PUBLICATIE. fijke familie te verjagen; Je meer verbitterden vinden deze wraakoefening zelfs nog niet schitterend genoeg en Zeggendat Ferdinand de stad niet verlaten moet. Ook te Rome heeft deze tijding het grootste misnoegen verwekt. De Pans heeft zich in de strengste bewoordingen tegen den Koning uitgelaten, en zelfs zou hij zoo zijn getroffen geweestdat men voor zijne gezondheid vreesde. Den 15den Mei had de op de citadel van Messina liggende bezetting den gesloten wapenstilstand, die tot den 22s,eD moest duren, verbroken, en was zij begonnen de stad te beschieten. Toen evenwel de Generaal Pronio, bevelhebber der citadel, zag dat er geen kans was om de stad ten onder te brengen, had hij den 16'k" het vuur weder doen slaken. OOSTENRIJK. AVEENEN23 Mei. Er heeft zich hier eene Commissie gevormd tot handhaving van de open bare rust en veiligheid der hoofdstad. De stad Praag heeft eene deputatie van 40 personen benoemd om den Keizer te verzoeken zich te Praag te vestigen. De rcactionnaire partij alhier wil al de gevolgen van het vertrek des Keizers op de studenten laden. Daartoe werden de onheschaamdstc logens verzonnen. De betere gevoelens komen echter weder boven, en de studenten worden uitgenoodigd Wcenen in dit oogenhlik niet te verlaten zelfs heeft de Minister van Binncnlandsche Zaken zich in dien zin aan het comité der studenten verklaard. De hoofdstad is rastig en zal de uitwerking van hare adressen aan den Keizer afwachten. De Graaf Hoyos en de Graaf Wilczek die door den Oostenrijkschen Mi nisterraad aan den Keizer afgevaardigd waren om hein tot den terugkeer naar Wecnen te bewegenzijn den 24stcn Mei uit Innspruck in die hoofdstad ternggekomen en hebben liet volgende schrijven des Keizers aan den Minister raad overgebragt, waaruit men moet opmaken, dat vooreerst op den terug keer des Keizers weinig uitzigt bestaat «De Veldmaarschalk-Luitenant Graaf Hoyos heeft mij den door den Minis terraad op den 17dc" dezer des avonds aan mij gcrigten brief zoo even over handigd. Ik antwoord u daarop, dat de stad Wcenen in den laatsten tijd, tot groot nadeel hare vroeger aan mij en mijne voorvaderen steeds bcwezene trouw zoo zeer geschonden heeft, dat ik heb moeten besluiten, haar voor eenigen tijd te verlatenen eerst dan weder binnen bare muren terug te kceren, als ik van haren terugkeer tol hare vroegere gevoelens volkomen over tuigd zal zijn. De Ministerraad zalgelijk ik bij mijn vertrek verondersteld heb, het van zijnen pligt achten intusschen dat alles te verrigtenwat de toestand der monarchie en de handhaving van den troon van hem vordert, lerwijl de regelmatige gang der zaken door een tijdelijk gewijzigd verblijf in mijne Staten niet kan worden gestoord. Innspruck, 20 Mei 1848. Ferdinand." Te gelijk met dit schrijven is te AVeenen het volgende Manifest des Keizers aan zijne onderdanen uitgevaardigd: «De gebeurtenissen, die le AVeenen op den 15de" Mei hebben plaats gehad, brengen mij tot de treurige overtuiging, dat eene anarchistische partij, steu nende op liet groolendeels door vreemden op den dwaalweg gehragte, acade mische legioen, en op cenige afdeeliogen burgers en nationale garde, die van hunne oude beproefde trouw zijn afgeweken mij van mijne vrijheid van han delen herooven wilden, om aldus de provinciën, die voorzeker algemeen ver ontwaardigd zijn over die aanmatigingen van bijzondere personen, en de wel gezinde bewoners mijr.er residentie aan zich te onderwerpen. Mij bleef slechts de keus over om met liet getrouwe garnizoen des noods met geweld mij den uittogt te banen, of mij voor het oogenhlik in stilte naar de eene of andere der provinciën te begevendie 'mij Goddank zonder uitzondering getrouw ge bleven zijn. «Die keus kon niet twijfelachtig zijn, ik bepaalde mij tot den weg des vredes en begaf mij naar het ten allen tijde hetzelfde geblevene Tyrolwaar ik tevens spoediger herigt kon ontvangen van liet leger, dat zoo dapper voor het vaderland strijdt. A'erre van mij is de gedachte, de gaven, die ik mijn volk in Maart geschonken heb, en de natnurlijke gevolgen daarvan terug te willen nemen of daaraan te kort te doen ik zal integendeel steeds geneigd zijn aan de billijke wenschen mijner volken langs den wettigen weg gehoor te geven, en de nationale en provinciale belangen te behartigen, indien zij mij slechts als waarlijk algemeeneop eene wettige wijze voorgedragen, door den rijksdag behandeld en mij ter bekraehtiging voorgelegd maar niet gewapenderhand door enkele personen zonder mandaat, met geweld afgedwon gen worden. »Dit wilde ik aan mijne volken, die door mijn vertrek uit Weenrn in angstige spanning verkeeren, tot hunne volkomenc geruststelling verklaren en tevens herinneren, hoe ik in vaderlijke liefde steeds bereid was onder mijne zonen ook die weder op te nemen die voor verloren werden gehouden maar wedergekeerd zijn. «Innspruck, 20 Mei 1848. «Ferdinand." Te Berlijn was de tijding ontvangen, dat de Keizer het Corps Diploma tique bij zich ontboden en de AVccner Hoogeschool ontbonden had. -De Hccren Hal'ncr en Tuvora, de twee in hechtenis genomen redac teurs, zullen morgen voor de crimineele regthank teregt staanonder be schuldiging van de republiek te hebben willen uitroepen. Men beweert, dut de Graaf Bornhellesde echtgenoot van wijlen de Aartshertogin Maria I.ouizade ziel