BUITËHLAJSDSCHE BËBICTËJN heden en vooruitzigten van den landbouw, de noodzakelijkheid doen vervallen van de buitengewone maatregelen ten zijnen behoeve; 4°. dat bet tegenwoordig oogenblik bij uitnemendheid geschikt is tot het intrekken eener wet, welker afschaffing in het algemeen wenschelijk mag worden geacht. Ad 2dura wordt onder andere aangemerkt dat de opbrengst der invoerregten zoo dikwijls zij stegen boven het bedrag dat de schatkist billijkerwijze van de granen, even als van alle goederen zoude kunnen vorderen, bedroeg som tijds eene zeer aanmerkelijke som, zoo als in 1844, in welk jaar de wet eene belasting van ruim één millioen aan de verbruikers van vreemd graan heeft opgelegd. Het is te betreuren dat men in 1835, in plaats van door tijdelijke middelen in den nood van den landbouw te voorzien, zijne toevlngt tot eenen büjvenden maatregel heeft genomen, die zoovele nadoelen heelt opgeleverd. Ad 3um wordt gezegd, er is een zeer groot verschil tusschen den toestand waarin de landbouw zich in 1846 bevindt, en dien waarin hij verkeerde in 1834 en 1835. Dat in 1834 en 1835 voor hem niet alleen, maar voor alle landen die de voortbrengselen van hunnen landbouw uitvoeren, de havens van al de ons omringende landen of geheel waren geslotenof wel de invoer werd door zeer liooge regten belemmerd. Voor de landen welke zelve graan uitvoeren stonden geene andere havens open dan de Nederlandsche, en derwaarts wer den dan ook op dit tijdstip hoeveelheden graan gezonden, welke de reeds overstelpte markt nog verder drukten. Thans is dit geheel veranderd. Dekolosale Engelsche markt is vrij voor vee, boter en kaas. Het afwisselend regt op de granen aldaar is reeds aanmerkelijk verminderd en daalt over ruim twee jaren tot een laag vast regt af; op dit oogenblik en lot 1 September van dit jaar toe, is de invoer geheel vrijgesteld. Behalve dat daardoor aan onzen landbouw nieuwe aanzienlijke en vaste uitwe gen voor zijne producten worden geopend, verzekert de nieuwe Engelsche wet geving hem tevens dat, bij lage prijzen, de uitvoer van de aanzienlijkste graan-producerende landen zich slechts voor een klein gedeelte naar Neder land rigten zalbij ziet zich dus ook van die zijde voor vele gevaren gewaar borgd. Geene havens bijna zijn, voor den uitvoer naar Engeland, voordeeliger ge legen dan de Nederlandsche, en de landbouw is hier dus voortdurend in de gelegenheid om het allereerst partij te trekken van eiken gunsligen keer, dien de Engelsche markt neemt, bijzonder voor hetgeen de graneu betreft. Ilct is hekend, hoe hoogst aanzienlijk ook de uitvoer van versche tuin vruchten en groenten is: en dat er sedert de afkondiging der nieuwe En gelsche wetten vier of vijf stoombooten in geregelde dienst op de Nederlandsche havens zijn gebragt, hoofdzakelijk ter o\ervoering van de producten van den landbouw. Men mag verwachten, dat op sommige plaatsen het bouwland in weiland zal veranderd worden. Zooveel te eerder kan zulks plaats hebben daar de veeteelt en graanbouw hier te lande doorgaans vereenigd zijn. Naarmate dit geschiedt, en naar mate de landbouw zich bovendien wel ligt meer zal toeleg gen op den bouw van die gewassen waarvoor hij in Engeland eene steeds geopende markt kan vindenzal ook de vrees voor den terugkeer vau de noodlottige omstandigheden van 1835 rneer en meer blijken hersenschimmig te zijn. De wetgeving heeft bereids, van eene andere zijde, aanjden landbouw aan merkelijke voordeelen verzekerd bepaaldelijk de vermindering der uitvoerreg- ten op het slagtvee, en de afschaffing dier regten op de boter en kaas, welk laatste aan de schatkist een niet