en niet aan Nederland behoort, en mitsdien, welke
voorliefde het ook voor België of eenigen anderen Staat zou mogen gevoelen,
de bestemming van Duitschland moet volgen weshalve de Limburger afge
vaardigden dan ook verpligt zijn aan de beraadslagingen der Duitschc Nationale
Vergadering deel te nemen.
BUITKIN LA INBSC HE BËRÏGTEjN.
ENGEEANffl.
LONDEN 13 Junij.
De Chartislen gaan voort met het stoken van onrust in de hoofdstad.
Eenige dagen geleden hadden zij een adres aan den eersten Minister ingezon
den waarbij zij vorderden ingelicht te worden of de Regering binnen kort
de bij die adressen uitgedrukte verlangen dacht te bewilligen. Daar hun
hieromtrent geen bevredigend antwoord was toegezonden, was door de ver
schillende hoofdleiders aangekondigd dat, in spijt van alle door de Regering
genomen maatregelende Chartislen op Maandag den 12den vergaderen en
eene indrukwekkende demonstratie doen zouden. De Regering had de noodige
voorzorgen genomen om alle oplogten in de hoofdstad of in de voorsleden te
beletten, en elke oproerige beweging met den meesten nadruk tegen te gaan.
Deze demonstratie heeft dan ook niet plaats gehad.
Ook de voorstanders van de hervorming van het stelsel van vertegenwoor-
diging beginnen, onder de leiding van den Heer Hume, eene meer dreigende
houding aan te nemen. Den 7d<m dezer waren zij, in vereeniging met Char-
tisten en leren, ten getale van meer dan 6,000, bijeengekomen.
Te Dublin heeft tusschen de leden der club, aan welker hoofd de Heer
Meagher zich bevindt, die zich in plegtigen optogt naar de Music-hall bega
ven, en eenige policie-dienareneen gevecht plaats gehad, waarbij de Heer
Meagher gevangen was genomen. Ilij was den volgenden dag tot eene boete
van 5 veroordeeld, en, nadat hij deze betaald had, wederom losgelaten.
Den 7dcn was de raad der Iersche confederatie bijeengeroepen. Men had ver
wacht dat bij die gelegenheid zou worden bekend gemaakt op welke wijze het
jonge en oude Ierland zich vereenigen zouden en bestuurd worden. Daar
omtrent was echter niets heslist, maar de zaak van den Heer Mitchell was
vooral het onderwerp geweest waarover de onderscheidene sprekers het woord
hadden gevoerd. Niettegenstaande de groote toevloed van aanschouwers was
de orde niet gestoorden de policie had deze keer de optogten der verschil
lende clubs naar de vergaderzaal niet bemoeijelijkt. Ondertusschen was de
overheid op hare hoede, want de spanning nam met elk oogenblik toe.
Het volk wapende zichten gevolge van de laatste door den Heer Smith
O'Brien onderteekende oproeping, en de taal der dagbladen werd van dag
tot dag heviger.
Onderscheiden houders van banken van leening hebben bekend gemaakt
verder op geene panden geld te kunnen gevenomdat zij de verstane goede
ren niet aan den man kunnen brengen.
Volgens een ontvangen berigt, is bet op den 2den dezer van Genua
naar Engeland vertrokken ijzeren stoomschip Ariëlweinig tijds na zijn
vertrek, op een rif nabij Livorno gevaren en terstond vol water geloopen; de
passagiers en verdere bemanning werden gered, doch schip en lading, die
op 50,000 geschat wordenzullen verloren zijn.
Te Stafford heefthij de vertooning van wilde beesten in eene mena
gerie, het volgend ongeluk plaats gehad; terwijl namelijk een der oppassers
zich in het hok van eenen leeuw cn leeuwin begaf, om zijne kunsten met
dezelve te vertoonen greep de leeuwin hem eensklaps met eene vervaarlijke
woede aan en scheurde hem met eenen slag de huid van het hoofdook de
leeuw bragt hem zware wonden toe, en beiden zouden hem oogcnblikkelijk
gedood hebben, zoo niet do overige oppassers met ijzeren staven de woedende
beesten van den man hadden weggeslagen de ongelukkige kunstvertooner is
nogtans zoo deerlijk gewond, dat hij het leven niet zal behouden.
FRANKRIJK.
PARIJS, 13 Junij.
In de Zitting van eergisteren hebben de Heercn Thiers en Victor Hugo
plaats genomende eerste heeft zich aan de zijde der behoudende partij ge
schaard, terwijl de andere de zijde der stellige republikeinen heeft gekozen.
