LEYDSCHE
COURANT.'
N°.
1847.
VRIJDAG, 31 DECEMBER.
BIJMEJNXANDSCHE BERIGTEft.
JJe Courant wordt Maandag-, IVoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
■uit £aturdag avond.
De Prijs der Courant is f\% in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN, 30 December.
Met 1°. Jan narij e. k. zal de beurstrein van Rotterdam naar Amsterdam
worden gestaaktdoch ter gemoetkoming in dat gemis zal de treindie
thans van Rotterdam des morgens 10 ure 45 min. vertrekt, van dat tijd
stip af ten 12 ure vertrekken, en alzoo aan het station buiten deze stad ten
1 ure 4 min. en ten 2 ure 15 min. te Amsterdam aankomen.
In een bij de Amst. Cour. ingezonden stuk van eene zeer bekwame
band, (geteekend J. de B, K.) wordt de aanval van het Handelsblad op
de openbaar gemaakte begrooting van Amsterdam, met kracht van redenen
en bewijzen door getallen geslaafd, juist ook door vergelijking met de be
grootingen van 1797, 1798 en 1799 wederlegd,
In de inleiding zegt de kundige allezins bevoegde Schrijver: «Do publi
citeit van de regerings handelingen is niet minder in het belang der regering
dan in het belang der ingezetenen. Volk en regering zijn niet van elkander
afgescheiden. Terwijl de burger, wien opvoeding en onderzoek daartoe de
noodige bekwaamheden geven, niet alleen geregtigrl maar ook verpligt is,
met belangstelling de aangelegenbeden van land en stad te overwegen en met
wetenschappelijkcn ernst te onderzoeken moeten de besturen uit die naauw-
gezette beoordeeling, niet minder dan uit hun eigen onderzoek, de bouwstoffen
putten tot verbetering van het gebrekkige. Langs dien weg wordt een be
stuur meer en meer ingerigt naar de wezentlijke behoefte van eene gemeente,
door de overtuiging, dat dit geschiedt, meer gehecht aan het bestuur. De
publiciteit levert daarbij het voordeel opdet men door vergelijkingen met
hetgeen elders geschiedthet gebrekkige kan verbeteren.
«Het uitmuntende werk van Horace Say, Etudes sur I'administration de
la ville de Parisheeft getoond, welke belangrijke vruchten de publiciteit
kan opleveren. Geen lid van het stedelijk bestuur te Parijs zal zoo hij in
derdaad de stedelijke belangen behartigt, met dat werk voor zich, zich over
publiciteit beklagenal ware hij ook zoo conservatief als het meest conser
vatieve lid uit den Edel-Achtbaren Raad der stad Amsterdam.
«Maar tegen dit onschatbare voorregt der publiciteit staat ook een nadeel
over; het is, wanneer onkundigen uit de hoogte oordeelen alsof zij kundigen
warenwanneer de openbaar gemaakte stukken niet worden getoetst aan
beginselen van staatsregt of staathuishoudkunde, maar beoordeeld alsof het
bestuur rekening en verantwoording aan de gemeente schuldig was, of wel
aan de publicisten, die als organen van het publiek optreden, en wanneer bij
die beoordeeling door vragen, die onbeantwoord worden gelaten, door vergelij
kingen, die den schijn van waarheid hebben, ofschoon zij op oenen valschen
grondslag rusten door harde uitdrukkingen enz. mistrouwen wordt gezaaid."
«Er komen, zoo eindigt de Schrijver, op de tegenwoordige begrooting zeker
vele posten voor, die thans hooger zijn dan de vroeger, zoo als:
1797. 1846.
Aan de Gasthuizen 51,120202,452.
Stads-Armscholen 18,55233,306.
Professoren 12,11021,460;
maar wie zaldie eenige menschenliefde bezit en op volksverlichting en op
den bloei der wetenschappen prijs steltin die vermeerdering niet eene groo-
tere volksgezindheid ontdekken, dan die der democraten in 1797; wij althans,
wij gelooven niet, dat de gemeente gaarne die posten zoude zien verminderen
en daarentegen de post van 600 voor aanvulling van het Kiezers-Collegie
vermeerderd tot 42,647, welke som in 1797 voor onkosten ten dienste
der grondvergaderingen is uitgegeven.
De rivier voor de stad Dordrecht was eergisteren vol drijfijs, en de ge
meenschap met Papendrecht en Zwijndrecht, werd hoewel hoogst moeijcüjk
met roeiboolen onderhouden. Boven, bij Sliedrecht, had het ijs zich toen
reeds gezet. In de Merwede voor Gorinchem heeft het ijs zich gisteren nacht
gezet; de overtogt had gisteren zeer geregeld met schietschouwen plaats. Te
Vreeswijk bleef gisteren nog een open vak, doordien het ijs boven en bene
den bleef zitten.
's GRAVENHAGE 30 December.
