LEYDSCHE COURANT. N°. 1847. WOENSDAG, 24 MAART. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nornmers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN23 Maart. Bij arrest van het Provinciaal Geregtshof in Zuid-Holland van den 18"1™ I dezer maand, zijn Jacobus Johannes de Kier en Lorlewijk Lanoischuldig I verklaard, de eerste aan diefstal van wol in het pakhuis van en jegens I zijnen meester, tijdens hij bij denzelven voor loon in dienst was, en de II tweede aan medepligtigheid aan dezen diefstal, door het heelen van het gesto- I lene, wetende dat het gestolen was, alsmede te dier zake veroordeeld, de I eerste tot gevangenisstraf voor den tijd van twee jaren, en de tweede tot tepronkstelling gedurende een half uur en gevangenisstraf van vijf jaren. Het is te wenschen dat dit nadrukkelijk voorbeeld bij de fabriek-arbeiders I binnen deze stad, en bovenal bij de opkoopers van blijkbaar gestolene I goedereneenen heilzamen afschrik moge verwekken. De Raad dezer stad heeft, in zijne vergadering van laatstleden Vrijdag, I den fleer G. L. van Loon, student in de Theologie aan de Hoogeschool alhier, I benoemd tot docent in de Ilebreeuwsche taal aan het Stedelijk Gymnasium. Men verneemt dat Ds. Oosterzee, van Rotterdam, die onlangs te 'sGra- I venhage op verzoek van Z. M. den Koning eene leerrede heeft gehouden, zou I benoemd zijn als Hofprediker, ter vervanging van D5. Dermout, Utr. Avp.) Het Collegie van de Munt, heeft herigt dat er vier valsche Tiengulden stukken, zoo men beweert uit Duitschland afkomstig, in Noord-Braband zijn uitgegeven; veel ligter dan de echte, en dat het beeld van Z. M. Wil lem I vrij onvolledig is nagebootst, te weinig verheven, de mond zeer ge brekkig en de onderlip veel te zwaar. Het haar op het hoofd en van den bakkebaard gemakkelijk te onderscheiden door de diepte der strepen of kras sen. Het voorhoofd breeder en minder hoog. De letters onduidelijk en niet zoo zuiver. De paarlen van den rand kleiner. Dat het wapen scheef staat, de geheele kroon iets te groot en de onderkant te digt op het wapenschild is. Dat de blokjes daarop niet alle aanwezig en niet alle volkomen op derzelver plaats staan. De leeuw onduidelijk, de bundel pijlen wat dun en zonder af hangend lint. De Mercurius staf, het teeken der munt te Utrecht, en de Leliehet Muntmeesters-teekente groot en slecht gegraveerd. De letters van bet omschrift onduidelijk. De paarlen van den rand kleiner en de rand over het algemeen iels breeder dan bij de echte stukken; voorts ZX in plaats van ZY en OMS in jdaats van ONS. De stukken zijn uit koper zamengesteld en verguld. In bet Prov. Blad van Z.-tlollandN°. 21, komt eene resolutie voor van de gedeputeerde staten van 9 Maart, waarbij de aandacht der besturen gevestigd wordt op Z. M. besluit van den 13clen Februarij nopens de verplig- tingen tot bet vragen van vergunning om oliekokerijen en bewaarplaatsen van ongebluschte kalk en kalkblusscherijen daar te stellen of te veranderen. 'sGRAVENHAGE, 22 Maart. Z. M. is Zaturdag morgen van zijn uitstap naar Soestdijk en het Loo hier teruggekeerd. Z. M. heeft dezer dagen vergezeld van den Russischen Gezanthet model-toestel ter beveiliging tegen alle gevaar op spoorwegen, van den Heer P. C. Claassen te Amsterdam bezigtigden er zijne tevredenheid aan den uitvinder over betuigd. In de Zitting van de Tweede Kamer is de Heer L. F. II. Beerenbroek nieuw benoemd Lid van de Kamer voor het Hertogdom Limburg, als lid toegelaten. Ter Vergadering binnengeleid legt hij in handen des Voorzitters de gevorderde eeden af en neemt zitting. Is ingekomen eene Koninklijke boodschap van gisteren, ten geleide van een ontwerp van wet, strekkende tot overbrenging op de begrooting van 1847 van sommen, op de begrooting van 1846 geplaatst, tot herstel van het Ne- dcrlandsche muntwezen, alsmede der aangewezen middelen tot dekking dier uitgaven. Is ontvangen eene missive van den Iloogen Raad kennis gevende van de vacature in dat Collegio ontstaan ten gevolge der benoeming vari den Heer Mr. L. A. Lightenveldt tot Lid van den Piaad van State. Tevens biedt de Raad aan de Kamer eene lijst aan van zes Candidatenom daarop bij het op maken van eene lijst van drie Candidaten door de Kamer, zoodanig acht te slaan, als zij zal vermeenen te behooren bestaande uit de Heeren: 1°. Mr. M. P. H. StrensProcureur-Generaal hij het Prov. Geregtshof in Noord Braband 2°. J. J. Batta, President van het Prov. Hof in Limburg; 3°. Mr. II. H. Gerardts, Raadsheer in het Prov. Hof in Limburg; 4°. Mr. J. J. Uytwerl Sterling, Procureur-Generaal bij het Prov. Hof in Noord-Holland; 5°. Mr. M. Wiardi BeekmanRaadsheer in het Prov. Hot' in Noord-tlolland en 6°. Jhr. C. Backer, Regter in de Arrondissem.