s Wij ■wenden ons aan U, niet als aan den Opperpriester, maar als aan.
het wijs cn mciisclielijk opperhoofd van een nog onlangs onderdiukt en onte
vreden, na een gelukkkig, goed geregeerd en dankbaar volk. Wij vcreeni-
gen ons met deze vereering, niet als Katholijken(vele onder ons zijn het,
terwijl de meerderheid het niet is), maar als republikeinen en liefhebbers
der grondwettige vrijheid. Hoe jong onze ooisprong zij, hoe uitgestrekt de
oceaan, die ons dierbaar Vaderland van Uw schoon klimaat scheidtweten
wij echter wat Italië in de schitterende dagen van zijne eenheid vrijheid en
roem was, eri wat het onder het vernederend juk van den vreemdelingen te
midden van zijne inwendige verdeeldheden geworden is, en wij gelooven dat
een hoogo cn weldadige bestemming liet wachtals het volkop nieuw ver-
eenigd, vrij en onafhankelijk zal zijn. Bij dit groote werk der wedergeboorte,
begroeten wij U als liet Goddelijk werktuig, door den hemel gelast om het
te bewerkstelligen, en wij hidden vurig dat Uwe dagen moge verlengd wor
den, om getuige te zijn van de eindelijke voltooijing der wijze staatkunde,
die bestemd is om Uwen naam te vereeuwigen.
«tiaar eerwaardig Vader, wij weten wel dat de weg dien gij gekozen hebt,
uiterst gevaarlijk en steil is. Onze vaderen hebben in een leeftijd van geva-
ren en ontberingen geworsteld om de weldaden te vollooijen en te bevesti- j
gen die wij thans genieten, en echter had de Voorzienigheid ons een Opper-
hoofd gegeven, als zeldzaam een volk, dat naar vrijheid streeft, bezat. God
heeft gewild dat iu deze wereld de deugd door tegenspoed beproefd wordt,
en «lat een duurzame glorie, zoo als de vrijheid, alleen aan hen zou verleend j'
worden die door hunne moedige pogingen en onwankelbare dapperheid zich
deze kostbare gift waardig toonden.
«Wij, landgenooten van Washington en Franklin, van Adams en Jeffcr-
son, wij weten dat gij dezen weg niet zijt ingeslagen zonder van alle aristo
cratische gunst afstand te doen. Wij weten dat gij reeds bereid zijt 0111 de
tegenwerkingen der staatkunde, de haat des magligen en wat nog duizend
maal rnoeijelijker is, de afkeuring van den welgezinde, maar dwalende,
onder de oogen te zien. Wij weten dat gij koelbloedig besloten hebt, om de
onvermoeibare vijandigheid te keer Ie gaan van de onregtvaardige dwingelan-
den, die beweren over ecnig gedeelte van het sehoone Italiaansche Schier- j
eiland te regeren van al degenen die zich verbeelden dat zij de maatschap- j
[lelijke orde kunnen doen bestaan in de handhaving van dien toestand van
weelde en ledigheidin welken zij tot hiertoe hun nutteloos leven hebben
gesleten, van al degenen die vreezen, of in hunne zelfzucht veinzen den
ondergang der godsdienst te vreezen, zoo zij niet op de bevende schouders
van Keizers cn Koningen wordt gedragen. En gij hebt U voorbereid om
eenen hinderpaal te ontmoeten, vreoselijker dan al die anderen, over welken
gij met Gjds genade zult zegepralen, die onstandvastigheid en ondankhaar-
heid der menigtenauuwclijks opgeheven uit de slavernij waaronder zij was I
bedolven, en in de woestijn hunkerende naar de vleeschpotten van Egypte. 1
Menschen zoo als men er zelfs onder de Apostelen van den Verlosser ontmoet,
om hem alleen den doodstrijd des kruisses te laten dragen; menschen die,
vreczcn wij, met U zich zullen laten kennen, door hunne overdrevene plan
nen, hunne onredelijke verwachting, hunne onstuimige eisehenmorrende
dat er niets te voren bedacht is, omdat alles niet reeds is vervnld wij voor
ons gelooven vast dat de Allerhoogste U voor uwe verhevene zending zal
leiden en wapenen.
