LEYDSCHE
COURANT.
N°. 141.
BINNENLANDSCUE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOENSDAG, 25 NOVEMBER.
uit Zaturdag avond.
De Prijs dor Courant is f 13 in het jaar;
do afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 24 November.
De door de drie Groole Mogendheden voor eeuwig vrij en onafhankelijk
verklaarde staat Krakau, is dan na een zeer korte eeuwigheid van ruim 40
jaren dezer wereld overleden. Oostenrijk heeft met hoffelijk leedwezen des-
zelfs droevig uiteinde hekend gemaakt, en het lijk is in alle stille alleen
door Rusland en I'ruissen vcrzcldden lG,lcn dezer, als op Oostenrijkseh
grondgebied bijgezet.
Den 3den Mei 1815 hadden Oostenrijk met Rusland de eeuwige onafhanke
lijkheid en onzijdighei 1 dier stad erkend dienzelfden dag verklaarden ook
Pruissen met Oostenrijk hetzelfde en in art. 6 van de Wecner acte las incn
»dat de stad Krakau met haar grondgebied voor allijd vrij, onafhankelijk en
volkomen onzijdig zou zijn, onder bescherming dezer drie zelfde Mogendheden.
Eene vrije staatsregeling werd woordelijk in een aanhangsel er bij gevoegd en
ten slotte gezegd dat een afschrift dezer artikelen plegtig in de archiven der
vrije stad Krakau zou worden gelegd, als een voortdurend bewijs der edelmoe
dige beginselen ten haren aanzien door de drie hoogc magten aangenomen.
Rij gelegenheid van de oorlogen voor het erfregt van het Duitsche Keizers-
schap, is er hier te land een penning geslagen met het opschrift: »eeden en
verbonden verbroken en 't vuur alomme aangestoken." Gelukkig zal het nu
zulk een vaart niet loopendat het vuur er alom door ontstoken wordt.
De Fransche spreekwijs zegt: c'est un fait accomplibij ons zegt men: de
kogel is door de kerk
De Fransche en Engelsche dagbladen schreeuwen elk om 't hardst en roe
pen er wraak over. In 1830 schreeuwden ze zoo hard niet. In het Engelsch
dagblad The Sun leest men onder anderen: »dat Oostenrijk zich in Februarij II.
door de inwoners van Gallicië tot oproer aan te hitsen eene verontschuldiging
heeft gereed gemaakt voor een beslissender! maatregelen dat hot thans van
de mindere goede vcrslandhoudiug tusschcn Frankrijk en Engeland gebruik
maaktom zijne lang verborgene bedoelingen te verwczenllijken." De Times
tracht het Fransche volk lot oorlog aan te sporenmaar wie kan het in ernst
verlangen dat Europa zich om de vrijheid van Krakau een oorlog zou ge
troosten wier gevolgen onberekenbaar zijn. Het buskruid is ten allen tijde
gebleken een zeer gebrekkig en ongenoegzaam verdediger der regtvaardigheid
te wezen.
Men zegt dat Frankrijk zal protesteren, Engeland zich zal stil houden (wat
beduidt Krakau ook voor den handel?) en het einde dezer zoo veel gerucht
makende zaak zal hoogstwaarschijnlijk wezen: dat Krakau vergeten wordt voor
andere gebeurtenissendie op het woelig tooneel der wereld de aanschouwcrs
bezig houden.
's GRAVEND AGE, 23 November.
Z. M. heelt uit het aangeboden drietal Candidaten tot Raadsheer in den
Hoogen Raad benoemd Mr. P. A. van Steenbergen, thans Raadsheer in het
Provinciaal Geregtshof van Overijssel.
Heden middag ten 1 ure is Z. K. H. Prins Frederik van Pruissen met
ecnen extra spoortrein, over Amstcrdan naar Arnhem vertrokken, om van
daar de terugreis naar Dusseldorp voort te zetten. Z. M. de Koning bege
leidde den Prins tot den spoorwagen alwaar Z. M. een hartelijk afscheid van
Z. K. H. nam. Onder de personen die den Prins voorts uitgeleide deden
merkte men op Z. Exc. den Pruissischen Minister bij het Nederlandsche Hof.
Naar men van goederhand verneemt zal in den loop der tegenwoordige
zitting van de Tweede Kamer, en wel bij de hervatting der werkzaamheden,
eene wets-voordragt worden gedaan tot verhooging van het 8ste hoofdstuk der
staalsbcgrooting (Marine) voor 1847, met eene somma van 100,000 en
zulks om te voorzien in het een derde gedeelte der kosten welke, na aanne
ming der begrooting van 1846 en 1847, noodzakelijk zijn bevonden tot her
stelling van de groote zeesluis der maritime dokhaven te Vlissingen. Zoo men
verder verneemt, moet de toestand van die sluis en verdere aanhoorig-
hedenzeer dringend voorziening vorderenen de bestaande gebreken van
dien bedenkclijken aard zijndatbij het achterwege laten van een spoedig
aangevangen en voltooid herstel, niet alleen de stad Vlissingen gevaar zou loo
pen om bij onverhoopte doorbraak grootendeels onder water te loopenmaar
dat ook beduidende schade zou kunnen worden toegebragt aan de maritime
inrigtingen en aan de dokhaven aldaar. Waarschijnlijk zullen de overige twee
derden der bcnoodigde som, op de begrooting voor 1848 en 1849 uitgetrok
ken worden.
