Ter vervulling der vacature, ontstaan door hel overlijden van Ds. N. Swart, heeft de Kerkrraad der Rcmonslrantscli-Gerelbrmeerde gemeente alhier, op heden uit ren vooiaf gemaakt gros hel volgend zestal geformeerd 11. N. van Teulem, Theol. et Jhitt. Doet. Pred. te Rotterdam; J. Tideman Lilt. Doet. Pred. te Rotterdam; C. AV. van der Pol, Pred. te Leiden H. Heemskerk, Theol. Doet. en Pred. te Haarlem; A. des Amorie van der Hoeven Jr., Theol. et Litt. Doet. Pred. te Utrecht, en AV. van OordePred. te Alkmaar. UTRECHT7 December. Den 14'len js hier in den ouderdom van 71 jaren overleden, Mr. A. van Beusechem van Harmeicnsedert 1816 lid van de Gedeputeerde Staten dezer Provincie. Gisteren morgen hadden wij een voor dit jaargetijde ongewoon natuur verschijnsel. Nadat reeds den geheelen morgen eenige sneeuw was gevallen viel er omstreeks half twaalf ure eene hevige sneeuw- en hagcljagt, vergezeld van een zwaar onweder, hetwelk tot bijna 1 uur aanhield, liet licht en de donderslagen volgden elkander onmiddelijk op, en waren zoo geweldig, dat de bliksem 3 maal in den domtoren sloeg, en langs eene blikken gootpijp in eene soort van waschhok zich ontlaadde. In dat hok zijn verscheidene stuk ken uit den muur geslagen; eene grootc waterton is geheel zwart en verwe- loos door het vuur; tciwijl eene kleine glasruit aan stukken was gebarsten. De muur is geheel zwart. Ook op andere plaatsen zijn de wanden aange slagen. De uitweg van den bliksem is niet na te sporen. Het klokkenspel is dadelijk stil blijven staan. Nadat de bliksem andermaal in den toren was ge zien, zijn verscheidene der geburen naar boven gekomen, en waren allen in het waschhok, toen een hunner het gevaar hiervan hun onder het oog bragt. Naauwelijks hadden zij ook bet hok verlaten, of voor de 3^e maal sloeg de bliksem door de pijp in het hok. Ongelukken heeft men dus niet te betreu- ien. Van buiten heeft men verscheidene stralen vuur longs den toren zien schietenen zag men den toren geheel in rook. Het is te verwonderen, dat de aanwezige bliksemafleider, reeds zoolang gereed, nog niet gebruikt wordt: immers de kosten van aanbrenging en onderhoud zouden dubbel vergoed zijn door de meerdere zekerheid tegen een torenbrand, welke zoo noodlottig voor de rondom worienden zoa kunnen worden. ARNHEM, 15 December. Zaturdag II. zijn hier door den Commissaris van Policie gevangen genomen twee vreemdelingen, welke gepoogd hadden eenige gesnoeide oude muntspe ciën in omloop te brengen hij onderzoek werden nog eene menigte schande lijk gesnoeide guldens, alsmede een 100 tal even zoo grof geschonden oude 5 stuiversstukken in beslag genomen, terwijl liet ook nog gebleken is, dat zij op andere plaatsen, als Nijmegen en Keppelsommen hadden ingewisseld van dergelijke gesnoeide munt. Deze personen, welke Pruissen zijn, wonen in Rees, alwaar deze nijverheid op eene groote schaal schijnt te worden uit geoefend. Hel is te hopen dat het aan de ijvere pogingen en zorgen van den Commissaris van Policie moge gelukken deze zaak verder op te helderen. LEEUAVARDEN, 14 December. Met genoegen hebben wij vernomendat de Raad dezer stad heeft beslo tenden Iloogendijk, van deze stad lol aan de Bontekoe, tot een' straatweg aan te leggen, met afsnijding van de onderscheidene bogten. Voorts is er hoop dat die weg over Halluin Marrum, Blija en Holwerd naar Dockuin en van daar naar den Groninger straatweg zal verlengd worden. Hierdoor zullen de rijkbevolkte dorpen in het noordelijk gedeelte eene betere gemeenschap met de steden bekomen waarnaar velen reeds zoo lang hebben uitgezien. BREDA, 15 December. In don voorgaanden nacht is hier en in de omstreken zooveel