gelaten. Van alle kanten ontvangt men bcrigten dat de val van Salty de bergbewoners in schrik heeft gebragt en het vertrouwen op Schamil heeft doen wankelendaaronder zijne oogende dappere bezetting gedood werd en de sterke muren en torens, welke in het gebergte voor ongenaakbaar gehouden werdengeheel werden vernield. ITALIË. ROME, 16 November. BÜ de opening van den nieuw ingestelden Staatsraad heeft de Paus cenc rede gehouden, welker hoofdinhoud in het Journal des ZJéio/swordt mede gedeeld en dien wij hier laten volgen: »Ik dank u voor uwe goede bedoelingen en hecht er veel aan ten opzigte van het algemeen welzijn. Ten dien opzigte heb ik van 'teerste oogenblik van mijne Regering, volgens den raad dien God mij heeft ingegeven, gedaan wat ik kon en ben nog bereid om met Gods hulp alles voor de toekomst te doen, zonder evenwel de Pauselijke oppermagt in bet minste te verkorten, om die zoo over te brengen aan mijne opvolgers, zoo als ik ze ontvangen heb. Ik heb drie millioen onderdanen, ik heb geheel Europa tot getuigen, van al wat ik tot biertoe gedaan heb om mij nader te brengen tot mijne onder danen, om meer en meer hunne behoeften te leeren kennen. Daarom heb ik u in eene blijvende vergadering vcreenigd, ora zoo veel noodig uwen raad te hoorenom er mij van te bedienen in mijne souvereine besluiten, waarin ik mijn geweten zal raadplegen en om met mijne Minis ters en 't Heilig Collegie te overleggen.Die in uwe taak iets anders zou zien, zou zich grootelijks bedriegen; hij zou zich grootelijks bedriegen die in dezen door mij ingestelden Staatsraad de verwezentlijking van zijne eigene hersenschimmen en een kiem van eene instelling zou ziendie met de Pauselijke oppermagt onvereenigbaar is." Z. II. hield bij deze woordendie met zekere levendigheid en warmte waren uitgesprokeneenige oogenblikken stilen vervolgde toen aldus »Deze levendigheid en deze woorden zijn tot niemand uwer gerigtwier maatschappelijke opvoeding, christelijke en burgerlijke vroomheid zoowel als de opregtheid der gevoelens en der bedoelingen, mij sedert het oogenblik bekend zijnwaarin ik tot uwe verkiezing ben overgegaan. Deze woorden zijn ook niet gerigt tot het grootste deel van mijne onderdanen, want ik ben zeker van hunne getrouwheid en gehoorzaamheidik weet dat. de harten mijner onderdanen zich met het mijne vcreenigen in liefde voor orde en eendragt. Maar er zijn er ongelukkig eenigen (wel is waar in klein aantal maar zij bestaan toch) die, niets te verliezen hebbende, tweedragt en op roer beminnen, en zells misbruik maken van hetgeen hnn wordt toegestaan. Tot hen zijn deze woorden gerigtdat zij er de beteekenis wèl van vatten. In de medewerking van de Afgevaardigden zie ik niets dan een stevigen steun van mannen, die, zonder eenig persoonlijk belang, met mij zullen mede werken, door hnnnc raadgevingen, tot het algemeen welzijn, en die niet zullen geslingerd worden door de ijdele gesprekken van ongeruste en weinig oordeelkundige menschen. Gij zult mij met uwe wijsheid bijstaan, om dat geen te vinden wat het nuttigste is voor de zekerheid van den troon en voor het waar geluk mijner onderdanen. Den vorigen dag had men reeds toebereidselen gemaakt voor de huldi ging van den Consulla di Stato. De Afgevaardigden zijn door den Kardinaal- President aan Z. II. voorgesteld, die hun eenige verpligtende woorden beeft toegevoegdwaarna zij zich naar het Vaticaan begeven hebbenwaar de Consulta zitting zal nemen. Alle natiën van Europa hebben hunne levendige deelneming aan het feest te kennen