«Eerwaarde Vader, hoe somher de wolken zijn die het. tegenwoordige om
geven wij weten dat de dageraad der toekomst deze duisternis zal doen op
klaren. Om niet te spreken van de verzekerdheid, door den Heer in onze
harten gegrondvest, dal geen edelmoedige daad of poging onbeloond zal blij
ven, verzekeren wij U door onze gelukkige ondervinding, dat de weldaden
der grondwettige vrijheid verreweg de gevaren en het lijden overtreffen te
midden waarvan de volken hunne volmaking naderen.
«Ons leven als volk is nog kortmaar heeft reeds aan ieder nadenkenden
geest de ontzaggelijke meerderheid getoond vaa de vrijheid over het despotis- j
mus, als bestanddeel van volksverheffing cn maatschappelijk welzijn. Ons
vaderland heeft getoond dat de regtcn van personen en eigendommen
heter beveiligd zijn onder eene regering die de regten van allen waarborgt,
dan onder eenige andere. En zoo de toekomst ons gevaren zou aanbrengen, j
zou de bron niet uit eene overmaat van vrijheid ,maar uit hare beperking
ontspruiten. Eindelijk, wij gevoelen ons meer dan iemand geregtigd om U
de gevaren aan te wijzen die Gij te tarten licht, de verwachtingen die U
verheiden.
«In weerwil van opervlakkigcn schijn, zien wij niet in dat men de legioenen
van liet desjiotismus tegen U in beweging zal stellen. De tijd dien wij bele
ven is een tijd van zcdelijkcn veel meer dan van stoffclijkeii strijd: waarin liet
geschut van de pers, dat van liet veld heheerseht en uitdooft, waarin de mee
ning inagtigcr is dan de bajonetten. Wij vertrouwen alzoo dat gij door een
ondoordringbaar schild tegen allen toevlugt tot openlijk geweld, zult gedekt
zijndoor de goedkeuring en c vereensteininirig der welgezinden over de gan-
sche oppervlakte der Christenheid.
«Maar zou onze verwachting bedrogen zijn dat de onvoorzigtige aanvaller
zich in acht neme: liet eerste geweerschot van zulk een zaïnenrotting zon
van berg tot berg weerkaatsenen de dapperen van elk land uitdagen om
tegen het oiiregt cn de onderdrukking op te staan, om te strijden voor de
vrijheid cn liet mensehclijk geslacht. In de ure van dien grootcn strijd is
er niemand, die bekend is met de geschiedenis en het karakter van het Ame-
rikaansche volk, die aan de werkzaamheid en vruchtbaarheid onzer overeen
stemming zou kunnen twijfelen. Italië zal voor die verwoesting, de Chris
tenheid voor de ergernis van zulk een oorlog bevrijd blijven, wij hebben er
de vaste overtuiging van 1 maar in alle gevallen hopen wij, dat dit bewijs
van belangstelling en bewondering, waarmede 20 milJioen menschen U gade
slaan niet vergpefs zal geweest zijn."
Wij zijn, eerwaarde Vader, met diepe hoogachting,
Hier volden de onderteeheningen
PHILADELPHIA, 29 November.
Bijzondere berigten van daar aan een geacht DuitSeli dagblad, deelcn het
volgende mede:
«De oorlog met Mexico staat stil, daar Mexico geen leger noch middelen
meer bezit, zelfs geene overheden, welke den vrede zouden kunnen sluiten,
terwijl het Amcrikaansehc leger tusschen Vera Cruz en Mexico, ongeveer dertig
duizend man telt, waarvan bijna liet derde gedeelte in de hoofdstad zelve
ligt. Mexico zal wel moeten besluiten om den vrede te teekencnwaarvan
de alstand van Cahfornie cn Nieuw-Mexico een voorwaarde zal uitmaken. Het
is niet denkbaar, dat de Vercenigde Staten, na twee kostbare cxpeilitiën te
water en te land tegen Californie uitgerust, het land veroverd, in bezit ge
nomen en sedert bijna een jaar geregeerd te hebben, er ton zullen kunnen
overgaan, liet wederom vrijwillig aan Mexico terug Ie geven. Handel en nijver
heid ontwikkelen zich, steden en dorpen vermenigvuldigen zielihet land
wordt meer cn meer bebouwd. En Mexico, terwijl Amerika honderd millioen
heeft besteed en in het bezit der hoofdstad is, kan niet meer op dezelfde
vredes-voorwaarden aanspraak inaken welke Amerika bij den aanvang van den
oorlog bereid was te bewilligen.
