B U TEN LA NDSC H E BE BI G TEN
UTRECHT, 25 Maart.
Heden wordt de Dies Natalis onzer lloogeschool gevierd. De Hoogleeraar
Dr. S. K ars ten heeft het Rectoraat aan zijnen opvolger, den Hoogl. B. F. Suer-
man, overgedragen met ecne pleglige redevoering de cautione adhibenda in
veri indayatione waarin ZKd. na in hel algemeen de moeijelijkheden en hin
dernissen te hebben geschetst, die het onderzoek der waarheid belemmeren,
vervolgens in het bijzonder, door voorbeelden uit het gebied van Letter- en
Oudhri'lkundi»Geschiedenis en Wijsbegeerte ontleend aantoonde hoe groote
behoedzaamheid er bij het onderzoek der waarheid noodig zij, om niet op het
dwaalspoor te geraken. Daarna ging de spreker over tot de vermelding van
den toestand en de lotgevallen der Hoogeschoolen bragt daarbij eene wel
verdiende hulde toe aan de nagedachtenis van den te vroeg aan de weten
schappen ontrukten lloogl. W. Wenckebach wiens aandenken vooral aan deze
Akadeinie, lang in eere zal zijn.
Heden avond zullen I1H. Studenten serenades brengen bij den afgetreden en
den benoemden Rectur-Magriificus, den afgetreden Secretaris en bij den Hoogl.
Opzooiner.
NIJMEGEN, 25 Maart.
Gisteren morgen omstreeks 4 ure werd er brand ontdekt ten huize van den
Smid W. Brinkman, aan den Ganzenheuvd alhier, die in weinig lijds zoo
spoedig toenam, dat het geheele huis, met al wat zich in hetzelve bevond,
werd in de ascli gelegd, waaronder een aanzienlijk geldsbedrag aan munt
biljet ten.
Ongeveer ter zellder ure ontwaarde men aan het bovenste gedeelte der
stad een' lellen brand aan de overzijde der rivier, te Haalderen (gemeente
Beuimcl) in Overbetuwe, in eerie woning, toebehooreride aan zekeren M. Be
rends aldaar, welk erf tot op den grond afgebrand en met have en goed der
drie verschillende huishoudingen reddeloos is verloren geraakt. Bij dezen
brand heeft men het verlies te betreuren van ecne vrouw en een kind. De
man, die zich reeds vroegtijdig naar het land had begeven, was nog geen
uur aan den veldarbeid geweest, of het huis stond als op eenmaal in ligte
laaije vlam. Een paar kinderen, gelukkig ter goeder ure wakker geworden,
redden zich zoo naakt als zij waren, nog tijdig uit den vuurgloed, terwijl de
moeder met de meeste inspanning twee andere in veiligheid brengt. Maar
nu mist zij nog het vijfde, een zuigeling, dringt andermaal in lie bran
dende gebouw m bereikt de wieg. Reeds staats liet boveneinde der wieg in
vlam, en de kleine steekt nog de handjes naar de moeder uit, als smeekte
het om redding, waarom het niet vragen kan. Zij grijpt de wieg, en reeds
torsclit zij hare dierbare vracht, toen het brandende dak op haar instort.
Maar hoe vreeselijk ook gebrand heeft zij het geluk huilen de vlammen te
geraken. Het ongelukkige wicht is echter slechts aan het vuur ontscheurd,
om weinig tijds daarna ellendig te sterven en ook de moeder was zoodanig
g brand dat zij haar kind nog gccne drie uren overleefde. De man en vader
staat daar, van alles beroofd, hij het rookende puin zijner verbrande bezit
tingen en de lijken van vrouw en kind. Wie zou niet gaarne iets afzonderen
om den ongelukkige in zijn verschrikkelijk lot eenige verzachting aan te
brengen.
JAPA 3ï.
Den 1 OJcn Fcbruarij 1846 is te Jedo een hevige brand uitgebarsten, welke
van 's namiddags 2 tot des anderen daags 's namiddags ten 4 ure heelï ge
duurd, en op eene oppervlakte van 3 Japansclie mijlen lengte II mijl breedte
alles heeft verwoest.
