E. H. Baron Rengcrs van Warmenhuijzenlid van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland te 's Gravenhage;
Mr. H. van BerkclBurgemeester der stad Delft
Dr. G. Simons, Directeur der Koninklijke Academie ter opleiding van
burgerlijke Ingenieurs enz,, te Delft;
J. P. van Marselis Ilartsinek Wethouder der stad Delft;
C. Hoekwater, lid van den Raad der slad Delft;
K. Hoogeveeri, Kolonel, Directeur van 's Rijks stapel-en constructie-ma
gazijnen, te Delft;
Cornelis van Stolk Az.lid van de Kamer van Koophandel en Fabrijken
te Rotterdam
S. J. Ie Poole, lid van de Kamer van Koophandel en Fabrijken, te Leyden
Dr. C. F. Dorinadieulloogleeraar bij de voormelde Koninklijke Academie,
te Delft
D. J. Storm Buijsing Ingenieur van den Waterstaatgedetacheerd bij de
voormelde Koninklijke Academie, te Delft;
Dr. W. L. Overduijn, Leeraar bij de voormelde Koninklijke Academie in
de toegepaste wis- en natuurkunde, te Delft, Secretaris;
II. T. Lohnis. lid van het departement Rotterdam der Nederlandscbe maat
schappij tot bevordering van nijverheid te Rotterdam
Jhr. Mr. C. van der Goes, Secretaris van het departement 's Gravenhage
der voorschrevene maatschappij, te 'sGravenhage
C, F. van Meurs, Majoor der Artillerie, lid van bet Departement Delft
der voormelde maatschappij, te Delft;
P. J. Kipp, lid van evcngemeld departement, te Delft;
J. A. Maas Geesteranus, fabrikant, te Delft.;
II. A. Piccardt, Fabrikant, te Delft.
Van ivege de provincie Noord- Holland.
de Heeren
B. C. de Lange van Wijngaarden, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-
Ilolland te Haarlem
Mr. 11. J. Coenen, Wethouder der stad Amsterdam;
T. Schuurman, Directeur, fungerend Secretaris van de Nederlandscbe Ilan-
del-Maatschappij te Amsterdam
Mr. W. H. van Voorst, President-Directeur van de Nederlandsche maat
schappij tot bevordering van nijverheid, te Haarlem;
zijnde aan den Heer J. Lipkens, Staatsraad in buitengewone dienst, Oud-
Directeur der bovengemelde Koninklijke Academie, wonende te Warmond,
het honorair lidmaatschap der commissie opgedragen
Art. 4. Door bovengenoemde Commissie zullen de voorwerpen voor de
tentoonstelling bestemd, in ontvang genomen, ten toon gesteld en terug
gezonden worden mitsgaders door ieder der leden aan de plaatstelijke bestu
ren of de belanghebbenden op derzelver aanvrage alle verlangde inlichtingen
•worden gegeven.
Art. 5. De tentoonstelling zal plaats hebben in de gebouwen van de
Koninklijke Academie ter opleiding van burgerlijke Ingenieurs enz. te Delft,
op Zaturdag den 8slcn Julij 1848 geopend, en op den 31slcn Julij daaraan
volgende gesloten worden, ten ware bijzondere omstandigheden tot de ver
lenging van dien termijn deden besluiten.
Art. 6. Op deze tentoonstelling zullen, behalve de in de provinciën Zuid
en Noord-Holland vervaardigde, ook de uit andere gewesten van het Koning
rijk der Nederlanden en uit de Overzeesche Bezittingen van den Staat af
komstige voorwerpen worden aangenomen zullende van iedere soort van
voorwerpen door dcnzcllilen inzender niet meer mogen gezonden worden dan
noodig is om de hoedanigheid te beoordeelen.