onaanzienlijk verlies zonder vergoeding heelt berokkend. Ad 41001, Voor den landbouw zeiven is het van groot belang dat de over gang bewerkstelligd worde vóór het tijdstip waarop in Engeland het vast regt zal worden ingevoerd. Wanneer men wil aannemen dat het verval van den graanhandel grootendeels aan de aansluitende handelswetten van andere volken te wijten is, dan moet men daartegen over ook toegeven dat de afschaffing van die wetlen hij anderen ook noodwendig eenen gelijken stap onzerzijds vordert, zoo men niet aan derden de gelegenheid wil laten om onzen handel vooruit te strevenom hem de meeste voordeelen van de herstelling des vrijen graanhandels te ontnemen. De granen zouden onveranderlijk den weg hetzij naar Hamburg, hetzij later naar Engelsche havens zelve nemen, ten einde, van die plaatsen uit, naar gelang van de behoeften in Nederland zelf, derwaarts gezonden te worden. Integendeel wanneer de vrijheid des graanhandels hier te lande vroeger dan in Engeland wordt ingevoerd heeft de Nederlandsche handel volle gelegen heid om den Engelschen handel voor te zijn, oin oude relatiën weder aan te knoopen, ten einde met zijne mededingers gelijken tred te kunnen houden. De ondervinding van het jaar 1346 is daar om te doen zien, dat deze handelstak nog wortelen genoeg bezit om rnet kracht weder uit te schieten en dat de hoop op herstel van dezelve niet geheel ijdel moet genoemd worden. Doch zonder tijdige verandering van wetgeving is er groot gevaar, dat hij voor altijd onherstelbaar bedorven wordt. Voor Nederland, eenen Staat, die aan den handel vooral zijne opkomst te danken heeft, is het van overwegend groot belang geene gunstige gelegenheid ongebruikt te laten voorbijgaan, om, zonder bestaande belangen te kwetsenzijne handelswetten meer en meer op eenen vrijgevigen voet in te rigten en zich hierin door geene andere Staten te laten voorbijstreven. ROTTERDAM, 1 Maart. Naar men verneemt heeft Z. M. dezer dagen in de Arrond. Regthank alhier benoemd: lot Vice-President, den Heer Mr. A. Boogacrs, en tot Regters, de Hceren: Mr. G. Mees, thans Hoogiccraar te Deventer en Mr. A. Iloynck van Papendrechl, thans Regter-Plaatsvervanger in gemelde Regtbank. Van den lslcn tot den 28stcn Februarij zijn alhier geboren 268 kinde ren en overleden 333 personen. UTRECHT27 Februarij. In hel Stads-Ziekenhuis alhier zijn dezer dagen proeven genomen met de zwavel-aether, ten einde de lijders hij het doen eener operatie gevoelloos te doen zijn de proeven hebben aan de verwachting beantwoord. LEEUWARDEN, 26 Februarij. Op onderscheiden plaatsen zijn in den loop van dezen winter Otters gevan gen, waarvan een zeer groot en zwaar was en 17| Ned. S woog. WAALWIJK27 Februarij. Gisteren ten één uur na den middag deed zich hier een geweldig leven en rumoer op straat hooren, gelukkig echter niet veroorzaakt door brandzoo als sommigen veronderstelden, maar door een oploop van drie a vierhonderd jongens, die zich verlustigden met een fatsoenlijk gekleed man, welke, zoo als hun gezegd was, slechte boeken (den Bijbel), voor een spotprijs te koop aanbood na te loopen uit te jouwen en met steenen te werpen. Hij scheen aan zulke behandelingen wel gewoon, althans hij verdroeg' die zeer gelaten, terwijl ook niemand anders zich met dit schandaal bemoeide, tot zoolang de beleedigde zelf, de tusschenkomst der brigade marechaussee inriepwelke nog al eenige moeite had de rust onder Waalwijk's veel belovende jeugd te herstellen, nadat namelijk liet voorwerp hunner vervolgzucht het dorp ver laten had. (/V. R. Cour.) MAASTRICHT, 25 Februarij. Niet zonder verwondering zal men gezien hebben dat er ook