LEYDSCHE COURANT. 1847. N°. 72. WOENSDAG, 16 JUNIJ. BINNENLANDSCHE BE BIG TEN. De Courant wordt 3Iaandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdavr avond. De Prijs der Courant is f 12 in Tiet jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven LEYDEN, 15 Janij. Eergisteren is alhier de 27ste verjaardag van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden op de gewone wijze gevierd. Zondag 11. hebben de baden aan het Badhuis te Katwijk eenen aanvang genomenen men voedt gunstige vooruitzigten ten opzigte van eene talrijke opkomst van badgasten. Zondag 11. zijn alleen van het station van 's Gravenhageomstreeks vijftien honderd personen naar de verschillende rigtingen vervoerd. Het vraagstuk over het bewuste laantje van Van der Gaag, schijnt met den afstand daarvan aan de Nederlandsche Spoorwegmaatschappij nog niet geëindigd. De Maatschappij toch heeft drie deskundigen doen beëedigen welke het afgestane stuk laan moeten waarderen en uit een artikel wegens deze zaak in de Nederl. Stoompasl Iaat zich opmaken dat alles door den regter moet worden beslist, aan wiens uitspraak de Maatschappij zich heeft onderworpen. »Wat er (zegt dal blad) door de Maatschappij aan de eigenaars geantwoord is, kunnen wij met geene zekerheid zeggen, evenmin of die Maat schappij geregtigd of gezind is geschenken van de eigenaars aan te nemen. Het zevende Dommer van de Politieke bijdragenheden uitgegeven, behelst o. a het adres tot afschaffing der tienden, op het jongste landhuishoud kundige congres te Arnhem, opgesteld. Het is onderteekend door 73 namen, meerendeels van aanzienlijke landeigenaren in onderscheidene provinciën des rijks. Aan het hoofd der onderteekenaren staat de geachte Utrechtsche Hoogl. J. Ackersdijk. AVij hebben in onze vorige voorloopig vermeld dat er negen ontwerpen van wet over het stem- en kiesregt, bij de'Tweede Kamer waren ingekomen. Plaatsgebrek verhinderde toen de vermelding van nadere bijzonderheden die wij thans laten volgen. In het algemeen is het bestaande stelsel van verkiezing behouden, en wordt er door bevestigd tot 1856 wanneer zij zullen worden herzien. De gewigligste veranderingen zijn dat tot bepaling van den census voor stem- en kiesregt ook de betaling van het patent-regt is opgenomendat het kiezers-collegie niet meer, vóór het tot zijne werkzaamheden overgaat, voor de helft uitloot, en dat in de voornaamste steden het vermoedelijk getal der stemgeregtigden en dat der kiezers wordt vermeerderd. De aftreding der kiezers zal niet meer om de drie jaren plaats hebben, maar telken jare een zesde gedeelte. De kiezers-collegiën in de sleden zullen bestaan uit het dubbel getal leden van den raad in elke stad. Ieder kiezers-collegie ten platte lande zal zijn zamengesteld uit 24 personen, terwijl voor ieder district 12 plaatsvervangende kiezers benoemd worden. De leden van den raad in de steden zullen na de invoering dezer wet voor bun leven benoemd worden. Daaromtrent zegt de regering in de memorie van toelichting dat art. 131 der grondwet, ook uit aanmerking van de in 1840 voorgedragen, maar niet tot stand gekomen wijziging, niet toelaat, dat bij de wet bepaald worde, dat de leden der stedelijke raden zullen aftreden. In de steden worden de Burgemeester en Wethouders door den Koning be noemd uit den raad. Ten platte lande zal de Burgemeester benoemd worden door den Koning, de Assessoren door den Gouverneur der provincie, en de leden van den gemeente raad door Gedep. Staten. De leden der Prov. Staten, alsmede de Gedep.Statenuit bun midden wor den verkozen voor 6 jaren. Telken jare treedt een zesde uit deze collegien af. Nopens de verkiezing der Prov. Staten handelen deze wetten alleen over die, welke door den landelijken stand geschieden. De regering is toch blijkens de memorie van toelichting, van oordeel dat: «naar aanleiding van art. 129 en 130 der grondwet, al wat de benoeming der Prov. Staten, door de Rid derschap en den Stedelijken Stand betreftgeregeld wordt bij de in die arti kelen vermelde reglementen, en dus door het wets-ontwerp onaangeroerd behoort gelaten te worden." Uit de «Tabel der sommen in 's Rijks belasting te betalen om bevoegd te zijn, tot uitoefening van het stemregt en het kiezersschap in de steden," bij het eerste dezer ontwerpen gevoegdnemen wij de volgende cijfersde voor naamste steden betreffende, over. Men zal te betalen hebben: Voor het Stemregt. Voor het Kiesregt. Te Amsterdamƒ95 ƒ213. Rotterdam85 - 225. 