Art. 7. De tentoonstelling is niet alleen bestemd voor voortbrengselen
van nijverheid en kunstvlijt, welke in hunne soort door sierlijkheid van be
werking of uitstekende hoedanigheid uitmuntenmaar evenzeer voor die
voortbrengselen van alle takken van nijverheid, welke om hunne nuttig
beid, bruikbaarheid, eenvoudigheid of ininkoslbaarheid aanbeveling verdienen;
zijnde het hoofddoel dezer tentoonstelling om de ontwikkeling en uitbreiding
der nijverheid in al takken bare ter kennis van het algemeen te brengen.
Art. 8. Do voornoemde Commissie, hoewel daarbij de meest mogelijke
inschikkelijkheid zullende in acht nemen, behoudt zich voor, die voorwer
penwelke volgens haar oordeel, uit hoofde van ongeschiktheid of om an
dere redenenminder gepast zijnniet aan te nemenen worden bepaal
delijk van deze tentoonstelling uitgesloten de dranken, eetwaren en andere
voorwerpen, aan bederf onderhevig alsmede ontvlambare of aan ontploffing
onderhevige chemische voortbrengselen en dergelijke, ten ware zoodanig be
sloten dat de Commissie meent die zonder gevaar te kunnen toelaten.
Art. 9. De geweven stoffen worden slechts bij het stuk aangenomen. De
bewerkte natuurvoortbrengselen, zoo als metaal-, steen- en houtsoorten, even
als de chemische producten, worden bij stalen toegelaten.
Werktuigkundige toestelleninstrumenten en dergelijke moeten vergezeld
gaan van eene verklaring van derzelver gebruik; zullende enkele teekenin-
geu niet worden ten toon gesteld.
Art. 10. Alle in te zenden voorwerpen moeten voorzien zijn van eene ver
klaring van den belanghebbende, dat de ingezonden voorwerpen in zijne
fabrijk, werkplaats enz., of door hem zeiven of onder zijn opzigt in dit Rijk
vervaardigd zijn, mitsgaders van eene verklaring van het hoofd van het
plaatselijk bestuur, dat de inzender in die stad of gemeente bekend en zijne
fabrijk werkplaats enz. aldaar gevestigd is.
De Heer Lipkens is sedert overleden.
Art. 11, Degenen, welke voor deze tentoonstelling voorwerpen willen
inzenden zijn gehouden daarvan vóór den 15llcn Mei 1848 aan de Commissie
vrachtvrij berigt te gevenmet vermelding van den aard en de soort der
voorwerpen, alsmede van de ruimte, welke deze ten naaste bij zullen innemen.
Art. 12. De voor de tentoonstelling bestemde en van de bij art. 10 be
doelde verklaring voorziene voorwerpen moeten, behoorlijk ingepakt en vracht
vrij tusschen den lsten en 15,len Junij 1848 (na welken tijd geene goede
ren meer worden aangenomen), aan de Commissie der tentoonstelling aan
het locaal der Koninklijke Academie worden ingezonden, met eenen brief,
houdende den naam en de woonplaats van den vervaardiger en opgave van
het ingezondene; hebbende de directie van de tlollandsche ijzeren-spoorweg
maatschappij zoomede die van de Nederlandscbe Rbijnspoorweg-maatschappij
zich bereid verklaard, onder zekere voorwaarden, het vervoerder voorwerpen
langs genoemde spoorwegen vrachtvrij toe te staan zonder echter zich met
bet bestellen te belasten en buiten risico; zullende later door de Com
missie aan de respective inzenders worden bekend gemaakt wat hieromtrent
verder zal behooren te worden in acht genomen.
Art. 13. De aangenomen voorwerpen blijven, tol aan de definitive slui
ting der tentoonstelling, onder het opzigt en de zorg der Commissie, welke
ook voor de terugzending derzelve, binnen 14 dagen na de sluiting, aan de
respective inzenders zorg zal dragen.
Aan de inzenders wordt vrijgelaten de middelen van vervoer, waarmede
zij de ingezonden voorwerpen terug willen ontvangen, op te geven, met
verklaring, of zij zeiven voor de inpakking willen zorg dragen, dan wel
zulks aan de Commissie overlaten.
Art. 14. Van de ten loon gestelde voorwerpen zal een zooveel mogelijk
naauwl-.eurige en uitvoerige catalogus vervaardigd en uitgegeven worden.
