Ten opzigte der reformistische maaltijden leest men Luidruchtige manifestation, waarbij onbestemde denkbeelden van hervor ming en vooruitgang, vijandige gezindheid jegens onze monarchale consti tutie, denkbeelden, strijdig met de maatschappelijke orde, en verfoeijelijke herinneringen zich blindelings dooreen mengdenhebben wel geen schrik maar toch eenige bezorgdheid veroorzaakt. De Regering heeft daarop hare aandacht moeten vestigen. Wij zijn overtuigd, dat zoodanige bewegingen, die door de heerschende vrijheid geduld worden, onmagtig zijn tegenover de openbare orde. Ja, Sire, de eenstemmigheid der groote staatsmagtcnde werking der wetten en de verstandige denkwijze der natie zullen genoegzaam zijn om de rust in het land te bewaren, om de atgedwaalden op het goede spoor terug te brengen en om onzinnige verwachtingen te doen opgeven. De zeventien jaren, gedurende welke ons dierbaar vaderland ten laatste in het genot geweest is van orde en tevens van vrijheidzijn iels anders dan een gedeelte van ons tijdperk van omwenteling. Met dat tijdvak is een staat van duurzaamheid aangevangen, en hetzelve zal de handhaving van het charter, de weldaden uwer Regering cn den roem van uwen naam op volgende ge slachten overbrengen. In 1847 hebben de onderscheidene geregtshoven 67 doodvonnissen uit gesproken iri 1846 slechts 57. Van deze 67 waren er 43 wegens moorden, 8 wegens diefstal en moord 5 wegens vergiftigingen 4 wegens vadermoord 3 wegens kindermoord, 3 wegens brandstichting en 1 wegens toegebragtc wonden. De krijgsraden in Frankrijk en Algerië hebben gedurende het jaar 1847 102 doodvonnissen geveldwaarvan 82 wegens insubordinatie jegens meer deren, 12 wegens moord en 8 wegens desertie. De gemiddelde berekening der misdaden ieder jaar tegen personen en eigendommen gepleegd, verschilt van 5 tot 6,000; het aantal beschuldigden beloopt 7 tot 8,000, waarvan in het algemeen 1/3 wordt vrijgesproken. De correctionele zaken zijn nog veel talrijker. Gedurende 1847 zijn cr 77,000 voor de regtbanken van eersten aanleg behandeld geworden waarin 98,000 personen beschuldigd waren; van deze zijn 23,000 van alle vervol ging ontslagen. Gedurende hetzelfde jaar zijn er 7,400 personen door toeval overleden 3,000 door verdrinking600 door overrijden 400 door aardstortingen 200 door het onmatig gebruik van sterke dranken 80 door den bliksem 14 door toevallen op de spoorwegen, enz. Ook hebben er in 1847 vele zelfmoorden plaats gehad. Hun aantal bedroeg 3,000, waarvan 2/3 uit personen van het mannelijk geslacht bestonden; 1/3 dezer zelfmoordenaars bestaat uit landbouwers of daglooners; in 1846 hadden er 1000 zelfmoor den plaats. De meeste zelfmoorden hadden door middel van verworging, verdrinking of verstikking plaatseen gering getal door middel van vergif. Men heeft opgemerkt dat er in de maanden Mei, Junij en Julij de meeste zelfmoorden gepleegd werden. Volgens een bekend gemaaklen staat bestonden hier te landeop den gjstcn December jl. 1443 Nederl. mijlen spoorwegen, welke 520,300,000 frs. van aanbouw hebben gekost, dat is: 360.568 frs. per mijl. In de Fransche Academie van Wetenschappen heeft onlangs de Heer Boussingaolt eene zeer belangrijke mededceling gedaan, nopens den invloed van het zout bij het mesten van slagtvee. Daaruit blijkt, dat dit verbruik geenszins dien gunstigen uitslag heeft, als men algemeen daarvan scheen te mogen verwachten, naar de vroeger op eene kleine schaal genomerie proeven. De Heer