LEYDSCIIE COURANT. N 21* Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. "VRIJDAG19 FERRUARTJ. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. RiNNENLAJNDSCHE BERIGTEjV. l.EYDEN, 18 February. Bij Z. M. besluit van den 14,|c" dezer maand, is op de beroeping: van D*. A. Rutgers van der Loeef, van Zutpben, naar de Gemeente der Hervormden alhier, de Koninklijke approbatie verleend. Van cene geloofwaaidigc zijde wordt ons medegedeeld, dat de ontmoe ting op de goederen van Z. K. H. Prins Frcderik der Nederlanden, onder Wassenaaronlangs in de 's Gravenhaagsche Nieuwsbode vermeld, en door ons overgenomen, bereids in den nacht van 28 op 29 December des vorigen jaars plaats vond, dat de toenmaals door 'sPrinsen jager aangrhoudene per sonen uit deze stad zouden herkomstig zijn, schijnt geenszins uitgemaakt en alleen op hunne opgaven Ie steunen, intusschen is het te betreuren, dat zij vrijgelaten en niet voor het bevoegd gezag geleid werden, of dat althans niet dadelijk van het voorgevallene aangifte is geschied een onverwijld onderzeek had welligt tot belangrijke ontdekkingen kunnen leiden, terwijl daartoe thans voor de Justitie weinig uitzigt beslaat. Naar wij vernemen, worden tot dat einde echter alsnog pogingen aangewend. Het bestuur der Beide Katwijken zal den O11'" Maart 1847, in het Logement de Zwaan, te Katwijk aan Zee, aanbesteden: het bouwen van een kinder-bew aarschool en het vergrooten der hoofdschool aldaar. De Gouverneur van Zuid-Holland zal den 8stcn Maart aan het locaal van het Gouvernement aanbesteden: de leverancie van 9,000 mudden maat- kolen, en bet bouwen van eene brugwachters-woning, aan bet Zederiks-kanaal onder Yiancn. Het afbreken der oude en bel bouwen cener nieuwe kerk, voor de Hervormde gemeente te Ooltgensplaatis aangenomen door K. Verboom te Ntimansdorpvoor ƒ20,700. Volgens het tweede blad van het Nieuw Nederlandsche Magazijn voor dit jaar, is onze Staatsschuld groot 1,400,000,000of \\>or ieder onder daan 460; beslaat cene oppervlakte, in Nederl. guldens, van 879 bun ders; heeft cene lengte van 7,871 uren gaans, nagenoeg ruim eenmaal den omtrek der wereld, in Nederl. guldens naast elkander uitgeteld; reikt bare hoogte, in opeengestapelde guldens, tot 2,000,000 Ned. ellen, nagenoeg 724 Ncd. ellen hooger d..n de berg Libanon; en is zij ruim 16,000,000 Ned. ffi zwaar, of 80 scheepsvrachten elk van 100 last. Nu volgen gelijke opgaven nopens Engeland, Frankrijk, Rusland, Pruissen, Portugal en Hanover, vol gens welke, opziglens de grootte der Staatsschuld in verhouding tot het aantal inwoners, Nederland bovenaan staat; opzigtens de oppervlakte, lengte, hoogte en zwaarte in den derden rang. Deze statistiek is onjuist volgens het voorgedragen budget voor 1848 en 1849, bedraagt het kapitaal onzer Staatsschuld omstreeks 1,260,000,000, zijnde dit het nominale bedrag, hetwelk volgens den legenwoordigen stand der beurs voor ruim 800,000,000 zou kunnen worden ingekocht en alzoo aitgedelgd. De lasten, door de feilen of ongelukken van vroegere jaren op de natie gelegd, zijn waarlijk groot genoeg; ook zonder vergrooting opgege ven, geven ze stof tot de ernstigste overwegingen! Evenzoo leest men dik wijls, dat de natie jaarlijks 70,000.000 opbrengt, terwijl bet bekend is, dat de eigenlijk gezegde belastingen jaarlijks 52,000,000 opbrengen, en het overige uit de Oost-Indische bijdragen, domeinen enz. gevonden wordt. ProvGron. Cour.) De Nederlandsche Sloompost behelst het onderstaande betrekkelijk onzen Rhijnhandel en scheepvaart over 1846, medegedeeld door den Heer Röntgen Van Rotterdam zijn langs den Rhijn naar Duitschland verzonden: in 1844, 1,960,000; in 1846, 2,966,000 centenaars. Van het Koningrijk der Nederlanden is het vervoer langs den Rhijn naar Duitschland geweest: in 1832, 1,754,000, in 1846, 5,760,000 cente naars. Vóór 1832 was onze Rhijnhandel van nog minder aanbelang, en heeft ge middeld slechts 1,000,000 centenaars per jaar bedragen. Van Rolteidatn alleen zijn in 1846 bijna zoo veel goederen naar den Rhijn verzonden, als van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Dordrecht, in 1832 en 1833 te zamen genomen. Indien de sedert 1831 zoo zeer verbeterde middelen van vervoer, ook niet de hoofdoorzaak van den vermeerderden Rhijnhandel zijn, zoo kon dezelve toch zonder de stoomkracht niet plaats gevonden hebben. Ter bevestiging behoeft slechts aangehaald te worden, dat van de 144,000 lasten goederen, welke in 1846 van de Nederlanden naar den Rhijn opgezonden zijn, er door de stoomkracht 90,000 last rijn opgevoerd. Onder de artikelen waarvan in 1846 meer verzonden zijn dan in 1845, bchooreu vooral de volgende: ruwe katoen, gietijzer, gesmeed ijzer, gespon nen garen, tarwe, rogge, gerst, haver en meekrap. 