LHYDSCHE
C O U R A N 'IV
&jT
N°. 56.
WOENSDAG10 MEI.
1848,
IM
;y>ï
"i
t-y
De Prijs der Courant is ƒ12 »'n het jaar; ^lOjt.L-
Je afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag avond.
BINNENL ANDSC81E BERIGTEN.
LEYDEN, 9 Mei.
Heden wordt alhier de 38sle verjaardag van H. K. H. Mevrouw de Prinses
Albert van Pruissenop de gewone wij/.e gevierd.
YVij vernemen, dat meer dan 150 der voornaamste ingezetenen dezer
stad een adres hebben ingediend aan de Directie der Holl. Spoorweg-Maat
schappij, ten einde te verzoeken den laalsten trein des avonds uit Rotterdam
en tot dus verre alleen lot den Haag loopende, zoodanig te wijzigen, dat die
tol onze stad doorging en, zoo mogelijk, dien trein hier den nacht te doen
overblijven, om den anderen morgen vroeg op Rotterdam te kunnen gaan.
Aldus zou billijk voorzien zijn in het belang van handelaren op laatstge
noemde stad welke op de thans bestaande wijze veel te laat aldaar aanko
mentevens zou zulks lot groot gemak en genoegen strekken voor die in
woners, welke hetzij naar Rotterdam of den Haag gaande, in het beste van
den zomertijd genoodzaakt worden, oin reeds omstreeks 7 ure uit eerstge
noemde stad en Ie 8 ure nit den Haag te vertrekken.
Staat aanwijzende het aantal Reizigers, benevens de Opbrengsten gedu
rende de maand April 1848, op den Hollandscben IJzeren Spoorweg.
Vertrek van Aantal Reizigers. Opbrengst van Reizigers
O
^1
co
r-*
TH
Halfweg
256
-
102.07}
-
5,593.65
-
235.10
De llillegornmerbeek
38
-
26.70
-
295.00
-
391.55
-
304.95
-
5,574.95
-
318.05
Nieuw Oost-Einde
111
93.40
-
11,638.10
-
108.15
Delft
-
3,251.70
-
1,579.65
Rotterdam
11,835
-
11,795.00
Vervoer van Goederen enz.
-
9,707.16}
68,196.49
Bedrag der vorige
opgaaf 159,978
-
180,892.36
Totaal-Generaal
225,523
249,088.85
Op den Rhijnspoorweg zijn in de maand April vervoerd 21,531 reizi
gers, en is ontvangen ƒ42,252. Het totaal der opbrengst van het dienstjaar
1 Mei 1845 tot 30 April 1846 was 603,564.16. 1 Mei 1846 tot 30 April
1847 was 652,301.58J. 1 Mei 1847 tot 30 April 1848 was ƒ649,067.65}.
In België ziet het licht: Handboek der Nederduitsche tael et letter-
knnde, ten dienste der gestichten van middelbacr onderwijs; door Dr. Prof.
de Jonghe eerste deel, inhoudende Redevoeringen van Prof. Schrant en van
der Palm; tweede deel, inhoudende Treurspelen, de Lucifer, van Vondel; de
Cinna, vertaling van Bilderdijk; derde deel, inhoudende Mengeldichten der
voornaamste klassieke dichters.
's GRAVENHAGE 7 Mei.
Bij Koninklijk besluit, van 23 April, is tot Ridder der Orde van den tVeder-
landsche Leeuw benoemd, de Luitenant ter Zee lst< klasse J. May.
Het Ministerie heeft in de laatste dagen wederom veelvuldige en lang
durige vergaderingen gehouden. Heden morgen was het reeds ten half negen
ure bijeen. Men verzekert, dat zulks ih verband slaat met de ontwerpen,
die in dc aanstaande week, bij de hervatting der werkzaamheden der Kanjers,
aan dezelve zullen worden aangeboden.
Aanstaanden Dingsdag zal de Tweede Kamer der Staten-Generaal hare
werkzaamheden hervatten. Alhoewel de ontwerpen van wet nopens de Grond
wetsherziening niet tot hare eerste verrigtingen zullen behoorenzoo ziet men
de aanbieding en behandeling dcrzelve toch weldra te gemoet. Die ontwer
pen zijn thans of zullen spoedig komen bij den Raad van State.
De huizen op de Laan van Schuddegeest, behoorende aan den Heer Mr.
A. G. C. Alsche. zijn door Z. M. aangekocht (behalve het Buitenverblijf) en
sedert den l»t™ dezer maand aan H. D. overgegaan. Bovengemelde huizen
worden nog vooreerst niet afgebroken en blijven onder dezelfde administratie
als te voren.