sneeuw ge vallen dat de [Rdlandsche post gisteren morgen eerst ten half 12 en heden avond eerst ten 6 ure aankwam. De diligences uit Holland en België, waren gilleren middag nog niet aangekomen. De gemeenschap is door deze gewel dige sneeuwhuijen allerwege gestremd. HEERLEN, 12 December. Twee ingezetenen dezer gemeenten hebben proeven genomen aangaande de nieuwe wijze van broodmaking, onlangs te AA'eenen uitgevonden, welke daarin bestaat, dal men het meel met geraspte beetwortel vermengt. Zie hier eenige bijzonderheden aangaande deze nuttige proefnemingen. Nadat de beetwortels zorgvuldig gewasseben en geschild zijn, raspt men zeen vermengt de aldus verkregen zelfstandigheid met eene gelijke hoeveelheid tarwe- of roggemeel. Het sap, dat uit den beetwortel siepertwordt heet gemaakt en vervolgens insgelijks vermengd met de gest, en wanneer het noodig is, doet men er nog eene kleine hoeveelheid drinkwater bij!; deze gest wordt dan, met eene grootcre hoeveelheid zout dan hij liet gewone brood gebruikt wordt, hij het deeg gedaan. A'ervolgens laat men het brood als naar gewoonte rijzen en hakken. Op die wijze heeft men hier een brood verkregendat veel op het zoogenoemde huisbakkenbroud gelijkt, maar dat nog veel aangenamer smaak heeft. ÜIHTKjMLAJM)SCHK BE Hl G TEN. PER «IE. Aan den grooten weg van Kirmauschach naar Hamadansteekt eene rots als een bijna loodregte muur van 1,000 voeten nit. Op eene hoogte van om trent 150 voeten liet Koning Darius een gedeelte der rots glad houwen en zich zclvcn in een colossaal verheven beeldwerk voorstellen; achter hem staan twee dienaars; vóór hem ligt op den rug de Magiër, die zich van den troon meester gemaakt had, en achlcr dezen ziet men 9 Koningen, ontwapend cn met een' strop om den hals. Boven ieder staat een opschrift in het zooge naamde Beitelschrilten onder en naast het beeld volgt een opschrift in drie talen, elk in verschillend Beitelschrift geschreven. Het in Pcrsisch opgestelde opschrift heeft 450 regels, en Darius verhaalt daarin zijn leven, geeft zijn geslachtsregister op, het getal en de namen der provinciën van zijn rijk en de geschiedenis der 10 overwonnen Koningen. Dit opschrift geeft eene hoogst merkwaardige bijdrage uit de geschiedenis van het Oosten. Het was door vele reizigers gezien; maar de eerste, vvien het gelukte het te ontcijferen, was de Overste Rawlinson, thans Consul-Generaal van Engeland te Bagdad, die vroe ger een Pcrsisch regement aanvoerde, en zich reeds in 1835 met de ontcijfe ring van het Beitelschrift bezig hield. In 1837 hield hij zich met zijn rege ment in de nabijheid op, en gebruikte deze gelegenheid om eene stellaadjo te doen opslaan en ze af te schrijven. Sedert heeft hij al den tijddien zijne reizen en posten hem lieten, tot de verklaring gebruikten eindelijk het schoone resultaat in het Tijdschrift van het Britsch Aziatisch Genootschap medegedeeld. !let bestaat uit den tekst der opschriften, de omschrijving en vertaling, en de twee eerste gedeelten ecner verhandeling, waarvan het overige later verschijnen zal. TUKKÏE. CONSTANTINOPEL27 November. De Turksclie Staats-Courant maakt bekend, dat er een aanvang zal ge maakt worden met het stichten van een uitgestrekt archieven gebouw welks uitvoering aan den architect den Heer Forsati is opgedragen. Ook zal er een post van Slaats-Archivarius (Muhafizi Evvrak) opgerigt worden. Onder de goede maatregelen door de Regering genomen behoort de af schaffing der straf van stokslagen op de voetzolen. De 400 koopvaardijschepen, welke eenige weken reeds vóór deze stad door tegenwind werden opgehouden, hebben eindelijk in de Zwarte zee kunnen doordringen. Het tneerendeel