LEYDSCHE
GOURANT/i
VRIJDAG, 10 MAART.
BINNENLANDSCHE BERÏGTEN.
Be Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven,
uit Zatvrdug avond.
i
-
s'Mi
Be Prijs der Courant is f 13 in liet jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Intrekking der Oude Munten.
Bij besluit van den 11 den dezer heeft Z. M. bepaald, dat de
gedeelten der Zeeuwsche Rijksdaalders, als halvenvierden en
achtsten dezer munt, (bekend onder den naam van Zes-en-
Ttvintigen Dertienen en Zerendhnleen) op, den 12den
Maart aanstaande huiten koers worden gesteld, en van Donderdag
den 9den tot Zaturdag den llden, en ook nog op Maandag en
Dingsdag den 13den en 14den Maart, tegen voorloopig in omloop
blijvende oude, of nieuwe zilveren muntspeciën, of ook munt
biljetten, zullen kunnen worden ingewisseld, zoowel bij de Ne-
derlandsche Bank, als bij de betaalmeesters; terwijl de ontvangers
der belastingen de inwisseling zullen bevorderendoor overne
ming tot en met den 13den Maart van de voormelde builen koers
gestelde speciën, tegen andere, zooveel hunne kassen dit toelaten.
'sGRAVENHAGE, 9 Maart.
Z. M. heeft benoemd tot Rector Magnificus aan de Iloogeschool te Utrecht
den Hoogleeraar I'. J. I. de Fremery.
Z. M. heeft aan den Staatsraad in buitengewone dienst Mr. C. Vollen
hoven eervol ontslag verleend als Secretaris-Generaal bij het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken, en bem benoemd tot Raad-Adviseur bij betzelfde
Departement; en voorts in zijne plaats aangesteld den lieer Mr. J. de Wal,
thans Substituut-Fiscaal bij bet Hoog Militair Geregtshof te Utrecht. Nog
beeft Z. M. eervol ontslag verleend als Raad-Adviseur bij voornoemd Ministerie
aan den Med. Dr. F. J. van Maanenen hein benoemd tot Staatsraad in bui
tengewone dienst.
Gisteren namiddag beeft er een diner bij Z. K. II. den Prins van Oranje
plaats gehad, waarbij Z. Exc. de Minister van Oorlog, Z. Exc. de Pruisische
Minister en vele aanzienlijken genoodigd waren.
Men verzekert hier, dat aan Z. K. II. de Prins van Oranje het Opperbe
vel over het leger zou worden opgedragen.
In de Zitting der Tweede Kamer van Dingsdag 11. zijn door de Minis
ters van Buiten- en Binnenlandsche zaken, op last des Konings, mcdedeelin-
gen aan de Kamer gedaan.
Die van den Minister van Biiitenïandsche Zaken luidde aldus:
De even gewiglige als onverwachte gebeurtenissen, welke in de jongst ver-
loopen dagen te Parijs zijn voorgevallen, hebben alom, en voorzeker ook bij
U Edel Mogenden eenen diepen indruk te weeg gebragt.
Onder deze omstandigheden heeft de Koning mij den last opgedragen, om
aan U Edel Mogenden de verhouding te doen kennen, welke, sedert de op
treding van het nieuwe bestuur in Frankrijk, tusschen Nederland en dien
Staat plaats vindt.
Dienovereenkomstig moet ik U Edel Mogenden mededeelen, dat de Regering
van die optreding kennis heeft bekomen, door eenen brief aan 's Konings Ge
zant te Parijs, geschreven door den Heer Lainartine, als Minister van Buitcnl
Zaken zijnde deze brief van den volgenden inhoud
Mijnheer de Baron!
»Ik heb de eer u mede te deelen dat de voorloopige Regering der Fransche
Republiek mij belast heeft met de portefeuille van buitenlandsche zaken.
De Republikeinsehe vorm der nieuwe Regering heeft noch de plaats veranderd
die Frankrijk in Europa bekleedt, noch zijne grootmoedige en opregte bedoe
lingen, om zijne betrekkingen van goede overeenstemming met de Mogendhe
den, die als Frankrijk, de onafhankelijkheid der volken en den vrede der
wereld verlangente handhaven.
»Het zal een geluk voor mij zijn, Mijnheer de Baron! door alle middelen
die ter mijner beschikking staan, mede te werken tot die overeenstemming
der volken in hunne wederzijdsche waardigheid, en aan Europa te herinne
ren, dat bet beginsel van vrede en bet beginsel van vrijheid, op één en
denzelfden dag in Frankrijk zijn geboren.
«Ontvang, Mijnheer de Baron! enz.
nParijs, 28 Februarij 1848. [Get.) Lamartine."
Op dezen brief heeft de Gezant geantwoord, in overeenstemming met het
geen ook door vele andere Gezantschappen op gelijke mededecling is geschied.