In de Residentie zijn aangekomen en aan het Hötel de Believue afge
staptMr. M. de Levis Mirepoix, nil Frankrijk, en de Graaf Pozzo di Borgo,
van Corsika, met gevolg.
8 Mei.
Heden middag ten half twee ure vertrekt H. K. 11. de Prinses Albert
van Pruissen nit deze Residentie naar haar buitenverblijf, nabij Voorburg,
en zal aldaar vier maanden doorbrengen.
De vergadering van het ministerie heeft gisteren zeer lang geduurd.
Ook gisteren avond is hetzelve bijeengeroepen.
De 's Graven/iaagsche Nieuwsb. zegt vernomen te hebben, dat de aan
staande terugkomst der Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
geene betrekking heeft tot de herziening der Grondwet, maar. naar men
haar verzekert, zullen II. E. M. zich met enkele andere voordragten hebben
bezig te houden. Daartoe moet behooren een wetsontwerp, strekkende tot
voorloopige afschaffing der lijfstraffen, het geeselen en brandmerkenen zulks
in alwachting dat zal kunnen worden ingevoerd de Nedcrlandsche strafwet
bij welker eerste boek zoo als dit onder het voorgaand bestuur in gemeen
overleg met de Staten-Generaal was vastgesteld, het beginsel der afschaffing
van alle lijfstraffen reeds is aangenomen. Voorts spreekt men van eene
voordragt van wet, houdende belasting op hel inkomen, en zulks ter dekking
van het verlies, dat de schatkist zou komen te lijden door de gelijktijdig voor
te dragene vrijstelling van den accijns op de rogge en het speken de
vermindeiing van dien op andere voorwerpen van gemaal en geslagt.
Aan de Tweede Kamer is door eenige inwoners van deze stad het vol
gende adres ingezonden
Edel Mogende Heeren!
Ten gevolge der staatkundige gebeurtenissen welke sedert twee en eene
halve maand in Europa voorvielen, werd in Nederland ook van regeringswege
de dringende behoefte aan hervorming en verbetering onzer gebrekkige staats
instellingen eikend. Die erkentenis, welke zoo lang en zoo vurig door een
groot deel der natie was verlangd, kwam tijdig genoeg om dreigende on
weerswolken af te leiden en hier te lande vrij algemeen eene tevredenheid te
doen ontstaan, waardoor storing van orde en dc daaraan verbonden onheilen
gelukkig werden afgewend.
Maar de erkentenis der bestaande behoefte en de toezegging barer vervul
ling door de Regering, zullen in wrevel en misnoegen veranderen, indien
niet werkelijk met den meesten spoed de hand aan het werk gelegd en de
verbeteringen ingevoerd worden.
Wij weten hetEdel Mogende Heeren dat overhaasting in zaken van ge-
wigt schadelijk kan zijn, en dikwerf te misprijzen is, maar weten tevens,
dat overhaasting geen gebrek is van den Nederlander; dat in ons land een
ander uiterste bestaat, en dat de ramp, waarmede ons vaderland, gedurende
zijn constitulionneel aanwezen, te woistelen had, de scheuring van het ver-
eenigd-koningrijk en wat niet al, bijria alleen daaraan waren te wijten, dat
de ziekte te laat gekend en de geneesmiddelen te laat toegediend werden.
Die woorden: >jte laatzij staan, met zwarte letters, op menige blad
zijde onzer geschiedenis te lezen: zij geven den grootslen vijand te kennen,
waarmede Nederland steeds te strijden had.
Dien vijand Edel Mogende Heeren vreezen wij ook thans. Met verbazing
vernamen wij dat hij de hervatting uwer werkzaamheden op den 9den Mei
aanslaande, nog geene voordragt tot Grondwetsherziening aan U Edel Mo-
genden zal worden gedaan, en dat zelfs het tijdstip, waarop dit zal geschie
den nog niet met zekerheid is bepaald. Dat uitstel kan intuschen de nood-
lottigste gevolgen hebben. Die bet vroeger regcringsteisel zijn toegedaan en
daarin hun voordeel vonden, zien de staatkundige ontwikkeling met leede
oogen aan. Het streven van velen hunner is, om de plannen van hervor
ming te dwarsboomen en te verijdelen. Zij gclooven misschien wel niet het
verlorene terug te kunnen krijgen, maar tijd gewonnen veel gewonnen,"
ziedaar hunne leus. De bezwaren en da mocijclijkhedcnaan de invoering
van een nieuw stelsel verbonden, nemen toe met eiken dag, die ons meer
i verwijdert van de gebeurtenissen, welke de behoefte aan dat stelsel door it