LEYDSCHE COURANT. 1840. VRIJDAG25 DECEMBER. N°. 154 r% W T f BINNENLANDSC11E BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en uitgegevenDie van Maandag komt i ;r.v De /V$s tfw Courant is f 12 in het jam 'T"J> "tV de afzonderlijke nommers worden tegen Ml Centen afgegeven LEYDEN, 24 December. De Nederlandsche Stoompost doet opmerken dat gedurende de dagen op welke, ten gevolge van de weersgesteldheid, vérscheiden ongelukken, door liet omslaan van diligences en andere middelen van vervoer, zijn voorgevallen en vele vaartuigen in hel ijs zijn vastgeraakt men een weinig oponthoud door de overgroote menigte sneeuw veroorzaakt, niet medegerekend, op onze spoor wegen van geene ongelukken hoegenaamd vernomen heeft. Laatstleden vrijdag avond was, gedurende ecnige uren, eene buitengewone hoeveelheid sneeuw ge vallen, zoodat in de nabijheid van de Vink, bij deze stad, de laatste trein van Amsterdam naar 's Gravenhage genoodzaakt was stil te houden. Om eene hulp-locomotief van het slation te 's Gravenhage geseind zijnde, werd de trein cr zonder ongelukken doorgewerkt, en kwam ten ruim elf ure aldaar aan. Gedeputeerde Stalen van Zuid-Holland hebben, hij besluit van den lsten dezer, in aanmerking genomen, dat hel gebleken is, dat de Hollandsche boter op vreemde markten, vooral in Engeland, minder wordt getrokken en lager in prijs staat dan die uit andere provinciën, hetgeen voornamelijk wordt toegeschreven aan de mindere deugdzaamheid van het vaatwerk en aan het liederf, hetwelk de boter veelal ondergaat door den eek van het hout; en dat in de klagtcn over het slechte vaatwerk, zoo men vertrouwt, zal worden voorzien door de krachtige naleving van het onlangs uitgevaardigd Reglement op de vervaardiging en den ijk van het Boterwerk, en dat onlangs een middel is uiteevondrn om de boter voor alle bederf, welke door liet uittrekken van den eek van het hout aan dezelve kan worden toegebragt, te beveiligen, welke aanwending mitsdien in het belang van den landbouw cn van den boter- handel in dit gewest, dringende aanbeveling en aanmoediging verdient. Daar om is door Gedeputeerde Staten aan de stedelijke en gemeente-besturen in Zuid-Holland te kennen gegeven dat door den Ileer L. A. van Mecrtcn te Delft, een middel is uitgevonden en openhaar gemaakt, waardoor eikenhou ten vaten, en hijzonder botervaten, van binnen voor allo vocht cn pekel ondoordringbaar worden gemaakt en de boter voor het bederf, veroorzaakt door het aftreksel van liet eikenhout (den eek), wordt beveiligd; dat dit middel door deskundigen cn voorstanders van de belangen van den bolerlian- del, zoo mede door de eerste klasse van het Kon. Neder!instituut, is onder zocht en beproefd en allen eenstemmig zijn geweest omtrent de doelmatigheid cn aanwendbaarheid van liet bedoelde onkostbaar middel en hetzelve beschou wen als kunnende strekken, om den roern der Hollandsche boter huiten 'slands staande te houden en dezelfs aftrek te bevorderen en dat de uitslag der ge- nomene proeven het denkbeeld heeft doen ontstaan om de aanwending van het bedoelde middel bij al het botervaalwerkdoor een bepaald voorschrift in het opgemelde reglement, verpligtend te maken; doch dat men voorshands raadzamer heeft geaelit, zich van de deugdelijkheid van dit middel door eene ineer langdurige ondervinding te verzekeren en eerst daarna, indien het zal gebleken zijn, dat zich tegen de aanwending van hetzelve bij de landlieden en boterhandelaars geene overwegende bezwaren voordoenlater, bij eene ■ampliatie van het bedoelde reglement, liet verpligtend gebruik van het mid del voor te schrijven en aan de goedkeuring van Z. M. te onderwerpen. Voorts zijn de plaatselijke besturen uitgenoodigd om, voor zoo veel in hen is, mede te werken, dat hetzelve door dc in hunne stad of gemeente aanwezige kuipers, hij de vervaardiging van hotervaatwerkworde aange wend, en de landlieden indachtig te maken op het nut, dat daarin voor den hoterhandcl gelegen is, en, voor zoover dezelve zich geroepen moglen gevoe len, om in hun welbegrepen belang dit middel op de door hen gebezigde botervaten aan te wenden, dezelve naar een1 der keurmeesters van liet hoter vaatwerk te verwijzen, van wien zij een exemplaar van liet voorschrift cn verder noodige aanwijzingen zullen kunnen bekomen cn door wien hunne va tendes noods provisioneel, kosteloos daarvan zullen worden voorzien. Ein delijk zijn dc gemelde besturen uitgenoodigd om de vergadering bekend te maken met hunne bevinding te dezer zake en met al zoodanige information als zij zullen vermeenen in het belang der zaak aan dezelve te moeten mc- dedeelen. Dezer dagen zijn de plaatselijke besturen aangeschreven om vóór den •JrA" Jamiarij aanstaande