COURANT. LEYDSCHE N\ 143. De Prijs der Courant is f 18 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt MAANDAG, 29 NOVEMBER. uit Zaturdag avond. BINNENBAN DSGUE BERIGTEN. LEYDEN, 27 November. Heden morgen te tien ure werd bet stoffelijk overschot van den algemeen geachten lloogleeraar J. C. Broersop bet stads kerkhof aan de Groenestceg in stilte en toch plegtig ter aarde besteld. Hoewel door de familie niemand dan de beide Geneeskundigen, welke hem in zijne laatste ziekte hadden bijge staan tot bijwoning er van was uitgenoodigdhadden echter verscheiden zijner ambtgenooten zich naar de begraafplaats begeven, en sloten zich aan achter het lijk dat op het kerkhof door Kandidaten in de Geneeskunde ge dragen werd. Niettegenstaande het ongunstige weder was ecne groote schare toegevloeid, waaronder vele Genees- en Heelkundigen uit deze stad en haren omtrekzijne voormalige en tegenwoordige leerlingende overige Studenten in de Medicijnen en vele andere Academieburgers werden opgemerkt. De lloogleeraar van Oordt, een der Academievrienden van den overledene, hield bij het graf, toen de kist daarin was nedergelatcneene eenvoudige toespraakwaarin onder anderen voorkwam hoe de waardige ontslapene reeds als Student de roem zijner leermeestersde voorganger en het voorbeeld van allen was in ijver voor wetenschap, in onvermoeide werkzaamheid, in naauw- gezetten levenswandel; toen reeds de vrengd en steun eener moeder, Weduwe met een talrijk kroost, nog levende om in haren ouderdom ook dezen zoon te buweenentoen reeds bij zijne vrienden geacht en bemind om die een voudigheid, opregtheid en trouw, die zijn geheele leven kenmerkte, want dat zoo van iemand dan van hem kon gezegd wordenaltijd dezelfde. De Spreker beriep zich op al de aanwezigen in de verschillende betrekkingen, waarin zij tot den overledene gestaan haddenals zullende wanneer hij hem ecnen edele, opregte, naauwgezette, ijverige, dienstvaardige noemde, die wel deed zonder om te zien en steeds meer was dan scheeneenparig ge tuigen dat zij hem zoo gezien, zoo gekend hadden. Wat hij was voor de wetenschap, voor de Hoogeschool, voor zijne leerlingen in onderwijs en voor beeld voor de lijdende inenschheid voor zijn gezin en betrekkingenals in het voorbijgaan aanroerende, herinnerde de Spreker het groot verlies in bent geleden die zoo in de kracht des levens werd weggenomen en zoo on misbaar scheen, biddende om het behoud des geloofs in Gods Vaderlijke wijs heid en liefde en om troost en kracht voor de zijnen. Nog eens rigtte hij het oog naar het graf en wat daarin nederzonk, maar van daar naar boven, in de zekerheid dat het leven voor waarheid en men- schenheil een eeuwig leven is. Aandoenlijk was het, toen hij een woord rigtte tot den zoondie bij alles dat tot lof van den Vader door anderen gezegd werd, nog zou verklaren: mij was hij meer, en die zoo alles in hem verloor; toen hij dien zoon deed opzien tot God en sprak van den zegen des Vaders, die rusten zou op liet gezin dat hij nalieten dat ook bij de vrienden zijns Vaders ecne dierbare nalatenschap zou blijven. Met eene opwekking om te zien op bet voorbeelddat de ontslapene naliet en bij dit gral te leeren werken zoo lang het onze dag is, bepaaldelijk ook aan de Studenten als de beste vcreering van de nagedachtenis bunnes betreurden Leeraars gerigt, werd deze toespraak besloten. Ingez 's GRAVENHAGE 27 November. Z. M. heeft den Heer Hanlo, Raadsheer bij het Provinciaal Hof in Noord- Ilolland, benoemd tot Raadsheer in den lloogcn Raad. Heden middag is H. K. 11. Mevr. de Prinses van Oranje van Stuttgardt in goeden welstand teruggekeerd. Op het verslag van den Minister van Koloniën van den 20steu dezer beeft Zijne Majesteit besloten: de algemeene rekening, aantoonende de hoegrootheid der Oost-Indische remises in goederen en in geld, en het gebruik van die remises gemaakt in het jaar 1846, benevens de 3de suppletoire rekening van 1844, de lstc suppletoire rekening van 1845, en de lste suppletoire reke ning van 1846loopende tot ultimo Mei 1847goed te keuren zoodanig als die rekeningen zijn gehecht aan het tegenwoordig besluiten de benoemde Staats-Cominissie met dankzegging