In deze zittingin welke 546 leden tegenwoordig warenis de Heer George
Lafayette met 304 stemmen tot Onder-Voorzitter verkozen.
De wonderbaarlijke verkiezing van Bodewijk Bonaparte tot Lid der Na
tionale Vergadering, geeft aanleiding tol allerhande vreemde geruchten. Vol
gens het eene gerucht, zou hij geheel buiten zijn weten als Candidaat zijn
voorgesteldvolgens het andere zou hij door de hevigste leden van alle par
tijen gestemd zijn, omdat ieder in hem een, hoofdleider zou hebben willen
zoeken, dien ze nog missen. Voorts zou hij zich te Londen bevinden; zijnde
in het begin der omwenteling wel hier gekomen, doch op verzoek van het
Voorloopig Bewind om deze stad te verlaten, naar Londen vertrokken. Op
verscheidene stembriefjes was achter zijnen naam het woord Keizer geplaatst
het uitvoerend bewind schijnt met die stemming weinig ingenomen, en zou
zelfs trachten die verkiezing te vernietigen, waartoe de bekenking óf hij wel
Fransch burger kan heeten, gercede aanleiding geven kan.
De zitting der Nationale Vergadering van gisteren is te midden van eene
groote opschudding geopend geworden. Eene talrijke menigte bevond zich in
de omstreken van het gebouw, cn het gerucht dat er van de zijde der aan
hangers van Prins Lodewijk Bonaparte eene demonstratie beoogd werdver
wekte algemeene onrust. Terstond na de opening der zitting verlangde de
Heer Napoleon Bonaparte het woord, en verklaarde dat hij geheel vreemd wa9
aan de vroegere handelingen van zijnen bloedverwant Lodewijk Bonaparte,
maar dat hij weinig had vermoed dat een wets-ontwerp tot verbanning van
zijnen neef zou worden voorgesteld, gelijk men althans verzekerde.
De Minister Flocon beantwoordde kortelijk den spreker met op te merken
dat de regering steeds de noodige maatregelen zou nemen, om de welvaart en
onafhankelijkheid der natie voor alle aanranding te beveiligen.
Nadat verscheiden rapporten omtrent de verkiezingen waren goedgekeurd cn
twee ontwerpen van besluit, het een betreffende de vereenigingen der werk
lieden, het ander betreffende de vollooijing van den spoorweg van Chartrcs,
waren ingediend, nam de Heer Duclerc, Minister van Finantiën het woord,
ten einde het vroeger door hem aangekondigde linanliële plan te ontwikkelen.
Vooraf schetste hij den tegenwoordigeu toestand des lands ten aanzien der
geldmiddelen als gunstiger dan vóór eenigen tijd.
De vergadering heeft de voordragt des Ministers naar het comité van finan
tiën verzonden.
Aan de orde van den dag was daarna de beraadslaging over het ontwerp
van wet, strekkende om een crediet van 100,000 fr. 'smaands voor de
uitvoerende commissie te openen.
Nadat verscheidenen deswege het woord hadden gevoerd trad de Heer La-
martine op. Hij hield eene rede tot verdediging van het eerste Voorloopig
Bewind, ten opzigte der instelling van de Republiek, schetste den toenmali-
gen gevaarlijken toestand van Frankrijk, en al wat toen later door de Rege
ring zoo ten opzigte der politiek als der finantiën was gedaan in groote trek
ken en riep ten slotte nit: En na zulke uitkomsten beschuldigt men ons
van werkeloos te zijn gebleven
De redenaar hield hier van vermoeidheid op en de zitting werd voor eenigen
tijd opgeheven. Onderwijl vernam men in de vergaderzaal eenige geweerscho
tenwelke, uit de menigte die het gebouw omringde, gelost waren op de
nationale garde, die tot beveiliging der vergadering was opgeroepen. Na de
heropening der zitting ten 5 ure, vatte Lamartine onmiddelijk het woord:
Burgerseene noodlottige omstandigheid brak de rede af, die ik had aan
gevangen. Terwijl ik tot u sprak van de pogingen om de orde te herstellen
werden er geweerschoten op den Bevelhebber der nationale garde en verschei
dene harer leden gelost onder den kreet van: Leve de Keizer!
Het is het eerste bloed dat gestort is, cn zulks is geschied in naam van
een fanalismus, dat ons altijd vreemd zal blijven. Deze omstandigheid maakt
het ons ten pligt, u onmiddellijk het volgende ontwerp voor te dragen, dat
wij een uur voor dat wij deze zaal binnentraden hebben geteekend