landstaal uitgesprokene redevoering de Spr. handelde over de in onze dagen dringend geworden noodzakelijkheid tot ernstige beoefening der wis- en na tuurkunde, zoowel uit een stoffelijk ais uit een geestelijk oogpunt beschouwd. Spr. toonde aan hoe reeds de ligging zelve van ons land het ons van de vroegste tijden af tot wet had gemaakt met middelen, ons ook door die we tenschappen aan de hand gegevendien vijandhet waterte bestrijden en hoe ook thans nog de zamenstelling onzer dijkwerken voor verbetering vat baar is en onze oplettendheid gebiedend vordert. Daarna ging Spr. over tot het onderzoek in hoeverre deze wetenschappen op handel en nijverheid eenen heilzamen, ja onontheerlijken invloed uitoefenen, hoe men de in den handel zoo noodzakelijke berekening om van het kapitaalin zoo korten tijd moge lijk de meeste winsten te trekken aan wis- en natuurkunde ontleenen moesthoe noodzakelijk zij zijn tot de zamenstellingen van spoorwegen en stoombooten en al die voorwerpen, welke op dergelijke wijze worden voort- gebragt. Zij wijzen ten duidelijkste aan, zegt Spr., welke heilzame verbe teringen ook in die vakken zoo door vermeerdering van krachtaanwending, als door vermindering van kosten, te brengen zijn en tot welke volkomen heid en deze vakkenen zoo vele anderenals de lelegraphie door elec- triciteiten het magnetismus weldra zullen moeten geraken. Duizendvoudig zijn de voordedendie deze wetenschappen der nijverheid aanbieden, en dit geldt zoowel voor den eenvoudigen handwerksman, als voor den grootsten fabriekant. Ook de geneeskunde, zegt Spr., heeft onweder- spreekbare behoefte aan deze wetenschap, zonder welke zij steeds onvolledig zijn moet en blijven. Uit een geestelijk oogpunt beschouwd noemt spreker de beoefening dezer wetenschappen niet minder dringend noodzakelijk. Hij verwerpt verre het gevoelen van hen die vermeenendat deze studiën op dergelijke wijze toe gepast, tot ongeloof voeren; alleen eene onverschillige en oppervlakkige be schouwing der natuur en eene onvolledige kennis harer wetten kan tot dat i einde leideneene grondige beoefening er van echter voert tot stellig weten en maakt voor hare beoefenaren datgene tot zekere waarheid wat anderen slechts gclooven kunnen maar niet begrijpen. Zij veredelen den mensch en brengen hem der Godheid nader bij. Menigvuldig waren de bewijzen en be- toogen die Spreker lot staving van hetgeen hij had aangevoerd, bijhaalde, en welke alle de onmiskenbare noodzakelijkheid eener naauwkenrige beoe fening dezer studiën zegevierend deden uitkomen. Van al deze door hem bijeen gehaalde takken van wetenschap, noemde Spr. de wiskunde den eersten, natuurkunde den tweeden slap. Na het einde dezer rede rigtte Spr. het woord tot den Burgemeester dezer stad en tot de Curatoren v*n het Athenaeum Illnstre alhierhij prees en dankte hen dat ook zij de behoefte der kennis van de natuur getoond had den zoo innig te gevoelendat zij het onderwijzen er van te regt geoordeeld hadden voor een persoon te zwaar te zijn en, zoo als het vroeger was, we derom twee leerstoelen voor die wetenschappen hadden opgerigt. Spreker hoopte daarbij en was overtuigd, dat zij het hierhij niet zouden laten be rusten maar hem ook al datgene zouden verschaffenwat voor het onder wijs in die vakken zoo onontbeerlijk is. Dan ook durfde Spreker vol moed zijne betrekking aanvaarden, al was bij ook huiverig een ambt te vervullen, |j dat een van Swinden met zoo veel roem bekleed badde goede wil j zoude het hem ontbrekende aanvullen. Met een hartelijk woord aan zijnen I vader, zijne collega's en toekomstige leerlingen eindigde Spr. zijne rede, en werd dezedoor een talrijk en aanzienlijk publiek opgeluisterde plegtighcid besloten. NIJMEGEN, 17 December. j Laatstl. Woensdag overleed alhier, in den ouderdom van ruim 50 jaren, I de Heer W. II. DahmenSolo-Violist van Z. M. den Koning en Directeur der Muzijk van het Stads-Concert alhier. Algemeen wordt zijn dood zeer betreurd. Een schoolonderwijzer uit deze stad bezittende den 2dcn rang en eene I bezoldiging van 500, vertrok in April 11. naar N. Amerika, als meester bij de afgescheidene gemeente van Ds. Scholten. In het land van belofte wachtte hem een bestaanbeter geëvenredigd aan zijne behoefte zoo meende bij. Maar de emigrant is bitter teleurgesteld! Op den overtogt stierf een zijner zoontjes, en hij had vóór de aankomst op de plaats zijner bestemming, met zoo veel wederwaardigheden te kampendat hij zich thans in berooiden en radeloozen toestand bevindt. Volgens eigenhandig schrijven zal hij terugkeeren, zoodra hij in het be zit is van het daartoe benoodigde geld. IIARLINGEN, 16 December. In den afgeloopen nacht is aan de gevolgen van een plotseling toeval over leden, de Heer Jetze Rodenhuis, Ridder der orde van den Nederl. Leeuw en Burgemeester dezer stad. ASSEN, 16 December. De marktgenooten van Balloo hebben beslotenom het vrij goed bewaarde en nog al groote hunnebed aan de provincie Drenthe in eigendom aan te bie den met den noodigen grond in de rondte daar omtot omheining met een wal of sloot, en tevens met een toegang van den