moet granen te Odessa voor I.ivornoGenua cn Marseille innemen. Het is echter te vreezen dat hunne terugkeer thans door de vorst zal belemmerd worden. Tayar Pacha van Mossul heelt de in den omtrek van Sindschar en Nis- sibyn rondzwervenderoofgierige stammen der Arabieren van daar verdreven en ook tegen de Jesiden (Duivel-aanbidders) een rooftogt ondernomen. AVat van deze overgebleven is, want verscheiden honderden van heri zijn in de pan gehakt, heelt hij uit de provincie Marilyn verdreven en in de vlakte van Sind schar aan de oevers van den Tigris verplaatst. De cholera zet in den loop dien zij volgt, hare verwoestingen voort. Te Tauris hcerscht zij tegenwoordig zeer sterk. To Bassora is zij in het begin van October en te Mossael in liet begin van November uitgebarsten. In het Paschal ik Bagdad zijn bij de 20,000 mcnschen gestorven. Da zee van Azoff is reeds toegovrorenen ook hier is de w inter vroeger dan gewoonlijk begonnen. SMYRNA, 23 November. De stad Salonika, in Macedonië, is den 17(lcn door eenen verschrikkelijken brand geteisterd die niet minder dan 860 huizen vernield en 1500 huisge zinnen buiten huisvesting gezet heeft. Dingsdag morgen ten acht ure werd hel eerste allarm door een kanonschot van het kasteel gegeven. De brand was ontstaan in het Joden-kwartier, in een klein bazar, gelegen tusscben het paleis van den Pacha cn de Sl. Sophia; het vuur was liet eerst gekomen uit een oud huisje, waarvan de eigenaresse op het oogenblik afwezend was. In een oogwenk verspreidden de vlammen zich over al de omliggende gebouwen, en toen de brandspuiten aanrukten, was het vuur reeds ontzettend; een hevige wind, een ware orkaan blies den brand op het heftigst aan. Yacoub-Pacha en de Bey's van het land waren van de eersten, die op het tooneel des onheils verschenen; maar alle pogingen waren vruchteloos. De uren vervlogen, de hlusschers waren uitgeput van vermoeijeniser was gebrek aan water, een ieder was verslagen en tot overmaat van ongeluk was het snerpend koud. Turken en Christenen lagen in de Moskeën en afgelegen ker ken te bidden, de plaag verdubbelde elk oogenblik van kracht, men bad dien gelijktijdig op vier of vijf plaatsen te bestrijden. De manschap van den Turksclien oorlogsbrik van het station, die van de Turksclie stoomboot Pccki- Cherkct, alles was mede werkzaam in het omver halen van huizen, om zoo veel mogelijk alle gemeenschap af te snijden. Eerst tegen negen ure in den avond begon de wind af te nemen en toen werd bet ook mogelijk de vlammen te vermeesteren. Er zijn 860 buizen vernield, onder welke slechts een twintigtal Grieksche huizen naar den kant van de S'. Sophia en Sl. Eleousta. Vijftien honderd huisgezinnen bevinden zich op dit oogenblik zonder huisvesting. Het is op de mindere klasse, dat de slag ditmaal is nedergekomen. De handel is gelukkig gespaard gebleven cn beeft in de eerste en dringendste behoeften der slagtoffere kunnen voorzien. Daags na het onheil heeft zich een commissie van de aanzienlijkste kooplieden van het land gevestigd en een welsprekend beroep op alle menschenvrienden uitgevaardigd. In een enkelen dag heeft de inschrijving 70,000 piastere opgeleverdmaar hoe groot de barm hartigheid ook moge wezen, zij zal niet dan eene flaauwe leeniging in zoo groot eene ramp kunnen bijbrengen. Het is derhalve met vertrouwen, dat wij ons ook wenden tot andere steden van bet rijk en buiten 's lands, om bijstand voor de ongelukkige bevolking in te roepen. De Commissie heeft van den gouverneur verkregendat er twee groote legerplaatsen ter beschikking der noodlijdenden gesteld zouden worden en dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2