LEYDSCHE COURANT. WOENSDAG, 3 MAART. BTNNENLANDSCHE BERIGTEN. 1847. De Courant wordt Maandags Woensdag en Vrijdag uitgegeven, uit Zaturdag avond. Die van Maandag komt N 27 3 De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; TCy., de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 2 Maart. Eergisteren is alhier de 50stc verjaardag van Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden op de gebruikelijke wijze herdacht. Bij de aanbesteding van buizen enz.voor de inrigting der stads gaz- verliehting, 11. Maandag alhier, zijn de 500,000 Ned. gegoten ijzeren bui zen, a 13.40 de 100 Ned. bedragende alzoo eene som van ƒ67,000, aangenomen door de Heercn L. J. Enthoven en Comp., te 'sllage; de getrok ken ijzeren buizen voor ƒ4,790, door de Heeren D. H. Sehretlen en Comp. alhier, en de kranen enz. enz., voor ƒ1,455, door den Heer llienks, mede alhier. In de Utr. Courant van Maandag 1 Maart, 1)1. 3, staat bet volgende: »AVij hebben gezien, dat Mr. C'. Verwayen met een honderdtal R. Catholieke landgenooten van Nijmegen naar Antwerpen is vertrokken, om zich van daar naar N. Amerika te begeven. Deze Mr. C. Verwayen zal aldaar een nieuwen slaat stichten Disahdera genaamd; hij zal gevolgd worden door Ds. Schollen met de zijnen, uit Utrecht, die wel geen nieuwen slaat, maar slechts eene nieuwe stad hoopt te stichten die welligt den naam van Nieuw Utrecht zal worden gegeven." Ds. Scholten met zijne concept-stad daarlatende, wenschte ik wel te weten, van wien die schampere spotternij tegen Mr. Verwayen afkomstig is. Want spotternij moet het zijn, al is het dan tegelijk mystificatie of puff. Immers, wie slechts een weinig kunde bezit, weet dat Dis Aldera beteekent: Tweede el Duhbel-Zutten-Slad of Staal; en dezen naam zal toch de geleerde Ver wayen wel niet zelf aan zijn concept-staal willen geven. Ingezonden De Gouverneur dezer Provincie heeft bepaald: dat, achtervolgens de bepaling van den Opperhoutvester, vastgesteld met overleg van Gedeputeerde Staten dezer Provincie, tot behoud der Visscherij dezelve zal gesloten zijn van den l5'*» April aanstaande tol den 15den Mei daaraanvolgende, met uit- i ndering echter van de Visscherij van Sleur, Elft en anderen Vroonvisrh in de Buiten-Rivieren of Buiten-Waterenalsmede van Aal en Paling in de Ri vieren of Binnen-Wateren terwijl ter vermijding van misbruik ten aanzien van de laatstgemelde Visscherijenvoor zooveel de VlietenWateringen en Slooten aangaat, daartoe alleen van Aalkorven gebruik zal mogen worden ge maakt; zullende nogtans de op den laatsten Maart reeds gevangen Visch tot uiterlijk op den 15dcn April aanstaande mogen verkocht worden. Wegens het overlijden van den Heer Menlz, is de waarneming van de dienst van Inspecteur van den waterstaat in het eerste district, waartoe ook Zuid-Holland behoort, voorloopig opgedragen aan den Inspecteur in het tweede district, den Heer A. Goedkoop, te Arnhem. In den loop van den zomer zullen harddraverijen worden gehouden: den 5dcD Junij van wege de Regering van 's Gravenhage den j2den te Arnhem; den 3istrn Julij op de Larener hoogte, en den 2osten en 30stcn Augustus te Zanlvoort. Van 22 tot 27 Februarij zijn te Amsterdam ingeschreven: geboren 162, overledenen 240; van 1 Januarij af is het getal geborenen 1,305, en dat der overledenen 2,230. 'sGRAVENHAGE, 2 Maart. De Hooge Raad heeft bij een zeer breed gemotivieerd arrestuitspraak ge daan op bet beroep in cassatie van C. Gepkens, Kapelaan te Groenlobij arrest van het Hof in Gelderland, wegens poging lot moord veroordeeld tot de straffe des doods. De Hooge Raad heeft ten slotte van dcszells arrest verklaard, dat het arrest van bet Hof in Gelderland behoorlijk is met redenen omkleed en dat al de aangevoerde middelen zijn ongegrond, en mitsdien het arrest van hel Hof van Gelderland bevestigd en het ingediend beroep in cassatie verworpenmet veroordeeling van den requirant in de