- Op den 12de" Julij liet een Franseh oorlogschip, bemand met 300 kop
pen bij de Lioe-kioe eilanden het anker vallen de gezaghebber van dien
bodem gaf te kennen de komst van nog twee Fransche oorlogschepen aldaar
te willen afwachten.
Op den 28sten Julij waren de Europesche schepen op de hoogte van Nanga-
sakie in zee gezien, hetgeen aanleiding gegeven had, dat de haai van ge
noemde stad met een aantal gewapende booten werd bezet.
Die schepen bleken later te zijn het Fransche fregat la Cléopatre, en de
Fransche korvetten la Sabine en la Victorieuse, onder het hevel van den
Schout-bij-Naeht Cécile.
Niettegenstaande het hun gedaan verbod, kwamen deze schepen in dc haai
binnen en lieten In t anker lot onder den Paponberg, in hel gezigt van De-
cimavallen.
Dc Sehout-hij-Nacht Cécile zond den Gouverneur van Nangasakie eenen
in het Franseh geschreven blief, in welken hij zich beklaagde over de slechte
behandeling, twee jaren te voren aangedaan aan de opvarenden van een
Franseh schip, hetwelk uit nood de haren van Jedo genaderd was, en voor
het vervolg de bescherming en hulp van de Japansclie Regering voor Fransche
zeevarenden inriep.
Den 31stcn Julij was het eskader vertrokken, niettegenstaande de uitnoodi-
ging van den Gouverneur van Nangasakie, om de aankomst van eenige ge
schenken in levensmiddelen af te wachten, en zonder antwoord op den alge-
geven brief ontvangen te hebben.
Gedurende het verblijf dier schepen waren geene onaangenaamheden hoege
naamd voorgevallenhoezeer de Japanners zich voortdurend in staat van
tegenweer hadden gesteld.
In dezelfde maand waien, volgens geruchten, een Amerikaansch linieschip
en ccnc korvet te Oezaga, voor de baai van Jedo verschenen, en hadden po
gingen aangewend, om voor de Amerikanen verlof te bekomen tot liet drijven
van handel; bun was echter te kennen gegeven, dat Japan alleen inet China
en met Nederland handel drijft, en niet anders als te Nangasakie.
Ook een Decnsch oorlogslregat was op den 20stcn Augustus 1846 voor de
baai van Jedo ten anker gekomen, en had aanzoek gedaan om te mogen
binnen zeilen, hetwelk hem echter door den te Oezaga geplaatsten tolk voor
het Hollandsch namens het Japansch bestuur, niet is veroorloofd.
De Lioekioe eilanden (welke onder liet gezag van den landheer van Sat-
sutna staan, en dus mede tot het Japansclie Rijk behooren) schenen sedert
den laatslen tijd meermalen door Europesche schepen bezocht te worden.
Op den 30sttn April was aldaar een Engelsch vaartuig, bemand met 20
koppen, ten anker gekomen; iemand die zich voor geneesheer uitgaf, had
zich van boord naar een der eilanden begeven, eu vergunning gevraagd oin
een stuk grond te koopeuten einde zich aldaar te vestigen, tevens zijne
hulp als geneesheer aanbiedende. Op ontvangene weigering was hij naar boord
teruggekeerd; doch eenige dagen later had hij zich met zijn huisgezin, be
staande uit eene vrouw, twee kinderen en eenen Chinesehen tolk en met
eenige bagage, des nachts aan wal laten brengen, waarna het schip zee had
gekozen.
De Fransche Schoul-bij-Nacht Cécile heeft, gedurende zijn verblijf aan de
Lioekioe eilanden, een mondgesprek met derzelver houfd gehad.
©OST-ISTBSE.
BATAVIA, 1 Februarij.
Te Soiirahaja liep het gerucht van hét overlijden van den Sultan van Ma
dura, een der rijkste lalandsche hoofden en getrouw bondgenoot der NederJ.
regering.
De tijdingen van Bali zijn niet gunstig. De inwoners voldoen niet aan
hunne verbindteriissen en weigeren zelfs levensmiddelen tegen betaling aan
liet Nederlandsche fort te leveren.
