LEYDSCHE COURANT óJÉÈ 1847. n°. iW'.\ T E BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Do Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOENSDAG, 29 SEPTEMBER. uit Zaturdag avond. >:.M De Prijs der Courant is f 13 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 28 September. Ten opzigte van de door ons wedersprokene mededeeling van een Correspon dent in het Handelsbladdat de aankomende Studenten zich thans meer naar andere Hoogescholen zouden begeven; waardoor, behalve door de Staats examens, hun getal alhier zou verminderd zijn, willen wij nog alleenlijk in antwoord op zijn opheldering of wederlegging in het Handelsbl. van Maandag 11. zeggen dat die niets afdoet, gelijk ieder onbevooroordeelde zal toegevenf want wat zegt de algemeene uitdrukking: dat de collegien weinig bezocht worden, op een tijd dat ze naauwelijks begonnen zijn, en wat beduidt het te huur staan van kamers, als men in aanmerking neemt dat het kamerver- hnren de toevlugt is van vele burgers in een' tijd die door tweejarige duurte zoo drukkend is geworden en welke druk nog is vermeerderd sedert het nu bijna drie jaren geledenZ. M. behaagde, het aanzienlijk ruiterij-garnisoen in eens van bier te doen ver- trekken Zoolang die Corresp. met geene vergelijkende cijfers voor den dag komt, kan zijn naamloos schrijven toch bij niemand voor bewijs gelden. Indien al het getal Studenten in het vervolg tot op 300 dalen mogt, het gewone getal vóór 1815, dan zal zulks evenzeer elders wel naar evenredigheid plaats hebben. Dat «vroeger ruim de helft der jonge lieden zich gewoonlijk naar de Leydsche Hoogeschool begaven," zoo als de Corresp. zegt, is onjuist. De Corresp. is alzoo het bewijs der vermindering van het aantal Studenten aan Leydens Hoogeschool, onafhankelijk van het Staats-cxamen ten cenemale schuldig gebleven; hetwelk men van hem als naamloos aanvaller had mogen verwachten. Gisteren was het voor de Hoogeschool en bijzonder voor de Godgeleerde Faculteit een dag van blijdschap, door de komst alhier van de Hoogleeraren Dr. F. Lücke van Göttingen en Dr. C. Ullmann van Heidelberg, welke beide beroemde mannen zooveel als, ja welligt meer dan eenig ander in ons vader land bekend zijn en op den staat der Godgeleerdheid alhier invloed hadden en steeds hebben. De eerste vooral door zijnen treffelijken commentaar op de schriften van den Apostel Johannes, de laatste bijzonder zoo door verschillende geschriften aangaande den aard en den geest des Christendoms als door zijn beroemd werk over de Hervormers voor de hervorming, grootendeels op Ne- derlandsche mannen betrekkelijk. De Studenten in de Godgeleerdheid hebben hen ten huize van Prof. Kist, waar zij zich in gezelschap van de leden der Theologische Faculteit en eenige andere Hoogleeraren bevonden, door afge vaardigden uit hun midden op eene regt gepaste wijze hunne hulde gebragt, hetgeen door beide geleerden op eene treffende wijze erkend en beantwoord werd. Dr. Lücke wees daarbij bijzonder op de gedurige studie der H. Schrift als eene steeds zich vernieuwende bron van ware kennis en christelijkcn geest, Dr. Ullmann meer bepaald op Jezus Christus als zelf de waarheid en het leven. Verheffend was daarbij het gevoel van gemeenschap des geloofs en van de geestverwantschap tusschen hen en de godgeleerden onzes vaderlands. Aange naam hunne erkentenis van, en hunne deelneming in de Nederlandsche we tenschap en kerk door ben zoo opregt betuigd, en door Dr. Ullmann in een opzettelijk stuk over den staat der Godgeleerdheid in Nederland reeds vroeger bewezen. Het vertrek van Dr. Lücke is op heden bepaald, Dr. Ullman be houden wij dezen dag, wij hopen welligt nog langer in ons midden. v. O. Na het ontvangen van bovenstaand berigt kwam ons nog het navol gende ter hand. Wie zou het afkeuren dat wij dit ook plaatsten Veeleer meenen wij dat na de lezing ieder zich verheugen zal dat we geen van beide aan het belangstellend publiek onthielden. Eergisteren avond zijn de beroemde Theol. Professoren Ullmann uil Heidel- berg en Lücke uit Göttingen die thans onze Hoogeschool bezoeken in eenen vriendenkring van eenige Leydsche Hoogleeraren, ten huize van Prof. Kist, door eene Commissie uit de Studenten der Theol. faculteit begroet. Hunne sierlijke woorden van vereering zijn door de heide Duitsche Ileeren beantwoord met minzaamheidmet uitdrukkingen van hoogachting voor de faculteit der Theologie