Bij onderscheiden besluiten des Konings van den 19dcn dezer, is toegestaan
aan de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschappij om den tusschen Amsterdam en
Rotterdam opgerigten electro-magnetischen telegraaf te doen strekken tot alge
meen gebruik; aan de Heeren C. C. van Hall en E. Wenckebach, tot aanleg
van eenen dusdanigen telegraaf tusschen Amsterdam en den Helderen aan
den Heer E. Wenckebach voornoemd van eenen gelijksoortigen telegraaf op
te rigtentusschen Rotterdam en Brouwershaven, en om des gevorderd tot
Vlissingen te worden uitgestrekt.
Aanstaanden Maandag, den 3(Ien Januarij, zal er, in het paleis in het
Noordeinde, een gala hal worden gehouden.
De Heer van Rappard nieuw benoemd Minister van Finantien, wordt
heden alhier verwachtdoch schijnt ten gevolge van ongesteldheid zijne reis
herwaarts te hebben uitgesteld.
Ook Z. Exc. de aftredende Minister, de Heer van Hall is ongesteld,
zoodat Z. Exc. heden geen laatst gehoor verleend heeft.
Er is dezer dagen gesproken van een gerucht, dat de afdceling Water
staat en Wegen, die thans tot het departement van Binnenlandsche Zaken
behoort, met 1°. Januarij aanstaande, tot het departement van Buitenland-
sche Zaken zouden overgaan. Sommige dagbladen hebben dat gerucht als
nagenoeg stellig vermeld. Er is ook wel degelijk zeer ernstig sprake daarvan
geweest. Het was bet gevolg daarvan, dat de Heer van Randwijck, aftredende
Minister van Binnenlandsche Zaken, het ontwerp had opgevat, om aan de
Kamers een voorstel te doen tot het uitvoeren van openharc werkenen lot
dat einde eene geldleening van 9 millioencn te doen uitschrijven. Men ver
neemt echter dat van dit ontwerp, tot vereeniging der afdeelingen Waterstaat
en Wegen, bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, thans is afgezien.
In hoe verre nu de nieuwe Minister van Binnenlandsche Zaken de Heer van
der Ileim, al dan niet het ontwerp der geldleening tot het hedoelde einde,
zal voorstellen, hetgeen naar men verzekert, de goedkeuring van den aftre
denden Minister van Finantiën niet heeft kunnen erlangen, zal de tijd moeten
leeren.
De 's Gravenhaagsche Nieuwsbode sprekende over de aftreding der
Heeren van Hall en de la Sarraz meerit te kunnen verzekeren, «dat geen
misnoegen, geene verkoeling, van welke zijde ook, dit besluit kan hebben
te weeg gebragt, en dat zelfs geen strijd over groote beginselen de genoemde
Ministers tot het verlaten hunner betrekkingen kan overreed hebben. Het
I is dus ten onregle, zegt dat blad, en zeker zeer voorharig, dat uit dezen,
door Z. M. bekrachtigden wenseh Hunner Excellentiën, gevolgtrekkingen wor
den afgeleid, met opzigt tot eerie meer of minder milde wijziging der grond
wet. De beraadslagingen aan dit gewigtig staatswerk gewijd, moeten, te
rekenen naar de veelvuldige Kabinetsraden die voorafgegaan zijn, reeds tot
zoodanige hoogte gevorderd wezen, dat er van verschil omtrent hoofdbegin
selen niet wel meer sprake zijn kon."
Wijders behelst genoemd blad het volgende:
Het gerucht dat de afdeeling van den Waterstaat bij het departement van
Buitenlandsche Zaken zoude worden gevoegd schijnt zich niet te bevestigen.
Hunne Exc. de Ministers van Hall en de la Sarraz hebben gisteren ten
Hove gedineerd."
Men verneemt dat het vennootschap Goldsmid en Cornp., dezelfde welke
deze residentie door middel van loopend gaz verlicht, de vergunning heeft
bekomen voor de verlichting der stad Rome. Die stad is thans de derde in
Italië, van welke dit vennootschap de vergunning heeft verkregen. De twee
andere, Bologna en Modena, zijn reeds dit jaar met het beste gevolg door
gezegd vennootschap met loopend gaz verlicht.
BÜITEWLAM)SCÏÏE BEiÏJGTElV
VEREEMIGDE JSTATK.V.
NEW-YORK, 30 November.
In eene groote bijeenkomst, ter eere van den Paus hebben onlangs 500
personen van allerlei natiën en geloofsbelijdenissen een adres aan Z. II. getee
kend, van den volgenden inhoud:
«Eerwaarde Vader!
«De bevolking der Vereenigde Staten heeft met innige belangstelling de
omstandigheden die uwe verheffing yerzelden en de gebeurtenissen die haar
gevolgd, zijn gadegeslagen, en deze belangstelling is thans in eene onbegrensde
overeenstemming en bewondering overgegaan. Wij bieden U in naam van
dat volk de uitdrukking aan dier gevoelens van achting en Irooge goedkeu
ring, die de gansche natie bezielen.