LEYDSCHE COUIIANT. 1848, VRIJDAG, 21 APRIL. bunnenlandsche berigteiv. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt eF i m De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEY DEN20 April. Staat van de opbrengst der middelen in de eerste drie maanden van 1848, tegenover de opbrengst van de eerste drie maanden van 1847. Meerder in 1848 Minder in 1848 1848. 1847. dan in 1847. dan in 1847. 4.026,190.84 4,171,437.79 145,246.95 In- en uitgaande regtenscheepvaartsregtenvuur-, ton- en bakengeld. 892,587.84 1,047,150.22 J 154,562.38 j 4,713,660.20 4,315,699.05| 397,961.14» 2,564,718.32 2,585,809.95 21,091.63 27,433.91 i 27,857.02 423.10» 362,702.96 351,627.94» 11,075.01 189.00 137,762.50 137,573,50 Totaal 12,587,483.07' 12,637,344.48» 409,036.16 ƒ458,897.57 Z. M. beeft bij besluit van den 13llco dezer, bij de Stedelijke Schutterij alhier benoemd, tot lsten Luitenant Mr. C. W. Hubrecht, thans 2de Luitenant, tot 2licn Luitenant H. J. Lezwijn. Onder de pensioenen bij besluit van Z. M. verleend, wordt ook opgege ven dat toegekend is aan de Wed. A. Lipkensin leven Burgerlijk Ambte naar, ten bedrage van ƒ1,488. Toen de Regering dezer stad in het nornmer van dit blad van 28 Januarij 11. de stedelijke begrooting openbaar maakte, ontging deze open baarmaking de aanmerking nietdat eene begrooting zonder toelichtende memorie, een vrij duister blad was, en meer aanleiding gaf tot vragen, dan opheldering omtrent hetgeen men verlangde te weten. Hoewel er in deze aanmerking waarheid lag, had de Regering toch gegeven wat men ver langde en liet althans de ruimte van dit blad geene ophelderingen toe. Thans echter behoeftdank zij den arbeid van den Heer A. Montagne Iz., niemand, wicn het in ernst om kennis van het beheer der stads geldmiddelen te doen is en daarvoor eene kleine uitgave over heeftzich langer over dal gemis te beklagen, sedert genoemde Heer bij den Boekhandelaar D. J. Couvée alhier eene Handleiding heeft uitgegeven tot de Kennis der Plaatselijke Begrootingenhijzonder die der stad Ley den. Teregt zegt de Schrijver in zijne voorrede: «Wanneer men dus door de openbaarmaking der begrootingen het groote doel bevorderen wilom name lijk het vertrouwen der Regering te versterken en betere gehoorzaamheid der wetten en bepalingen te verwachtendan is de aanwending aan te prijzen van middelenom eene regte kennis te bevorderen van de beweegredenen waarop die wetten en bepalingen rusten, en van het doel der opofferingen, welke men vordert, s»Geheimhouding kweekt wantrouwen en geeft aan ontevredenheid of beweging de gevaarlijkste wapens tegen het bestuur in handen. Openbaarheid was steeds de schrik aller slechte, de steun aller goede Regering." Geen geloof zonder kennisgeen vertrouwen zonder grond." Als bijlage volgt een uitgewerkte staat dier begrooling over 1848, den Schrijver door den Ed. Achtb. Heer J. A. de Frcinery, lid der linantiële Commissie nit den Raadvoor deze uitgave medegedeeld. Het werk volgt de begrooting in hare hoofdstukken op den voet, en de Schrijver treedt bij vele artikelen in belangrijke ontwikkelingen zoo geeft hij onder anderen een beknopt en duidelijk verslag omtrent de Stads bank van Leening (bladz. 35), de Trekvaarten (bladz. 71), de subsidiën aan Godshuizen en Armen (bladz. 88), de aflossing der Schuld (bladz. 