De inzenders worden dien ten gevolge uitgenoodigd eene beknopte en za
kelijke beschrijving van de door ben ingezondene voorwerpen hij dezen ie
voegen.
De voorwerpen van denzelfden inzender worden, voor zoover zij lot dezelfde
rubriek behoorenonder één nommer op den catalogus geplaatstmet on
derscheiding van dezelve door letters.
Art. 15. Aan de ten toon gestelde voorwerpen zullen kartonnen briefjes
worden gehecht, aanduidende het nommer, waaronder zij op den catalogus
voorkomen.
Art. 16, De inzender of vervaardiger, welke e"nig ingezonden voorwerp
gedurende de tentoonstelling ter verkoop wcnscht aan te bieden of slechts
den prijs van hetzelve ter kenn.s vari het algemeen wil brengen, wordt ver
zocht hij den in art. 12 bedoelden brief aan de Commissie daarvan kennis te
geven, met naauwkeurige opgave van den prijs van elk ingezonden voorwerp,
en uitdrukkelijke vermelding of bij dien prijs verlangt openbaar gemaakt te
hebben zullende van de verkochte voorwerpen ter goedmaking der onkosten
2 pCt. van den verkoopprijs worden gekort.
Art. 17. De voorwerpen mogen gedurende de tentoonstelling niet terug
genomen, noch de verkochte zonder toestemming van de Commissie, welke
dezelve in bijzondere gevallen zal kunnen verleenen vóór het einde der ten
toonstelling worden afgeleverd.
Art. 18. De Commissie stelt zich voor cenigo der ten toon gestelde voor
werpen aan te koopenten einde deze, na daartoe bekomene autorisatie en
op nader bekend te maken voorwaardente doen verloten. De inzenders
welke niet verlangen mogton de door hen ingezondene voorwerpen voor de
loterij aangekocht te zien zullen dit bij de inzending behooren op te geven.
Over den koopprijs der verkochte voorwerpen zal binnen vier weken na de
sluiting der tentoonstelling kunnen beschikt worden.
Art. 19. De tentoonstelling zal voor het algemeen dagelijks geopend z jn
van des morgens 10 ure tot des avonds 7 ure, en op de Zondagen van des
morgens 12 lot des avonds 8 ure.
Van ieder persoon zal eene entree van 30 centen gevorderd worden.
De Commissie noodigt alle fabrikanten, kunstwerkers, handwerkslieden,
bestuurders van liefdadige gestichten enz. uit, hunne fabrikaten op den be
paalden tijd in te zenden, en door ruime bijdragen, ook van voorwerpen
welke nog zoo gering schijnen, het doel dezer tentoonstelling te bevorderen,
daardoor aan de verbruikers de gelegenheid te verschaffen om bekend te wor
den met de voorwerpen, voor welke zij zich niet tot het buitenland behoe
ven te wenden de Nederlandscbe nijverheid aan te moedigen en het debiet
van hare voortbrengselen te vermeerderen.
's Gravenhage, den lsten December 1847.
De Commissie voor de Tentoonstelling van vooithrengselen
van Nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord-Holland,
A. L. van HETEREN GEVERS, Voorzitter.
W. L. OVERDUIJN, Secretaris.
De Commissie voor de Tentoonstelling van voortbrengselen van Nijverheid
voor de provinciën Zuid- en Noord-Hollandbrengt bij deze, naar aanlei
ding van art. 12 van het programma voor de evengemelde tentoonstelling,
ter kennis van de belanghebbendendat de raad van bestuur van de Hol-
landsche ijzeren-spoorweg-maatschappij, zoomede de directie van de Rhijn-
spoorweg-maatschappij bereid zijn, de goederen, die naar de tentoonstelling
te Delft zullen worden verzonden, en van daar, na afloop, zullen worden
teruggezonden, kosteloos langs hunne spoorwegen te doen vervoeren, op de
navolgende voorwaarden:
1°. dat de goederen buiten kosten der maatschappijen aan het stalio»