LEYDSCHE
1846.
MAANDAG, 28 DECEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITEN LANDSCHÊnSERIGTKN.
De Courant wordt
Vrijdag uitgegeven,
vit Zaturdag avond.
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
De Prijs der Courant is f 13 in het juut
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEiY, 26 December.
Eergisteren beeft de Heer !\Ir. P. A. van Steenbergennieuw benoemd
Raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlandenin handen des Konings den
gevorderden eed als zoodanig afgelegd.
Aanstaanden Dingsdag zal er eene algemeene en openbare vergadering van
den Hoogen Raad worden gehouden, waarin het nieuw benoemde lid plegtig
zal worden geïnstalleerd.
Daar in de laatst verloopen jaren zeer algemeen is geklaagd, dat de Uitlo-
zing van Delflandsch Boezemwater meer en meer belemmerd wordt, en dien
ten gevolge vele Polders niet tijdig genoeg van het winterwater kunnen ont
last worden, zoo beeft zulks aanleiding gegeven tot bet uitschrijven van de
navolgende Prijsvraagen wordt mitsdien gevraagd
Welke de oorzaken van deze belemmeringen kunnen zijn? en welke mid
delen zullen kunnen worden in liet werk gesteld om daartegen op de minst
kostbare wijze te voorzien en hoofdzakelijk te zorgendat de Boezem van
Delfland, voornamelijk bij Wesle- en Noordwesle-winden, tot zoodanigen stand
zal kunnen worden gebragt, dat de Watermolens der Polders derzelver over
tollig water daarop zonder verhindering zullen kunnen uitmalen? met opgave
tevens van de plaats waar de daartoe noodige werken zouden moeten woiden
aangelegd en cene specifieke begrooting van kosten, zoo tot dezelver daarstcl-
ling als tot jaarlijkscb onderhoud benoodigd.
Voor het meest voldoend antwoord op deze Prijsvraaghetwelk bet eigen
dom van het Hoogheemraadschap zal verblijven, wordt uitgeloofd eene Premie
van 1000.
Al de in te zenden antwoorden en daartoe behoorende stukken zullen vóór
of uiterlijk op den lstcn October 1847 ter Secretarie van liet Hoogheemraad
schap van Delfland te Delft franco moeten worden ingezonden en door eene
andere hand dan die van den opsteller, in het 'Nederduitse!)duidelijk lees
baar geschreven, zonder naam en alleen met eene spreuk onderteekend zijn,
met bijvoeging van een verzegeld brietje, dezelfde spreuk en een kennelijk
teeken ter eventuele terugvordering ten opschrift voerende, en van binnen
den naam, qualitcit en woonplaats van den inzender vermeldende.
De onbekroonde stukken zullen tegen opgave van het hiervoren vermeld
kennelijk teeken op het Naambriefje, aan de Belanghebbenden worden terug
gegeven.
Bij de algemeene erkenning dat onze belastingen zeer ongelijk dragen den
meer vermogenden veel minder bereikende dan den geringen burgerscheen
ons de verdere verspreiding van het volgende stuk, door een Vriend des Va
derlands in de Provinciale Friesche Courant van den 24dl'" dézer geplaatst
allezins nuttig, en de bedenkingen daarin vervat ernstige overweging waardig:
Aan de middelstanden van Nederland! Sedert ettelijke jaren boort men
in onze kringen de gegronde klagte aanheffendat steeds duidelijker de strek
king in het oog springt om twee standen, rijk en arm, in de maatschappij
daar te stellen, en dat vooral in de laatste jarendit onheilspellend voortee
ken zich door het afnemen der algemeene welvaart heeft kenbaar gemaakt.
Eene der voorname oorzaken van dit kwaad ligt voor de band, en is, bij
goeden wil, zeer wel uit den weg te ruimen; bet is te zoeken in den onge-
lijkmatigen druk der lands- en andere belastingen.
De belastingen, in ons, helaas zoo kwijnend vaderland, worden voor een
groot gedeelte geheven van de vlijt der nijvere standen, die door hunnen wel-
dadigen invloed als de ware steunpilaren van onzen maatschappelijken toestand,
zijn aan te merkenen van de eerste levens-noodwendighedenwaarvan de
onvermogenden zich volstrekt niet kunnen onthouden en welke voorwerpen
van eerste behoefte door de rijken of in geringe mate, of door vervanging van
onbelaste weelde-productenin het geheel niet verbruikt worden. Belastingen
worden betaald voor bescherming van personen en eigendommen, en dus moet
men schatpügtig zijn, naar mate de welgesteldheid der schatpligtigen die be
scherming meer of minder wensehelijk maakthij tochdie niets heeft te ver
liezen en met de zijnen een kommervol leven voortsleept kan een goed ge
deelte dier bescherming ontbeerendat belastingen noodzakelijk zijn is eene
erkende waarheid, en niemand mag zich zedelijker wijze aan derzelver vol
doening onttrekken, maar ze moeten evenzeer op allen, naar ieders bijzonder
vermogen om belastingen te kunnen dragen, drukken, wil men niet in strijd
met de regtvaardigheid, (hetwelk toch wel door ieder eerlijk man zal ge
wraakt worden) handelenieder kwaad beginsel moet op het einde tot kwade
uitkomsten leidenen daarom brengt onevenredige druk in het stuk der be
lastingen onevenredige kwijning in de middelen van bestaan te weeg, hetwelk
ten slotte op het hoofd der bewerkers van onbillijkheid moet nederkomen
want de kruik gaat zoo lang te waler, tot dal zij zinkt.
