JiKKH VÏ8,.i R S ZWITSË1&LAÜB. De Groote Raad van Bazclstad heeft met 65 tegen 49 stemmen besloten om zich aan de beslaiten van den Landdag te onderwerpen. De Regering van Freibnrg heeft besloten met den Landdag onderhan delingen aan te knoopen wegens zekere bepalingen, volgens welke zij bereid zon zijnzich van het afzonderlijk verbond te scheiden. Ook zou de Regering van Uri hetzelfde gedaan hebben. Uit Waadt wordt gemeld dat niet algemeen onder de troepen van het afzonderlijke verbond een goede geest heerscht. Vooral zouden de manschappen in Wallis ontmoedigd zijn. Ook wordt gemelddat in Lucern de geesdrilt zeer verminderd isen dat de battaillons daar ter stede naauwelijks tot op de helft voltallig zijn. Er heeft reeds een gevecht tusschen beide partijen bij Airoio in het kanton Tesino plaats gehadwaarvan men echter den uitslag nog niet weet. ElVdEEiAKr®. LONDEN, 10 November. Eergisteren heeft de nieuwe Lord-Major van Londen, de Alderman Hoo per zijne betrekking aanvaarden gisteren hadden de bij die gelegenheid gebruikelijke festiviteiten plaats, welke, sedert de geboortedag van den Prins van Wallis op denzelfden dag invalt, nog luisterrijker zijn dan vroeger. Des middags ten twaalf ure ving de plegtige optogt door de stad aan en des avonds vereenigden de talrijke gasten zich aan een prachtig feestmaal in de Gnildhallwaar onder anderen 250 terrines echte schildpadsoepelk van welke vijf pinten bevatte, en 53 hammen werden opgedragen; verder was alles in evenredigheid aanwezig. Verscheiden toasten werden ingesteld, onder anderen cene op den Franschen gezantden Hertog de Broglio welke door dezen in de Fransche taal werd beantwoord. Ook voerde Lord John Russell het woord. De Nationale Club heeft op nieuw een adres aan de Protestanten uitge vaardigd om te protesteren tegen het ontvangen van een Kardinaal-Legaat als Vertegenwoordiger van het Hof van Rome te Londen. FRA1VMRIJK. PARIJS, 11 November. De Regering heeft de leening van 250 milliocn franken toegewezen aan het huis Rothschildden eenigen inschrijvervoor 75,25 fr., als het door haar vastgestelde minimum te boven gaande. Over de oorzaak waarom onze Gezant te Napelsde Heer Bressoneen einde aan zijn leven gemaakt heeft, kan nog niets met zekerheid gemeld worden. Zoo men meent, zou hij een geschil gehad hebben met den Graaf van Trapani, jongsten zoon van den Koning van Napels, die naar de hand van Koningin Isabella gestaan had, dat tot dadelijkheden zou overgeslagen zijn. De Gezant te Turin, de Heer Mortier, die zich tijdelijk alhier bevondis we gens waanzinnigheid naar een krankzinnigen-gesticht moeten overgebragt worden. De Heer Casamayor, President der Finantiëlc Commissie in Spanje, is door zijne Regering met den last bekleed, om met de schuldcischers van dat land in eene schikking te treden, en wel hijzonder met die van Nederland; hij is reeds met de leden dier Commissie alhier aangekomen en zal zich ver volgens naar 's Gravenhage begeven. Eergisteren heeft men den zoon van een rijken kruidenier begraven die op eene zeer ongelukkige wijze om het leven is gekomen. Dit jonge mensch had namelijk een gedeelte van den dag doorgebragt met hot overgieten van geestrijke dranken, en toen hij uit den kelder naar hoven klom naderde hij ongelukkiglijk te digt bij een gaslicht, dat zijne met geestrijk vocht doortrok- kene kleederen aanstak en den rampzaligen jongeling zoo spoedig deed ver branden dat hij binnen weinige oogenblikken slechts een onherkenbare ver koolde massa werd. Z. M. heeft goedgekeurd de door de Kerkeraden der Hervormde Gemeente te Kamerik en Wijk aan Zee uitgebragte beroepen op Ds. J. J. du Sart, te Landsmeer, en den Candidaat C. M. A. J. Vorstman. HET PLATTE LAND IN IERLaND. Vervolg en Slot van N". 