uit ons Her togdom adressen aan de Tweede Kamer zijn ingezonden tot behoud der graan wet. Zeer zeker moest men die minder nog uit Limburg dan van elders verwachten, dewijl ons gewest steeds overladen is met een belangrijk overschot der voortbrengselen van zijnen landbouw en behalve andere artikelen, jaarlijks eene hoeveelheid van 12 mill, ffi granentegen een vierde der regtenin België invoeren kan. Dit bewijst genoeg, dat eene provincie, die voorraad genoeg bezit om uit eigen middelen aanmerkelijke hoeveelheden te kannen uitvoerenniets van vreemde invoer te vreezen moet hebben. Het is dan ook te hopen, dat de bovenvermelde adressen, die geacht moe ten worden in strijd te zijn, niet slechts met het belang van den handel onzer stad en van ons "gewest, maar ook in het nadeel van het algemeen, geen in gang zullen* vinden. Indien voor derzelver aanneming de minste vrees bestondzouden van hier voor dc invoering van een vrijzinnig tarief, ja zelfs voor gehecle afschaffing van regten, verzoekschriften worden ingediend. Maar men houdt zich verze kerd, dat het behoud der wet van 1835, welke men in een naburig land naar waarheid met den naam van loi de famine bestempeld heeft, voor het vervolg eene onmogelijkheid is. II t is dan ook allezins wenschelijk, dat weldra al de grondbezitters van ons Vaderland overtuigd zullen worden dat iedere bescherming niet anders is dan eene belasting op de massa, ten voor- deele van eenige weinigen, doch geheel in strijd met de ware belangen van het algemeen, en dat vrijheid van handel, ook op hunne welvaart, niet an ders dan een' gunstigen invloed uitoefenen kan. Hoe zulke adressen uit de landprovinciën in de wereld komen kan onder anderen blijken uit het volgende van het Journal du Limbourg 23 Februarij Het is ons ter ooren gekomen dat men in eenige districten van de eene ge meente naar de andere omreist colporteom han lteekeningen onder deze adressen op te halen. OfflST-INBIE. BATAVIA, 2 December. De in zuidelijk Borneo aangevangen werkzaamheden tot het uilgraven van steenkolen, ondervonden veel vertraging ten gevolge van ziekten onder het daarvoor bestemd personeel. De Heeren Schwaner en Comhlon en de Euro- pesche opziener Schrok, bevonden zich onder geneeskundige behandeling, terwijl van de 160 arbeiders, over niet meer dan 50 kon beschikt worden. De Gouverneur-Generaal heeft den Majoor Vertholen, Adjudant hij Z. Exc., tijdelijk belast met de waarneming der betrekking van Resident aldaar, en eervol ontslag gegeven aan den Resident A. M. E. Ondaatje. Is benoemd Mp. H. VV. Mees tot Referendaris ter algemeene secretarie. In de residentie Bagelen zijn in de laatste dagen van November, ten gevolge van zware en aanhoudende regens, onderscheidene belangrijke schade aan wegen en velden, bruggen en waterleidingen veroorzaakt. Men heeft echter geene menschenlevens te betreuren gehad. Drie indigo-fabrieken in het district Kcmiri hebben daardoor grootc schade bekomen. Ongeveer 1000 bouws indigo zijn ondergeloopen en het gewas van 288 bouws is vernield. Den 20stcQ November is de Kruisboot N°. 46 in Straat Sunda gestrand. 'Iet volk heeft zich gered, doch van den inventaris is niets geborgen. De stoomboot Merapi heeft den lsten December van hier vervoerd naar Singapore, voor de overland-post naar Europa, 1470 brieven. In het geheele jaar 1846 zijn met deze gelegenheid naar Europa verzonden 13,610 brieven. Met de maal van 1 Januarij zijn er naar Europa verzonden 1,115. Den 4den December is het schip de Amstel ter reede van Batavia gean kerd, medebrengende 12 Fransche tooneelisten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 2