'sGRAVENI1 AGE, 18 February. Z. M. heelt benoemd tot Broeder der Orde van den Nederlandsche Leeuw, J. Plugge ll/.n., Commissaris van bet Loodswezen te Brouwershaven, ter beloo ning van bet in November 1831, in de Goerce binnenbrengen van 's Lands brik de Meermin, toen bij Zeeloads was op de Schelde. Onlangs deelde men mede, dat bet Z. M. behaagd hadeene som van 100 te doen toekomen aan bet Bestuur der Vereeniging tot bevordering van am bachten onder de Israëliten in deze stad, om bet doel dier Vereeniging te ondersteunen. Thans verneemt men, dat Z. K. 11. Prins Frederik der Neder landen tot hetzelfde einde cene som van 50 aan bet bestuur beeft doen toe komen. Morgen avond zal er bij gelegenheid van den verjaardag van Z. K. II. den Prins van Oranje, groot gala-bal ten Hove worden gehouden. De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zullen zich ook wederom morgen met dcrzelver overweging over de ontwerpen der staals- hegrooting voor 1848 en 1849, bezig houden. De ontwerpen van wet, uitmakende het Welhoek van Strafregt, die nog hij de Staten-Generaal zijn ingekomen, zijn de volgende: van bet llde Boek, van misdaden en wanbedrijven en derzelvcr straffen de achttiende Titelvan brandstichting, van bel veroorzaken van overstrooming, en van vernielingen beschadiging van goederen Eerste Afd., van brandstichting. Tweede Afd., van bet veroorzaken van overstrooming. Derde Afd., van de vernieling en beschadiging van goederen. Negentiende Titel, van diefstal. Twintigste Titel van misbruik van vertrouwen en van bedrog. Een en Twintigste Titel, van misdaden en wanbedrijven ter gelegenheid van faillissement, kennelijk onver mogen en surseance van betaling. De Hooge Raad beeft de voorziening in cassatie verworpen van J. Kooy, wegens brandstichting, door bet Hof van Noord-Holland, en van J. Lauret en 17 anderen, wegens diefstal iricl al de verzwarende omstandigheden, door bet Hof van Zeeland, ter dood veroordeeld. Het hoofdbestuur van bet fonds ter ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden beeft, als naar gewoonte, eene circulaire aan de onderscheidene district-Commissarissen in ons Vaderland afgezonden ten einde hen uit te noodigenin dcrzelver arrondissementen in lijds gepaste maat regelen te nemen, om de jaarlijksche collecte, ten behoeve van gemeld fonds wel te doen slagen. Het is wederom uit liet laatste jaarlijksche verslag gebleken, hoe dringend bet fonds, bij voortduring de ruime bijdragen der ingezetenen behoeft, indien het oj) den duur al haar deelgeregtigderizoo van bet primitive fonds als die uit den strijd met Belgic, zal blijven ondersteunen; daar bet kapitaal dezer instelling, niettegenstaande de menigvuldige beperkingen, welke in het opnemen der deelgcregtigden bereids zijn gemaakt, door gestadigen ver koop en de belangrijke opofferingen, die het fonds heeft ondergaan, belang rijk is verminderd. AMSTERDAM, 17 February. Z. M. beeft aan dc inrigting: Toevlugt voor Behoeftigenalhier, 500, 11. M. 300 en Z. K. 11. de Prins van Oranje 50 geschonken. Vele duizen den genieten door die inrigting gedurende dezen winter weder brood en koffij in verwarmde localen, en des nachts wordt er een behoorlijk nachtverblijf gegevenaan ben die er om vragen. Men beeft eergisteren met dc doorijzing van bet Noord-Hollandsch kanaal een aanvang gemaakt, ofschoon de som van ƒ20,000, waartoe dit werk was aangenomen, nog niet volleekend is. De voorwaarden zijn 60 C. per ton «n pCl. van de waarde der fading.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1