's Gravenhage- 76 - 212. Haarlem- 40 - 139. Leyden- 53 -140. Utrecht-50 -150. Arnhem- 30 - 72. Zwolle20 - 60. Meppel-28 - 80. Assen-15 48. Leeuwarden- 78 - 140. Groningen- 60 - 90. Middelburg47 -172. 's Hertogenbosch -29 - 72. Maastricht40 - 85. Als een treffend bewijs voor de waarheid, dat het gebruik van sterken drank de voorname oorzaak is van de heerschende armoede, werd in het ver slag der Ned. Vereeniging tot afschaffing van Sterken Drank, eene bijzonder heid medegedeeld, die waardig is, om algemeen gekend te worden. Decor respondent van het eiland Marken, waar voor 2 jaren zich het eerst eene kleine kroeg heeft gevestigdberigtte dat die eilanders doorgaans forsche en gespierde menschen, in hunnen afkeer die zij van den sterken drank beloonen, volharden, waardoor er zoo weinig armen zijn, dat van de 175 huisgezinnen, te zamen 800 zielen uitmakendedie hetzelve bewonengedurende den alge- loopen langen en zwaren winter, slechts een vijftal gezinnen bedeeling hebben noodig gehad. Na de omwenteling van 1795, was, voor zoo verre ons bekend is, de eerste begrooting van ontvangsten en uilgaven, welke, ofschoon niet op open baar gezag, bekend gemaakt werd, die van de provincie Holland over de elf laatste maanden van gemeld jaar, zoo als die staat medegedeeld is door Rogge in 1796. Daarna, en wel na het verval van de foederalistische staatsiurigtingis de eerste hegrooling (en wel alleen die van uitgaven) welke van regeringswege en betrekkelijk de ganscbe republiek is openbaar gemaakt, die over het jaar 1799 uit dit sluk blijkt dat de Staatsbehoeftea (gelijk de uitgaven aldaar genoemd worden) bedroegen 77,584,777.14.3 Daarbij was nog gevoegd een staat der posten over 1799 gebragt, welke tot daaromtrent bij het Vertegenwoordigend Ligchaam nader en finaal zal zijn gedecreteerdin advies zijn gehoudenmet een totaal van uitgaven van ƒ79,666,907.1.1*. De renten der schulden van de verschillende voormalige provinciën, en van de generaliteit, door het algemeen staatsbestuur destijds, krachtens de staats regeling overgenomen, beliepen ƒ26.969,914.6.141. Het te kort over 1798 en 1799 werd geraamd op ten minsten 61 mill, guldenshetgeen het Bestuur in het Verslag aan de Burgers Representanten teregt «een onaangenaam tafereel noemde," hetwelk men echter moest ophangen om voor de vele bereids gemaakte en uit te schrijven heffingen en negotiatiën gronden aan te wijzen. Onder het bedrag van dit budget is niet begrepen het vereischle tot opbrengsten voor de bekende 100 mill, aan Frankrijk; wel echter mede, of althands ten deele, het gevorderde voor «de Fransche troepen in soldij," zoo het heette «van deze republiek." Utr. Avondp.) 's GRAVENHAGE15 Junij. Z. M, heeft den Hoogleeraar in de Rcgtsgeleerdheid aan het Athenaeum te Amsterdam, Mr. C. A. den Texbenoemd tot Staatsraad in buiteng. dienst. Men verneemt dat Z. M. dezer dagen heeft goedgevonden te bepalen dat voortaan de stedelijke besturen, het bij art. 16 vari het reglement op het bestuur der steden, vermelde proces-verbaal van den uitslag der stemming tot benoeming van kiezers openbaar zullen maken, door hetzelve gedurende eenen bekwamen tijd op de stedelijke secretarijen ter visie te leggen, terwijl het aan die besturen vrij zal staan, door middel van dagbladen, of op zoodanige an dere wijze als zij vermeenen mogten te behooren, aan dit proces-verbaal daar enboven nog meerdere openbaarheid te geven. Gisteren hebben HII. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1