LEYDSCHE
'tfeE
COURANT.
1846.
VRIJDAG, 13 NOVEMBER.
rsr-
RINNENLANDSCHE RERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenMaandag komt
vit Zaturdag avond
De Prijs dor Courant is 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
if/ w*rf
6.06. - 9.09,
2.35.
LEYDEN, 12 November.
In onze vorige hebben wij vermeld dal door gecommitteerden uit de groote
en kleine visscherijen, een adres van dankbetuiging aan de Ministers van
Finantiiin van Buitenlandschc Zaken en van Koloniën is aangeboden, voor
de belangstelling in bet behoud en de verbetering onzer visscherijengeble
ken in de uilkomst van het tractaat met België.
Wij voegen hier thans nog bij een overzigt van den verschillenden maatstaf
der belasting vóór en na het tractaat
Het inkomend regt in België bedroeg:
volgens de wet van 1844, van 1845, bij het Tractaat
van vcrsche viseh.
l'ie soort De 100 Ncd. ffi 6.52, 9.78, 4.25.
2(le i) - 6.52, - 9.78, - 2.35.
Zoutevisch ton - 14.01, - 21.- 4.70.
Haring - 8.82, - 13.23, - 3.
Bokking en 1
1000 stuks
gedr. Schol J
Gisteren is te Katwijk wederom eene bomschuit aangekomen van de
Katwijksche Maatschappij, met 120,000 stuks bokking.
De gebouwen voor de twee nieuwe stoomwerktuigen tot droogmaking
van het Haarlemmermeer, zijn den 10den dezer te 'sGravcnhage aangenomen
door de Laat te Gorinchemde van Lijnden voor 208,000de Cruquius
voor 215,000. Het uitbaggeren van de ondiepten in de ringvaart langs
de doordijkirig der Haarleuimcrleede en de beringing tot droogmaking van het
Haarlemmermeer, door van Dijk, voor 2,550.
De algemeenc vergadering der stemgeregtigde leden van de Hand.l-
maatscliappij heeft ten doel, om over de verlenging van duur dier Maat
schappij en de voorwaarden daarvan te raadplegen.
De Luitenant-Generaal Baron van Geen is in den nacht van den
10JcD dezer op zijn buitenverblijf te Rijswijk overleden.
De Nederl. Stoompost meldt, dat de Holl. Spoorweg-Maatschappij pro
cedeerde tegen J. van der Gaag, ter zake van de onteigening van zeker laau-
tje bij Delft, welk laantje, nadat de voorloopige formaliteiten, bij de wet
op de onteigening voorgeschrevenwaren vervulddoor van der Gaag is ver
kocht aan Mr. A. 11. van Wickevoort Crommelin c. s.te Haarlem.
Genoemde Heer heeft zijn buitenverblijf in de nabijheid van Haarlemen
moet zichom een halte of station te verkrijgenonderscheiden malenzoo
wel aan de directie van den spoorweg als aan de Regering hebben gewend
doch welk aanzoek is van de hand gewezen, uithoofde van gebrek aan alge
meen belang, om een nieuw oponthoud te kunnen wettigen.
De lieer Crommelin schijnt na die afwijzing eigenaar van het laantje te
zijn geworden, met het doel oin door hooge eischen en incidenten van allerlei
aard, den aanleg van den weg naar Rotterdam voorshands onmogelijk te ma
ken, ten ware de Maatschappij het station mogt toestaan, althans het einde
der procedure is nog niet te voorzien.
De Maatschappij heeft intusschen den grond ter zijde dier laan aangekocht
en legt daar nu een hulpspoor, tot dat het geding zal zijn afgeloopen. Binnen
weinige dagen zal dit spoor zijn afgemaakt.
's GRAVEND AGE, 12 November.
Z. M. heeft den Luiteriant-Colonel von Quadt, Bevelhebber van bet Luxcm
burgsch bondscontingent, tot Commandeur der Orde van de Eikenkroon, en
den Majoor Winckel, van hetzelfde corps, tot Ridder der Orde van den Ned.
Leeuw benoemd.
H. M. de Koningin is den 28sle" October van Rome te Nizza aangekomen
Z. Exc. de Minister van Binncnlandsche Zaken bevindt zich thans in
Gelderland, en wordt van daar binnen weinige dagen terug verwacht. De
Secretaris-Generaal Vollenhovcn is met de waarneming van het Departement
belast.
Naar men verhaalt zou de Graaf van Randwijck, nieuw benoemd Mi
nister van Binncnlandsche Zaken, het huis hebben gehuurd in bet Voorhout,
bewoond geweest door den Minister van Finantiëndie thans het hötel op
de Heerengracht bewoont, waarin wijlen de Minister van Maanen zijn ver
blijf hield, hetwelk, zoo als in der tijd is gemeld, door dien Minister is
aangekocht.