136.) Nadat deze moeijelijkheid overwonnen was, moest men de werkende kracht beheerschen, ten einde al degenen aan den landbouw te verbinden dieeenigen moed voor werken hadden. Een en twee jaren gingen voorbij en langzamer hand gaven zich de stijfhoofdigsten bijna op genade overja kwamen zelfs smeken om hen tot de nieuwe grondverdeeling toe te laten. Zoodra Lord G. Hill zijne pachters had bekeerdloofde hij premiën uit voor iedere soort van verbetering in landbouw en nijverheid. Na de uitloving van premiën voor de beste varkensstallen en de zuidelijkste koestallen be loofde hij ze voor het beste beddegoed voor het best gebreidde half dozijn kousen en sokken; voor de beste boterkarn; voor hel beste linnen enz. Men bepaalde op welken afstand de mest van de woning moest liggenen vcreischte het witten der muren met kalk. De mededingers moesten bewijzen dat zij geen belang hadden in eenige ontwettige stokerij en dat zij hunne pacht geheel betaald hadden zonder de sommatie van den deurwaarder af te wachten. Het eerste jaar (1840) deden zich zes en dertig mededingers op, en de uitdeeling der prijzen had plaats tot algemeen genoegen; in 1841 veertig; in 1842 tachtig; in 1843 twee honderd en vijftig, onder welken eene som van 360 werd verdeeld. Lord Ilill liet vele nieuwe wegen en bruggen maken en hegonnenevoltooijcn. De jongens- en meisjesschool werd goed ingerigt. Eindelijk is de verandering in de zeden zoodanig, datin plaats van de ondc gewoonte om in ieder nieuw huisgezin een flesch wiskey te geven als bruilofts geschenk, dit van lieverlede is vervangen door het aanbieden van limonade. Daar Gweedore aldus een beschaafd land is geworden, kon Lord G. Ilill hopen dat de reizigers er wel een uitstapje naar toe zoude willen doen. Ilij heeft dus in 1842 eene herberg op eene schilderachtige plaats gebouwd; dit hotel heeft een albumwaariu ieder zijne indrukken kan opleekencn hier volgt er een staaltje van »Niet ver van de plaats waar dit zindelijk en gemakkelijk hotel is opgerigt, werd hij, die deze regelen schrijft, (de Luite nant van de Koninklijke marine) voor minder dan dertien jaren en vier andere personen, door den nacht overvallen en verdwaalden op eenen togt van Dunlinghy naar Dunbiger was toen noch herberg noch weg de nacht was somberen de eenige gids van de reizigers was eene sterenhoewel gewoon om zich naar dat licht te rigtenliepen zij gevaar in een veen om te komen. Welk aangenaam verschil vertoont zich thans aan het gezigt. Julij 1843." De Luitenant Tschreet dit bij het venster van de zaal des holdsvan waar het oog in 1843 reeds zes a acht duizend bunders land kon overzien welke aan de voormalige woestenij waren onttrokken. Om deze herberg te bouwen had Lord G. Ilill nog al zijne standvastigheid noodig gehad. Want de inwoners van Gweedore zagen er met een wild wan trouwen de fundamenten van graven. Eindelijk liet zich een boer, die bijna van gebrek omkwamdoor een hoog daggeld verleidenmaar 's nachts werd zijn gereedschap weggenomen. Den volgenden dag ging de rentmeester met denzeltden man in een der beste stukken gronds en begon daar de grond vesten van het hotel uit te steken. De bewoners kwamen vragen wat hij voornemens was. Hij antwoordde: »dat, daar men de gereedschappen van zijnen werkman had weggenomen hij het hotel hier zou zetten. Men beloofde de gereedschappen terug te bezorgenen leide ze des avonds voor