LEYDSCHE
COURANT.
1847.
N°. 3 §£Kli
WOENSDAG, 6 JANUARIJ.
BIJVNENL AJNDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar}
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYÜEN, 5 Januarij.
De Commandant van liet depót-halaillon van het 5de regiment, alhier in
garnizoen, de Majoor C. A. IJaron de Bicherstein Bogalla Zawadsky, is door
Z. M. benoemd tot Mililie-Commissaris in het Hertogdom Limburg, militie-
dist riet-hoofdplaats Roermond.
In de dagbladen wordt wederom van onderscheiden branden gewag ge
maakt; een ontstond den 31sletl December te Terheyden, bij Breda, waardoor
de woning van den Kastelein J. Schullaars vernield werd; een tweede den
lslen dezer te Amsterdam, op hel hofje van Anslo, in de Egelantierstraat,
waarbij eene vrouw van 79 jaren verbrand is; een derde dienzelfden dag te
Tienhoven nabij Schoonhoven, 20 stuks vee, de geheele boerderij en 2 hooi
schuren, alles aan D. Alblas toebeboorende werden eene prooi der vlammen;
een vierde is den 3deD dezer ontstaan te Rotterdam, aan de westzijde van den
Oppert, bij den tapper R. Stoup, waardoor het geheele buis is uitgebrand.
Te Eindhoven zijn 2 personen, die beschuldigd worden onlangs aldaar brand
bij den Heer Smeets gesticht te hebbenin hechtenis genomen.
Het Handelsblad meldt, dat door zijne directie, ten behoeve der alge-
meene armen, ƒ261 aan de Regering ter hand is gesteld, als opbrengst der
gelden ontvangen van de onderteekenaars van den Nieuwjaarsgroet.
Op den Rhijnspoorweg zijn in December vervoerd 22,029 personen en
is voor deze en voor de goederen ontvangen ƒ40,285.72. De geheele op
brengst van 1846 is geweest ƒ640,742.911.
De Raad te Kampen heeft tot de oprigting van een Gymnasium besloten.
'sGRAVENHAGE, 4 Januarij.
Eergisteren is voor het Provinciaal Geregtshof in hooger beroep behandeld
de zaak van Robert en Bolstier, hoofdlieden der nachtwacht te Leyden, welke
voor cenigen tijd door de Arrondissements-Regtbarik dier stad tot eene gevan
genisstraf van 4 maanden en eene geldboete van 25 zijn veroordeeld, als
schuldig aan het veroorzaken van den dood cener vrouw, ten gevolge van
nalatigheid en onvoorzigtighcid. Van dit vonnis waren zoo wel het Openbaar
Ministerie als de veroordeelden in hooger beroep gekomen. Na het verboor
der getuigen en de ondervraging der veroordeeldenwelke steeds beweer
den, dat zij, 's morgens de wacht verlatende, aan de agenten van polieie
last hebben gegeven om de bedoelde vrouw, die zonder nachtverblijf op de
straat gevonden en in het zoogenaamde ijk-huisje geplaatst was, maar cenige
dagen later genoegzaam levenloos in hetzelve gevonden is, te ontslaan,
heeft de verdediger, Mr. de Pinto, het woord gevoerd, hoofdzakelijk ten be-
tooge, 1°. dat bet niet bewezen is, dat de dood dier vrouw het gevolg is
weest alleen van uithongering; 2°. dat bet, in ieder geval, niet bewezen is,
dat de dood het gevolg is geweest van verzuim of achteloosheid der beide
veroordeelden.
De Advocaat-Generaal Mr. Gefken heeft volgehouden, dat de dood der
bedoelde vrouw alleen aan eene verregaande achteloosheid der veroordeelden
is toe te schrijven, en heeft deze achteloosheid te meer onvergeeflijk en straf
baar geacht, omdat zij begaan is door ambtenaren van polieie, die met de
handhaving der maatregelen van orde belast zijn. Hij drong daarom aan op
eene zeer strenge bestraffing, tot afschrik van anderen, en requireerde, dat
beide hoofdlieden thans tot eene correctionele gevangenisstraf voor den tijd
van 2 jaren, en ieder tot eene geldboete van ƒ300 zouden worden veroor
deeld.
De uitspraak van het Geregtshof is bepaald op aanstaanden Zaturdag.
ROTTERDAM, 4 Januarij.
Gedurende het jaar 1846 zijn van de reede van Maassluis naar zee ge-
ecild 523 koopvaardijschepen en binnengekomen 19, behalve de haring- en
vischschepen.
Te Zicrikzee, ingeklaard 12 zeeschepen, zijnde 10 minder, en uitgeklaard
13 zeeschepen zijnde 4 minder dan in 1845.
Te Brouwershaven 129 schepen, waaronder 53 van Java, voor Rotterdam
■en Dordrecht bestemd, en uitgezeild 14 schepen. In het vorige jaar waren
binnengekomen 122, waaronder 46 van Java, en uitgezeild 28 schepen.
