delijk werd een aanval niet de bajonet gemaakt. De onzen vormden een
carré, waarvoor de Deenen weken, latende vele geweren en andere wapenen
in ons bezit. Wij verloren 7 dooden en hebben 2t zwaar gewonden. Het
verlies der Deenen is grooter; doch zij hebben hunne gewonden en dooden,
voor zoo verre hun dit mogelijk was, met zich gevoerd. Eindelijk hebben
de Pruissischc regementen bevel gekregen, om voort te rukken, zoodat men
een belangrijken slag te gemoet ziet.
Uit Elseneur wordt van den 19<t«n gemelddat al de op de reede lig
gende Pruissische schepen door 2 Deensche oorlogschepen in beslag waren
genomen.
24 April.
Gisteren avond ten halt' 8 ure kwamen verscheidene wagens met gewonden
en eene afdeeling gevangene Deenen hier aan die de tijding medehragten
dat de laatstgenoemde bij de nadering der Pruissen van Krop naar Sleeswijk
teruggetrokken waren en dat het in de omstreken van Bustori', nabij Sleeswijk,
tot een bloedig gevecht gekomen was. De strijd is met de inname van Fried-
richsberg door de Pruissen geëindigd. Daarentegen zijn dc dijken en Gottorf
nog in handen der Deenen. De terugtogt schijnt bun te zijn afgesneden
zoodat zij geene keus hebben dan zich over te geven of te sterven.
Gisteren hebben de Pruissen Sleeswijk ingenomen het slot Gottorf was
echter nog altijd in handen der Deenen. Men verneemt, dat twee afdcelingen
Deenen en eenige Deensche dragonders zijn overgeloopen.
15GÏPTE.
ALEXANDRIE, 4 April.
Meheined-Ali keerde gisteren aan boord eencr Franschc paketboot hier
weder, weinig in gezondheid en krachten toegenomen, en zoo verzwakt van
geestvermogensdat eene Commissie van Regering ingesteld heeft moeten
worden, aan wier hoofd zijn zoon lbrahim-Pacha staat. Het was echter daar
gevaarlijk zich onbewimpeld over den toestand des Onderkonings uil te laten,
want zeker man die zulks gedaan had, heeft 300 slagen ontvangen, om hem
voortaan meerdere voorzigtigheid te leeren.
STA 19 BERIGT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij deze
ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad dat het Kantoor van Ontvang der
Directe Belastingen met den eerste Mei 'aanstaande, zal worden gehouden
in het huis aan de westzijde van de Mare, Wijk V. N°.
DU RIEU.
Leyden27 April 1348. Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
KERKNIEUWS.
ENKHUIZEN, 24 April. Naar wij vernemen heelt de Wel Eerw. Heer
Ds. Sluiter, Predikant te Tcrwolde, bedankt voor het onlangs op hem uit-
gebragte beroep van den Kerkenraad der Gereformeerde gemeente alhier.
Op verzoek nemen wij gaarne dit Iets omtrent de LONGZIEKTE van het
Rundveemet eenige verkorting, in zoo verre wij aan de hoofdzaak niet te
kort doen uit het Dagblad Overijssel over.
Wij welen dat de longziekte reeds in het begin dezer eeuw in Europa
bestond, en zich in 1833 voor het eerst in ons Vaderland vertoond, en daar
sedert, duizende slagtoffers, ter waarde van millioenen schats, heeft wegge
sleept. Tot heden is het den veeartsenijkundigen nog niet gelukt, de oor
zaak, veel min een genees- of voorbehoedmiddel daartegen te ontdekken.
Afscheiding of afmaken van het longzieke vee, hondt men voor de eenige
middelen ter stuiting, rnaar ook deze stellen de hoop te leur; want telkens
vertoont zich de aiekte op nieuw.
Ik achtte mij daarom verpligt oin in het door mij geredigeerde maandwerk:
de Vriend van den LandmanJanuarij 1848, eene reeds in 1835 door een
mijner vrienden gedane rnaar tot lieden onbekend gebleven en ook mij eerst
weinige weken te voren bekend geworden waarneming, openbaar te maken,
volgens welke men nit cenen zekeren toestand des bloeds, na eene aderlating,
namelijk het aanhechten aan verglaasde vaten, maanden te voren zou kunnen
voorzeggen, of een dier het begin der ziekte reeds onder de leden had. Ik
noodigde HH. veeartsen nit dit gewigtig pnrit te willen onderzoekenen mij
herigt te geven. Tot heden vernam ik niets.
Intusschen trok de longziekte bij hare hernieuwing of nitbrciding in Over
ijssel rnijne aandacht. Het bijna eenparig gevoelen der veeartsenijkundigen
is, dat er in deze ziekte geene aderlatingen moeten worden aangewend. Maar
zie, daar vind ik in een door den beroemden arts en landhuishoudkundige
A. D. Thaer in 1815 nitgegeven geschrift, het verbaal, dat hij, na reeds
28 ossen en enkele koeijen verloren te hebben, de ziekte ceniglijk door ader
latingen gestuit, en geen enkel dier meer verloren heeft; indien zij binnen
de eerste acht dagen der ziekte ééns, of wanneer het bloed zeer ontstoken
was, bij herhaling copieus gelaten werden, terwijl het nut dezer handelwijze
zich het volgend jaar hij bet op nieuw verschijnen der ziekte bevestigde,
daar hij toenna het bij tijds aderlaten geen enkel stuk verloor. Ik deelde
dit berigt aan den Heer van Ittersum hij Hatteinmede, bij wien 28 stuks
vee om de ziekte was afgemaakten maakte het in Februarij in bovenge
noemd maandwerk openbaar.