Boussingault heeft die proeven thans in het groot herhaald en zes ossen, gedurende 13 maanden, op dezelfde wijze geniest, alleen met dit onderscheid, dat drie dezer dieren dagelijks eene naauwkeurig afgewo- gene hoeveelheid van 102 wigtjes zout, onder het gewone voedsel ver mengd, ontvingen, terwijl de drie overige dezelfde hoeveelheid voedsel, doch zonder bijvoeging van zout, bekwamen. Herhaaldelijk zijn de aldus gemeste ossen gewogen, en men heeft bevonden, dat tie ossen, die geen zout hadden genuttigd, op 100 Ned. ffi voedsel, 6,83 Ned. in zwaarte waren toe genomen; de ossen, die zout onder hun voedsel hadden erlangd, waren daarentegen gemiddeld, op 100 N. voedsel, 7,19 N. ffi zwaarder gewor den. Wel is waar is het oordeel ten gunste van de vermesting met zout, doch eene vermeerdering van niet meer dan 66 wigtjes gewigtbij een dagelijksch verbruik van 102 wigtjes zout, is teregt door den (leer Rous- singault van te weinig aanbelang geoordeeld, om in aanmerking te kunnen komen; te meer, daar de waarde van het slagtvee niet in verhouding tot de kosten van het zout is toegenomen. Een enkelen maal heeft de Heer Boussingault zelfs ondervonden, dat de ossen, die geen zout hadden ge bruikt, meer in gewigt waren toegenomen, dan de overige. Uil het oogpunt van de gunstige uitwerking op de zwaarte van het slagtvee, hebben alzoo de genomene proeven doen zien dat de aanwending van zout ten eenenmale onnut is. De Heer Boussingault heeft echter gemeend, dat daarom de aanwending van dat middel niet geheel verworpen moest worden, daar het hem overtui gend was gebleken dat het zout op de gezondheid der daarmede gevoederde dieren een allezins gunstigen invloed uitoefende. Na zes maanden op de hierboven vermelde wijze behandeld te zijn, was het uiterlijke voorko men der ossen, die geen zout hadden erlangd, oneindig minder voldoende, dan dat der andere dieren; derwijze, dat men, bij het eerste aanschouwen der zes ossen, zonder te aarzelen kon aanwijzen, welke zout hadden ge bruikt, en welke niet. Vooral waren de uiterlijke kenteekenen aan het haar van de opperhuid zigtbaar, 'I welk van de eerstgemelde ossen glanzig en zacht, doch van de laatste dof en ruw was. Naar het uitwendige te oor- deelen, zouden alzoo de met zout gemeste ossenwanneer zij ter inarkt gebragt werden hooger prijs gelden. Op grond van een en ander, is de Heer Boussingault tot het besluit ge komen, dat het gebruik van het zont tot het mesten van vee niet die voor deden aanbiedt, welke men daarvan scheen te kunnen verwachten; doch dat men nog geenszins kan zeggen, dat dit middel geheel nutteloos is. Hij heelt ten slotte verkondigd, dat hij zich had voorgenomen, om het aange vangen onderzoek voort te zetten en de vergadering op de hoogte te houden van den verderen uitslag zijner proefnemingen. Er zal eene pyrainide worden opgerigt ter plaatse waar de bijeenkomst van den Hertog van Aumale met Abd-el-Kader heeft plaats gehadten einde de herinnering aan die belangrijke gebeurtenis te bewaren. Het Journal des Travaux de la Sociélé Franeaise de Statistique Universe liebevat de volgende statistieke opgave der bevolking van de voornaamste steden der wereld in 1847 Londen en haar regtsgebied 2,026,000. JR'hIo1,600.000. Parijs1,087.000. Peking1,000.000. Canton800.000. Constantinopel780,000. Nanking700,000. Petersburg480.000. Napels470.000. New-York440.000. Berlijn410,000. Weenen400,000. Manchester365,000. Lissabon350,000. Cairo350,000. Moscou330,000. Dublin293,000. Philadelphia280,000. Liverpool280,000. Amsterdam260,000. Hyderabad250,000. Aleppo250,000. Madrid240,000. Ispahan,220^)00. Mexico220,000. Bombay200,000. RUIL