LEYDSCHE
1847.
YRIJDAG, 4 JUNIJ.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag avond
X:
f
De Prijs der Courant is f 12 Aftf jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN3 Junij.
Wij laten hieronder eene opgave volgen van de loden der Tweede Kamer
der Staten-Generaal, welke dit jaar, ingevolge den daarvan bestaanden roos
ter zullen moeten aftreden, en welke aftreding eene gedeeltelijke werkzaam
heid zal uitmaken van de vergadering der Prov. Staten in het begin der vol
gende maand.
Noord Braband Mrs. J. L. A. Luyben, .1. A. Mutsaers en L. D. Storm.
Gelderland E. AV. van Dam van Isselt en Mr. J. M. de Kempenaer.
Zuid-Holland: Mr. P. C. Schooneveld en M. A. F. H. Hoffmann.
Noord HollandH. van Beeck Vollenhoven, Jhr. Mr. P. van Akerlaken,
Mrs. II. A. van Blcyswijk J. J. van Uytwerf Sterling en J. S. van Naamen.
Zeeland: Mr. A. J. F. Egter van AVissekeike.
L'lreelit: Mr. N. P. J. Kien.
Vriesland: Mr. N. van Heioma en S. Baron van Heemstra.
Overijssel J. C. Baron van Haersolte van Haerst.
Groningen Mr. II. J. 11. Modderman.
DrentheMp. G. Kniphorst.
Hertogdom Limburg: C. M. H. Baron de AVeichs de AVennc.
AA'ij hebben in onze vorige voorloopig een kort berigt opgenomen van het
feest ter opening van den Spoorweg naar Botterdam. Thans volgt hier nog
een overzigt van de geheele plcgtigheid.
Ten kwartier over 11 ure vertrokken twee met vlaggen en wimpels ver
sierde treinen met de genoodigden van AmsterdamHaarlemI.eyden en
's Gravenhagevan het station dezer laatste stad.
Onder de genoodigden merkte men op Z. K. II. Prins Hendrik der Neder
landen, den Minister van Marine, den President der Eerste Kamer van de
Staten-Generaal, onderscheidene hoofdambtenaren van den AVaterstaat, de
Heeren Burgemeesters van Amsterdam, Haarlem, I.eyden, 'sGravenhage
later ook van Delft en Schiedam, en wijders een aantal hooge staals-ambtena-
ren en gewestelijke en stedelijke autoriteiten.
De eerste trein werd gesleept door de locomotief Botterdam en vooraf
gegaan door de locomotief Amsterdam, als éclaireur; de tweede trein had tot
éclaireur de locomotief 's Gravenhageen werd getrokken door de locomotief
Haarlem. Deze vier loeomotiven deden op dien dag hunne eerste dienst. De
eerste trein werd door den Heer Ingenieur Conrad zeiven bestuurd.
Ouder het gejuich van tallooze toeschouwers, die zich ter wederzijden van
den weg verzameld hadden, snelden de beide treinen op de nieuwe geopende
baan voort. Spoedig had men nu Delft bereikt en werden de feestvierenden
met salutschoten ontvangen.
Daarop toog men langs de kromme lijn bij het laantje van Van der Gaag
(die bij sommige der reizigers een weinig angst, bij vele nieuwsgierigheid
opwekte, en nadat men er gelukkig overgekomen was bij allen bewondering
gaande maakte,) en voorts midden door polders en moerassen en over tal van
sloolen en vaarten voort, tot Schiedam, waar een niet minder feestelijk ont
haal dan te Delft de feestvierenden wachtte.
In het fraai versierde hulp-station hadden zich daar de stedelijke autoritei
ten met een aantal gasten verzameld de schutterij stond onder de wapenen
en hare muziek hief bij de aankomst der treinen de volksliederen aan. Ten
twaalf ure hield de eerste trein op het Stationsplein te Botterdam stil, alwaar
de vlaggen van torens en schepen wapperden. Duizenden en tienduizenden
hadden zich langs den weg geschaard. Het station was met zeer veel smaak
versierd. De houten loods, die voorloopig tot stationsgebouw zal dienen, was
overdekt met draperiën, vlaggen, groen en bloemen, en bekroond met de
wapens der zeven stedendie door den spoorweg verbonden waren en voerde
liet volgende opschrift
XXXI MEI MDCCCXtVII.
AMSTEBDAM en ROTTERDAM,
VEREENIGD
DOOR
NEÊBLANDS EEBSTEN SPOOBWEG.
'Aan de overzijde zag men een even prachtig versierde balustrade, van waar
tie muzijk der stedelijke schutterij zich liet hooren.
De met de treinen aangevoerde gasten werden verwelkomd door I1H. Burge
meester en AVethoudereneene Commissie uit den Raad, Heeren Commissa
rissen der Spoorweg-Maatschappij en een aantal aanzienlijke ingezetenen der stad
daartoe genoodigd. In het stationsgebouw en in de twee ter wederzijden van
den muzijktempel geplaatste tenten, werden aan de gasten eenige verver-
schingen aangeboden.