Een weinig later vond ik in het Bandbuch der popularen Thierheilkunde
van Dr. Haubner, Prof. der Veeartsenijkunde te Eldena, dat ook deze zich
stellig voor het doen van aderlatingen verklaart, en ik deelde in Maart jl.
zijne beschrijving en handeling der longziekte mede. Ofschoon nu ten eene
male onbevoegd om eenig oordeel uit te spreken had zich toch bij mij het
denkbeeld gevestigd, dat aderlatingen nuttig moesten zijn, en ziet, daar be
rigt mij de Heer van Ittersum den l9ten April het volgende
Sinds res weken ben ik vrij van longziekte. Afgaande op uwe berigten,
sloeg ik den Veearts Jennes dc aderlating voor. Hij scheen er weinig zin in
te hebben. Van 34 stuks vee, deed ik het bloed in afzonderlijke potjes be
waren.
Na onderzoek is geblekendat van 8 of 9 het bloed zoodanig ontstoken
was, dat de aderlating nog 2 malen herhaald moest worden. Van den vroe
ger hcerschenden hoest, hoor ik thans niets meer, en houd het er voor, dat
de aderlatingen zeer veel goed gedaan hebben."
De zaak verdient dus aandacht en nadere beproeving. Of zou het niet mo
gelijk zijn, dat men de ziekte tot lieden uit een verkeerd oogpunt bad be
schouwd? Men beproeve het, want in de daad men zal door eenige ponden
bloed weg te nemen geen dier vermoorden en het zou mij hoogst gelukkig
makenindien ik door mijne mededeelingen aanleiding mogt hebben gegeven
om den Nederlandschen veestapel voor het vervolg te redden.
E. C. Enkiaar.
Overeenstemming der gebeurtenissendie den val van Karei X en dien
van Lodewijk Philips voorafgingen en volgden.
1. De hertog van Berryzoon van
Karei X.
2. Trad in den echt met eene bui-
tenlandsche Prinses (Siciliaansche).
3. Uit dit huwelijk sproot een zoon
erfgenaam der kroon de hertog van
Bordeaux.
4. Zijn vader, de hertog van Berry
stierf door de hand eens moordenaars,
5. Den dertienden febr. 1820.
6. In het jaar, hetwelk den val
van Karei X voorafging (1829) was
het brood slechts tot den hoogen
prijs van 1 fr. 5 c. verkrijgbaar.
7. De waarschijnlijke val van bet
Gouvernement, na de schitterende ver
wachtingen, die men van hetzelve ge
koesterd had, noopte de vrienden des
vaderlands, hetzelve opmerkzaam te
maken op de heerschende gisting der
gemoederen.
8. Deze raadgevingen werden döor
de Regering miskend.
9. De troonrede bevatte bijtende en
beleed igende woorden tegen de oppo
sitie (zitting van 1830).
10. Hetwelk de protestatie van 221
Afgevaardigden ten gevolge had.
11. Gevangenneming van den Dey
van Algiers.
12. Besluit van den 25 julij, waar
bij de vrijheid der drukpers werd af
geschaft.
13. Des maandags avonds had
den deze besluiten zamenscholingen
ten gevolge, waarbij de dagbladen
lnide werden gelezen en besproken.
Deze zamenscholingen waren het voor
teeken der omwenteling, die den vol
genden dag zoude losbarsten.
14. Men verzette zich tegen deze
besluiten en de magt viel in handen
der oproerlingen.
15. Het gevecht duurde drie dagen,
namelijk den 27, 28 en29julij 1830.
16. De strijd nam dingsdag een
aanvang en eindigde donderdag.
17. Het volk overwon de Konink
lijke troepen.
18. De gendarmerie nam bet eerste
deel aan het gevecht en werd in de
pan gehakt.
19. De gendarmerie werd afgeschaft.
1. De hertog van Orleanszoon
van Lodewijk Philips den I.
2. Trad in den echt met eene hui-
tenlandsclie Prinses (Mecklenhurgsche).
3. Uit dit huwelijk sproot een zoon,
erfgenaam der kroon de Graaf van
Parijs.
4. Zijn vaderde hertog van
Orleansstierf door een noodlottig
toeval
5. Den derlienden jnlij 1842.
6. In het jaar, hetwelk den val
van Lodewijk Philips voorafging
(1847), was het brood slechts tot
den hoogen prijs van 1 fr. 24 c.
verkrijgbaar (1 april).
7. De waarschijnlijke val van het
Gouvernement, na de schitterende ver
wachtingen, die men van hetzelve
gekoesterd had, noopte de vrienden
des vaderlands, hetzelve opmerkzaam
te maken op de heerschende gisting
der gemoederen.
8. Deze raadgevingen werden door
de Regering miskend.
9. De troonrede bevatte bijtendeen
beleedigende woorden tegen de oppo
sitie (zitting van 1848).
10. Hetwelk de protestatie van een
groot aantal Afgevaardigden ten ge
volge had.
11. Gevangenneming van Abd-el-
Kader.
12. Besluit van den prefect van
policie, aangeplakt den 21 februarij,
waarbij de vrijheid van vereeniging
werd afgeschaft.
13. Des maandags avonds had
den deze besluiten zamenscholingen
ten gevolge, waarbij de dagbladen
luide werden gelezen en besproken.
Deze zamenscholingen waren het voor
teeken der omwenteling, die den vol
genden dag zoude losbarsten.
14. Men verzette zicb tegen deze
besluiten en de magt viel in handen
der oproerlingen.
15. Het gevecht duurde drie dagen,
namelijk den 22, 23 en 24 februarij
1848.
16. De strijd nam dingsdag een
aanvang en eindigde donderdag.
17. Het volk overwon do Konink
lijke troepen.
18. De municipale garde nam het
eerste deel aan het gevecht en werd
in dc pan gehakt.
19. De municipale garde werd ont
bonden,