In weerwil dier geruststellende verzekeringen gebiedt de voorzigtigheid
maatregelen van voorzorg.
Bij het beramen daarvan is het gelukkig dat tusschen onze regering en die
van Belgie de beste verstandhouding en overeenstemming bestaan.
Aan 'sKonings Gezant te Brussel is opgedragen te betuigen, dat men hier
hoopt en wenscht dat de zoo belangrijke onzijdige stelling van België bewaard
moge blijven dat Nederland de grootste waarde hecht aan de instandhouding
en bevestiging der bestaande tractaten en niets anders verlangt of bedoelt dan
de voortduring der onafhankelijkheid van België en de bevestiging der thans
bestaande betrekkingen tusschen de beide rijken.
Deze openingen zijn door de Belgische Regering op hoogen prijs gesteld
meer dan één bewijs is biervan ontvangen.
De mededecling van den Minister van Binricnl. Zaken, luidde als volgt:
»De Koning heeft mij gelast aan U Edel Mogenden, naar aanleiding van
art. 207 der Grondwet mede te deelen dat de gebeurtenissen welke in Frank
rijk plaats hebben gehadhet Hoogstdenzelve noodig hebben doen oordeelen
otn behalve de manschappen der nationale militie van de ligting van bet jaar
1847welke eerlang uit de reserve in activiteit zullen worden geroepenook
de verlofgangers uit dc liglingen van de jaren 1845 en 1846 onder de wape
nen te doen komen.
Hoezeer er geen dreigend oorlogsgevaar bestaat zijn echter de gevolgen der
opgemelde gebeurtenissen nog zoo weinig te berekenendat zij dc aandacht
der Regering ernstig bezig honden en het nemen van maatregelen van voor
zorg tot verzekering onzer grenzen gebiedend vorderenwaartoe de hevolene
vermeerdering van hel active gedeelte der landmagt in verband met de mid
delen van defensie te water, dan ook alleen bestemd is.
De voordragten tot verbooging der begrootingen van de departementen van
Oorlog en van Marine welke de genomenc maatregelen noodzakelijk maken
en der middelen om daarin te voorzien, zullen onverwijld aan U Edel Mogen
den worden gedaan waaromtrent ik gemagtigd ben aan U Edel Mog. nog
mede te deelen, dat de toestand van 's Rijks schatkist het vooruitzigt geeft
dat deze voor'shands zonder bezwaar voor de ingezetenen zullen kunnen wor
den gevonden."
Na deze mededecling heeft de Minister nog het volgende gezegd
Daar het mij thans vergund is in deze vergadering het woord te voeren
maak ik van die gelegenheid gebruik om aan U Edel Mog. te kennen te ge
vendat de door den Koning bij de opening Uwer tegenwoordige vergadering
toegezegde voordragtcn tot verandering in de Grondwet, onverwijld aan U
Edel Mog. zullen worden ingezonden."
Bij de Kamer zijn een aantal Koninklijke boodschappen ingekomen, ten*
geleide der reeds in onze vorige gemelde wets-ontwerpen welke naar de af-
deelingcn verzonden zijn.
Hierna zijn de afdeelingen der Kamer zamengestclden verkozen tot
Voorzitters en Ondervoorzitters de Heeren: lstc Faher van Riemsdijken de
Man; 2de Star Busman en Corvcr Hooft; 3de Luzac en v. Panhnys; 4de v. Golt-
stein en Tclting; 5de Verwey Mejan en v. Rosenthal.
De Zitting is daarna opgeheven.
Bij het aangebodene ontwerp, betrekkelijk de aflossing van schuld,-
wordt de daarvoor bij de begrooting over 1847 bepaalde som vermeerderd met
ƒ450,000, en dus gebragt op ƒ750,000. Die ƒ450,000 worden bestemd
lot inkoop van op een of meer der grootboeken ingeschreven schuldof van'
4 pCls. Oost-Indische obligatiën.
Bij het ontwerp, betreffende het muntwezen, wordt de biervoor op de be
grooting reeds uitgetrokken som, verhoogd met 110,000.
Bij het ontwerp tot regeling van het koloniaal batig slot over 1846, wordt'
dit slot bepaald op 3,652,000.
Dadelijk na het ontvangen van de tijding der hoogst gewigtigc gebeur
tenissen in Frankrijkis bij het bestuur de noodzakelijkheid ingezienom
zich met België te verstaan, ten einde, desgevorderdgemeenschappelijk de
zelfstandigheid en onafhankelijkheid van beide dc Staten te kunneii handlia-
ven. Dientengevolge is door het Hoofd van den Staat eene verklaring afge
legd, ten blijke, dat aan vroegere dynastieke betrekkingen, ten aanzien van'
België, niet meer werd of kon worden gedacht. Deze verklaring is dadelijk
daar waar bet behoorde medegedeelden heeft ook van de zijde van Koning
Leopold een eigenhandig antwoord uitgelokt, 't welk, zoo in vorm als in-