ZWITIERLMD. De groote Raad van liet Kanton Schwytz heeft in bel laatst van December cene oude in onbruik geraakte wet op nieuw in werking gcbragt, waarbij liet aangaan van huwelijk verboden is aan alle spelers, dronkaards, nacht- zwervers en wellustelingen, tot zoo lang zij door een gedurende een' jaar ge houden gedrag bewezen zullen hebben dat zij hun levensgedrag werkelijk gebeterd hebben. Voorts moet, volgens die wet, een handwerksman zijn ambacht eenen tijd lang voor eigene rekening geoefend hebbenalvorens te mogen huwen, opdat daaruit blijke of hij een huisgezin kan onderhouden. Personen, van welken, al ware het ook slechts een hunner, of ook hunne ouders gedurende de laatstvorige vier jaren bedelarij geoefend ot ook uit openbare kassen ondersteund geworden zijn, mogen krachtens die wet geen huwelijk aangaan zonder bijzonder verlof van den Pastoor en den Gemeenteraad der plaats. OOSTENRIJK. WEENEN, 29 December. In sommige streken van Hongarije heeft eenc groote sterfte plaats vooral onder de geringere klasse, die men aan het gebruik van slechte aardappelen toeschrijft, het voornaamste voedsel van het volk. Uit Gallioië wordt van den 18dcn gemeld: De verordening aangaande de regeling der vroondiensten heeft op verre na de uitwerking niet die men zich daarvan schijnt beloofd te hebben. De toe stand van den landman wordt daardoor wel veel verbeterd; daar hij evenwel geheele bevrijding van alle hcerendiensten verwacht had, zoo is hij ontevreden met hetgeen hij verkregen heeft. De adel verwachtte dat hij, als vergoeding voor de gruwelen, die hij van den kant zijner onderdanen ondergaan had, in al zijne vroegere regten bevestigd en beschermd zou worden en is ontevreden dat bij, zoo hij meent, thans door den Staat verongelijkt wordt. Zoo is de regering, in spijt van haren goeden wil, niet in staat geweest het kwaad te verhelpen. Alleen door vertoon van militaire magt wordt onder deze omstan digheden de rust gehandhaafd, en bij de heerschende schaarschtc is het te vreczen dat er vooreerst geene verbetering in den staat van zaken zal plaats hebben. De meeste onzer boeren, vooral in het westelijk gedeelte des lands, hebben geen genoegzamen voorraad van graan om den volgenden oogst te kun nen afwachten; velen ontbreekt het zelfs aan zaaikoren. Voorheen boden in zulke gevallen de landeigenaren bijstand, inaar wie van hen zal dit thans kunnen of willen doen De moesten hebben zelvcn niet genoeg, en op vele landgoederen is de geheele oogst door de oproerige boeren vernield geworden. De regering neemt ook ten deze voorzorgen en heeft last gegeven om aan zienlijke hoeveelheden graan van elders te doen aanvoeren. FI8.UISSE3Ï. BERLIJN 1 Januarij. Dezer dagen is de Maatschappij ontbonden, welker hoofddoel was de uitgave van een tijdschrift, onder den titel van: Jaarboeken voor wetenschappelijke kritiek. In weerwil eener aanzienlijke geldelijke toelage van wege het Pruis- sische departement van Ecredienst, en de medewerking van eenige allerwegen met roem bekende geleerden, zette het genoemde tijdschrift naauwelijks 150 exemplaren meer af. Het berigt van het ophouden dier jaarboeken, welke in der tijd. door de medewerking van den beroemden Goethe, eene algemeene vermaardheid hebben verkregen, heeft in de geleerde wereld een ongunstigen indruk te weeg gebragt, en van verschillende zijden wordt bij deze gelegenheid geklaagd over den toencmenden geest van oppervlakkigheid bij het algemeen, en over het dagelijks vermiuderen van den smaak voor degelijke kenuis en wetenschap. 