-Regtbank te Amsterdam. De dag tot de verkiezing zal nader worden bepaald. Eenige ingekomen verzoekschriften worden in handen gesteld der daartoe be stemde Commissie. De Regering heeft dezer dagen aan de Staten-Generaal medegedeeld de raming der ontvangsten en uitgaven van de koloniën. Die voor Nederlandsch- Indië loopt over 1846. De ontvangsten bedragen in Indië 59,593,331 en in Nederland ƒ36,967,804, te zamen ƒ96,561,105. De uitgaven in Indië ƒ59,593,331, en in Nederland 24,842,307, te zamen ƒ84,435,638. Meer der bedrag der ontvangsten ƒ12,125,497. De Staten voor de andere koloniën loopen over 1847. Voor Suriname zijn de ontvangsten aldaar op 814,000 en in Nederland 150,000zonder welk gewoon subsidie de geraamde uitgaven de ontvangsten met een gelijk beloop zouden overtreffen. De kosten der proeve van Europesche kolonisatie zijn voor memorie uitgetrokken. Dezelve zullen in 1847 worden gedekt door eene verhooging van subsidie. Even als in vroegere jarenzullen ook weder in 1847 subsidien ten behoeve der West-Indische eilanden uit de Oost-Indische geldmiddelen behooren te worden verleend, als: voor Curasao enz. 199,752voor S'. Eustatius ƒ10,351 voor SL Martin ƒ8,231 te zamen ƒ218,334. Morgen, na afloop der Zitting, zullen de afdeelingen der Tweede Ka mer weder vergaderen om het onderzoek voort te zetten over de ontwerpen van wetuitmakende het Wetboek van Strafregtover de voordragt der Graanwet, en betrekkelijk het heden ontvangen ontwerp nopens de overschrij ving van ontvangsten en uitgaven voor de Munt. De Kerkvoogd der Hervormde gemeente van Helmond c. a. zal op den 6dea April eerstk. te Aarle-Rixtel en te Helmondin het openbaar aanheste- steden: het bouwen eener kerk voor de Hervormde gemeente voornoemd te Helmondbenevens het afbreken en opruimen der aldaar bestaande bouw vallige kerk; en het bouwen eener kerk voor dezelfde gemeente, in de com binatie Aarle, gemeente Aarle-Rixtel, alsmede het afbreken en opruimen der oude Groote kerk te Aarle* Men verneemt, dat Mlle Rachel, vergezeld van de voornaamste tooncel- spelers van het Theatre Francais, van Parijs, alhier vier voorstellingen zal geven in de eerste dagen van Junij. 23 Maart. In de Zitting van de Tweede Kamer van heden is beraadslaagd over het ontwerp van Wettot intrekking der Zevenkinderen Wet. De Heeren van Goltstein, Verwey Mejan, de Kcmpenaer en Luzac hebben het woord ge voerd, waarna het ontwerp, bij hoofdelijke aanvrage, met algemcenc stem men is aangenomen. De Zitting is daarna opgeheven. In het ontwerp van wet nopens het herstel van het Nederlandsche Muntwezen, ingekomen in de Zitting der Kamer vari gisteren, wordt voor gesteld, om de middelen, hij de wet van 26 Junij 1845 bestemd tot dek king van de uitgaven, begrepen in de begrooting over 1847, in staat te stel len lot het goedmaken van de uitgavenvolgens art. 1 dezer wet voor het herstel van het Nederl. muntwezen op de begrooting behouden, gezegde mid delen aan te vullen met het kapitaal van 1000 actiën in de Nederlandsche Bank, aan het Rijk toebehoorendewelke tot dat einde opvolgelijk zullen worden vervreemd en waarvan de opbrengst geraamd wordt op 1,600,000. Tot dekking der uitgaven, op de staatsbegrooting van 1847 overgebragt, zullen later wettelijke bepalingen gemaakt worden. Uit de Memorie van Toelichting en Stalenbij dit ontwerp gevoegd blijkt: dat in 1845 en 1846 door aanmunting zijn verkregen nieuwe zilveren speciën, te weten: van 21 gulden 17,642,000; en van een gulden, 8,221,762 te zamen 25,863,762 herkomstig van oude geldspeciën met bijvoeging van eenige aangekochte baren fijnzilver; dat de intrekking en over brenging in het depót van oude munten reeds is geklommen tot ƒ59,282,821,05;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1