is geweest van de intrigues, die den Kei zer lot de vlugt uit AAreenen genoopt hebben. II ON GA RYE. PESTH21 Mei. De Aartshertog Palatijn heptt, in overleg met het ministerie, een proces van hoog verraad tegen den bevelhebber van Croatic, den Luitenant-Veld maarschalk Baron Joseph Jellalischingesteld, Croatië in staat van oorlog verklaard en de gelicele reeds aanwezige militaire magt onder hevel van den Kegerings-Coniiuissaris Generaal Hahrowski gesteldterwijl cr boven dien hij Zegedin nog een leger van 12,000 man wordt bijcengctrokkeu. SEE ES WIJK. 26 Mei. De Pruisische Generaal von AVrangel de order van den Koning ontvangen hebbende, om zijne troepen uil Jutland terug te trekken en het innen der oorlogsschatting uit te stellen, heelt reeds aan dat bevel beginnen te voldoen. De door de Deenen prijsgemnakte schepen, zullen ontslagen, en bevel worden gegeven tot opheffing der geblokkeerde havens. Men kan dus rekenen dat de vrede gesloten is. ALGEKIE, In de stad Bone zijn vrij ernstige onlusten uitgebroken. Sedert de tijding van de Februarij-oinwenteling hrerschte daar zekere gisting. Twee jonge lio- den, die een vrijheidsboom, waarop eene roode muts prijkte, hadden om gehouwen, werden tot boete veroordeeld; maar deze straf scheen der ultra- republikeinselie partij nog veel le ligt toe. Een Corsikaan loste zijn pistool op de borst van een der genoemde jongelieden. Den 9de" Mei werd de stede lijke regering veranderdde aanhangers van den vorigen maire uilten be- dreigingen tegen den nieuwen. Kwaadwilligen maakten de Arabieren be vreesd, waarop deze zich haastten, met hanne kostbaarste bezittingen de stad te verlaten. Ten gevolge dezer gebeurtenissen zijn zes personen voor den tijd van vijftien jaren uil Algerië gebannen. STARS HERIGT. Beschrijving voor hei regt op de Patenten en het Personeel voor den jate 1848 en 1849. BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Stad LEY DEN, brengen hij deze, naar aanleiding van een ontvangen besluit van Z. Exe. den Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland, van den 13den April jl. N«. 3495 3d« Afd. houdende ecnige bepalingen ten aanzien der beschrijving voor het Patentregt over 1848 cn 1849 (dat is, van 1 Mei 1848, tot 30 April 1849,) alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van 13 April 1848 N°. 4120 3de Afd., betrekkelijk de beschrijving voor de Personeele Belasting voor het jaar 1848 en 1849, ter kennisse van de Ingezetenen dezer Stad: Dat op den lsle" Mei een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving dor Patrntpligtigpn, tabel 14, N°. 3740, zijnde de SlijtersTappers, Kroeg en Koffijhuislioudcrs, waarvoor de deelaratoiren aan de huizen zullen worden rondgehragten na verloop van drie dagen, van wege den Ontvanger der Directe Belastingen, tegen regu worden afgehaald, en worden gemelde Patent- pligtigcn herinnerd aan de bepaling van art. 2 der wet van 24 April 1843 SlaatsblN°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1848 en 1849 hebben vol daan, en nadat liet verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de aclens van Patent aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aan slagbiljetten zullen worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragten de lijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16 der AVet, van den 6dcn April 1823, N°. 14, houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van Patent, van den 21sten Mei 1819 Staats blad N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patenlpligtigcn in te vullen verklaringen van aangifte, voor den jare 1848 wordt vastgesteld op den 8slcn Mei van dat jaar, en dat de wederinzaineling derzelve, tegen re^udoor den Ontvanger of dcszelfs daartoe gcqualiflceerdcn geleekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden. Dat de Registers der patcnlpligtigenop of met den 31slcn Mei daaraan volgende zullen gesloten worden en er na dien tijd volstrekt geene verkla ringen meer zullen worden aangenomen. AVordende ieder patentpligtige hij deze herinnerd aan art. 18 der AVet op hel regt van Patent, van den 21s'cn Mei 1819, inhoudende: «dat zij, die bij liet aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij liet «terughalen derzelve, mogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen «op een of ander begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om zorg «te dragen, dat de bij de AVet gevorderde aangiften, verklaringen en aan- «vragen, welke ter invulling aan het kantoor van den Ontvanger der Directe «Belastingen," (op de Mare binnen deze Stad) «verkrijgbaar zijndoor in «persoon of door hunnen gemagtigden behoorlijk ingevuld, op den daarbij «bepaalden tijd, ter zelvcr plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der voorschrevene AA'et, houdende: »de aan het regt «van Patent onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot «liet doen der aangifte bepaald, bevonden rollen worden zich niet, of door «valsche, onnaauwkeurige of onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne «verpligtingen ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zullen telken «rcize, wanneer hun verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in een' «boete van niet minder dan 25, en niet ineor dan 400 goldens."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3