106), al hetwelk dit werk eene wezentlijke en blijvende waarde geeft en waarom het ten volle verdient, dat elk het zich aansehaffe die prijs stelt op eene kennis welke alleen in staat is om ongerijmde aanmerkingen van onkunde en voor oordeel te wederleggen, door de uitgave van welk werk de Schrijver zich alzoo bij het publiek verdienstelijk heeft gemaakt. Men berekent het getal der personen, dat dagelijks de Tentoonstelling van Planten enz. te 'sGravenhage heeft bezocht, op omstreeks 2,000. Van alle omliggende plaatsen zijn er vele herwaarts gekomen. Inwoners uit Gent, deskundigen in het vak, roemen in de hoogste mate deze Tentoonstelling, zoo wat aangaat de bloemen en planten als den goeden smaak en de orde der inrigting en plaatsing der voorwerpen. De Koord-Brabander beweert, dut Z. M. reeds aan de Commissie voor de nieuwe Grondwet heeft doen weten dat hij zich geheel met de hoofdbe ginselen van dat ontwerp vereenigt. Het geheele Hoog-Heemraadscli3p van Maasland, zegt dat blad, heeft zijn eervol ontslag aan Z. M. aangevraagd. In onze vorige berigtlen wij volgens den Utrechtschen Avondpostdat er op den Palmpaardenmarkt 2,578 paarden waren aangebragt, de lltrecht- sche Courant maakt slechts van 892 melding; een klein verschil! Op de Palmpaardenmarkt te Zwolle, waren dit jaar ook minder paarden dan ge woonlijk aangevoerd en er was weinig handel. 'sGRAVENHAGE, 19 April. Heden morgen heeft Z. K. II. de Prins van Oranjevergezeld van Zijne zonen den Erfprins en Prins Mauritsde tentoonstelling van bloemen en plantendie thans voor de eerste maalalhier gehouden wordt bezocht. Heden is het de laatste dag dezer tentoonstelling. Eene talrijke menigte be geeft zich weder derwaarts. HH. Dl). HH. de Vorst en Vorstin von Melternich hebben haar gisteren insgelijks bezocht. Algemeen geeft men zijne tevreden heid over de keurige verzameling en de uitmuntende inrigting te kennen. Gisteren namiddag zijn de Weezen van het Gereformeerde huis in de zalen toegelatenom de Tentoonstelling te beschouwen en heden zal aan de Wee zen der overige gezindheden gelijke toegang verleend worden. HH. DD. HH. de Vorst en Vorstin von Melternichhebben heden morgen, met hun gevolg, deze stad verlaten en zich over Rotterdam naar Londen begeven. Men verzekert, dat zij voornemens zijn na eenigen tijd her waarts terug te kecren. Ook de Ileer A. Hunlee, Geheim-Secretaris van II. M. de Koningin van Groot-Britanniëis uit deze Hofstad naar Londen vertrokken. In deze residentie is aangekomen en aan het Hotel Fuhri algestaptde Graaf E. T. C. Perregaux komende van Parijs. De Minister van Marine en Koloniën, ad interim, zal op Vrijdag den 21sten dezer, geen gehoor verlcenen. De Schrijver en Uitgever van het Weekblad de Burgeris in cassatie gekomen van het arrest van het Prov. Hof in Zuid-Holland, van Zaturdag jl., waarbij bevestigd is het vonnis der Arrond.-Regthank alhier, houdende zijne veroordeeling ter zake van het artikel over de aftreding van den Minister van Hall. 20 April. HH. MM. de Koning en Koningin hebben zich heden omstreeks 12 ure, wederom naar Rotterdam begeven. De tijdelijk Minister van Finantiën, heeft ter algemecnc kennis gebragt dat de trekking der laatste 100 nommers van de Loterijvroeger bepaald den 21ste" April, tot Zaturdag den 22stcn dezer is uitgesteld. Men verneemt dat de uitspraak van den Hoogen Raad in de zaak van den Grooten Kcrkeraad der Waalsche Hervormde gemeente te Amsterdam te gen den Staat bepaald op Vrijdag aanstaande, wegens voortdurende ongesteld heid van den Heer President van den Hoogen Raadwederom zal worden uitgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 1