4 De toestand der wintervruchten in de Rhijnprovinciën is zeer bevredi gend; de koude en vorst hebben op dezelven gcenen schadelijken invloed uitgeoefend, en de menigte muizen zijn er aanmerkelijk door verminderd. De aardappelen, die gezond in de kelders gebragt zijn, houden zich zeer goed. Door de Ilanovcrsche Regering is, uithoofde van de duurte der levens middelen, de invoer van granen en peulvruchten tot den lsten Augustus c. k. vrijgesteld. De bevolking van IVurtemberg beliep op het laatst van het vorige jaar 1,743,827 zielen; 17,238 meer dan in 1844. Op den lstcn Kersdag is te Schöneberg in Beijeren een luchtstcen onder een donderend gekraak neergevallen en meer dan 2 voet in den grond gesla gen; hij woog 15 ponden, en werd door verscheiden kleinere stcencn gevolgd. E.\(iELAAD, LONDEN, 4 Januarij. Volgens een alhier uilkomend jaarboekje hebben van November 1845 tot November 1846, te dezer stede 1632 handel- en neringhuizen hunne beta lingen geschorst. Onder de kruideniers hadden het meeste getal bankroeten plaatsderzelver aantal bedraagt 95bankroeten der verkoopers van celwaren, koks, enz. 43; wijnkoopers, 32, apothekers 28. Ge- necsheeren komen op die lijst niet voor; doch daarentegen 11 chirurgijns, zoogenaamde tandmeesters, wollig!zoo de berigtgever meent, ten gevolge van de onmatige onkosten, gevorderd voor de plaatsing van hoogdravende eri uitvoerige advertentiën in de dagbladen. Vijftig makelaars en wissel-agenten hebben met hunne betalingen moeten ophouden. Men had geduchtdat de plaats gehad hebbende speculatiën in spoorweg-aclien tot meerdere bankbreu ken onder de genoemde agenten aanleiding zouden hebben gegeven. Eene spcorweg-maatsehappij heeft hare betalingen gestaaktvoorts 17 lakenverkoo- pers, 34 herbergiers, 33 kleedermakers27 graanhandelaren, 15 boekver- koepers, enz. FRMKRIJS. PARIJS, 5 Januarij. Het opmerkelijk antwoord, dat Z. M. bij gelegenheid van de gelukwensching op Nieuwjaarsdag, aan den Voorzitter van de Kamer der Pairs heeft gegeven, is het volgende: »Zoo als gij het gezegd hebt, het groote vraagstuk, dat moest opgelost wor den. was het verbond der Monarchie en der vrijheid; het was, om aan de volken Ie doen gevoelen, dat de vrijheid de Monarchie, het was om aan de Vorsten en Koningen te bewijzen, dat de Monarchie de vrijheid noodig heeft. Door de miskenning van dat beginsel, door van de eene zijde te gelooven, dat de vrij I leid onvereenigbaar met de Monarchie, en van den anderen kant, dat de Monarchie onvereenigbaar met de vrijheid was, is Frankrijk in de revolu tionaire stormen medegcsleept geworden. God imogc er de andere volken voor behoeden! Moge ons voorbeeld de volken en Koningen leeren, dat de Monarchie en de vrijheid gezamenlijk kunnen bestaan en bloeijcn, doch niet dan door een wederzijdsch vertrouwen. Zoo de nationale wensch mij tot den troon geroepen heeft, dan is het omdat mijn geheel leven heeft doen voor zien, dat mijne pogingen daarheen zouden strekken, om dat beginsel te doen zegenpralen, en dat er van mijne zijde geene neven-bedoelingen te vreezen wa ren. Gij bobt mij in die taak zoo goed ondersteund, dat wij ons, op dezen zeventienden verjaardag, geluk kunnen wenschen, dien wel vervuld te heb ben! Ik hoop dat wij, met uwe rondborstige medewerking, zoo lang het God mege behagen mij op de aarde te behouden, zullen voortgaan onze instel lingen en den voorspoed van Frankrijk te bevestigen." De Koning is, in weerwil van zijne hooge jaren en van de vermoeijenis eener receptie, die meer dan zes uren heeft geduurd, den lslen Januarij voort durend staande gebleven en heeft op al de tot hem gerigte aanspraken waar van bet aantal niet minder dan acht en dertig bedroeg, en waaronder zeer lange waren