dim. Uit eene gemeente van het arrondissement Namen meldt men het volgende: In deze geldeeuwin welke alles wat winst is, wettig schijnt, ontmoet men met genoegen een' dier eerlijke wezens, gelijk datgene, hetwelk wij hier als voorbeeld aanvoeren De paebter van een edelen Graaf was hem zijne klagten komen doendat bij een zijner jagtpartijen een korenveld door de paarden vertrapt en beschadigd was. Het is goed zeide de Graaf, laat de schade schatten, ik zal bet bedrag betalen. Maar de pachter antwoordde, dat de rekening reeds gemaakt was en 500 frs. bedroeg, waarop de Graaf dadelijk betaalde. Sedert lang dacht hij er niet meer aan, toen de boer op eenen morgen iri de lente wederkwam. Het vertrapte koren was weder opgeschoten, en zoodanig dat het niet schooner slaan kon, en de brave landman bragt de 500 frs. terug. Ha! riep de verwonderde Graaf, de reden van bet onverwacht bezoek des eerlijken landmans vernemende, zie daar eeneu trek die mij behaagt, zoo moest bet altoos gaan bij de betrekkingen tusschen de mensehen. Vervolgens eenige inlichtingen omtrent des pachters huisgezin genomen hebbende, nam de Graaf eene peri, schreef eene bon van 1000 frs., betaalbaar bij zijn xentmeesteren het papier den landman overhandigende, zeide hij hem: «Bewaar dit hrielje, geef het aan uwen zoon wanneer hij meerderjarig zal wezen en vertel hem vooral bij welke gelegenheid hij dit kleine kapitaal gekregen heeft." Men verzekert ons stellig, dat er eene beslissing uit Rome, betrekkelijk bet oprigten van congregatiën is aangekomen. Volgens deze beslissing mogen de Jesuiten, buiten bun klooster, geene congregatie van jongens, meisjes, getrouwde vrouvyen of mannen oprigten, zonder goedkeuring en toestemming van den Pastoor der Parochie. De Bisschop van Brugge heeft deze beslissing ontvangen. Vaderlander PROGRAMMA van TEYLERS TWEEDE GENOOTSCHAP Voor den jure 1848. In de Vergadering van Teyi.ers Stichting, van den 3den December 1847, is de verhandeling, ingezonden ter beantwoording van de vraag, door het Tweede Genootschap uil geschreven, betreffende de vereischten bij bet ver vaardigen van afbee'dingpn van plant- en dierkundige, en van anatomische, zoo microscopische als andere voorwerpen, geschikt om op plaat of steen ge drukt en uitgegeven te worden, onder de zinspreuk: Dat tvas des Kunst werken interessirtenz. bekroond. De Schrijver is de Heer H. Schi.egf.1, te Leyden. Het Tweede Genootschap heeft goedgevonden, voor het jaar 1848 het volgende voor te stellen: «Wat leert de latere kennis van de tegenwoordige gesteldheid der aarde en der veranderingen, die derzelver bestanddeelenzoo door onderlinge chemische werking op elkander en door water, als andere en wel bekende, blijkbare oorzaken ondergaan, ten aanzien van het ontstaan en de vorming van vele delfstoffen, niet alleen van de gekristalisecrde minera len, die klaarblijkelijk van lateren oorsprong zijn, dari bet alleroudste zooge naamde primitive rotsgesteente, welks scheuren cn aderen zij gedeeltelijk aan vullen, terwijl zij daarvan in stof en zamensmelting verschillen, maar ook van dezulke, die in nog latere en zelfs in de jongste beddingen voorkomen, en blijkbaar onder de tegenwoordige gesteldheid der aarde zijn voorlgebragt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3