nisterïe, 7.oodra daartoe. gelegenheid was, zich met een naauwgezet onder
zoek bezig gebonden van het ontwerp van gewijzigde Grondwet, door den
Koning aan liet oordeel van den Ministerraad onderworpenen hoezeer daarin,
zoo door gewone als door buitengewone werkzaamheden verhinderd van de
tijdsomstandigheden onafsclieidbaaar, heelt de raad die taak ten einde gebragt.
Met opzigt tot dit onderwerp echter heeft zich onder de leden van het Mi
nisterie verschil van meening geopenbaard, en het is ten slotte gebleken,
dat zoodanige uiteenloopende denkbeelden onder hen bestaan als niet te ver-
eenigen zijn.
Het gevolg daarvan is noodwendig, dat daar er een voorstel tot wijziging
der Grondwet niet kan ontspruiten dan uit een Ministerie, dat dienaangaande
eenstemmig denkt, het onvermijdelijk wordt, dat er eene verandering in
personeel plaats grijpe.
Tot dat einde zijn door de leden van hel Ministerie hunne verschillende
meeningen aan den Koning geopenbaard. L. M. heeft, krachlens de grond
wet alleen de bevoegdheidde ministeriële inrigling te regelen en de uit
komst van 's Konings overweging kan ten spoedigste worden te gemoet gezien.
Het Ministerie betreurt niet minder dan U Ed. Mog. zulks kunnen doen
de vertraging door de zoo even aangehaalde omstandigheden in de voordragt
eener gewijzigde grondwet veroorzaakt.
Een ieder in Nederland gevoelt de noodzakelijkheiddat eene beslissing
dienaangaande genomen worde, en deze zal, naar men vertrouwt, zich dan
ook niet doen wachten.
Intusschen kunnen de leden der tegenwoordige administratie aan U Ed.
Mog. verzekeren, dat zij, hoezeer in een zoo belangrijk punt verschillende,
nullen voortgaan eendragliglijk op denzelfden voet 's Rijks belangen te behar-
tigen, gedurende de dagen die zullen verloopen vóór dal de ministeriële
schikking zal zijn lot stand gebragt. Hunne gelijke zucht, om het vaderland
van dienst te zijnstaat U Ed. Mog. daarvoor ten borg.
Aan de toezegging, door het ministerie gedaan, wegens eene wijziging om
trent de accijnsen op het gemaal en het geslagtis door hetzelve gestand ge
daanen eene concept-wetdaartoe betrekkelijk heeft reeds den Raad van State
doorloopenzoodat zij, wanneer de aanstaande ministeriele schikking daarin
geene verandering daarstelt, eerlang UEM. zal kunnen worden aangeboden.
Het ministerie heeft gemeend bij monde van deszelfs Voorzitter UEM. deze
openingen te moeten geven uithoofde van deszelfs verlangenom UEM. volle
dig bekend te maken met al de gewigtige aangelegenhedenwelke in naauw
verband staan met de belangen van het vaderland die UEM. zoo zeer ter
harte gaau."
Na eene langdurige discussie daarover wordt besloten tot het doen drukken
en ronddeelcn dier inededeeling.
Vervolgens zijn successivelijk aangenomen 1". het ontwerp tot instandhou
ding van sommige Belgische wetten in Limburg, en 2°. de voordragt tot
regeling van het Koloniaal batig slot over 1846. Het eerste zonder discus
sie, met algemeene stemmen, het laatste na eenige beraadslagingen met 44
legen 9 stemmen. Daarna is de zitting opgeheven.
AMSTERDAM, 10 Mei.
Het Provinciaal Hof van Noord-Holland beeft bet vonnis bekrachtigd der
Arrond. Regtbank alhier, waarbij de Redacteur en Drukker van de Hydra
tot gevangenis en geldboete veroordeeld zijnwegens bet artikel tegen den
gewezen Minister van Hall.
De Heer S. P. Lipman, Advocaat alhier, beeft een adres aan de
Tweede Kamer ingediend, waarin hij hoofdzakelijk te kennen geeft dat zijn
adres de strekking beeft om zich zelvcn en die klasse zijner medeburgers waar
toe hij behoort tot verligting van minder gegoeden, aan zwaardere lasten te
onderwerpen, met geene andere vergelding, dan de bevordering van de
algemeene welvaart, waarin zij zelve deelen. Mogt dit doel bereikbaar worden
geoordeeld, blijmoedig zal hij (en met hem, naar hij gelooft, duizendtallen
van gegoede en welgezinde ingezetenen) de offers brengen welke de gesteld
heid van het vaderland eisclit, en waarvan Nederland in ruime mate de
vruchten zal plukken.