kosten. In de Zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van Zaturdag is ingekomen een ontwerp van wet tot intrekking der graanwet van 29 De cember 1835, en tot vaststelling van nieuwe bepalingen betreffende de reg- ten op d: granen en andere levensmiddelen, luidende als volgt: Art. 1. De wet van 29 December 1835 wordt ingetrokken. Art. 2. De regten op granen en andere levensmiddelen worden vastgesteld als volgt Maatstaf. Invoer. Uitvoer. Doorvoer. Granentarwe en gepelde spelt roggemaïs of Turksche 100 ƒ3.00. vrij ƒ0.10. het last - 8.50. - 0.50. - 6.00. - 0.50. - 5.50. - 0.50. - 6.00. - 0.50. - 4.00. - 0.50. - 6.00. - 0.50. - 7.00. - 0.50. 100 - 2.50. - 4.50. - 0.50. - 0.10. - 0.05. - 0.10. - 0.05. ƒ0.50. - 0.10. - 0.05. - 0.10. - 0.05. - 0.02» - 0.02». - 0.50. - 0.10. - 0,05. - 0.10. - 0.05. boekweit haver en ongepelde spelt boonen en wikken erwten en linzen alle gepelde of gebroken granen, als: grutten, gort, gepelde gerst, en?., niet afzonderlijk bij het tarief belast brood; beschuit en meel van alle graansoorten, ver micelli, macaroni, semoullc en zemelen Slagtveestieren ossen koeijen en vaarzenhet stuk hokkelingen en kalveren varkens schapen lammeren Art. 3, De tarwe, gepelde spelt, rogge, maïs, gerst, mout, boekweit, haver en ongepelde spelt hebben voor eenen oribepaalden tijd genot van entre pot, zoowel in algemeen als in particulier of fictief entrepötmet behoud van het regt tot door- of weder-uitvoer. Voor zooveel het fictief entrepót voor deze graansoorten betreftkan de daartoe vereischte borgtogt enkel bij onderhandsche actevolgens het door de administratie vast te stellen formulier worden gesteld. I'ersonen die een bedrijf uitoefenen waarvoor zij zeiven eene openstaande rekening met het Rijk hebben, kunnen als borgen worden toegelaten; doch dezelfde personen mogen niet wederkeerig voor elkander borgen zijn. Art. 4. Met het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt de wet van 30 October 1846 ingetrokken, voor zooveel de goederen betreft, waarvan de rogten bij de tegenwoordige wet gewijzigd worden. De Kamer heeft besloten om dit wets-ontwerp met de daarbij behoorendc stukken te doen drukken en ronddcelen en te verzenden aan de afdculingen voor Februarij en Maart. In de hoogstlezenswaardige Memorie van Toelichting van het ontwerp van wet tot intrekking der Graanwet, wier geheele mededeeling plaatsgebrek ons verbiedt, leest men onder anderen: Dagelijks wint de overtuiging meer veld dat elke bescherming welke aan de inlandsche producenten wordt verleend, door uitsluiting of belemmering van de buitenlandsche mededinging, een last is die aan de verbruikers wordt opgelegdcn datwat bepaaldelijk de bescherming betreft die langs dien weg aan den landbouw wordt verzekerd de meeste last die daaruit voort vloeit, op de minder bemiddelde klassen van het volk drukt. Op de belangen van die klassen, evenzeer als op die van den middelstand, is het der Regering voorgekomen, dat het thans vooral, meer dan immer, zaak isbet oog gevestigd te houden. Ter bevordering daarvan komt allereerst in a..nmerking de bescherming, welke men getracht beeft ten bunnen koste aan den landbouw te verschaffen, terwijl ook daarna niet moet voorhijgezien worden de belasting op het gemaal, waarvan de afschaffing aan de Regering zoodanig wenschelijk is voorgekomen, dat zij hoopt dat ook daartoe, zoo al niet in eens, alsdan ten minste traps gewijze, zal kunnen worden overgegaan. De Regering heeft de gevolgen nagegaan welke die wet heeft opgeleverd en onderzocht of de toestand van den landbouw hare intrekking gedoogt. De slotsom van dit onderzoek was: 1°. Dat de voordeelige gevolgen dier wet, evenzeer als de nadeelige, niet zonder overdrijving zijn voorgesteld geworden 2°. dat de wet echter in het algemeen meer nadeel dan voordeel heeft opgeleverd 3". dat de omstandig-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1