zijne deur. De werkzaamheden werden toen op de eerste plaats hervat. Langzamerhand vroegen allen om mede te werken maar wilden niet voor tien uur des morgens beginnen. Na verloop van eenige degen nam men nie mand meer aan dan hendie om zes uren zouden komen, en dankte diegenen af, welke volhielden; dit hielp, en het werk vorderde naar wensch. Lord G. Hill heelt door zijne ondervinding bewezen, dat de kwaal van Ierland niet bestaat in de buitengewone vermeerdering van de bevolkingen dat bij gevolg het geneesmiddel niet in de landverhuizing ligt. Hij gelooft dat de grond steeds voldoende is om den bebouvver te voedenen dat het er alleen op aankomtom de pogingen van den landman behoorlijk te leiden. Het werk is, in zijn oog, ook een kapitaal, omdat de Staathuishoudkunde hetzelve aldus bepaaltmaar een kapitaaldatom zich te verwezentlijkcn noodig heelt om voorschotten te ontvangen van het eigentlijke kapitaal. Nog iets. Al de inwoners van Gweedore zijn Roomsch en Lord G. Ilill is Anglikaansch onder het aantal moeijelijkhedendie men hem heeft berokkend; was er daaronder niet eene uit de worsteling van de Christelijke gezindheden die eene der oorzaken van de regeringloosheid van Ierland is? Zonder twijfel neenwant Lord George spreekt er niet van. Moet men hieruit besluiten dat hij een man zonder Godsdienst is? hetgeen naar ons gevoelen eenvoudig beteckent een man onverschillig voor de uiterlijke vormen van het Christen dom. Het blijkt van neen! want een leeraar van de Engelsche kerk viert er eiken morgen en avond, iederen Zondag, in het school-lokaal de heilige dienst. De kinderen die dezelve bijwonenontvangen daarenboven geestelijk on derwijs. Het is blijkbaar dat Lord G. Ilill wil, dat de leden van zijn huis, de vreemde werklieden en hunne kinderen, de godsdienst, waarin zij geboren zijn, kunnen uitoefenen. Er blijft ons nog over onzen lezers mede te deelenhoedanig dit afgezon derde kanton van Ierland, door het doorzigt van één persoon uit eene geregeld terugkeerende ellende verlost, op dit oogenblik de beproeving doorworstelt waardoor bijna geheel Ierland bezocht wordt. De aardappelen-ziekte heeft de velden van Gweedore niet gespaard maar de bewoners hebben toevlugt kun nen nemen tot het meel dat men vindt in het magazijn van Lord G. Ilill. In November jl. heeft een der gezantschappendie het genootschap der vrien den (quakers) van tijd tot tijd uitzendt, dit gedeelte van Ierland bereisd. Zie hier een gedeelte van diens briefwisseling met de centrale vergadering van ondersteuning: »Na een lange en moeijelijke reis waren wij zeer verheugd het hölel van Lord G. Hill, te midden der veenen en bergen, die hetzelve omringen, te aanschouwen. In plaats van ellendige en smerige hutten, waarvan Donegal overvloeit, ziet men van alle zijden aardige woningen van steen, bestaande uit twee of drie vertrekken met schuur en koestal. De vrouwen breiden veel, en honderde paren kousen worden jaarlijks te Londen door Lord G. Ilill verkocht. De boeren hebben hunnen oogst van aardappelen verlorenmaar zij verschaffen zich meel uit het magazijn van Lord George Ilillhet eenige waar men zulks op vijf kwartier uurs in het rond verkoopt, en zij vinden bij aanhoudendheid werk op het domein." Bij de Redactie is nog ontvangen, ten behoeve van de ongelukkige weduwe de Graaf, van vier Studerende Schakers 1 en van L. ƒ2.50. AtóVERTENTIEN. De Ondergeteekende betuigt zijnen dank voor de deelneming bij de beval ling zijner Echtgenoot. Levden, 13 November 1847. C. M. ROSKES.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3