te Leyden, en met eene elijdenis van den geest hunner studiën, en van hunne opvatting van het Christendom, waaromtrent het hen ver heugde, weerklank te vinden in Holland. Men merkte op, dat Ullmann hartelijk en welsprekend betuigde, gedurende zijn verblijf in ons land beves tigd te zijn in de meening, dat er wel een band is en bestaan moetdie Duitschland en Nederland broederlijk vereenigtmaar dat Nederland zich door eigene krachten zelfstandig ontwikkeld heeften dal eene volko- mene zamensmelting der beide volken eene dwaze hersenschim is. G. Ons wordt gemeld dat op Hoekstein bij Leyderdorp, toevallig een aard appel onder een bed wortelen was geraakt, die daar welig is blijven tieren en welks loof eene plaats besloeg van 27 Rijnl. voeten in omtrek. Die plant thans gerooid, heeft opgeleverd 157 stuks aardappelen, waaronder zeer groote en middelslag, behalve het zoogenaamde kriel. Zij behooren tot eene roode soort en waren allen gezond en gaaf. Aan het Nieuwe Diep is den 25steD gevangen een zeebaars van de grootste soort wegende ruim 80 ponden. Men herinnert zich niet dal ooit zulk een zware baars gevangen is. 's GRAVENHAGE26 September. Z. M. heeft den Staatsraad in buitengewone dienst J. D. Graaf van Rech- teren eervol ontslag verleend als Gouverneur van Overijssel, en in zijne plaats benoemd den Heer Mr. G. J. Bruce, Staatsraad in buitengewone dienst en Officier bij de Arrondissements-Regtbank te Zwolle; tevens heeft Z. M. den Graaf van Rechteren benoemd tot lid van den Raad van State, en den Heer Mr. D. W. G. J. H. Baron Brantsen van de Zyp, lid van de Gedeputeerde Staten van Gelderland, tot Staatsraad in buitengewone dienst. Z. M. heeft benoemd tot Regter in de Arrondissements-Regtbank te Hoorn, Mr. P. J. Suringar, thans Kantonregter te Enkhuizen, en tot Regter- Plaatsvervangers in de Arrondissements-Regtbank te Rotterdamde Hecren Mrs. P. A. Sanders en J. C. Reepmaker. Verder heeft Z. M. aan den Heer Mr. J. P. de Fremery op verzoek eer vol ontslag verleend als Burgemeester van 'sGravesande en in zijne plaats benoemd den Heer A. J. van de Kasteele, en tevens aan den Heer de Fremery dispensatie verleend van de bepalingen van de wet op het Notaris-ambt om tevens en gelijkelijk te mogen hekleeden de betrekking van Notaris en van plaatselijk Ontvanger te 's Gravesande. Z. M. de Koning en HH. KK. HH. de Prinsen van Oranje en Hendrik der Nederlanden hebben gisteren morgen de godsdienstoefening in de Kloos terkerk bijgewoondonder het gehoor van den Wel-Eerw. Heer Ruitenschild die, naar aanleiding der woorden van Ps. CXXXV12526, «Die aan alle vleesch spijs geeftWiens goedertierenheid is in eeuwigheid. Looft den God des hemelswant zijne goedertierenheid is in eeuwigheidde gemeente op eene allezins treffende wijs tot dankbaarheid aan God stemde. H. M. de Koningin was den 15den dezer te I.ucern aangekomenen deed dagelijks uitstapjes in de schoone omstreken. HH. KK. HH. de Prins en Prinses Frederik der Nederlanden waren met hunne kinderen den 2isten dezer uit Petersburg te Berlijn aangekomen. In de aanstaande zitting der Staten-Generaal zal door de Regering eene wet worden aangeboden op de policie der spoorwegen. Gisteren is door den Hoog-Eerwaarden Heer Baron van Wyckerslooth Bisschop van Curium, in de St. Willebrordus-kerkin de Assendelfstraat alhierhet H. Vormsel aan omstreeks 800 personen toegediend. Door Z. Hoogw. is bij deze gelegenheid eene leerrede gehouden naar aanleiding van Joh. VI vs. 63. «De geest is het die levend maakt." Den 24sten dezer is alhier, in den ouderdom van ruim 80 jaren, over leden Mr. A. F. Lammens, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Oud-Magistraats-persoon in Vlissingen, Gedeputeerde bij H. H. Mogenden, lid van het committé te Lande, Maire der stad Axel en Vlissingen, Ontvanger- Particulier te Goes, President van het Hof te Suriname. Men verneemt dat de fundamenten voor het voetstuk van het stand beeld van Prins Willem den Eerstendat op bet Plein alhier zal worden op- gerigt, bereids voltooid zijn. DELFT, 27 September. Z. M. heeft bepaalddat degenen welke verlangen de Koninklijke Akade- mie alhier te bezoekenvoor de studiën der taal-land- en volkenkunde van Nederlandsche Indië, zonder aanspraak tc willen maken op eene plaatsing als ambtenaar aldaarte dien einde zujlen worden toegelaten zonder voorafgaand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1