eene juiste opgave te willen inzenden van de hoe veelheden graan en andere voortbrengselen van den landbouwwelke de ge meente heeft opgeleverd. Aan dc Redactie van het Dagblad Overijssel is dezer dagen een stuk gezonden, dat wij hier onzen lezeren medelieden De beroemde Engels-ehe llooglecraar Johnston, eerie reis door Nederland ma kende, heeft op den 11 Aen en 1 dezer, hij het Genootschap Diligentia te 'sHage, twee Redevoeringen gehouden, van welke ik heden door den Heer Enklaar van Zeijst, het volgende kort verslag heb ontvangen, Waarvan ik de mededceling in uw Dagblad verzoek, in de hoop dat er onder uwe lezers zul len gevonden worden, genegen om tot de oprigting der voorgestelde en voor genomen Algemeene Nederl. LandJmislioudelijke Maatschappijmede te werken. Met verslag van den Heer Enklaar is van den navolgenden inhoud »Den eersten avond hegon de Hoogleeraar Johnston met den geologischen oorsprong van de gronden van ons Vaderland en wees op eene kolossale kaart van Nederland, met zwarte kleuren daartoe afgezet, de plaatsen aan, waar zich hooge en lage veencnwaar zich zee of rivierpolders, heiden, zandstui- vingen en duinen bevonden. Geen volk ter wereld, zeide hij, hiervan heb ik mij overtuigd, heeft zooveel kosten ten behoeve van zijn land en hij ge volg ook van zijnen landbouw gedaan als het Nederlandsehemaar des niet te inin Mil. 1111., schiet er ontzaggelijk veel te doen over om uwen landbouw te verheffen tot hetgeen hij in het belang der natie cn den staat worden kan. Gij moet uwe gronden verbeteren cn daardoor den landbouw vruchtbaarder ma ken, gij moet uwe woeste gronden ontginnen, orn daardoor werk en brood te verschaffen. Deze verbeteringen en ontginningen kunnen langs tweeërlei wegen verrigt wordenlangs den werktuigelijken en langs den scheikundi gen. De werktuigelijke bestaat vooral in het aanleggen der drains [eene sooit van driekanten duikers of waterafleidingendie naar gelang van den aard van den grond meer of min diep onder de oppervlakte worden aangelegd, door welk middel het overtollige water zonder grondverlies kan worden afge leid, hetgeen echter in Engeland waar men doorgaans lagere gronden heelt om het water van dchoogere te ontvangen, uitvoerlijker is dan hier, waar menig maal geen gelegenheid tot afwatering zou overblijven], waarvan hij den aanleg en het nut op eene zeer bevattelijke wijze ontwikkelde. Van den Scheikun digen weg gaf hij een denkbeeld door aan te tooricn hoe de dieren de plios- phorzure kalk der beenderen en der melk uit dc planten en deze dezelve uit den grond ontleenden dat derhalve de grond gedurig armer daaraan worden moest, ten ware dit door buitengewone middelen hersteld werd, hetgeen door beenderen meelof eene oplossing van beenderen in zwavel- of zeezout- zuur geschieden kan. Vervolgens toonde hij aan, dal al onze zandgronden langs den scheikundigen weg vooral, ofschoon het werktuigelijke niet vergeten moest worden met wezentlijk voordeel bebouwbaar zijn. Bij dit alles heriep hij zich niet op theoretische beschouwingen, die hoe schoon ook, in de prat ijk zouden kunnen lalen, maar op proefnemingen in het groot, die de meest ge- wenschte uitkomsten gegeven hadden. Maar niet alleen uwe gronden, zeide hij, inaar ook uw vee hoe voortref felijk ook als melkvee, moet thans vooral nu dc vrije invoer in Elngeland openstaat, eene verbetering ondergaan, namelijk gij moet u rassen verschaf fen die meer voor de Engelsche markt geschikt zijnen daardoor vooral voor den landbouwer voordeeliger worden, dat zij op den ouderdom van twee jaren volkomen en tot een aanzienlijk gewigt gemest kunnen worden, ter wijl uwe ossen thans vijf of zes jaren oud moeten zijn om goed vet te wor den en zij dan een vleeseh leverenhetwelk niet die hoedanigheid heeft dat het de hoogste prijzen op de Engelsche markt verkrijgen kan. Den volgenden avond vatte hij den afgebroken draad weder op, door met korte trekken het verhandelde van den vorigen avond in het geheugen terug ie roepen, en daarna ging hij voortMijne 11. II. ik heb u gezegd, dat geen volk ter wereld meer geld voor zijnen landbouw besteed heeftdan het Ne derlandsche, maar dit niet alleen, maar gij hebt al de elementen om verbe teringen tot stand te brengen. Gij hebt een bekwamen scheikundige in uwen beroemden landgenoot, mijnen Vriend Mulder. Gij hebt te i.eyden in den Heef v. d. Boon Mesch bepaaldelijk den man, die de scheikunde op den land bouw toegepast behandelt. Hoe het te Groningen gelegen is, weet ik niet, maar althans te Utrecht hebt gij uwen leerstoel der landhuishoudkunde. Bij mijnen Vriend Enklaar te Zeijst licht gij uwe opzettelijke landhuishoudelijke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 1