afzonderlijk geantwoord. De Koningin daarentegen scheen vermoeid en is, naar men beweert, eenigermate ongesteld. Werkelijk kondi gen de Parijssche bladen aan, dat, ten gevolge van eene ligte ongesteldheid der Koningin, de receptiën, die den 3dcn en 5dcn Januarij bij II. Maj. moes ten plaats hebbentwee dagen zijn uitgesteld. De Regering heeft twee nieuwe agenten in China benoemd: een com missaris des Konings, den Heer Fort-Rouen. oud-secretaris van legatie te Lis sabon; een consul te Shanghaï, den Heer de Montigny, oud attaché bij de legatie van den Heer Lagrénée. Daarenboven is den Heer Lefèvre de Bccourt benoemd tot consul te Canton, welke bediening hij tot nu toe slechts waar nam: hetzelfde heeft plaats gehad ten aanzien van den Heer Fabrc, waarne mend consul te Manilla. Men zegt dat de hezoldiging der agenten in China aanzienlijk zijn; de commissaris des Konings geniet 60,000 frs.de consul te Canton 30,000 fr.en die te Shanghai 20,000 fr. Eenige dagen geleden is er in het krankzinnigen-gesticht een grijsaard overleden, wiens geschiedenis eerie nuttige onderrigting behelst en verdiend medegedeeld te worden. Toen Napoleon besloot het paleis van den Koning van Rome te doen bouwen nabij de barrière van Passystuitte men in liet plan, door de architecten ontworpen, op een polhuisje, dat aan eenen armen schoenlapper, Simon genaamd, toebehoorde; ten einde de regelmatigheid der constructie niet te verstoorenbesloot men dit pothuis te koopenen men sprak er inderdaad den eigenaar over. Simon, vernemende wat er voorviel,, had er met zijne buren over gesproken en vroegop hunnen raad 20,000 lr. voor zijn polhuis. De Administratie der Domeinen van den Keizer weifelde eenige dagen en besloot eindelijk den koop toe te slaan; maar Simon had in dien tijd nieuwen raad ingewonnen, verklaarde, daar men niet dadelijk zijn aanbod had aan genomen dat ook zijne vorderingen gestegen waren en begeerde 40,000 fr. voor zijn pothuis. Deze prijsdie meer dan 200 malen de waarde van het krot te boven ging, kwam al te buitensporig voor, de onderhandelingen werden afgebroken en men begon bel werk terwijl men het plan een weinig wijzigde. Evenwelna verloop van eenige maanden bemerkte mendat de aankoop van het pothuis onvermijdelijk was en men keerde tot Simon terug, inaar zijne vorderingen waren weder gerezen en hij begeerde 60,000 fr. voor zijn eigendom. Men bood hein er 50.000 fr. voor, maar hij weigerde standvastig. Toen beval de Keizer, dat men het er bij laten zoude en verklaarde, dat men zoo nondig al de jdanncn moest veranderen, maar dat men het pothuisje niet moest koopen. De arme schoenmaker begreep toen dat men de fortuin niet moet misbruiken, wanneer deze vertrouwelijk tot iemand komt. Hij bood zelf zijn eigendom voor 50,000 fr. aan, daarna voor 40, vervolgens voor 30 en eindelijk voor 20,000 fr.maar men hoorde niet meer naar hem; andere schikkingen waren reeds gemaakt. Eindelijk besloot men het te koo pen tegen eenen billijken prijs, toen de gebeurtenissen van 1814 plaats gre pen en het paleis van den Koning van Rome en het pothuisje van den schoenmaker deden vergeten. Twee jaren geleden verkocht Simon, door nood druft gedwongen, zijn eigendom voor 150 fr.en eenige maanden daarna, toen de droelheid zijne rede geschokt had, werd hij in hel krankzinnigen gesticht opgenomen, waar hij in het begin dezer maand, negen en zeventig jaren oudoverleed. In 1846 zijn in Frankrijk 5916 boekwerken in allerlei talen geleverd, benevens 1,444 platen, gravnren en lithograpbiën, 117 kaarten en platte gronden en een aantal muzijkstukken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3