ITALIË,
ROME, 21 December.
Het geschil met de Ooslenrijksche Regeling over de bezetting van Ferrara
is eindelijk venffend. De in Pauselijke soldij staande Zwitsersche troepen
die Bologna bezetten, hebben order gekregen om naar Ferrara op te trekken,
ter vervanging van de Oostenrijkers, die sedert Julij, daar de dienst ver-
rigtenterwijl deze het kasteel en de kazernen bezet zullen houden. Inmid
dels blijft de stedelijke burgerwacht de gewone dienst waarnemen ter hand
having vari de openbare orde en rust. Overigens schijnen er verder geena
overeenkomsten met Oostenrijk te zijn gemaakt, ter voorkoming van derge
lijke bezetting in liet vervolghetzij omdat Oostenrijk meent dat zijn wil
ceil wet isoveral waar zijne magt hel meeste vermaghetzij de Paus het
voorzigtigcr heeft geacht, om liever niet aan te dringen op bepalingen, aan
welker overtreding de staatkunde der magligen, altijd eenen glimp van rogl-
maligheid of noodzakelijkheid weet te geven.
Met algomeene nieuwsgierigheid werd de congregatie, te gemoet ge
ziendie lieden gehouden zou worden, alzoo men dachtdat Z. Heil., die
weder met eene aanspraak zou openen en daarbij zijne voornemensten op-
zigte van de orde der Jesuilen te kennen zou geven. De aanleiding hiertoe
zeide men was, dat de partij, die de Jesuilen begunstigt, hij Z. Heil. aan
gedrongen zou hebbendat hij zich omtrent het toekomstig lot der orde
mogt verklaren, en die orde of wel mogt ontbinden of wel haar tegen da
aanvallen, aan welke zij dagelijks ten doel staat, in zijne bescherming mogt
nemen. De verwachting is evenwel te leur gesteld. Z. Heil. heeft wel de
zen voormiddag een geheim consistorie gehouden en daarbij 21 prelaten ge
promoveerd, maar van cerie aanspraak, de Jesuilen hetreiFende, is niets be
kend geworden.
De volksbeweging te Napels op den 14den dezer, is door verscheidene
gevangeneiiiiugeu gevolgd die bijzonder de aanzienlijkste standen der maat
schappij hebben getroffen, waaronder tien adelijke jonge lieden met name
worden genoem 1.
SARDINIË.
TURIN, 14 December.
De Aartsbisschop heeft een mandement uitgevaardigd, waarin hij zijn on
genoegen te kennen geeft over het aandeeldat de geestelijkheid genomen
heeft aan de vreugdebedrijven wegens de vrijzinnige hervormingen in liet
Staatsbestuur. De geestelijkheid echter heeft in massa tegen dit mandement
geprotesteerd.
ZWIT8ERLA1VD,
LUCEllN, 21 December.
De Heeren Dr. Steiger en Meyer, zijn door den Grooten Raad verkozen tot
Afgevaardigden van het Kanton op den Landdag. Aan hen is opgedragen om
te verklaren dat Lucern zich aan het Afzonderlijk Verbond onttrokken heeft
bereid is ora mede te werken tot verwijdering der Jesniten uit Zwitserland
en'tot liet weren van alle vreemde tusschenkoinsten dat het zal deelnemen
aan de beraadslagingen over eene wijziging van hel boridsverdrag. Daarente
gen hebben de Gezanten in last om aan te dringen op eene vermindering der
opgelegde oorlogskosten of althans op eene verlenging van den termijn van
betaling.
Van gelijken aard is de instructie van den Grooten Raad van Freiburg
voor zijne Gezanten.
In eene der laatste bijeenkomsten van den Grooten Raad wan Lucernheeft
een der ecdgenootsehappelijke Commissarissen, de fleer Kern, de vergadering
ernstig toegesproken. Nadat hij in zijne rede den loop der jongste gebeurte
nissen had nagegaan en herinnerd aan de laatste afvaardiging door den Land
dag, van een Gezant naar Lucern, en aan de wijze waarop deze bij de gevallen
regering van het kanton was ontvangen, ging hij aldus voort:
«De ecdgenootsehappelijke overheid beschouwt de bevolkingen, tegen welke