Wil men nu het wezenlijke goede, het eeriig regtvaardige (en dus het eeni-
ge waarop men zegen van den Allerhoogsten heeft te wachten) bevorderen dat
men dan gematigd en met betamelijken eerbied voor de gestelde magten
er éénparig naar streve, dat de bestaande lasten op de vlijt en op bet ver
bruik der eerste levensbehoeften worden gewijzigden aangevuld worden door
beffingen geëvenredigd naar de krachten der schatpligtigen, een stelsel ge
huldigd door rijken als Groot-Brittanje en Pruissenen waardoor de oorzaak
van veler achteruitgang, en van veler steeds luider wordende ontevredenheid,
zal worden weggenomen.
Als het geschikste middel om tot deze zegenrijke uitkomstzoo volstrekt
noodig voor het lieve Vaderlandte geraken is vooral aan te bevelen eene
algemeene te kennen geving van dit billijk verlangen aan de Staten-Generaal,
bij de eerlange voordragt aan het tweejarig Budgetten einde de verte
genwoordiging de waarachtige behoeften van het volke kennc, en daarnaar
handel e.
ZWOLLE, 24 December.
Men verzekert dat de aanbevelings-lijstopgemaakt door het Provinciaal
Geregtshof van Overrijsselter vervulling van de vacature, ontstaan door de
benoeming van den Heer P. A. van Steenbergen tot Raadsheer in den Hoogen
Raad, zamengcsteld is uit de volgende Heeren Mrs.D. H. Wicherlinck Advo-
kaat-Generaal bij het Prov.-Gercgtshof van Overijssel, L. J. Rietberg, Regter
in de Arond.-Reglbank te Zwolle, I. J. II. de Bruijn Griffier bij het Ge
regtshof van Overijssel, Jhr. J. W. van Tliije Hannes, Ofieier van Justitie
te Almelo, H. Kronenberg, Kantonregter te Vollenhoven en G. D. Ribbius,
Subst.-Officier te Zwolle.
GRONINGEN, 24 December.
Voor eenigen tijd werd er in de dagbladen berigtdat er in Holland een
gesticht voor krankzinnigen werd gebouwd, waarbij door de arbeiders geen
sterke drank mogt worden gebruikt. Niet minder schijnt het de vermelding
waardig, dat er in dezen zomer bij het hernieuwen van het Verlaat te Hooge-
gezand, waaraan ongeveer zestig arbeiders gedurende meer dan twintig weken
hebben gewerkt, evenmin sterke drank mogt worden gebruikt, en ieder die
daarop, zelfs in den rusttijd, betrapt werd, werd weggezonden. Eere zij
den aannemer, de Heer D. de Jong! Moge bet worden nagevolgd, en de ou
dervinding meer en meer doen zien dat hel gebruik van sterken drank niet
alleen niet noodzakelijk is, maar meest altijd verderfelijk.
ASSEN, 21 December.
Men verneemt, dat eenige ingezetenen zijn overeengekomen, om bij de ver-
nieuwing van het jaar, geene kaartjes rond te zenden, en door het plaatsen
hunner handteekening op eene lijst, tot dat einde in de groote sociëteit neer-
jj gelegd, van dit voornemen hebben doen blijken. Men zal zich uit de dag-
bladen herinneren, dat ook elders dit gebruik is afgeschaft.
RFSLAÏJ0.
PETERSBURG, 10 December.
Door de troepen zijn in het laatst van October op Schamyl groote voordoo
ien behaald. Er zijn 300 gevangenen gemaakt, en vele oorlogsbehoeften zijn
in hunne handen gevallen. Het verlies des vijands wordt op 1200 dooden en
verwonden geschat, dat der troepen op ruim 100. Deze overwinning besluit
de krijgsbedrijven van dit jaar. De rust was in geheel Daghestan hersteld.
F 11T U «3 A Ia.
LISSABON, 14 December.
De Colonel Lapa die in aantogt was naar Coïmbrais door den Generaal
I Bomfin op de vlugt gejaagd. Geen der gevangenen die in de magt der troe-