Aan hel gezantschaphetwelk naar Batavia inoest gezonden worden om de
oorlogskosten te regelen, schijnen de Balinezen zich te willen onttrekken; men
verhaalt, zelfs, dat zij op nieuw eene zeer vijandige houding hebben aangeno
men en zelfs verschansingen tegen onze sterkte hebben opgeworpen.
Dingsdag den 19dl-'ii Januarij is de verjaring van den geboortedag van
H. M. de Koningin alhier gevierd geworden. Z. Exc. de Minister van Staat,
Gouverneur-Generaal heeft ter eere van dien dag een thé-dansant gegeven.
Groot was het getal genoodigden en daaronder de aanzienlijksten der hoofd
plaats, dat zich des avonds in het hotel van Z. Exc. vereenigde. Eene schoonc
illuminatie versierde den voorgevel van hel hotel de schitterend verlichte
zalen waren zeer smaakvol met de nationale kleuren en guiilandes gedecoreerd,
waarbij eene schoonc draperie, te midden van welke het naamcijfer der Vorstin
met de Koninklijke kroon prijkte,
B.j besluit van den Gour.-Generaalis bepaald, dat de aangifte en vol
doening van de belasting op de collaterale successien, verschuldigd van mili
taire nalatenschappen, wier saldo's volgens voormeld reglement hij dc wies-
kamer te Batavia moeten worden overgehragtniet meer door Commissarissen
in die boedels, doch uitsluitend door de Weeskamer zullen moeten geschieden,
vóór dat plaats hebben de uitkeering der saldo's van die nalatenschap] en
aan de daarop regthebbendenen zulks op de wijze, voorgeschreven hij de
ordonnantie op het hellen dezer belasting.
Het Indisch Gouvernement beeft thans de porto's voor de Overland-Maal
geregeld ook iets verminderdvroeger betaalde uien voor porto van een brief
van Holland ƒ2.16 koper, thans ƒ1.60 koper eu vroeger voor frankeeren
2 koper, thans 1.50 koper, terwijl die der Couranten thans is bepaald op
10 els. per vel druks.
In den vroegen morgen van Zaturdag 16 Januarij ankerde alhier ter
reede 's Lands stoomschip Mcrapigecommandeerd door den Kapt.-Luitenant
ter Zee Baars, komende van Singapoie, aan boord hebbende de aldaar per
landmail aangebragtc voor deze gewesten bestemde brieven-paketten van Octo
ber en November uit Europa.
In de residentie Bantam zijn op den 25sle" en 26stcn December lievige
regenbuijen gevallen. Het water uit de Onderandir-rivier heeft bij den grooten
postweg naar Batavia aan dc vvalerkeeringen belangrijke schade tocgebragt en
rijstgewas vernield.
In het district Tanara hebben dijkbreuken plaats gehad en de groote
weg van Serang naar Anjer heeft belangrijk geleden.
-In de Tjiringin, alwaar de afstrooming van liet water door hevige zee
winden belemmerd werd, is eene aanzienlijke vlakte onder water gezet; veer
tien bruggen zijn door het water medegesleept of door den wind onbruikbaar
gemaakt.
De weersgesteldheid heeft in de residentie Tagal onder de Irilandsche
bevolking vele ziekten veroorzaakt.
In het regentschap Bezoeki is in den avond van den 101'"1 dezer een
twaalftal bruggen langs den grooten postweg, en daaronder de kapitale brui-
over de rivier Loebawang weggeslagen ot zwaar beschadigd.
In dc afdccling Probolingo, zijn in derizelfden avond, in de dessa's Djaboong
VVettan en Soemberan20 woningen door ecne hevige noord-westen wind
omver gerukt.
In de residentie Tagal heeft de liooge stand der rivieren op nieuw schade
veroorzaakt; in het regentschap Pamalang is op den 14lle" dezer, de aarden
bedijking dei rivieren Lagangan en Seragie, bij eerstgemelde ter lengte van
213 en ter diepte van 6 voet, en hij laatstgenoemde ter lengte van 30 en
diepte van 3 voet weggeslagende rijstvelden overstroomd en de pas geplante