publieken weg af, ten einde op deze wijze iets bij te dragen om een zoo eerbiedwaardig gedenktee- ken der grijze oudheid voor slooping te bewaren en aan de nakomelingschap over te leveren. Dit hunnebed is bijzonder merkwaardig om het hooge naar alle kanten regelmatig afloopende terrein waarop het gevonden woidt, 'twelk met opzet schijnt te zijn uitgekozen. Balloo is een' classieke bodem d# naamsafleiding dnidt aandat vroeger aldaar het regt is uitgesproken. Oud tijds werd het genaamd Banloo: bannen is regtsprekenloo is plaats en wordt doorgaans gevoegd achter het woord 't welk de bijzonderheid aanduidt; zoo is Balloo de plaats bij de regtspraak of bij de kuilen of bij 't gewijde boschwaar regt gesproken werd. TEW LAWDSCUE BEIilGTEW VEREEAIGDE STATEST. NEW-YORK, 30 November. Alhier zijn van Bahia 50 kisten thee aangevoerd, afkomstig uit de kolonie van Chinezen, welke de Keizer van Brasilië vóór eenige jaren in de omstreken van Sl. Catharina, digt bij Rio-Janeiro heeft doen aanleggen. De thee gelijkt volkomen op de Chinesche, maar de bladen zijn grooter. In Mexico won het gerucht veld, dat eene nieuwe partij zich opgewor pen heeft, met het doel om Mexico in twee deelen te splitsen, en die beide Staten met de Noord-Amerikaansche te vereenigen. Santa Anna is voor eenen krijgsraad gedagvaardomdat hij zich in den oorlog lafhartig had gedragen en de schatkist van alle gangbaar geld en papier beroofd had. §1H»INIE. De Koning heeft de departementen van openbaar onderwijs en van Politie, van hel Ministerie van Binnen). Zaken afgescheiden en die aan de nieuw benoemde Ministers Graaf Cisterni en Cartagneta opgedragpn. De Koning is bij zijne terugkomst te Turijn van Genua met veel gejuich ontvangen en beeft ook aan de deputatie van Sardinië alle hoop gegeven op de vcreeni- ging van dat eiland met Piemont. Deze verecniging is van groot belang voor het ontworpen ltaliaansche tolverbond. RUSLANR. PETERSBURG, 10 December. De Grootvorst Constantijn, 2de zoon des Keizers, heeft bij het intreden van zijn 21sle jaar, den 8sten dezer, den dubbelen eed afgelegd met al het daarbij gebruikelijk ceremonieel. Die eed bestaat in het zweren van trouw aan den regerenden Vorst en het Vaderland, en het eerbiedigen van de wet telijke erfopvolging en verdere familieregten. Bij deze gelegenheid heeft de Grootvorst 7,500 roebels gegeven voor de armen alhier. ITALIË. NAPELS, 10 December. De Koning hield onlangs een Kabinetsraad die niet minder dan zeven uren duurde. Den 8slen dezer presideerde hij weder een zeer lang- durigen Kabinetsraad, in welken men zegt dat de Heer Pietracotella drie uren achtereen op de noodzakelijkheid heeft aangedrongen om de binnenlandsche politiek in een liberalen zin te wijzigen. Des avonds van dien dag hebben de Prins de Salerno en de Koningin-Moeder den Koning gesmeekt aan de wenschen zijns volks gehoor te geven. Maar Koning Ferdinand is, volgens dezen brief, doof voor die smeekingen gebleven, en beeft verklaard liever als eenvoudig officier in Russische dienst te willen treden, dan een enkel zijner Koninklijke prerogativen op te offeren. Wj W E T E li Ba A A 1». Bij het den 9den dezer in het kanton Wallis bekend gemaakte besluit omtrent het betalen der kosten van het bezetten van het kanton, is bepaald, dat de daarbij opgenoemde corporation en bijzondere personen vóór den 17den 200,000 fr. zullen moeten opbrengen. Het klooster van St. Bernhard is aan geslagen voor 80,000 fr.de Abtdij van St. Moriz voor 50,000 fr.de Bis schop van Sitten en bet kapittel van Sitteri elk voor 20,000 fr.; de Raden der vorige regering en de beambten die den opstand tegen den Landdag door gedreven hebben, te zaïncn 20,000 fr.; enz. In geval deze gelden niet op den bepaalden dag betaald zijn, vallen de verdere kosten der bezetting ten laste van de nalatigen. De Wallisers zijn uiterst vertoornd op hurmen Gene raal Kalbermattenwelken zij beschuldigen van hen op allerlei wijze bedro gen te hebben. Bij het dorp Sirnplon beeft hij zich te naauwernood aan de aanvallen der hein vervolgende boeren kunnen onttrekken. De Landdag heeft, op voorstel van den Generaal Dufour, besloten, de bezettingstroepen in de voormalige kantons des afzonderlijken verbonds te ver minderen tot 30,000 man; dit besluit is genomen met 13 J stemmen. Vele uit de bezette Zwitsersche Kantons verdreven Jesuiten, zetten zich in Neulchate! neder, waar hun door aanzienlijke personen en familien, onder anderen door Graaf Pourtales, landgoederen en sloten tot verblijfplaatsen zijn ingeruimd. De Regering van het Kanton Neulchatel heeft zich bereid verklaard, om de haar door den Landdag opgelegde buitengewone bijdrage tot dekking der oorlogskosten te voldoen. De Engelsche Gezant, Stratford Canning, welke zich voortdurend te Bern bevindt, beijvert zich steeds, om zachte cn verzoenende maatregelen jegens de overwonnen partij aan te bevelen. De in de kantons van het voormalig Afzonderlijk Verbond ingestelde nieuwe overhedenontmoeten bij het uitoefenen van haar gezag geenerlei stoornis of tegenstand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 2