In de zitting van den Hoogen Raad van heden, beeft de Procureur-
Generaal de Heer van Maanen, zijne conclusie genomen in de zaak van den
Staat der Nederlanden tegen C. J. Hooueland. Men weet dat de Staat in revisie
O
gekomen is tegen het arrest van den Raad, van 22 Mei 1846, waarhij aan
den Staat, op grond der wet van 29 Nivóse, Xlll jaar, de verpligting opge
legd is, om voor de opvoeding van eenen zoon van een huisgezin, waar zich
zeven kinderen in leven bevinden, zorg te dragen. De Proc.-Generaal heelt
geoordeeld, dat er gecne termen hestonden, oin op het uitgesproken arrest
terug te komen en heeft geconcludeerd tot bevestiging van dat arrest. De
llooge Raad zal heden over drie weken in deze zaak uitspraak doen.
Het verslag van hoofdbestuurders van het Patronaat, voor hulpbehoevende
Protestanten, de resultaten bevattende, welke hetzelve gedurende het eerste
jaar van deszelfs bestaan opgeleverd heeft, zal met welgevallen, door allen
die belang stellen in de verbetering van den zedelijken en slollëlijken toestand
van ongelukkige huisgezinnen en personen gelezen zijn.
Hoewel het beloop der giften van ruim ƒ1,400 gcene belangrijke onderne
ming toeliet, heeft het Patronaat een' regtstreekschen invloed op 150en
eenen zijdelingschen op een nog grooter getal zielen verkregendoor aan een
30-tal huisgezinnen, ter uitoefening van ecnig bedrijf, voorschotten te doen,
onder voorwaarden van geringe wekelijksche terugbetaling; voorts is door het
zelve een kantoor tot aanvraag en tot inschrijving van dienstboden geopend,
met liet doel, om dien stand te verbeteren, en eindelijk heeft bet, ten be
hoeve der kinderen, die de openbare scholen verlaten hebben, eene hand-
werkschool voor meisjes opgerigtom daar het borduren het linnennaaijen
breijen en teekenen (merken) van lijnwaden teleeren; terwijl op dezelve de
godsdienstige en zedelijke vorming der leerlingen, welker getal 25 k 30 is,
zeer behartigd wordt. Het verslag eindigt aldus: Wanneer de giften ruimer
worden, zal het ons noch aan lust, noch aan moed ontbreken, om te over
wegen en te beproeven, wat het best en duurzaamst zal kunnen strekken lot
werkverschaffing voor mannen en jongelingen, gedurende die maanden, in
welke de gewone arbeid doorgaans ophoudt of sterk vermindert. De pennin
gen daaraan besteed zullen door veelzijdige inwerking op de Maatschappij en
door daaruilvolgende besparing voor verschillende armenkassen ruime renten
geven. Zij zullen u de zoete overtuiging schenken, van te hebben wèl gedaan,
niet door spoedig verbruikte giften maar door dadelijke opwekking van de on
derdrukte ziels- en ligchaainskrachtenverlevendiging van den goeden wil en
het doen ontstaan of versterken der overtuiging van de mogelijkheidom met
cenige hulp zich zeiven te redden uit de diepte der ellende.
AVij achten bet overbodig hierbij meerdere drangredenen te voegen, en,
boe zou liet ons ook mogelijk wezen die treffender uit te drukken, dan Jezus,
zoo roerend schoonin Zijne aanbeveling der armen heeft gedaan.
Sedert den 7(lcn dezer zijn te Scheveningen nog 3 bokkingschuiten aan
gekomen, te zamen aanbrengende 170,000 stuks.
ROTTERDAM, 10 November.
Heden avond omstreeks half zeven ure, ontstond alhier brand in het Loge
ment Zur Stadt Frankfurt, in de Groote Draaisteeg. De brand, die in het
achterste gedeelte van het huis ontstaan isen bij de spoedige ontdekking be
trekkelijk weinig schade beeft aangerigt, werd door den gewonen ijver van
ons brandwezen en bet beleid van policie, schutterij en mariniers spoedig
bedwongen.
AMSTERDAM, 11 November.
Den 9(len vierde de geachte Voorzitter van het Prov. Geregtshof van Noord-
Holland Mr. Pietcr Willem Provó Kluit, het feest van zijne Vijftigjarige
onafgebrokene Dienstbetrekking bij de Regterlijke Magt.
Als eene hooge bijzonderheid wordt opgemerkt, dat deze Regterlijke loopbaan
gedurende een halve eeuw kan gerekend worden te zijn afgelegd bij een Ge
regtshof. Na eene voorafgaande betrekking bij bet gezantschap in Spanje, is
Z. E. G. A., op don 9deB November 1796 in functie getreden als Substituut-
Griffier bij bet destijds bestaand Prov. Geregtshof van Utrecht, welke betrek
king in Maart 1811, bij de vernietiging van dat Hof, verwisseld werd tegen
die van Subst.-Proc.-Generaal bij het toenmalige Keizerlijke Hof te 'sHage.
In 1812 overgeplaatst als Procureur-Crimineel over het Departement der