AMSTERDAM, 3 Januarij.
Vrijdag zijn hier 31,000 balen koffijopgehouden bij de veiling van Au
gustus, tot de opgehouden prijzen verkocht, benevens 31,000 andere balen,
verhoogd met cent.
Van eene zijde, welke wij als goed onderrigt mogen beschouwen, wordt
ons medegedeeld, dat een ontwerp van wet, bepalende de renten van in-,
uit- en doorvoer van Granenter vervanging van het sohaalslelscl der wet
van 1835, op dit oogenblik bij den Raad van State aanhangig is. Men meent
te weten, dat bij dit ontwerp een matigvast regt ten grondslag is gelegd.
Het is met groot genoegen dat wij dit bcrigt mededeelen. Wij beginnen
nu hoop te voeden dat eerlang de doodklok over de verderfelijke graanwet"
zal geluid worden; het zal voor het Nederlandsche volk een feestgelui zijn.
Wij willen ons echter niet te vroeg verbeugen. Een matig vast regt is
eene uitdrukking van wijden omvang. En hoe welkom ook een zeer matig
vast regt ons zijn zal, wij achten dat in de tegenwoordige omstandigheden de
billijke eischen des handels, der nijverheid en der algemeene welvaart niet
oldaan zijn, ten zij door eene geheele afschaffing van elke belasting en belem
mering van den in- en uitvoer van granen. AmstCour.)
UTRECHT, 4 Januarij.
Den 2dcl> overleed alhier, in nog jeugdigen leeftijd, na eene kortstondige
ziektede Heer Wenckebachvroeger Hoogleeraar aan de Koninklijke Aka-
demie te Breda, nu sedert nog geene twee jaren Hoogleeraar aan de Ulrecbtsche
Akadeinie en opvolger van den waardigen Schroder; een man van buitenge-
meene kunde en ijver voor de wetenschappen, door wiens afsterven zijne
achterblijvende echlgenoote en twee kinderen een onherstelbaar en bet Vader
land een zwaar verlies lijden.
ZWOLLE, 1 Januarij.
Het volgende zijn de bepalingen, als slotsom der ernstige beraadslagin
gen, door de meerderheid van het Poenitentiair Congres, in September 1. 1.
te Frankfort gehouden, en waarop de Heeren Mr. Baumhauer, den Tex, Su-
ringar, Lurasco en Mullet, Nederland vertegenwoordigden:
lste besluit. De afgezonderde opsluiting inoet worden toegepast op de aan
geklaagden en beschuldigden, zoodat zij noch onder elkander, noch met an
dere gevangenen eenige gemeenschap kunnen heblicn. Van dezen regel kan
alleen worden afgeweken in die gevallen, wanneer, op aanvrage der gevan
genen zelve, de ambtenaar met de instructie belast, het gepast mogt oordee-
len hun eenig verkeer toe te staan, binnen de grenzen door de wet bepaald.
2dc. Evenzeer zal de afgezonderde opsluiting worden toegepast in het al
gemeen op alle veroordeelden terwijl deze straf zoodanigerwijze voor hen zal
verzwaard of verligt wordenals overeen zal komen met den aard der schuld
of veroordeeling, met de individualiteit en het gedrag der gevangenen. Elk
echter van ben zal zich met een nuttigen arbeid moeten bezig houden, zal
zich dagelijks in de open lucht moeten bewegen, zal deel moeten nemen aan
de weldaden van het godsdienstig, zedelijke en school-onderwijs en aan die
der godsdienstoefening; zal geregeld de bezoeken ontvangen van den bedie
naar zijner godsdienst, van den Directeur, van den Geneesheer, van de Leden
der Coinmissien van Toezigt en van het Patronaat, afgescheiden nog van de
andere bezoeken, welke door de afzonderlijke reglementen zullen kunnen wor
den toestaan.
S"1*. Het voorgaand besluit zul bijzonderlijk op de gevangenschap voor kor
ten duur worden toegepast.
4de. De afgezonderde opsluiting zal evenzeer op gevangenschap voor langen
duur worden in toepassing gebragt, en wel zoo, dat aan deze achtereenvol
gens zulke verzachtingen zullen worden aangebragt, als te vereenigen zijn
met de handhaving van bet beginsel der afzondering.
5de. Wanneer de gezondheid van ligchaam of ziel der gevangenen het mogt
vorderen, dan zal de Administratie dien gevangene aan een zoodanigen regel
kunnen onderwerpen, als zij voegzaam zal oordeclen, en zelfs hem de ver
kwikking van voortdurende gezelligheid vergunnen. Tot die gezelligheid zul
len echter nooit andere gevangenen mogen bijdragen.
6de. De cellulaire gevangenissen zullen in dier voege worden gebouwd,
dat iedere gevangene zijne godsdienstoefening kan bijwonenziende en hoo-
rende den dienstdoenden bedienaar der godsdienst, en door hem gezien wur-