gevendoor hunne vanen bij den grooten optogt der Afgevaardig den naar St. Pieter mede voorop te laten dragen, en zich aan de vaandels van Rome en de vaandels en tropheën der provinciën aan te sluiten. Na de plcgtige mis in de St. Pieterskerk heeft de Consulta hare eerste zitting gehou den. De Prins Torlonia heeft dien avond een bal in den schouwburg van Apollo gegeven en de stad was verlicht. Uit Florence wordt geschreven dat de Hertog van Modena de krijgswet te Massa en Carrara had doen afkondigen. Te Pisa had het volk de glazen ingeworpen van het paleis des Aartshertogs Maximiliaanoom van den Hertog van Modena. De Voorzitter van den Ministerraad te Napels, heeft bij vernieuwing den Koning verklaard, zijn ontslag te moeten nemen, zoo hij zijnen biecht vader den Minister van Policie en andere personen niet verwijdert en aan de wenschen tot hervorming gehoor geeftdaar hij anders zijne kroon in de waagschaal stelt. ZWITSERLAND. De hoofden der militaire magt van Freiburg hebben zich pogen te verant woorden over hun lijdelijk gedrag bij den jongsten aanval der Bondstroepen en wegens het volslagen gebrek aan moed, geestkracht en volharding, 'twelk hun uit dien hoofde wordt te last gelegd. In dit beloog wordt aangemerktdat het van den begin af reeds was gebleken, dat de aan beide zijden vereenigde strijdkrachten te ongelijk warenom een langdurigen kamp te kunnen vol houdendaar de aanvallers konden beschikken over 24,000 man, onder welke 18,000 goede en geregelde troepen, met 60 stukken bespannen en gedeeltelijk zwaar geschut, terwijl die van Freiburg slechts 5,500 man ge regelde troepen daar tegenover konden stellenmet 31 vuurmondenwaarvan niet meer dan een paar batterijen van behoorlijke bespanning waren voorzien. De landstorm was wel ten getale van ruim 7,000 man, en zoo het scheen met den besten wil bezieldmaar deze lieden waren veel te kort vereenigd geweest om eenige deugdelijke militaire dienst te kunnen doen verwachten de manschappen waren ook slechts gedeeltelijk van vuurwapenen voorzien, en de overigen moesten zich met zeissen, ja met kneppels behelpen. Ondanks de ongelijkheid der strijdkrachten zouden de geregelde troepen van Freiburg, naar luid van dit betoog, zich niet zonder gevecht hebben onder worpen zoo slechts van de zijde der verdere verbondene kantons eenige bewe ging was waargenomen, om hun te hulp te komen en te ondersteunen. Daar echter van dien kant niemand kwam opdagenis de burgerlijke Regering tot het besluit gekomen om een verdrag aan te gaan en de stad over te ge ven, ten einde grootere en onvermijdelijke onheilen te verhoeden. De militaire overheid heeft aan dit verdrag geen deel genomen. De ongeregeldheden die te Freiburg na de capitulatie hebben plaats gehad, zijn door soldaten van beide geloofsbelijdenissen gepleegd, zoodat de manschappen van twee Katholieke bataillons en van één uit Bern, naar huis gezonden en uit de dienst ontslagen zullen worden. Berigten uit Aarau van den 20s,en meldendat. er tusschcn de Afge vaardigden van het kanton Zug en den Generaal Dufour eene acte van capi tulatie gesloten wasnadat den vorigen dag de troepen van hel afzonderlijk verbond in het kanton verslagen waren. De Generaal Dufour heeft eene dagorder aan het eedgenootschappelijk Jeger en aan de inwoners van Lucern afgevaardigden zijne troepen zijn den 22slcn de grenzen van Lucern over getrokkenzoodat men spoedig belangrijke tijding te gemoet ziet. In Tessin waren de troepen van het afzonderlijk verbond, die tot Bcllinzona waren doorgedrongentot