Groote en gevolgrijke gebeurtenissen hebben, zegt bij, voor Europa, voor
de wereld, een nieuw tijdvak doen ontstaan. De geschiedenis der menschlieid
kent geene gelijksoortige, zoo snelle, zoo algeheele en zoo wijduitgestrekte
omkeering van alle begrippen omtrent de voorwaarden, welke de maatschap
pelijke zamenleving moeten bepalen.
Daardoor is de industrie plotseling gestuit, het crediet ingestort, de koop
handel ontmoedigd en mist eiken veiligen maatstaf voor zijne berekeningen en
ondernemingen.
BÜ de veranderlijkheid der omstandigheden, waarbij de dag van beden tot
geene zekere gevolgtrekking leidt voor den dag van morgenis bet aan gee-
nen sterveling vergundte wetenwelk lot de landen van Europa verbeidt.
Maar daarom juist kunnen, in een land, hetwelk niet werkeloos de alge
meene verwikkeling en verwarring aanschouwt en afwacht, onder den zegen
des Allerhoogste, geestkracht en beradenheid heil aanbrengen, indien de
natie, sterk door het beleid der Regeringen en door eendragt der burgerijte
midden van onrust, rust, te midden van gevaar, veiligheid mag genieten.
Naar znlk een land rigten zichhandelnijverheid voorspoedrijkdom.
Er is in Europa geen land, daartoe meer en beter geschikt, geen land,
hetwelk meerdere bestanddeelen oplevert van volksgeluk, dan Nederland,
doch dan moet het ten spoedigsteen alvorens ceoe nieuwe omkeering het
«vórige Europa kunne treffen, door eene definitive organisatie aan de onze
kerheid, waaraan zich in deze dagen liet denkbeeld van onveiligheid nood
wendig verbindt worden onttrokken.
De commissie beeft baar taak op eene wijze volhragt, welke haar gewia
aanspraak geeft op de nationale dankbaarheid; aanmerkingen waren te ver
wachten, doch zal niet liet werk, hetwelk een punt van vereeniging moet
worden, epne bron van twisten openen, dan behoort niemand, te verwachten'
of te eiseben dat hij in alle deelen zijne eigene individuele meening terug
vinde in de nieuwe staatswet. Maar zij behoort als een geheel de slotsom
te bevatten van den wenscb der verlichte meerderheid, en de groote vraag
punten van den tijd definit i vel ijk op te lossen.
Daarom beeft bij met blijde voldoening ontwaard, dat bet ontwerp in do
gewigtigste opzigtenaan de toekomst onder eene constitutionele monarchie
geene eischen hebbe gelatenen hoopt dat Nederlandvroeger dan eenig
ander land, door zijne volbragte staats-hervorming aan de onbestemdheid en
onzekerheid van bet tijdvak ontrukt het gevoel van veiligheid herkrijge.
De volinaakste instellingen icliter kunnen op zich zelve het geluk eener
natie niet beslissen.
Twee zaken alleen mag de natie van de regering verwachten: 1". dat zon
der vertraging, welke aan Nederland vroeger en later onheilen berokkende,
de nieuwe staatsregeling worde tot stand gebragt en afgekondigd 2°. dat de
regering zich ontlioude van alle maatregelen, welke, niettegenstaande of
zelfs door halfslagliglieidde handelingen van een nieuw definitief ministe
rie, van eene nieuwe definitieve volksvertegenwoordiging, zonden belemmeren,
en Nederland van de wenscbelijke vruchten der staatshervorming voor een
groot deel en voor langen tijd herooven.
Het tijdelijk Ministerie, hoewel zaniengesteld uit regtschapene en kundigs
mannen, heeft alleen de eervolle en hoogstgewigtige besteraming, om, in
dit tijdvak van overgang, de staatkundige organisatie van Nederland, op da
door de commissie onlworpene grondslagen, te bespoedigen, en intusschen in
de behoefte van den dag te voorzien.