voor den door baar verrigtcn arbeid te ontbinden. De Minister van Oorlog zal Dingsdag geen gehoor verleenen. De Nederlandsche Commissarissen voor de aansluiting van den Nedcrl. Rhijnspoonveg aan Penissen, zullen waarschijnlijk den 27slt'B dezer naar Berlijn vertrekkenton einde de tijdelijk geschorschle onderhandelingen weder op te vatten, en naar men hoopt, tot een goed einde te brengen. Men verneemt, dat thans ook de persoon van Scrivclius, tiinmerrnan, die zich wegens een ander feit in hechtenis bevond, betrokken is in het ge ding dat tegen zeven andere personen gevoerd wordt ter zake van het ver vaardigen eri in omloop brengen van valsohe muntbiljetten. Men wil weten, dat van der Straaten, die tot de vervaardigers moet behoorenvroeger aan 's Rijks Munt is geplaatst geweest. ROTTERDAM, 26 November. Gisteren heeft het Kantongeregt 1\°. 2, beslist, dat Heelmeesters, tot de genezing van uitwendige en heelkundige gebreken inwendige middelen voor schrijvende, geen anderen tak van de geneeskunst uitoefenen, dan waartoe zij bevoegd verklaard zijn en heeft dien ten gevolge den Heer A. Sytnons, Heel- en Vroedmeester alhier, die deswege door het publiek ministerie was vervolgdontslagen van alle regtsvcrvolging. Het beginsel werd voor den Heer Sytnons, door Mr. II. H. Tels, Advokaat alhier, verdedigd. AMSTERDAM, 26 November. Men verneemt dat de zaak der vergunning van den N.-H0II. Spoorweg eenige vertraging heeft ondergaan, door de aanvrage van voorkeur der vergunning van bedijking en droogmaking van het IJ welke met deze onderneming is verbonden geworden, daar bij deze een dijk voor den spoorweg dwars door het IJ moetende gelegd worden deze indijking met evenredig zoo veel ge ringere onkosten mogelijk wordt. De inwinning der adviezen over de voorn, bedijking, is thans bij het laatste departement, namelijk bij dat van Financiën, en men heeft alle hoop dat znlks even zoo als van de andere Ministericn gunstig zal zijn. Zoo als men wil zoude de zaak gevonden worden door middel van eene erfpacht aan het Domein te betalen. De onderneming van den N.-Holl. Spoorweg wordt alzoo dubbel nuttig voor ons vaderlanddewijl daardoor tevens zoo vele duizende bunders aan den ak kerbouw zouden teruggegeven worden. Zeer is het te hopendat de afdoe ning dezer zaak bij de Hoogc Regering moge bespoedigd wordenopdat nog dezen winter velen daarbij een stuk brood zullen kunnen verdienen. ZAANDAM, 24 November. Gisteren is het alhier nieuw gebouwde stadhuis plegtig ingewijd en voor de dienst geopend. De eerste steen gelegd op den 16den Julij 1846. Het weldoordachte en gelukkig uitgevoerde plan voor dit gebouw is ont worpen door den kundigen architect den Heer W. A. Scholten onder wiens toezigt het is gebouwd door den Heer J. de Vries, Mr. Timmerman en Aan nemer te dezer stede. BU 8TENLAN DSCHË BERIGTEN TUKKIE. CONSTANTINOPEL, 29 October. Eergisteren nacht heeft een zware brand de groote caserne Sélimié, van steen opgetrokken en waarin 10,000 man kon gelegerd worden, met al de daarin voorhanden zijnde kleedingstukken en oorlogsbehoeften, in de asch gelegd. Er hebben 15 mensehen het leven bij verlorende schade wordt op 3 millioen gulden geschatnaar de oorzaak wordt onderzoek gedaan. Reeds zijn verscheiden officieren in hechtenis genomen. RUSIiANB. PETERSBURG, 14 November. Men meldt uit den Kaukasus dat den 23ste" September een vijandelijk corps bij Ach-Barsa, aan de Assa verscheen, en het in den omtrek grazende vee bemagtigde. De Overste Grossman wierp zich op den vijand dreef hem over de rivier en hernam het vee. De bergbewoners verloren hierbij 100 man aan dooden73 paardeneen veldteeken en eene menigte wapenen. Na de bemagtiging van de sterkte Salty, was in Daghestan alles rustig; de vijandelijke afdcelingen verstrooiden zichen Schamil zelf verborg zich in het gebergte. Den 6den October trok de Opperbevelhebber naar Zudachari alwaar bij 300 nieuw gevestigde kolonisten vond. Tot hunne bescherming en vooral om de gemeenschap tussclien Kumuch en noordelijk Daghcslan te verzekeren, heeft hij een hataillon infanterie met een stuk geschut achter-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1