Arioloaan de grenzen van Urihetgeen tot dat verbond behoortteruggeslagen. De voorloopige Regering van Freiburg heeft het volgende bepaaldDe Jesuiten, de corporatien, congregatiën en ligchamen voor het onderwijs, welke aan deze orde verbonden zijn, worden voor altijd uit het Freiburgsche gebied verbannen. Deze maatregel treft do Jesuiten, de Ligorianen, de Marianen, Ignorantijnen de broeders van de Christelijke leer; de zusters van den Hei ligen Jozefde zusters van St. Vincent de Paulade zusters van het Heilige Hart. De corporatien van genoemde soort mogen voortaanonder welke be naming en welk voorwendsel ook, zich niet in het kanton nederzetten of ei gendom verwerven, noch bestuurders zijn van openbaar of bijzonder onderwijs. De genoemde orden en congregatiën moeten het kanton binnen 3 maal 24 uren na afkondiging van dit besluit verlaten hebben. Alle, zoo roerende, als onroerende goederen worden de eigendom van den staat, en de opbrengst der- zelven zal voor het openbaar onderwijs bestemd worden. Ten dien behoeve worden zij onder sequester gesteldzullen dadelijk geinventariseerd en aan het burgerlijk bestuur overgegeven worden. Cessien of andere verdragen, welke na den 15(Ien October gesloten zijn ter onttrekking van eenig gedeelte dezer goederenworden ongeldig verklaard. OOSTENRIJK. De aanzienlijke macbinaal-spinnerij van den Heer Richter te Praag is fail liet, met eene schuld van 500,000 fl. De Hongaarsebe Landdag heeft den 16(len besloten eene Commissie te benoemen tot het vervaardigen van eene wet op de drukpers; al de sprekers, ook die van de behoudende partij en de Afgevaardigde der geestelijkheid heb ben zich tegen de censuur verklaard. PRUISSEN. BERLIJN 17 November. Het beruchte Polen-proces loopt ten einde. Heden heeft het Hof de 5 laatste beschuldigden ondervraagd. Het aantal gevangenen was aanvankelijk 254, doch 60 zijn reeds in vrijheid gesteld, gedeeltelijk zonder voorbehoud, omdat bet openbaar ministerie geen grond tot beschuldiging vond, gedeel telijk onder borgtogt, dewijl de tegen hen bestaande bezwaren niet van ge noegzaam belang geacht werden. Het gerucht loopt dat er uit Oost-Pruissen een belangrijken voorraad krijgsbehoeften naar den Rijn en de bondsvestingen Mainz en Luxemburg zou worden verzondenen de achtste leger-afdeeling in beweging zou wor den gesteld. SAKSEN. LEIPZIG 14 November. In de fabriek-dorpen van Oberlansitzdie eene bevolking van omtrent 20,000 zielen tellen, is de nood ten uiterste gestegen, zoo door bet stilstaan der katoen- en wolspinnerijen, als door het wederom mislukken van den aardappelen-oogst. ENGELAND. LONDEN, 24 November. De Zitting van het Parlement is gisteren door eene commissie in naam van H. M. met deze aanspraak geopend Mïiord en Mijne Heeren Hare Majesteit heeft ons gelastaan u de redenen mede te deelenwelke haar bewogen hebben, het Parlement op het tegenwoordig tijdstip bijeen te roepen. H. M. heeft met groote droefheid den ongunstigen toestand gezienwelke sedert eenigen tijd onder de handeldrijvende klasse heeft geheerscht. De on gelegenheid van den handel werd op één tijdstip verhoogd door een zoo alge meen gevoel van wantrouwen en schrikdat U. Maj. met het doel om het vertrouwen te herstellenHare Ministers gemagtigd heeft aan de Directeurs van de Bank van Engeland aan te bevelen eene zoodanige handelwijs te volgen als doelmatig was in deze omstandigheid. Deze handelwijs zoude kunnen ge leid hebben tot eene overtreding van de wet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 2