Ook Uwe Vergadering kan niet meer met vrucht medewerken, dan tot liet
tweeledig einde, van de invoering eener nieuwe staatsweten de voorzie
ning in de dagelijksche behoeften van den Staat.
De noodzakelijkheid eener algeheele verandering van het thans in Nederland
heerschende finantiëel stelsel wordt door niemand meer ontkend.
Onder een nieuw finanliëel stelsel zal eene belasting op de inkomsten
vooral der meer gegoede burgers, een groot bestanddeel der inkomsten van
den Staat moeten uitmaken. Maar, opgewogen door andere groote cn gewig
tige fiiiantiële verbeteringen, zal zij aan de gegoede burgers zells welgevallig
kunnen worden, indien, bij inachtneming van kiesche, regtvaardige cn vrij
zinnige vormenaan diezelfde burgers eene ruime vergoeding wordt verze
kerd eensdeels door den waarborg voor de getrouwe vervulling van de ver-
bindtenissen van den staat, anderdeels door de opheffing van belastingen,
welker heffing onbestaanhaar te achten is, zoowel met de nieuwe gesteldheid
als met bet nienw finantiëel stelsel. Niet tweemaal zal de rijke worden ge
troffen, eerst in zijne inkomsten, daarna wederom in zijne uitgaven, welk»
het algemeen belang verbiedt in derzelver onbekrompen gang te beperken.
De nijverheid zal niet tweemaal worden getroffen eenmaal in zijn bedrijf
zelf, waaraan eene meer dan ooit onbelemmerde vrijheid nieuwe kracht be
hoort te gevendaarna op nienw in winsten van dal bedrijf. Dan zal niet
meer de behoeftige volksklasse zich door belastingen getroffen wanen welk»
haar in den vorm van loon of aalmoes, veelal wordt vergoed; het zal door
gaans eene waarheid blijven, dat in het uiteinde, nu zoowel als dan, de be
zitters, en niet de niet-bezilters, de meester, en niet de knecht, de gegoedo,
en niet de behoeftige, alle belastingen dragen. Maar het tastbaar gevoel dier
waarheid is in de dagen, die wij beleven, voor de gegoeden een waarborg
van veiligheidvoor de behoeftigen eene reden van tevredenheid. De rust is
het beste verzekerd waaraan de geringere volksklasse zelfs het voorwendsel
van gemor wordt ontnomen. Groote bezuinigingen in het kostbaar beheer en
toezigt, met opheffing van al de kwellende formaliteiten, worden hieruit ge
boren, en mogen daardoor individuen hunne tegenwoordige betrekking zien
vervallende bevordering van het algemeene welzijnwelke gewis den weg
niet afsluit tot billijke tegemoetkoming, behoort over elke andere overweging
te zegepralen, en het is te hopen, dat een nieuw ministerie niet aan het oude
cnvel zal lijden om allerwege het belang der zaak aan zwakke inschikkelijk
heid voor personen ten offer te brengenal moesten eenige hoofd-ambtenaren,
die thans de finantiëele wetsontwerpen vervaardigendoor de algemeene ver
mindering van het heir van ambtenarenook hunne ambten en bezoldiging'
zien vervallen. Waar aan de behoeftige volksklasse elke reden tot klagen
ontvalt, waar aan de burgerklasse onbelemmerde en onbelaste vrijheid van
handel en bedrijf te beart valt, waar de rijke de zware lasten, die hij draagt,
door het in onze dagen onwaardeerbaar gevoel van veiligheid vergoed ziet
waar de onbekrompene aanwending der uitgaven door geene fiscale heffing
wordt gestuit, waar de onkostbare inning der belastingen groote bezninigin-
gen gedoogt: daar zal, bij de bewaring van orde en rust, de rijkdom in
deze zoo stormachtige tijdenden grond niet ontvliedendaar zal veeleer da
vreemdeling een veilig verblijf niet door deelneming in de te dragen belasting
te duur gekocht achten.
Het is voorzeker een drukkend bezwaar voor allenvoor velen een pijnlijk
ongerief, den staat zijner fortuin te moeten openleggen; maar daarom juist
behoort de noodzakelijkheid door hoogst gewigtige voordeelen te worden tege
lijk geregtvaardigd cn vergoed, en eenmaal het kwaad gedragen, zal de bef
fing van één ten honderd meer of minder, den aard der belasting niet ver
anderen indien slechts ook hel eqnivalent in verhouding wordt verzekerd.