Onlangs zijn in een van de voornaamste Koflijhuizen alhier ter stede
ontvangen twee (nieuwe) guldenstukken, onder de Regering van wijlen Koning
Willem I geslagen, die zoodanig gesnoeid zijn, dat de bevoegde autoriteit
daarvan kennis genomen en een streng onderzoek begonnen heeft.
Rij deze gelegenheid herinnert men aan de artikelen 10 en 11 der wet van
den 18 December 1845, luidende:
Geenc der Nederlandsche muntspeciën, naar de wet van 28 September
1816 Slhln°. 50), en volgende wetten geslagen, worden in 'sRijks schat
kist aangenomen, wanneer dezelve eenigzins gealtereerd en alzóo vervalseht,
verminktbesnoeid of uiterlijk geschonden zijnen zal niemand gehouden
wezen, dusdanige gealtereerde, verminkte, besnoeide of geschondene munten
aan te nemen of te ontvangen.
De nieuwe muntspeciën, in geal tereerden vervalschten, verminkten, be
snoeiden of geschonden toestand aan de Lands kantoren wordende aangeboden,
kunnen aldaar aangehouden en na het afgeven van bewijs der aanhouding,
aan Raden en Generaalmeestercn van de Munt worden opgezondenom, na
onderzoek, of, en uitspraak dat dezelve zich werkelijk in zoodanigen toestand
bevinden, te worden doorgesneden, en alzoo aan de aanbieders te worden terug
gegeven.
Eergisteren werd alhier ter stede ineen der hotels, diefstal van eene niet
onhelangrijke som gelds gepleegd. De onmiddelijk in het werk gestelde pogin
gen met behulp van den Commissaris van Politie Janssen, te Rotterdam, heb
ben den verdachten persoon te dier plaatse doen uilvinden. Bij onderzoek
zijn bij hem een bankbiljet, gouden en andere muntspeciën gevonden.
ROTTERDAM, 23 November.
Als een bewijs van den aanzienlijken uitvoer naar Engeland, diene, dat in
de voorleden weck 12 stoombooten met slagtvce, vruchten en andere levens
middelen derwaarts vetrokken zijn.
GORINCHEM, 21 November.
Eergisteren is hier het op te bouwen Huis van Arrest aanbesteed aan J. de
Kroon te 's Hertogenbosch voor ƒ64,900.
AMSTERDAM, 23 November.
De ziekte blijft afnemenen wel in sterke verhouding. Terwijl het getal
der zieken, gedurende de week, van 7 tot 18 November in de beide gasthui
zen ingebragt, nog 333 was, is het van 14 lot 20 November slechts 287
geweest. Sterfgevallen zijn er, van 16 lot 21 dezer bij den Burgerlijken Stand
aangegeven 258.
Gisteren avond is door het Israëlitisch kerkbestuur alhier een besluit
genomen omovereenkomstig het daartoe gedaan verzoek het prediken in
de Nederduitsehe taal door Israëlitische leeraars toe te staan. Eer zal spoedig
hiermede een begin worden gemaakt.
In het jaar 1829 is te'sGravenhagc opgcrigt eene maatschappij, ter be
vordering van het godsdienstig onderwijs onder de slaven en de verdere Hei-
densche bevolking in de kolonie Suriname.
Deze maatschappij heeft ten doel, om door middel van de Moravische broe
ders aan de slaven en de Hcidensche bevolking onderwijs in de Godsdienst te
geven; iets, hetgeen door het afzonderlijk op plantaadjcs wonen der slaven,
aan vele moeijel ijk heden onderhevig en bij uitstek kostbaar is.
Door de milddadigheid van vele menschcnvriendendie zich de geringe
bijdrage van 2.50 'sjaars lieten welgevallen, is de maatschappij in staat
geweest, zoowel om jaarlijks geregeld gelden naar Suriname over te zenden,
als in het bijzonder om door aankoop eener plantaadje en het aanschaffen van
tentbooten, de zendelingen der Moravische broeders in slaat testellen, om
hun werk geregeld en met ijver te verrigtenen zijn de vruchten van dit
werk ook niet gering geweest.
Het hoofdbestuur der maatschappij meent echter reden te hebben om te
vreezen dat de belangstelling van vrienden van godsdienst en beschaving in
haar werk eenigzins vermindert, en mag niet ontveinzen, dat van tijd tot
tijd bij hetzelve bedenkingen zijn ingekomenalsof dit onderwijs der slaven
niet alleen niet wcnschelijk, maar zelfs voor de rust der kolonie nadeclig is.