Nadat Z. K. H. Prins Hendrik het station en de verschillende werken van
den spoorweg geïnspecteerd had, verzamelden zich de gasten omstreeks half
drie ure in de prachtige zaal van de Sociëteit de Harmonie, waar zij door de
Stedelijke Begering van Botterdam tot het bijwonen van een dejeuner waren
genoodigd. In deze ruime zaal, die welligt in Nederland hare wedergade niet
vindt, waren vier tafels gerangschikt, om aan ongeveer 250 gasten plaats te
verleenenallerluisterijkst was deze zaal versierd. Aan het einde tegenover
den ingang waren allerlei bloemen en heesters aangebragt, te midden waarvan
het horstbeeld des Konings prijkte op een met rood fluweel bekleed voetstuk
daarboven hingen de wapens der zeven steden Amsterdam, Rotterdam, 's Gra
venhage, Schiedam, Delft, Leyden en Haarlem, te zamen vereenigd door den
god des koophandels, terwijl dit alles gekroond werd door het Nederlandsehe
wapen; ter wederzijde was eene tropbee opgerigt, bestaande uit Nederlandsehe,
Rotterdamsche en Amsterdamsche vlaggen.
Het dejeuné ving ten half drie ure aan. Onder de aanziltenden lelde men
een groot aantal Dames, zoo van elders als uit Rotterdam, welke tot opluis
tering van het feest daartoe beleefdelijk waren uitgenoodigd. De A^oorzitter
aan den disch, de Heer Burgemeester van Rotterdam, opende de bijeenkomst
met een feestdronk ter eerc van onzen gecerhicdigdcn Koningwiens zorgen
zoo veel toebrengen tot bevordering der algemeene belangen. Hierop volgden
toasten ter eere van II. M. de Koningin, van Z. K. H. Prins Hendrik, die
onder de dischgenooten behoorde, en van Z. K. II. den Prins van Oranje,
welke feestdronken door Z. K. II. Prins Hendrik op de minzaamste wijze wer
den beantwoord. Onderscheiden andere toasten zijn ingesteld, zoowel op
sommige der overige voorname aanwezigen, als door eenigen hunner, op
den bloei en welvaart van handel en nijverheid, door de onderlinge vereeni-
ging van zoo vele steden. Deze werden uitgebragt door de Heeren Burge
meesters van Amsterdam, Haarlem, Delft en andere Hollandsche steden.
A'ervolgens betuigde de Heer Burgemeester van Rotterdam den opregten
dank der ingezetenen van deze Stad, en van geheel Zuid-Holland, aan dexa
Ingenieur Hoofd-Directeur der Spoorweg-Maatschappij, den Heer F. AV. Con
rad, voor zijne onvermoeide pogingen om, niettegenstaande zoo veel tegen
werking, dit gewigtig werk tot stand te brengen; welke gelukwensching
door den Heer Conrad treffend werd beantwoord.
Z. Exc. de Minister van Marine gedacht de Nederlandsehe zeemagt, als be
schermster van den Koophandel. Daarop volgden nog talrijke andere toas
tenals, op de koloniën, op het schoone geslacht enz. De toast op Ne
derlands handel, door Z. K. H. ingesteld en levendig toegejuicht, werd door
den Heer A. van RijckevorselPresident der Kamer van Koophandel te Bot
terdam met waardigheid beantwoord. De Heer Burgemeester van Schiedam
bragt.namens de feestgenoot eneene hartelijke dankbetuiging aan het Ste
delijk bestuur van Rotterdam uit, voor het gul en vriendschappelijk onthaal
hun aangeboden.
Zoo eindigde dit belangrijke feest tot aller genoegen. Het was een gewig-
tige dag, waarop de eerste spoorweg van Nederland, de verbindingslinie tus-
sehen de twee grootste handelsteden des Rijks, onderling en met zoo vele
andere volkrijke en welvarende oorden kon worden geopend na 8 jaren van
onvermoeiden arbeid en onbezweken worsteling met talloozeen daaronder
schijnbaar onoverkomelijke bezwaren. AAYdverdiend is de hulde, gisteren toe-
gebragt aan het bestuur der Maatschappij, voor hare volharding en haar
beleid. Geen vooroordeel, geene tegenkanting, geen e gebrekkige en belem
merende wetgeving, geene onophoudelijke tegenwerking, waar zij veeleer in
het algemeen belang ondersteuning had kunnen verwachten, hebben haar
kunnen verhinderen om dit groote werk te voltooijen. Maar niet minder
welverdiend was ook de hulde den Heere Ingenieur-Directeur Conrad bewezen.
AVij willen niet spreken van de even stoute als vernultige wijze, waarmede
hij met eene sierlijke bogt een hardnekkig betwist stukje gronds heeft weten
om te gaan. Maar oneindig zwaarder kamp had hij nog met do eigenaardige
gesteldheid des landswant geen deskundige zal tegensprekendat het aan
leggen van den spoorweg naar Botterdam, over eenen grond die geen grond